Zo ben ik dus onverwacht in de apartheid-republiek. Maar de dominee en zijn vrouw zijn het eigenlijk niet erg met de gang van zaken daar eens. En ze hebben veel hartelijkheid voor me. Tussen de bezoeken aan mijn vrouw door laten zij mij een natuurreservaat zien en ook brengen wij een bezoek aan een synodevergadering, waar wij- mijn vrouw is er dan ook bij- hartelijk begroet worden als 'onze vrienden uit Nederland'. Zo steken wij dus eigenlijk de pro-apartheid- strijders ongewild een hart onder de riem.
Maar ach , het is een episode in een maalstroom van gebeurtenisen.
Op een dag gaat mijn gastvrouw 'koekies'bezorgen in een zwaar beveiligd militair kamp. Ik draag ook een paar zakken en loop volkomen ongehinderd achter haar aan tot in het hart van het fort, terwijl het land toch voortdurend uitermate alert is op bomaanvallen en zo.
Maar ondertussen is mijn vrouw behoorlijk in de penarie. Er is een scheur in het netvlies, die men daar'een 'perdehoefscheur' noemt. Die wordt gerepareerd, maar er is ook iets met het vlies aan de achterkant, de 'retina'.
We bidden veel tijdens de bezoeken en mijn vrouw is in die tijd zoveel met de Heer op weg. En min of meer hersteld, gaan we na een leerzaam verblijf weer huiswaarts met het vliegtuig.
Maar goed en wel thuis en tot rust gekomen, is het toch zo, dat mijn vrouw eind september vol kommer zegt: "Het is er weer. Die rare donkere vlek in mijn gezichtsvermogen. " En begin oktober zijn we weer op weg naar Bloemfontein.
Juist die tijden vol tegenspoed zijn zo onvergetelijk.
Eén vraag heeft me daarna soms gekweld: Heb ik ze niet te spoedig meegenomen naar Botswana na die operatie wegens galstenen. Ik heb nog veel gedacht aan die woorden van een schoonzoon: "Hij moet zo nodig en dan moet dat arme wijfie maar mee".
Maar ach; een heleboel vragen zijn nu 'voorbij'. Even voortuitlopend: op 19 mei 2010 is mijn lieve vrouw op 86-jarige leeftijd overleden 'ín de volle verzekerdheid van het geloof'..