September 1971: afscheid van een dierbaar geworden plekje.
Deze wilde ervaring, waarvan ik enkele weken vertelde, duurde eigenlijk maar vier dagen. Op donderdag was de feestavond al, waarmee wij ons 'zijn dáar' afsloten.
De omringende bevolking uit allerlei bosnegerdorpen was uitgenodigd om dit feest met ons te vieren. Wij hadden , uit ongeoefendheid, veel te veel proviand meegenomen en dat alles deelden wij op deze avond uit aan de dorpelingen.
Maar het zou Suriname niet zijn, als er toch weer niet vreemde dingen zouden zijn gebeurd.. Want de mannen, die in groten getale waren komen opdagen, begonnen in de bosnegertaal.... die toch nog weer anders is dan het 'sranan' , dat in de hoofdstad wel werd gesproken .....allerlei dingen te roepen naar de bekoorlijke, vrouwelijke jeugd, die we bij ons hadden. Ik verstond dat niet, maar onder de leiding waren er velen, die deze vaardigheid wel hadden. Zij vertelden mij, dat het obscene taal betrof. De meisjes begrepen het ook en waren erg opgewonden, geschokt natuurlijk wel, maar ook 'vereerd'...'aangesproken' is misschien een beter woord. In ieder geval: het was een nare invloed van buiten tegen al onze bijbelstudies en zo in..
De avond werd besloten met een groot kampvuur. En toen zag ik bij onze jongens weer een reactie, die mij vagelijk beklemde. Zij begonnen opgewonden rond dat vuur te dansen . Het leek wel of oude herinneringen, die van geslacht op geslacht in de genen gezeten hadden, hun invloed begonnen te herkrijgen. De oude trance dansen leken te herleven.
Wij- de leiding- baden natuurlijk krachtig en zo kwam het niet tot excessen. En aan het slot zongen wij nog het kamplied, door Betty vormgegeven. Ik herinner mij nog alleen de beginregels: " In Blakka Wattra onder de bomen Daar horen wij het beekje lustig stromen. Wij zijn hier heel gezellig bij elkaar Als blijde jonge Christenschaar".
En de volgende dag, vrijdag, naar huis. Bij het oversteken van een stroompje raakte de boot lek. De jongens gilden in paniek. De meisjes bleven heel rsutig. Merkwaardig, niet direct te verklaren, Maar we kwamewn behouden aan.
In het dorp, waar onze tocht naar het binnenland was begonnen, stond mijn auto te wachten in de volle zon. In de periode, dat wij ginds waren, waren sommige rubber-afsluitingen verteerd door de hitte. Maar goed, we kwamen thuis, een grote ervaring rijker.
En....of al dat gedoe nu iets opleverde.....? Och...zie het eens zó: In 1977 preekte ik eens ergens. En in 2007 ontmoette ik bij een begrafenis iemand, die zei: "Die preeek van 1977 van u hè....dat was het begin van mijn weg naar het licht". En zo droom ik er wel eens van, dat ik in de eeuwige zaligheid, waar ik door Gods genade verwacht te komen, iemand op mij toloopt, mij omarmt en roept: "Blakka Wattra....daar begon de vreugd voor mij".
Noem me maar: dromer. Maar de Christen heeft zo'n heerlijke toekomst, jullie allemaal hoor.......je kunt dromen dromen, waarvan een ongeredde niet weet. Maar ook hij heeft recht op alles. Vertel het hem....