Mijn meest gebruikte keukenkruiden
ANIJS: Een van de oudste specerijen, verwant met dille, venkel, karwijzaad en komijn. Wordt in alcoholische dranken gebruikt. Gebruik het ook in brood, gebak, rijst en pudding, koekjes, Oosterse gerechten, salades, koffiekoeken en snoepgoed.
BASILICUM: Verse of gedroogde (afgeritste) blaadjes. Ook in poedervorm. Past bij vlees (kalf, varken, lam), allerlei salades en vis. Ook voor Italiaanse gerechten, b.v. pizza. Zuinig gebruiken.
BERNAGIE: Verse blaadjes en bloesems (gedroogd minder geurig). Past bij sauzen (b.v. tomatensaus), allerlei salades en groenten (kool).
BIESLOOK: Uiensmaak, vers gebruiken en nooit meekoken. Fijngesneden bij soepen, sausen, salades, vlees, vis en aardappelen. Gemengd met aardappelpuree of in boter bij geroosterd vlees of visschotels.
BONENKRUID: Verse takjes of gedroogde blaadjes. Ook in poedervorm. Past bij (lams)vlees, salades en groenten (vooral peulvruchten), paddestoelen en aardappelen. Bij vis, speciaal bij forel. Voor salades uitsluitend malse, verse bladtoppen gebruiken.
CAYENNEPEPER: Gedroogd en gemalen pepertjes van de Capsicum frutescens soort. Past bij vlees (rund, varken), vis, groenten (vooral stoofschotels) en allerlei salades. Spaarzaam gebruiken.
CITROENMELISSE: Kruid met een frisse citroengeur en smaak; niet meekoken. Verse bladeren gebruiken soepen, sausen, vlees- en vooral visbereidingen waar citroen een rol speelt, bij thee, vruchtensappen en ijsthee, bij vruchtensalades.
CITROEN: Het meest aromatische deel van deze vrucht zit in de schil (waar de citrus-olie in zit).
DILLE: Vers of gedroogd blad. Ook gedroogd dillezaad (in vijzel fijn stampen). Past bij vlees (rund, lam), vis (o.a. paling), groenten (peulvruchten, komkommer), salades, sauzen, eieren, kwark, zure room, yoghurt en lichte sauzen. Verse dille niet met gerecht meekoken.
DRAGON: Vers blad en jonge scheuten, ook gedroogd en verpulverd (dan minder sterk). Past bij vlees (kalf, lam, wild en gevogelte), allerlei groenten, salades, sauzen en soepen. Zuinig gebruiken. Er bestaat ook azijn en mosterd met dragon-aroma.
FOELIE: De isolatie-laag van de nootmuskaat vrucht. In stukjes of poedervorm. Past bij vlees (ragout), allerlei groenten (spinazie, bloemkool, doperwtjes, aardappelen), soepen (bouillon), sauzen en kaasgerechten.
GEMBER: Vers of gemalen, of ingelegd in siroop. Past bij gevogelte, groenten, fruit en gebak.
HYSSOP: Scherpe, vrij bittere muntachtige smaak; spaarzaam gebruiken; verse of gedroogde blaadjes gebruiken (blaadjes en bloemen plukken voor de bloei om te drogen); niet meekoken.
JENEVERBES: Gedroogde bessen van de jeneverbesstruik. Past bij vlees (marinades van wild), vis (b.v. mosselen) en zuurkool. Niet consumeren!
KANEEL: Stokjes of poeder. Stokjes met gerecht meekoken en daarna verwijderen. Wordt gebruikt voor zoete gerechten (pudding, compote) en gebak.
KAPPERTJES: In azijnoplossing ingelegd. Passen bij vis, vlees (kalf) en gevogelte. Ook bij salades (met worst of kaas) en sauzen.
KARWIJZAAD: Gedroogd. Past bij vlees (suddergerechten), groenten (kool, zuurkool, aardappelen), soepen, sauzen en pikant gebak; is moeilijk met andere kruiden te combineren.
KERRIE: Een kruidenmengsel uit de Indiase keuken, meer of minder scherp. Past bij vlees (kalf, lam, kip, ragout), bij vis (o.a. garnalen) en groenten (b.v. tomaten). Kerrie is gevoelig voor licht: donker bewaren.
KERVEL: Verse of gedroogde blaadjes; ook in poedervorm. Past bij vis (gebakken), vlees, gevogelte, groenten (spinazie), allerlei salades, soepen en sauzen. Niet met gerecht meekoken.
KNOFLOOK: Teentjes (fijngehakt en met wat zout gewreven), poeder, knoflookzout, vloeibaar. Past bij vlees (varken, lam), groenten, salades (slakom met teentje inwrijven) en kaasfondue. Verliest scherpe geur tijdens koken of braden. Handig is een knoflookpersje.
KOMIJN: Zaden of gemalen. Een essentieel onderdeel van de keukens van Mexico, het Midden-Oosten en Oost-India. Wordt gebruikt in gerechten zoals curries, stoofschotels, chili en couscous.
Koriander Gedroogde zaden; ook in poedervorm. Past bij vlees (rund), gehakt, pasteien en allerlei gebak.
KRUIDNAGEL: Gedroogde bloemknoppen. Ook in poedervorm. Past bij vlees (varken, lam, wild), groenten (b.v. rode kool), soepen, sauzen, compote, gebak en dranken. Bloemknoppen in hun geheel meekoken, eventueel op ui gestoken, en VOOR het serveren verwijderen.
KRUIZEMUNT: Lichte pepermuntsmaak maar minder pikant; meer gebruikt dan pepermunt; verse of gedroogde blaadjes gebruiken, bij vele sausen, bij soepen en groenten, bij kruidenboter en kruidenazijn, bij appelmoes, meloen, ijs, jam, fruitsalades, ...maar beter is pepermunt
LAURIER: Gedroogde bladeren in hun geheel verwerken (1-2 tegelijk). Past bij vlees (marinade, ragout, kalf, gevogelte, wild), bij vis (marinade, pocheervocht), soepen en sauzen.
MAJORAAN: Verse of gedroogde bladeren, ook afgeritst en in poedervorm. Past bij vlees (varken, gehakt, ragout, gevogelte, konijn), groenten (stoofschotels, aardappelen), soepen (b.v. aardappelsoep) en bij sauzen. Zeer geurig.
MIERIKSWORTEL: Verse wortel (met gladde schil: zoet van smaak; met ruwe schil: zeer scherp). Raspen. Ook in tube of potje verkrijgbaar. Past bij vlees (gekookt rundvlees, rosbief, ham, worstjes), bij salades (komkommer, tomaat, vlees, vis) en bij gekookte vis. Koken maakt de smaak milder.
MOSTERDZAAD: Mosterdzaad bestaat in vele kleuren en smaken. Gebruikt bij roereieren, kaasgerechten, aardappelen, sauzen, salades, dressings en kool.
NOOTMUSKAAT: Nootmuskaat en foelie (isolatie-laag van de vrucht) zijn gelijk van smaak en geur. Raspen of in poedervorm gebruiken. Foelie in stukjes of poedervorm. Past bij vlees (ragout), allerlei groenten (spinazie, bloemkool, doperwtjes, aardappelen), soepen (bouillon), sauzen en kaasgerechten.
OREGANO: Vers of gedroogd blad. In Italiaanse gerechten veel gebruikt. Past bij vlees (varken), groenten (tomaten, doperwten), bij soepen, vleessauzen en pizza.
PAPRIKAPOEDER: In diverse soorten verkrijgbaar van zeer scherp tot scherp en mild. Past bij vlees (gevogelte, ragout, goulash, schnitzels), bij groenten, salades, vis, soep en sauzen. Niet in heet vet bakken!
PEPER: Groen (in potjes verkrijgbaar), zwart en wit (gedroogde bessen). Bij voorkeur vers gemalen gebruiken (in pepermolen). Past bij vlees, groenten, salades, vis, bij soepen, sauzen en in marinades.
PEPERMUNT: Laat een gevoel van koelte na in de mond; verse of gedroogde blaadjes gebruiken bij salades, soepen, sausen en kruidenazijn. Bij paling in 't groen, bij jams en fruitsalades, vooral voor thee.
PETERSELIE: Gladde of krulpeterselie. Ook de wortels worden gebruikt. Vers of diepvries (gedroogd nauwelijks enige smaak). Past bij vlees, groenten, salades, vis en eieren. De wortel mag meegekookt worden, het blad niet.
ROZEMARIJN: Verse of gedroogde blaadjes/naaldjes (in vijzel fijnwrijven). Past bij vlees (varken, lam, kalf, wild), bij soepen, sauzen en marinades.
SAFFRAAN: De stempel van een bloeiende krokus. In bouillabaisse en paella, ook bij vis, gevogelte en brood.
SALIE: Wrange, bittere smaak; verse of gedroogde blaadjes gebruiken. Vooral bij vlees- en visgerechten, bij kaasbereidingen, bij gekookte groenten, bij pizza's en deegwaren , bij soepen en bij tomatensap, bij de inmaak in azijn.
SESAMZAADJES: In Afrikaanse en Indische gerechten. Op brood, in halvah, tahini, met rijst en groenten.
SINAASAPPEL: Het meest aromatische deel van deze vrucht is de schil, (waar de citrus-olie in zit).
THIJM: Verse of gedroogde blaadjes; ook in poedervorm. Past bij vlees, groenten, groene salades, vis (gebakken), kreeft, mosselen, sauzen en soepen. Neutraliseert vet.
UIEN: Er zijn honderden soorten in allerlei smaken en kleuren. Hoe milder het klimaat is, hoe zoeter de ui. Uien kunnen bij praktisch elk gerecht gebruikt worden.
VANILLE: Zwarte hulzen, waaruit merg geschraapt wordt. Vanillesuiker en -extract zijn slechts tot op zekere hoogte een acceptabele imitatie. Past bij zoete gerechten (pudding, compote e.d.) en gebak.
VENKEL: Gedroogd. Smaak doet aan die van karwijzaad denken. Verse knollen als groente. Gedroogd voor vismarinade, salades (b.v. komkommer of tomaat) en bij paddestoelen. Vers venkelblad en stengels voor salades en mayonaise (voor vis). Smaakt kruidig zoet, zuinig gebruiken.
|