1963: Afscheud van Jaap.
Met Jaap waren we gebleven bij kerst 1962. Hij was al echt een hulp voor mij gewest bij evangelisatiebezoeken. En met kerst moedigden wij hem aan om ergens in een Volle Evangeliegemeente de kerstzang te gaan begeleiden. Want hij was zich aan het ontwikkelen tot een bekwaam organist en pianist en verenigde in zich de muzikaliteit , die bij mijn vader en bij mijn vrouw hoogtepunten had bereikt. Hij had het dus van twee kanten.
Maar die afspraak liep fout. Hij werd die avond niet gevraagd, om te dienen en kwam onverrichterzake thuis. Of dit hem nu ergens geschaad heeft, ik weet het niet , maar in 1963 merkte ik eigenlijk niets meer van geestelijke activiteiten bij hem.
Misschien had ik met hem moeten praten, maar er was in de loop van al de jaren van opvoesding een 'wederzijdse onbereikbaarheid' tussen ons gegroeid.
Toen liep het gauw bergaf. Hij zat- ondanks zijn jeugd- al in de examenklas van het Gynasium , wiskunde-richting en te voorzien was, dat hij op de universiteit zou kiezen voor wiskunde.
Maar in het voorjaar van 1963 liep her fout. Hij had het lichamelijk moeilijk met jeuk op zijn lichaam en stelde God een ultimatum::
"God....u kunt mij genezen. Maar als u het niet binnen een etmaal doet, is het uit tussen ons".
Dat was, wat hij er tegenover ons over kwijt wilde.
Nu heb ik nooit gehoord, dat God op dergelijke ulitimata reageert. En ook ditmaal kwam er geen soelaas voor dit lichamelijke ongemak. En ...zo was Jaap...kortaf zei hij tregen ons:
" Het is uit tussen God en mij...voor goed".
En zo bleef het. In mei deed hij eindexamen gymnasium, slaagde en ging wiskunde studeren aan de universiteit.
Thuis was hij niet meer te handhaven. In November zou hij zeventien worden. maar hij was zo dominant, dat de andere kinderen ertegen in opstand begonnen te komen. En in die steeds ingewikkelder situatie kwam zijn oma van moeders zijde met een reddend voorstel.
Zij was kort daarvoor weduwe geworden en stelde voor:
" ik woon in die universiteitsstad. Ik ben eenzaam als vrouw-alleen in dat grote huis. Als Jaap nu eens bij mij een kamer kreeg ?"
Datr was de oplossing. Op zekere julidag keken wij van ons tuinpad de in september beginnende student na. Hij fietste weg, keek niet om, zwaaide niet ten afscheid. Wij- de ouders- keken hem weemoedig na.
Het leek wel een beetje op 'de jongste zoon 'uit die overbekende gelijkenis. Wij hadden hem naar beste weten een stel gedragregels enz geleerd in de zetien jaar, dar wij hem bij ons mochten hebben, maar hij ging nu met dat kapitaal 'de wijde wereld in'...
te weten; een ruime zolderkamer bij zijn oma
....en wij moesten hem laten gaan.
Tot op de dag van vandaag is hij niet bij ons teruggekomen...
nu ja, wel zo nu en dan op bezoek uiteraard
...maar dat hoeft ook niet. Hij heeft zich ooit bekeerd. Wij bidden, dat het nog eens goed met hem komt in zijn verhouding tot God.
En nu kan iedereen zeggen:
- maar jullie hebben het ook suf met hem aangepakt. Had met die knul naar de dokter gegaan.
- had toch wat meer gepraat...
- had in dat cruciale etmaal alles op alles gezet met gebed en zo.
Maar we hebben dat niet gedaan. Ik kan mij alles nu niet meer helder voor de geest halen.
- te druk met nóg zes kinderen
- te druk met van alles.
Na 44 jaar ben je zoveel vergeten van de toedracht. Mijn enig gebed is op dit gebied:
"Vader....vergeef..."
Maar hoe dan ook; het eerste vogeltje was uitgevlogen.
Beetje triest verhaal.
Maar het is niet anders.
Jaap verliet ons. maar de Heer verlaat ons nooit.
Daag
Ger