1987 bracht ons moeilijke gebeurtenissen. Het was goed, dat we daarvan herstelden vanaf 1988.
Maar dat herstellen moest dan wel gebeuren in een onrustig blijvende entourage. Hoe kan het ook anders; een grote familie, een uitdijende kennissenkring, gehol en gevlieg naar en van Spanje en daar: zangkoren en kerkkoren en bezoekjes en excursies. Het verwerken van alle nieuwe indrukken perkt de ruimte in, die nodig is om het verlies van een oog een royale plek te geven in je levenstotaliteit.
Nu ja; toch in vele opzichten een goede periode. We kunnen aan vele nieuwe kennissen heel wat van onze geloofsinzichten kwijt. Maar dan bespeuren we ook weer, dat die vrienden even fél geïn teresseerd zijn, maar toch weer op dat gebied 'afhaken'.
Langzamerhand sluipt er ook iets nieuws in. Steeds meer merk ik, dat ik alleen naar allerlei gelegenheden toe moet. Betty begin iets af te haken. Dan heeft ze 's nachts weer slecht geslapen, dan weer voelt ze zich niet wél, maar met haar aanwezigheid hier en daar en overal begint het wat terug te lopen.
Alleen bij kinderbezoeken is ze er nog helemaal bij. En dan is er feest en lekkere etentjes en uitgangetjes en er is zelfs een foto, dat ze zich bij een diner-annex-conferencier werkelijk uitbundig vermaakt. Maar een zekere lijn heeft ingezet, die in de loop van de jaren steeds duidelijker zal worden.
Hoe dan ook; ik wilde nog zoveel, hield lezingen, maar altijd zonder dat Betty er bij was. Een keer plaagden Engelse kennissen na de zoveelste verontschuldiging: "Again we did not meet your wife. We don't even believe that you HAVE a wife".
Dat wil nu ook weer niet zeggen, dat ze er nóoit bij was. Het proces begon nog maar pas.