We schrijven nog steeds 1972. Ik ben dan zo echt in de kracht van mijn leven: tegen de vijftig. maar er wordt ook wel een zwaar beroep op mij gedaan. En dikwijls was het gebeuren in Albina deel van zo'n krachtproef. Eerst al die reis erheen. Een volgepakt ´Baldew'-busje. Wat er toch allemaal niet meegaat aan bagage. Maar ja, dat heb ik al beschreven. Ditmaal echter zit er een man naast mij, die voortdurend zit te mopperen over die samenkomst. Allerlei lui die er komen deugen niet. En uit Paramatribo vandaan hebben wij daar een heel aardig zaaltje gemaakt, maar hij is er zeker van dast de eigenaar van de grond dat zaaltje zal onteigenen. Moeilijk hoor om eerst al die negatieve berichten te krijgen en dan..... na vele uren losgelaten uit dat snikhete, eivolle busje ....te bspeuren, dat er in het gastgezin een zieke is, die ijlings naar het hospitaal moet worden gebracht. Geen vertaler komt opdagen en in de algemene verwarring is er ook niet voor eten voor mij gezorgd. Ik laat mij echter niet uit het veld slaan en ´s avonds is er toch nog zoiets als een samenkomst met kaarsjes, zolang het electrische licht niet brandt. Ik hoor ook dat de Indianen voor de zondagmorgensamenkomst met een eigen korjaal komen, zodat ik vanaf het opstaan tot tien uur opeens vrij heb. Eindelijk mijn kans om iets van de Franse kant te zien. Een andere korjaal zet mij daarheen over. Geen moeilijk gedoe met pspoortcontroles en zo. Je stapt gewoon aan de Franse wal uit en....je bent in een andere wereld.. Net zo'n slaperig Rrans stadje, zoals ik m ij dat nog herinner uit vacanties in dat land doorgebracht. - Rue du maréchal Joffre - Rue Thiers - een oproep om toch vooral naar de volksraadpleging te komen in verband met de voorgestelde uitbreiding van de E.U. met Engelend. Want het is hier een Franse provincie 'outre mer', 'overzee'.. En het verkeer, zo heerlijk ouderwets: rechts, net zoals 'vroeger' in Holland.. Ik geniet, maar het kan maar even. Ik moet zo weer terug. Terugvaren. Om tien uur in de sam. Ha, daar is Willem ook met 30 Indianen. Bedieningen. Iemand, die een tijdlang niet wilde komen, omdat hij ondanks de voorbede nog steeds griep had, is er nu wel, blijkt dan toch nog genezen te zijn.
Na al die spannende belevenissen de bus weer in. Die staat nu, voor de afwisseling, vol met gasflessen, die onder hoge druk gevuld zijn. Ik informeer naar mogelijke gevaren. Lach-tumult: stel je voor; die bakra vraagt of gasflessen kwaad kunnen. Ik vraag of dit weer Baldew is. Dreunend geschater: nee natuurlijk: de terugreis wordt door 'Willem Galibi' verzorgd. Maar later blijkt het dan toch wel degelijk Baldew te zijn.
Even een terzijde: hebt u dat nu ook wel eens dat gesprekken zo volslagen onbegrijpelijk kunnen verlopen. Vamnmorgen nog: een tienjarig knaapje drong zich opeens tegen mij aan, zeggende dat hij zo ziek was. Maar toen ik voorstelde, met hem te bidden, liep hij opeens hard weg.. Een twintigjarige, met wie ik het nog even over de preek wilde hebben, ( hij was zélf op mij toegekomen), zei opeens volkomen onbegrijpelijkheden. Ik heb als stelregel bij die vreemde gebeurtenissen: alrijd een stil gebed: "Heer, ik snap dit niet, maar u dóet er wel iets mee".
Terug naar het onderwerp. Terwijl ik daar zit tussen al die gasflessen, naderen wij de Ajoema-heuvel. En op die lastige, vrij steile helling, slaat de motor af en beginnen wij achteruit te glijden. Het gezelschap om mij heen gilt van de lach. Maar lachen kan hier ook een teken zijn van ' verlegenheid met de situatie'. De gouden kettingen, die iedereen draagt in dit gebied, waar goud wordt gevonden, dansen om de nekken van het lachen. De gouden tanden in de monden glanzen op...de bus glijdt door. De chauffeur krijgt hem weer in de greep. Het gevaar is geweken.
Maar reken maar, dat je afgepeigerd thuis komt. En daar is direct al weer de volgende opgaaf. Om acht uur is er een grote samenkomst. En met een stel voorgaande broeders is er afgesproken, aan iedere bezoeker een profetie te geven, die bij hem of haar past. We vertrouwen er gewoon de Heer voor, dat het allemaal goed gaat. Temidden van de rondgaanden trek ook ik mijn spoor. Of zoiets voor herhaling vatbaar is. Of we het in Holland ooit zouden doen. Maar de bezoekers zijn gesticht.
Een lange, lange dienst met Betty onvermoeid aan het orgel de liederen begeleidend. En dan naar huis met al die gebeurtenissen nog wat natreuzelend op je netvlies. - Het - gesloten- bagno in Saint Laurent nog gezien - al die Franse dienstplichtigen, uit die grote Franse steden, nu rondlopend door zo'n merkwaardig oord. - de herrie rond die man, die naar het ziekenhuis moest - de geïmproviseerde samenkomsten met toch nog weer vertalers - de schrik in die bus - de concentratie van het 'vele profetieën uitspreken' Maar om half acht 's morgens wacht weer het kantoorleven.