Zo waren wij dan eindelijk verhuisd naar een heerlijk huiis met een grote tuin om het hele huis heen. Nooit heb ik nadien ooit zo gewoond. Alles nog gelijkvloers ook, geen enkele trap. Er wordt wel eens gezegd: `Van de hel in de hemel`. Die uiterst rumoerige buren in ons eerste verblijfsoord werden een snel vervagende herinnering in de heerlijke rust van een stille buurt.. Als de nood op het hoogste is, dan is de redding nabij.
Tegen u die dit leest, zou ik willen zeggen: "Is het op het ogenblik moeilijk en kunt u het amper dragen. Blijf de Heere vertrouwen. Hij strekt altijd bijtijds zijn hand ter hulp uit, zoals toen bij Petrus, die dreigde weg te zinken, (Matth 14 v 31)
Fijn was, dat wij geen zorg behoefden te hebben over het kindercluibje, dat we in onze eerste buurt hadden gekregen. Een gemeente ontfermde zich daarover en vervoerde die jongelui met een busje naar een meer geschikte plek dan onze huiskamer.
Het geestelijke werk ging ondertussen alsmaar door. Elke woensdagavond was ik in ''s Lands Hospitaal', zoals ik al eerder vertelde. Elke donderdag had ik mijn vaste avond in Pontbuiten. En nu was er ook al weer een andere buitenwijk, 'de Boerbuiten', waar ik kon gaan spreken. En Betty is geregeld op pad, koren begeleidende. Ze komt nu ook al op t.v. Misschien waren we wel zo druk bezig met al dat werk 'buiten de deur', dat wij wel eens vergaten, dat 'binnen de deur' twee schattige, mooie, jonge meisjes, Marijke en Mariëtta, aan het opgroeien waren. Die waren in 1972 10 en 13 jaar. Nu ja: 'niet te zwaar aan tillen'...: overdag was Betty er toch altijd, wanneer ze uit school thuiskwamen.
Uit Holland kwam nog steeds veel post, vooral van onze twee dochters , Willie en Ida. Maar soms lazen wij tussen de regels door, dat er in de gemeenten , die zij bezochten, niet zoveel voor hen te beleven was. En wij dachten wel eens verontrust: "Zouden zij zich gaandeweg afkeren vasn 'de goede dingen', zoals Harry, Jaap en Mieke dat al gedaan hebben
Ida was al eens in Paramaribo geweest, samen met haar man. Alles leek toen wel in orde. En toch...en toch.....En Marijke had ik ook al eens in een samenkomst zo heel ereg omngeïnteresseerd en verveeld zien kijken...net zoals ik in 1963 Mieke al eens had zien kijken.
Terwijl wij zo gezellig druk bezig waren, Betty en ik, ontwikkelde zich naast dat 'kleinschalige' ook iets heel 'grootschaligs': onze kinderen begonnen, de een na de ander, weg te glijden van het geloof.
Zeg nu niet: "Dom....dom...door al dat kleine werk voor de Heer het grote, 'de eerste gemeente: die met en van je kinderen' vergeten". Heuas; we baden veel en we spraken erover, maar tegen de zuiging van 'de wereld' was geen kruiid gewassen.