1987 bracht ons moeilijke gebeurtenissen. Het was goed, dat we daarvan herstelden vanaf 1988.
Maar dat herstellen moest dan wel gebeuren in een onrustig blijvende entourage. Hoe kan het ook anders; een grote familie, een uitdijende kennissenkring, gehol en gevlieg naar en van Spanje en daar: zangkoren en kerkkoren en bezoekjes en excursies. Het verwerken van alle nieuwe indrukken perkt de ruimte in, die nodig is om het verlies van een oog een royale plek te geven in je levenstotaliteit.
Nu ja; toch in vele opzichten een goede periode. We kunnen aan vele nieuwe kennissen heel wat van onze geloofsinzichten kwijt. Maar dan bespeuren we ook weer, dat die vrienden even fél geïn teresseerd zijn, maar toch weer op dat gebied 'afhaken'.
Langzamerhand sluipt er ook iets nieuws in. Steeds meer merk ik, dat ik alleen naar allerlei gelegenheden toe moet. Betty begin iets af te haken. Dan heeft ze 's nachts weer slecht geslapen, dan weer voelt ze zich niet wél, maar met haar aanwezigheid hier en daar en overal begint het wat terug te lopen.
Alleen bij kinderbezoeken is ze er nog helemaal bij. En dan is er feest en lekkere etentjes en uitgangetjes en er is zelfs een foto, dat ze zich bij een diner-annex-conferencier werkelijk uitbundig vermaakt. Maar een zekere lijn heeft ingezet, die in de loop van de jaren steeds duidelijker zal worden.
Hoe dan ook; ik wilde nog zoveel, hield lezingen, maar altijd zonder dat Betty er bij was. Een keer plaagden Engelse kennissen na de zoveelste verontschuldiging: "Again we did not meet your wife. We don't even believe that you HAVE a wife".
Dat wil nu ook weer niet zeggen, dat ze er nóoit bij was. Het proces begon nog maar pas.
En zo zitten we dan weer helemaal in de Nederlandse maalstroom.
Er is een kantoorreceptie. En de kinderen hebben van allerlei nieuwtjes: - Miekes man is herstellende van een maagbloeding - Willie heeft een huis gekocht. Haar eerste man deed zulke dingen altijd zélf. Met deze nieuwe moet ze alles alleen opknappen. - Ida heeft trammelant met haar zoon. Dat is een leuk knaapje, maar wel 'ADHD', zouden we een paar jaar later zeggen. En haar man heeft de hele tijd moeilijkheden met de belastingen. - Marijke krijgt steeds betere banen bij de bank, waar ze werkt, maar er is weer veel gedoe met een kapotte auto. - Mariëtta heeft tegenslag bij de meesterstudie en dat houdt ons dan ook weer wakker.
Kortom; in een gezin met grootgegroeide kinderen komen ze met al hun wel en wee nog bij de ouders. En dat, gecombineerd met de eigen ervaringen: - bij een laatste controle in Nederland blijkt het linkeroog nu toch wel echt verloren - voor Betty ga ik eerst met haar naar de Gereformeerde kerk. Wanneer ik haar heb thuisgebracht, probeer ik nog een deel van de dienst in de Volle Evangeliegemeente mee te maken. En dat werkt niet leuk.
En in februari vluchten we dan maar weer naar Spanje, naar Moraira. Die lange tocht met al die rare verblijfplekken....allemaal weer zo 'verfrissend'. Nederland wijkt al weer terug. Hier zijn onze vrienden. In de Denia-kerk hebben we een vast bestand van geloofsvrienden, waar we ons hart kunnen luchten over al onze belevenissen. En alles is hier weer anders dan daarginds in Holland. En in de kerk hier hoef ik niet heen en weer te racen van de ene preek naar de andere. En Betty en ik worden er werkelijk geestelijk gebouwd.
In mijn reguliere dagboek staan over deze twee maanden veel bladzijden. Maar als lijn zit er alleen maar dit in. Na alle schokkende ervaringen met dat oog is er behoefte aan rust. En die is er dan ook wel weer.
Voor ik aan december begin, even dit : ik heb over heel 1987 straks vier maamnden gedaan.Dat betekent, dat ik voor de 23 jaar tot op nu 8 jaar zou nodig hebben. Ik zou dan 95 moeten worden. Zo maar een berekening hoor. Zal wel niets van blijken te kloppen.
December dus:de rest van ons verblijf in Botswana verloopt opeens vrij goped. Ik krijg genoeg gegevens door om mijn taak te voltooien en afrondende vergaderingen te houden met de board en met verantwoordelijke instanties van overheidswege.
Er zijn nog feestelijkheden. We vieren Sinterklaas met de nederlandse gemeenschap in Mochudi, een stel fijne Christenen. Er zijn nog allerlei afscheidsvisites, want wanneer wij in Ndederland de winter induiken, ias het daar zo dat iedereen, die maar even kan, de stramnden bij Durban opzoekt.
En dan is toch de dag daar, dat wij ons van deze tweede Botswana-missie gaan losmaken. Vliegen is zo gewoon voor ons, dat wij er eigenlijk niet bij stilstaan, dat wij hoog in de lucht over Athene heen vliegen, terwijl wij van de lekkerste hapjes zitten te genieten.
Voortdurend dit op de achtergrond: Betty's linkeroog is verloren. Hoe houdt het nog net geredde rechteroog zich. Zo blijven er toch altijd donkere, soms heel donkere gebeurlijkheden in het leven.
En dan is er met kerst een uitgesteld 65- jaar feest voor mij. En mijn vut gaat geluidloos in pensioen over. En men wil de AOW korten omdat ik in Suriname ben geweest, maar dat gaat dan weer niet door.
En allerlei belanrijke mensen sterven: Joop den uyl, Carmiggelt. En er is een afschuwelijke ontvoeringszaak: van Jan Albert Heyn. En de kinderen hebben allerlei belevenissen, waarvan ze moeten vertellen. Maagbloedingen en Riagg- behandelingen en overspannenheden.
Maar dan op de oudjaarsavond, na dat turbulente jaar, zitten we toch hand in hand, Betty en ik, na het lezen van psalm 90 en na gebed. En buiten knalt het vuurwerk 1988 in.
Weer dezelfde gang naar Bloemfontein. Weer in dat vliegtuig van de M.A.F. Wat deden onze geloofsvrienden in Botswana en Suid- Afrika weer goed werk om alles te regelen.
En toen we daar waren, leken sommige dingen wat gemakkelijker te gaan dan in september. Ik wist al een beetje de weg naar het ziekenhuis. Maar het voornaamste doel werd niet bereikt: de tweede operatie mislukte jammerlijk. Steeds duidelijker werd het voor Betty, dat het linkeroog zijn licht zou verliezen. De retina kreeg te maken met een bloeduitstortiong in de voedende laag. Ja...daar ga je.
Betty putte in deze dagen veel kracht uit haar geloof. Ze verdiepte zich daarin. Maar een tijdlang liet het zich aanzien dat het rechteroog zou volgen. Een operatie dáar gelukte echter. Het gevaar was er echter tijdenlang, dat Betty Botswana blind zou verlaten.
Tenslotte was zij uitbehandeld. We wilden terug naar Botswana, waar mijn werk zich ophoopte. Maar we konden niet weg. Er waren geen vliegtuigstoelen beschikbaar. Tenslotte knielde ik uitgeteld en aan het eind van al mijn plannen voor mijn bed neer en kon alleen nog maar zeggen: "Heer...ik weet het niet meer".
En terwijl ik daar geknield lag, was er opeens herrie rond het huis van kinderstemmen. Een bevriende familie uit Botswana, van ons en van ons logeer adres, kwam even langs. En toen was er: de oplossing. Met een paar dagen reden ze terug naar Mochudi, een rit van acht uur en......we konden mee !!!!
En zo, na een prachtige rit, waarin we nog veel van het land zagen, kwamen we diep in de nacht bij ons huisje aan in Mochudi, dat ons na alle vervreemdende ervaringen even zo vertrouwd was.
Als ik het zo opschrijf, lijkt het allemaal zo 'vlak'. Maar neem nu alleen eens de moeilijkheid om in een ver land, in de omstandigheden van tóen, opeens 2000 Rand op te hnoesten voor allerlei kosten. En dat was een van de tientallen verwikkelingen.
Toen we daar dan weer stonden....veilig....zei Betty: "Ach schat van mij...hoe lang zal ik je lieve gezicht nog kunnen zien". Maar dat heeft ze nog jaren kunnen zien, hoewel op de duur vaag, 23 jaar later lachte ze mij nog toe, toen ik voor haar zong, dicht bij haar gezicht: "'k Heb geloofd en daarom zing ik". En ze zei: "Dat is mooi". En enkele dagen later dei de Heer: "Betty"... en zij: "Ja Heer".
De vorige keer schreef ik, dat nieuwe oogellende begon op 1 oktober. Maar nu bijkt, dat de maand oktober juist een heel prettige maand was, eigenlijk de leukste Botswana-maand en dat de nieuwe droefheid pas begon omstreeks november.
De maand oktober dus: zo'n leuk leven daar: we hebben geen radio, geen t.v.....nou ja hoegenaamd niets, maar we leven daar zo lekker rustig, zo heel anders dan je het in Nederland gewend bent.
De apen kijken met grote, verwonderde ogen door de tralievensters naar binnen , wat we toch eigenlijk allemaal aan het doen zijn. Maar soms reikt er opeens zo'n mager armpje naar binnen en steelt wat fruit, dat te dicht bij de grijgrage klauwtjes ligt. Maar ja, dat ik ook weer een ervaring.
En dan ga je weer zwemmen in zo'n groot zwembad, dat bij een van de huizen behoort en je ligt op je rug water te trappen en kijkt naar de veelkleurige vogels en luistert naar hun veelstemmige koor. Ook weer puur genieten.
En wat vroeger nooit voorkwam: Betty vergezelt mij naar mijn zakengesprekken met de accountant en zit er bij wanneer ik in het Engels zit te oreren. We zijn ook overigens zó eén . De moeilijkE Bloemfonteinpëriode heeft ons geestelijk verdiept en we kunnen zo goed over de dingen van de Heer spreken.
Ik ga ook veel voor in de morgenwijdingen van deze Christelijke instelling en samen met Betty bereid ik dat allemaal voor.
En we maken trouwerijen mee en feesten en we maken excursies naar ´sights´en er zijn godsdienstige jeugsamenkomsten bij ons thuis. En ik word aangenaam verrast, doordat mijn eerste A.O.W.- uitkering aan het begin van oktpber komt en daarvan geef ik op de 26e, de verjaardag, dan weer een feest .
En ja, dan inderdaad...op de 31 ste oktober is er dat verdrietige roepen, ´dat het weer mis is met het oog´.
Maar niemand neemt ons deze fijne oktobermaand af.
En november.....die komen we ook weer door met Gods hulp.
Zo ben ik dus onverwacht in de apartheid-republiek. Maar de dominee en zijn vrouw zijn het eigenlijk niet erg met de gang van zaken daar eens. En ze hebben veel hartelijkheid voor me. Tussen de bezoeken aan mijn vrouw door laten zij mij een natuurreservaat zien en ook brengen wij een bezoek aan een synodevergadering, waar wij- mijn vrouw is er dan ook bij- hartelijk begroet worden als 'onze vrienden uit Nederland'. Zo steken wij dus eigenlijk de pro-apartheid- strijders ongewild een hart onder de riem.
Maar ach , het is een episode in een maalstroom van gebeurtenisen.
Op een dag gaat mijn gastvrouw 'koekies'bezorgen in een zwaar beveiligd militair kamp. Ik draag ook een paar zakken en loop volkomen ongehinderd achter haar aan tot in het hart van het fort, terwijl het land toch voortdurend uitermate alert is op bomaanvallen en zo.
Maar ondertussen is mijn vrouw behoorlijk in de penarie. Er is een scheur in het netvlies, die men daar'een 'perdehoefscheur' noemt. Die wordt gerepareerd, maar er is ook iets met het vlies aan de achterkant, de 'retina'.
We bidden veel tijdens de bezoeken en mijn vrouw is in die tijd zoveel met de Heer op weg. En min of meer hersteld, gaan we na een leerzaam verblijf weer huiswaarts met het vliegtuig.
Maar goed en wel thuis en tot rust gekomen, is het toch zo, dat mijn vrouw eind september vol kommer zegt: "Het is er weer. Die rare donkere vlek in mijn gezichtsvermogen. " En begin oktober zijn we weer op weg naar Bloemfontein.
Juist die tijden vol tegenspoed zijn zo onvergetelijk.
Eén vraag heeft me daarna soms gekweld: Heb ik ze niet te spoedig meegenomen naar Botswana na die operatie wegens galstenen. Ik heb nog veel gedacht aan die woorden van een schoonzoon: "Hij moet zo nodig en dan moet dat arme wijfie maar mee".
Maar ach; een heleboel vragen zijn nu 'voorbij'. Even voortuitlopend: op 19 mei 2010 is mijn lieve vrouw op 86-jarige leeftijd overleden 'ín de volle verzekerdheid van het geloof'..
En dan is het september 1987. Een maand om nooit te vergeten. Betty raakt van de jeuk af, die haar na die verwijdering van galstenen, ( nog in Holland) kwelde.
Maar er doemt iets veel ernstigers op. Op zekere morgen zit er een zwarte plek in haar gezichtsveld. In de oogkliniek wordt die onderzocht. En de diagnose luidt: "Direct naar Bloemfontein voor een operatie. "
Met een M.A.F- toestel daarheen. Je begrijpt, dat er van alles moet worden geregeld. De republiek Suid-Afrika is de officiële vijand en ik zit in Botswana diep in allerlei besprekingen. Er wordt echter van alles in orde gemaakt via de tele en na een vlucht van zes uur landen wij in Bloemfontein en een dame van Lions brengt ons direct naar het spreekuur van de leider van de oogkliniek.
De operatie wordt bepaald op een van de volgende dagen en dan moet ik zelf ook nog onderdak. Maar ik heb een naam meegekregen en wanneer ik daarheen bel, komt er een domineesvrouw en krijg ik een prachtige kamer in een mooie villa . Op weg daarheen, gaat mevrouw van de dominee op ZONDAGavond nog even winkelen in een moderne supermarkt. Ik ben verbijsterd door alles van de hele dag. Zo'n dag maak je maar enkele keren in je hele leven mee. Maar ik val als een blok in slaap.
En dan vertel ik de rest van het september verhaal volgende week wel.
Maar wij bidden die dag veel gezamenlijk en de Heer helpt door alles heen.
Haast was ik nog vergeten, wat zich allemaal afspeelde met onze kinderen, terwijl wij ons gereedmaakten voor Mochudi of daar al waren.
Mariëtta maakt als 25- jarige een aardige promotie. Dan tekent zich al af, wat in latere jaren steeds duidelijker wordt: iemand, die het goed doet, waar ze ook terecht komt.
Miekes man moet gedotterd worden. Daar maken wij ons dan nog zorgen over. Maar de moderne techniek weet met steeds meer dingen raad. Als ze een beetje kleintjes en eenzaam dat ziekenhhuis binnengaan, is daar opeens Harry. Hij zegt: " Ik weet, hoe jullie je voelen. Ik kreeg omleidingen in 1983 en dacht van te voren : ´Ik moet nu even bij hen zijn´".
Ida krijgt het niet gemakkelijk in het leven. Haar tweede echtgenoot raakt verward in belastingschulden en aan al die zorgen krijgt ze haar deel. Op een dag, nog in Nederland zijnde, rijd ik ze een keer naar zo'n groot fiscaal gebouw en ik zie ze wat 'verloren' staan voor éen van die loketten, waar je geld moet afdragen, moeizaam bijeengesprokkeld en zonder enige omhaal weer van je afgenomen. Zo'n beeld blijft je dan bij hè. In deze jaren heeft Ida wel eens gedacht: "Even doorbijten kind; straks is alles voorbij en begint het ECHTE leven". Maar toen ze dit vertelde, kwam gelijk het vervolg: "Maar later werd ik op zeker ogenblik gewaar: " O, meid; dit IS het echte leven.Je zit er midden in". En daar werd ze even niet vrolijk van.
En ik dacht bij die gelegenheid, hoe ik het eens als 40- jarige, vreselijk benauwd kreeg, denkende: "O....al die moeilijkheden van dit moment. En dit moet nu ik-weet-niet-hoeveel-jaren nog doorgaan".
En nu zijn mijn vrouw en ik 86 en 87. En er is heel wat gebeurd. Maar vanmiddag zaten wij hand in hand in haar ziekenkamer, 66 jaar in kennis, 65 jaar getrouwd en....de Heer heeft doorgeleid.
Wij hpen en bidden, dat onze kinderen met alle dingen, die zij meemaken, ook eens die vaste grond onder de voeten krijgen.
Zo leuk, deze uitzending. Achter het huis, (een heel wilde en mooie 'rotstuin'), een rotsmassief met ' balancing stones', een natuurfenomeen, waar we in Zimbabwe voor moesten reizen en dat nu,luttele meters achter het huis is te zien.
In onze tuin enorme cacteeën en olifantengras, afgewisseld met kleurige bloemen. Opzij van het huis de ´donkey´, een openluchtoven, waarin wij het water koken voor het bad, want in de 'wintermaanden', wwarmee we beginnen, is het soms tot op het vriespunt. Overal spelende apen met jongen, die aan de buiken van hun moeders hangen. Dan weer fraai gekuifde vogels. Een heerlijk openluchtbad, voor jou privé, later wanneer de zomer zich aankondigt. Klipdassen vreten de schors van bomen.
En dan: het huishouden. Betty doet dat weer helemaal zelf. Zo anders dan Harare en Gaborone. Ze behoeft zich helemaal niet te vervelen. Bij compound-kennissen is er piano en ze speelt naar hartelust. We kunnen automatisch naar huis bellen, zodat het contact met de kinderen optimaal blijft. Oude kennissen uit Gaborone zoeken ons op. Nieuwe kennissen bij de vleet, met kinderen, die ons opa en oma noemen. De was ophangen: zo´n avontuur in deze sprookjestuin, waar de zon en de wind alles nog snel doen drogen ook.
En het kantoorwerk. Overleggen met de adviseur, die een echte accountant Nivra is. Telkens weer nieuwe ´potjes´ontdekken, aangelegd door allang vertrokken stafleden. Die potjes zichtbaarmaken en een nieuwe bestemming geven. Eindelijk een balans kunnen maken naar de toestand van dat ogenblik.
En dan: spreken in hun ochtentwijdingen. Over het geloof spreken met allemaal gelovige kennissen, want het ziekenhuis is een religieuze instelling.
O, een heerlijk tijd. En wanneer er in oktober schaduwen vallen: het begin was goed.
Terwijl al de voorbereidingen voor 'Botswana 2'in volle gang zijn, is daar plotseling een grote complicatie. Eerst maken wij nog allerlei kleine uitstapjes naar Kleef en Heusden , om er maar eens een paar te noemen. Maar dan opeens wordt Betty vreselijk ziek.
Ze wordt helemaal geel en krijgt een ondraaglijke jeuk . Dokters denken aan besmettelijke geelzucht en opeens zijn alleri dingen nodig , en dat terwijl wij half augsutus in Botswana worden verwacht.
Maar dan is er weer een andere mening. Bij een galsteenoperatie in 1978 zijn niet alle steentjes verwijderd en die houden nu bepaalde uitgangen verstopt. En dat is dan weer ' gemakkelijk' te verhelpen via een opname in het Acadmisch medisch Ziekenhuis Amsterdam.
Maar daar komen dan weer verdovingen, ambulance-ritten enz bij en dat twee maal.om de hele zaak vrij te maken.
En zo komt Betty dan in de loop van juli , onder narcose op een tafel te liggen daarginds en worden slangen door haar lichaam geleid, die de steentje eruit wippen.
Maar vooral die tweede keer , als ze daar als een klein hoopje grijze ellende in de ambulance ligt, denk ik wel: "Hoe moet ze in vredsenaam op tijd gereed zijn om daar in Botswana aan de gang te gaan". Zoveel als ik in die veelbewogen weken gebeden heb !!!
Maar dan zegt toch de arts: "Ik zie geen enkel bezwaar meer".
En zo vertrekken wij toch nog op 19 augustus naar Afrika.
Een van mijn schoonzoos zegt bedrukt: "Hij moet zo nodig 'dingen meemaken' en dat arme wijfie moet dan maar mee !!" En die opmerking is me later te binnen geschoten en galmde nog lang na. Maar dat verhaal komt nog in oktober- november.
Voor de zoveelste keer terug uit Spanje. Wat reed ik in die jaren toch einden. Zeker 18 keer heen en terug die 1500 kilometer naar ons huisje daar. En nu rijd ik hooguit 600 km per jaar.
Maar in Holland wenkt ook wer het bomvolle leven. - direct al liggen er adresssen van Russische geloofsgevangenen klaar om te schrijven. Wel is er al sprake van Gorbatjovs ontspannings pogingen . Maar voor al die nieue geluiden zijn doorgedrongen tot diep in de 'Goelagarchipel' !. - ook mijn AOW aanvragen. Het bepaalt je allemaal zo bij de snel naderende ouderdom, ook al blijf je tot je 75 ste nog 'senior'. - Al die kinderen, die nog tegen 'huis'aanhangen. Betty wast nog voor diverse spruiten, stopt zelfs kousen, laat de schoonzoons een bad nemen. Dat geldt voor veel ouders, dat er zo'n overgangsperiode is. - en dan de hand-en spandiensten. Er zijn veel zeer jeugdigen, die ziek zijn en situaties veroorzaken, waar pama worden ingseind: "Kom es. Het loopt ons even over de schoenen". - zelfs nog veel gesprekken over het geloof. Wij hadden daar wel mee door willen gaan.Maar geleidelijk aan hield kind-na-kind 'de boot af'. Overigens: tegenwoordig wordt dat weer soepeleer. - en dan de feesten: vaderdag, moederdag, kinderen , die in ons Spaanse huisje trekken, kinderen die op Ameland mislukte vacanties hebben, een stortvloed van gebeurtenissen - koddige opmerkingen van het derde geslacht, dat nu in de schattige, beneden 12 jaar leeftijd is, de tijd van de grappige uitspraken. Een kleinzoon tegen nieuw-aandrommenden bij een feest: "Ga maar weg. Het is veel te vol. Geef mij die bloemen maar". - en al die scripties en die tentamens en die promoties: hoe ze toch allemaal zich in het bestel nestelen.
En dan is er opeens bericht: "Maak je klaar voor Mochudi in Botswanan. De zaak is rond". Mijn netwerk heeft zijn plicht gedaan.
Och: twee gewone, hectische maanden uit een huwelijksverslag van mensen, die nog in de volle nabloei staan. Volop de wijn van het leven. Maar de beste wijn is tot nu bewaard, ( Johnnes 2 v 10)
In Moraira komen nu Mieke en haar dochter op bezoek. Mieke is in 1969 boos geworden om het een of ander. In 1979 is alles weer bijgelegd bij het overlijden van mijn vader. Maar echt warm is het contact nooit geworden.
En nu zijn ze dan op bezoek en kunnen wij een hele week bijpraten. Ze genieten enorm, moeder en tienerdochter. Zij zuigen zich vol met de Spaanse zon, die voor ditmaal in maart nu eens echt warm schijnen wil. We hebben het goed samen. Maar op geestelijk gebied zijn we erg uit elkaar gegroeid· En wat dit betreft, komen wij elkaar niet nader. En ook op gewoon intermenselijk gebied is er niet de rechte chemie. Zeg nu niet direct, dat ik wel lastig en veeleisend zal zijn geweest. Zij hebben zo´n andere sfeer, vol met occulte verhalen, hoewel ze dan zélf zeggen, zich daar niet mee op te houden. Dat onbegrip maakt, dat je elkaar niet nader komt.
We krijgen dit seizoen in Spanje veel kennissen, met wie we heerlijk over het geloof kunnen spreken. We horen ook goede dominees en maken ons verdienstelijk op een zangkoor. Van mijn ervaringen in Botswana kan ik vertellen gedurende een lezing. En ik wandel veel, daal af in ravijnen, beklim rotsen, neem deel aan excursies, maar moet mijn vrouw steeds pijnlijk daarbij missen. Haar zwakke gezondheid en vele lichamelijke ongemakken, die dan ook wel weer voorbijgaan, maken , dat ze aan dergelijke evenementen niet deel kan nemen.
Trouw brieven van thuis. Een van de kleinkinderen vraagt aan zijn ouders, waarom er bij hen aan tafel niet gebeden wordt. Hij heeft dat bij een vriendje meegemaakt. Als grootouders smarten zulke dingen je even aan het hart.
Och; en verder staat het hoofddagboek vol verhalen, waarvan ik er éen uitlicht. Kennissen zijn diep onder de indruk van een door mij geschreven boek, dat bij een poging tot uitgeven geflopt is. Even denk ik, dat deze interesse misschien het begin van een doorbraak is. Maar het gaat ook weer over. En nu is dat boek toch verschenen en het maakt deel uit van de 'nooit doorgegane boeken', die nu op Blogs verschijnen als 'Mijn boeken'. En nu zijn er 2310 inputs. Op het ogenblik zo'n vijftig per week. Toch nog een beetje goedgekomen.
Twee heel gewone 'doorsneemaanden'. Wij hebben nooit helemáal stilgezeten voor de Heer. Maar de 'Spaanse jaren' waren toch heel wat minder productief dan de jaren vanaf 2001. De beste wijn was wel erg voor het laatst bewaard.
Vanaf begin december 1986- tot begin januari 1987 hebben we ons nu gewenteld in de familie met al die vele wetenswaardigheden. Allerlei banden zijn aangehaald. Zo ga ik nog trouw naar de Nieuwjaar-kantoorreceptie, hoewel ik toch al sinds 1983 weg ben.
Maar begin januari- het lijkt wel of we geen rust in ons hebben- willen we toch weer op pad gaan naar daar waar ons overwinter- huisje ons wacht Maar het kan even niet, want een winter met 16 graden vorst en veel sneeuw dwingt ons thuis te blijven. Het is geen doen om nu over Frankrijk naar Spanje te trekken. Je zult toch maar op het eenzame 'plateau de Langres' vast komen te zitten, midden in de nacht. Maar enkele dagen later is het dan toch zover en we komen warempel in Tain l'Hermitage vast te zitten in sneeuw, die daar tot bergen van drie meter hoog is samengeschoven. Maar het is ook zo weer voorbij.
En dan in ons huisje: de zorgen over de escritura, ( het eigendomsbewijs), dat maar niet áfkomt. En de zomerverhuur is tegengevallen en er zijn zoveel dingen te regelen, dat het mij weer slapeloze nachten kost. Wat ervaar ik de waarheid van het gezegde: hoe meer bezit, hoe meer zorg. Achteraf dit alles beziende, heb ik deze idee: het kopen en bewonen en onderhouden van dit huisje slurpte veel van onze denkkracht weg, die wij veel beter voor de Heer hadden kunnen gebruiken. Geestelijk bezien waren de 'overwinterjaren' in Spanje magere jaren.
Thuis hebben de kinderen de handen vol aan hún problemen. - kinderen,( onze kleinkinderen dus) die een ergonoom nodig hebben - kinderen die niet zindelijk willen worden - kinderen, die de puberjaren binnentreden - depressie zus, zorg zo. - toestanden in de horeca, waarin Ida is verzeild. - dreigend baanverlies voor Mariëtta, nu ja, de seinen, die kinderen uit een groot gezin, nu zelf volop in het leven staande, aan de ouders doorgeven.
Ik herinner me uit die tijd nog een opmerking van Ida: ............... Ik dacht altijd: "Wacht maar, als dadelijk het leven écht begint....wat zál het een avontuur zijn" Maar dezer dagen ontdekte ik: "Het echte leven is al lang begonnen.Je zit er midden in...o...is dít het dan ?!"
Ieder geslacht moet toch alles weer opnieuw meemaken.
Ook in deze, geestelijk magere jaren, hielden wij de Heer vast en hij hield ons vast.
Nou ja, máger....máger...we hadden veel goede gesprekken; en we genoten van de lente in Spanje...en er was toch veel te bezichtigen....en we hoorden goede preken ...en we hadden gelovige kennissen, met wie we fijn van gedachten konden wisselen.
"Een doornhaag vol rozen is 't hier beneen, ............ Niet enkel rozen, geen doornen alleen. De Heiland vlecht ze getrouw dooreen.
In december, die luttele dagen, dat we nog dáar waren, breng ik nu ook nog wat november-herinneringen onder.
Allereerst: de moeizame samenwerking met onze mede-executives leidde ook tot hevige onderlinge spanningen. Na 44 jaar samen hadden we zulke knallende ruzies, dat ons huwelijk zelfs gevaar leek te lopen. Maar er kwam toch weer verzoening en als wij later op die maanden terugkeken, was juist toen, in die geestelijke woestijn, waarin wij verkeerden, toch nog weer geloofsgroei.
Het afscheid van Gaborone was overigens heel aardig. Een grote receptie met allerlei dáar gemaakte kennissen. Een schitterend slotdiner met de grootste reuzengarnalen, die men zich maar denken kan. Een vlammende pudding. De laatste weken stond een spliternieuwe Corolla tot mijn beschikking.
Nog even mij verbazen over het clan-denken, dat tot onheuse behandeling van hotelgasten leidde. "Die man hoort helemaal nergens bij. Komt uit Europa of Amerika, in ieder geval een 'non-persoon'".
Nog even mij verbazen over de macho - cultuur, die tot zulke onheilen leidt: "Ik zal drinken als ik dat wil". En dan met een dronken kop achter het stuur van een busje: zeven doden. Was echt geen zeldzaamheid.
En dan: de terugreis, weinig spectaculair. Marijke en haar vriend halen mij af in hun zoveelste-hand Mercedes. Zó van het vliegveld moet ik dat kreng al opduwen, met diepe dooisneeuw over mijn schoenen naar binnen golvend. Dan ben je weer zo helemaal in het sfeertje na die 'afscheidsbraai' in die warme avondtuin met allerlei lekkers en een varken , draaiend aan het spit, voortdurend overgoten met vet.
De kinderen zijn wat teleurgesteld in ons. Zij wilden succesverhalen en hoorden jammerklachten over allerlei dingen, die niet zo glanzend waren verlopen. Pa en ma behoorden de glamourrol te spelen. En dat deden we dan verder maar, toen we de lichte wrevel bespeurden.
En het werd Oudjaar. En vrienden van de kinderen kwamen binnen, met flessen wodka zwaaiende. Psalm 90 lezen..... een traditie van Betty en mij ......viel in het water.
Tja....en dat was dan weer Botswana éen. Want ik zat nu in een netwerk en kennissen van ons beijverden zich om ons daar wéer te krijgen. Uiteraard komt dat verhaal nog.
In allerlei dieptepunten hadden wij echt alles van de Heer moeten verwachten. Overigens; als ik in al mijn tegenheden mijn zelfbeheersing dreigde te verliezen, kon ik bij Betty stoom afblazen en zij leidde mij terug op de paden van de liefde, de blijdschap, de vrede en de vriendelijkheid.
Deze tweede uitzending loopt niets lekker. In die hotelcombinatie is juist een soort revolutie aan de gang. Allerlei mensen, waarmee ik te maken heb, verdwijnen. Er komen weer nieuwe figuren. Ik zwerf maar weer eens weg van de hoofdvestiging in Gaborone, ben nu weer in Lobatse. In het zwembad van het hotel daar kom ik zo moeilijk tegen een rand terecht, dat ik mijn rib kneus en daar heb ik dan weer maanden pijn aan.
De spanningen met dit project tasten ook de verhoudingen tussen ons, (Betty en ik) en het andere executive-echtpaar aan. We zitten daar maar, kunnen geen van beiden goed vooruit, zien elkaar elke dag. Met moeite houden wij vrede, zo op elkaars lip gezeten.
Tenslotte weet ik toch rapporten in elkaar te draaien en weet die in handen te spelen, ook van de uiteindelijk verantwoordelijke man van dit hele gekkenhuis. Ik ontmoet hem ook en kan alles met hem bespreken. Mijn missie is volbracht, maar o o , wat heeft dat een zweetdroppels gekost.
Inmiddels zijn we toch nog goed in de kennissen gekomen. Ik blijk in een netwerk te zitten. Een volgende job wordt al weer aangeboden. Bij een zendigshospitaal. En een van de nieuwe kennissen, een dominee, neemt Betty en mij mee, diep de bush in, echt al Kalahari.En wie schetst onze verbazing, wanneer wij daar, midden in de steppe , opeens terecht komen in een kerkje met daarop een Nederlandse tekst, op een soort vaandel: "Weest dankbaar". En daarbinnen zou je je wanen in een Veluws dorpskerkje op een warme dag. Veel mannen in oude, zwarte pakken.
En ze spreken een soort Afrikaans,(Afrikaonder), dat min of meer te volgen is. Het is geen zuiver Afrikaans, want het zijn halfbloeden, die in de vorige eeuw uit Zuid-Afrika zijn verdreven en hierheen gevlucht. Maar het is ook weer een 'Dutch reformed church' en ze hebben de Nederlandse geloofsbelijdenis uit 1637 of zo, netjes vertaald in het Afrikaans.
Ach, laat ik het hierbij maar houden. Begin december gaan we weg. Ik laat het dus maar bij November.
Met die domineee en zijn vrouw konden we leuk over het geloof spreken en ze voelden zich wel gebouwd door het contact. Dus toch nog wel iets op geloofsgebied.
En dat stoffige, hete, droge land gríjpt ons. Het land, waarin zelfs de munt 'poela' heet om de uiterste gewenstheid van water uit te drukken.
De grilligheid van de bureaucratie : de mede- executive, vlak voor mij uitgezonden, heeft de grootste moeite om zijn papieren te krijgen. Hij heeft vergeten om zijn trouwboekje van huis mee te nemen en moet op de bijbel zweren, dat de vrouw, die hem vergezelt echt zijn wettige echtgenote is sedert veertig jaren. En ik: ik wandel in enkele uren door die hele procedure heen. Dom geluk, want ik heb ook mijn trouwboekje niet bij me.
De door de eeuwen heen steeds toenemende droogte. Gebieden in het Noorden, als moerassen getekend, blijken in honderden jaren al geen water te zien te hebben gekregen.
De Zuid-Afrikaanse t.v., die wij te zien krijgen, nota bene in deze frontlijnstaat: allemaal vredige beelden van nieuwe geboorten in de diergaarden en als tegenstelling: woelingen in Oslo (!); er was daar ook eens iets aan de hand en dat werd aangegrepen voor de leus: niks aan de hand híer...en dáar : alles. Deed me zo aan Oostduitsland denken tijdens mijn bezoek enkele jaren eerder.
Dan weer: prostituees die ons hotel binnendringen en mij honen als 'This man is too old', wanneer ik niet op hun avances inga.
Een overweldigende wisseling van beelden. Een cultuurschok van je welste. En daartussendoor het moeilijke werk om een grote hoteladministratie, op de computer gevoerd, maar vol fouten, in de vingers te krijgen.
En dan ook nog Betty, die zich soms doodverveelt wegens gebrek aan contacten. Maar daar vinden we dan weer wat op. Dat hoor je dan volgende week.
"Hé Ger; niks over het geloof ?" Nou ja; we deden ons best; bezochten verschillende kerken. Maar ik kan me niet herinneren dat deze, in 'het natuurlijke' welvarende periode, in 'het geestelijke' nu óok zo welgedaan was.
Nu ja; er komen nog meerdere afleveringen, als het de Heer belieft. In Botswana zagen we veel woestijn. Maar de woestijnen in ons leven, die veel later begonnen te komen, waren in geestelijk opzicht vruchtbaar.
Daar waren we dus in Gaborone om in een groot hotel aanwijzingen te geven voor de efficiency en voor alles, wat zich zoal in een hotel afspeelt op organisatiegebied.
De eerste dagen natuurlijk overal zoeens aan snuffelen. Een stortvloed van indrukken uiteraard.
Daar was bijvoorbeeld de verhouding met Zuid-Afrika. Het was volop apartheidtijd nog en in Europa was de algemene opinie dat de republiek Suid- Zfrika en de 'frontlijnstaten', Botswana, Zimbabwe, Mozambique, Zambia 'tot de tanden gewapend' tegenover elkaar stonden, met zo weinig mogelijk contacten. Maar we keken Zuid-Afrikaanse t.v. en er waren uitvoerige handelscontacten. De grens was heel levendig met veel verkeer over en weer. Dat is me later nog dikwijls opgevallen, hoe ánders het nieuws overkomt, naarmate je er verder van af zit.
Het werk was overrompelend. En na enkele dagen moesten Betty en ik al weer tijdelijk verkassen naar Francistown, eigenlijk een grotere stad dan Gaborone. Maar om staatkundige redenen had men besloten, in het minder welvarende zuiden een nieuwe hoofdstad te bouwen, om deze streek wat op te tillen. 'Francistown had alles al'.
En laat ik nu toch in Francistown, helemaal in de tropen, meer kou geleden hebben dan in Gaborone, op de zuidelijke keerkring gelegen. We hadden in Fr. een airco, die zowel warme als koude lucht kon blazen. En nauwelijks daar; felle, koude regen en de 'airco'op warm. Het is allemaal zo anders in het verre buitenland dan je je voorstelt.
We hoopten in Botswana ook Bosjesmannen te ontmoeten, waarover in allerlei boeken zo veel werd geschreven. Maar eigenlijk waren 'zuivere oer-bosjesmannen' niet meer te vinden. Ze hadden zich te veel vermengd. Kennissen van ons hebben er in het diepste van de Kalahari nog op 'gejaagd', maar een echte bosjesman, die de kunst nog verstond om dagenlang achter een met giftige pijlen getroffen neushoorn aan te jagen en dan, na eindeloos geduld, het stilstaande, stervende beest de genadeslag te geven....nee; ze hadden de kunst van 'vergiftige pijltjes maken' verleerd. Alles was anders.
Ik maak echter de stukjes dagboek niet te lang. Ik houd het maar op september. We gingen kerken in de Anglicaanse kerk, waar we elke zondag een high-mass bijwoonden. Eerst was dat wel indrukwekkend, maar het ritueel was elke week hetzelfde. Later legden we ook contacten met gemeenten, die wat meer binnen ons gewenningspatroon lagen.
We leefden als koning en koningin. De was werd gedaan. In 'the Cattlepost'elke morgen en middag ontbijt en lunch. In ´the Brigadier´elke avond een vorstelijk diner met life music. Zwemmen in het zwembad van een ander hotel, want zo´n voorziening had ons hotel niet.. Een auto ter beschikking. In Zimbabwe waren we al in de watjes gelegd. Maar híer !!!
Achteraf ben ik met deze ervaring in ons vlakke bestaantje ervóor en erná wel blij. Begrijp me goed: 'vlak'was ons leven niet en zal het nooit worden. Maar zó geknuffeld worden; ach zo eens éen keer zo'n periode is wel goed om je later te herinneren.
En toch....en toch....goed; dat vertel ik wel in mijn relaas over oktober.
En zo gingen we dan op onze tweede missie voor Project Uitzending Managers, ditmaal naar Botswana.
Het gebruikelijke gedoe: kinderen en kleinkinderen die ons uitwuifden. Dan: de paspoortcontrole , voor de laatste keer omdraaien. De kinderen, die uit het zicht verdwijnen en thuisgekomen tegen elkaar zeggen: "Zo...pama zitten al in de lucht. Gekke tijd om te vertrekken hè: middernacht. Maar ze moesten eens weten ! Om middernacht klinkt er een metalen stem door de megafoon: "" Vlucht nr....vertrekt morgen om 10 uur". We gaan terug langs de paspoortcontrole en daarna drommen we bij 5 graden in een bus. Met slaperige ogen kijken naar geweldige gebouwen, ons diep onbehaaglijk voelen, maar dat voelen al de andere passagiers zich ook. Om twee uur in de nacht op verdieping 13 naar een kamer van Novotel en daar slapen, zo goed en zo kwaad als dat bij deze opwinding kan. Om 7 uur een stem door de intercom: "K.L.M.-passagiers naar de eetzaal voor het ontbijt". Wéer die bus. Schiphol. Inchecken. En dan gaan we toch. Nairobi, wachten. Uren in een stilstaand, maar aldoor lawaaimakend vliegtuig, terwijl mecanicies buiten er iets aan frutselen. Dan een stem: "Uitstappen. Loopt u maar wat rond in de hal van het vliegveld. U reist verder met British Airways" Om 12 uur 's nachts in die vliegveldhal van Nairobi staan. Daar is nu echt niets opzienbarends aan. De benen strekken. Allemaal min of meer in de war. Iemand loopt als in een droom bijna tegen een uitstekend bord aan. Ik kan hem nog net wegtrekken. Een oude man is compleet van de kook en loopt allemaal verboden gangen in. Om 7 uur een stem: "Er worden nood- instapkaarten verstrekt. De namen worden afgeroepen". Een voor een verdwijnen alle passagiers. Betty en ik blijven staan in een steeds kleiner wordend groepje. Eerst waren alle ellendigen éen. Nu zijn de anderen de bevoorrechten en wij de ´zieligen´. Weer die stem: "U bent niet bekend. Later op de dag volgt nader bericht". Maar dan is er iemand, die roept: "Dit kan niet. Die laatste acht moeten ook mee" en dan is er ook voor ons de omkoestering van weer een andere vliegtuigromp.
In Johannesburg hebben Betty en ik dan weer een gelukje. Terwijl de andere transitreizigers wat rondhangen op banken, krijgen wij een kamer om uit te rusten en een maaltijd. Betty kan het ook bijna niet meer volhouden. Haar ontlasting is volslagen in de war, haar aambei steekt, haar benen zijn opgezwollen.
Maar 's avonds aan de maaltijd worden wij weggeroepen: "Uw vliegtuig wacht. U wordt overal gezocht`. In a hurry naar een afgelegen deel van het vliegveld. Daar wacht de plane voor Gaborone, de hoofdstad van Botswana. Komen we daar, dan blijkt onze bagage niet meegekomen ! Betty zegt bij de controle: `O, wat baal ik van dit avontuur . Wat ben ik dit allemaal spuugzat". Maar dan zijn daar opeens twee lieve, oude mensen, leeftijdgenoten, mede-uitgezondenen naar dit project: "O...wat zullen jullie moe zijn. Wij zijn al drie keer naa het vliegveld geweest. Maar thuis is alles in orde in jullie suite". En onbeschrijflijk 'vuil en bezweet' nemen wij eerst een bad. Betty is zo opgezwollen, dat zij er bijna niet uit kan. Dan stappen wij weer in onze verkreukte kleren en gaan naar ons eerste diner in hotel Marakenelo, landstaal voor 'ontmoetingsplaats'.
Betty vertrouwt mij toe: " Deze afschuwelijke twee dagen had ik toch telkens deze tekst , die door mijn hoofd ging: ' Dag aan dag draagt hij ons' ". ( Psalm 68 v 20).
En , als er zulke dagen nog mochten komen voor jullie, denk dan hieraan: "Geprezen zij de HERE, dag aan dag, deze God draagt ons en redt ons, onze God is een reddende God. Bij God is bevrijding uit de dood".
Daag Ger
Jullie hebben zxeker ook wel eens zoiets meegemaakt, dat als een boze droom in je herinnering blijft levdn.
Nu wil ik dan toch de rest van juli-augustus behandelen. Ach; 't zal wel lukken.
Maar eerst nog even een gebeurtenis terughalen van het kamperen bij Salzburg, ( daar ga je al). Op een avond zat ik daar naar die bergtoppen te kijken en bij dat stille zitten en mediteren, realiseerde ik me opeens, dat ik de laatste tijd wat tegenslagjes had. En toen schoot me opeens te binnen, dat er in mijn belastingaangifte over 1985 een oneffenheidje zat, bewust gemaakt. En daardoor had ik mijn inkomen f.300,-- te laag aangegeven. En ik zag een verband. Thuisgekomen was het een van mijn eerste daden om een verbeterde aangifte in te dienen. En de tegenspoeden verdwenen. Dat wilde ik nog even kwijt,. We hebben een morele plicht van zorgvuldig behandelen VAN onze medemensen individueel, maar ook collectief.
Na die 6000 kilometer en twaalf campings was daar weer de thuiswereld: - met onze Mariëtta, die een 9.9 scoorde voor éen van haar 'meester'-examens. - met Betty, nu weer hevig lijdende aan een aambei; maar weer vurig gebed. Dit euvel verdween ook weer. - Willie en haar ex-man, die lachend voorrijden met in een reiswiegje de baby van Willie en haar tweede man. Ik werd er even duizelig van: hoe zat het nu ook weer ? - met Ida's tweede man, die uit zijn totaal andere leefwereld ons met ons 'blijde geloofsleven' 'prettig gestoord' noemt. Dat doet 'een heel klein beetje zeer....zomaar een heel klein beetje zeer, ( naar Jules de Corte). - met een kleinzoon van veertien, ( van Harry), die mij een vlieg ziet doodslaan en zegt: "En dat gelooft dan in God". En Betty en ik maar denken: "Hij denkt in ieder geval over de dingen ná", (Ras-optimisten).
En dan is er opeens dat uitzendbureau voor managers, dat laat weten: "Jullie gaan naar Botswana".
En na alle heerlijke uitstapjes, al of niet met kinderen en kleinkinderen, is deze voortreffelijke zomer voor ons voorbij en wenkt september met nieuwe uitdagingen.
Wel; in het begin al iets van 'Gods leiding'en verder weg in het verhaal zie je toch ook wel aanknopingspunten. "Toch z'n best gedaan", zullen jullie wel zeggen. Maar e-mail me eens met jullie gedachten over dit werk, dat nu al doorgaat vanaf 2005.
Halfweg de grote reis waren we dus. Maar juli zag ons terug in München. Daar was juist, tijdens een zwaar onweer nog veel radioactief stof van de Tsjernobil- ramp neergeslagen. En ik heb in zo'n radioactief besmet beekje nog heerlijk gedarteld. En terwijl heel West- Europa van alles deed om de volksgezondheid te beschermen, zei de Sovjet-tv, dat de vijandige Westerse pers en politiek het 'incident Tsjernobil' aangreep om 'ons dierbaar Communisme' te bezoedelen. Zo éng allemaal. Maar wij genoten van die grotestadscamping aan de Isar met die vele nationaliteiten.
En daarna ging de tocht naar Passau. Natuurlijk waren wij gefocust op 'het grootste orgel van de wereld' met zijn 18.000 pijpen. En we genoten ook daar van de omgeving, gingen ook nog naar Schärding in Oostenrijk. Mooie gebouwen en huizen ook daar. Maar later hoorden we, dat het nog steeds een broeinest was van Nationaal-socialisme. Terwijl de U.S.S.R. nog zwelgde in de glorie van Lenin en Stalin, waren daar nog de nostalgieën uit de Hitlertijd aanwezig.
Maar in Passau werd het weer te slecht. En toen we daarvandaan opbraken, werd het Betty opeens te veel. Zes weken bijna al in de tent, met regen hier en regen daar en wind en storm en al die tegenheden, die je ook in zo'n kostelijke vacantie kunt hebben. We hadden zoveel beleefd: mooie, geestelijke gesprekken, dronken campinggasten, autoschade, verkeerd rijden, adembenemende schoonheid van de natuur....ach noem maar op. En opeens zei Betty: "Ik wil naar huis. Twee lieve baby-kleinkinderen, éen lekkere kleuter, een lagereschoolkind, een tiener...ik wil nu weer van hén genieten."
We probeerden nog even een camping in Würzberg, reden door naar Limburg a.d.Lahn, lieten ons niet verlokken om die stad nog te bezichtigen, namen een 'bed- and- breakfast'.
En toen: ons huis, de tuin, een prediker die op de eerste zondag zei: "Wat mogen we dankbaar zijn voor deze prachtige zomer, die nog maar steeds doorduurt....haast on-Nederlands". En wij dachten nog wel even terug aan: - de zuigende leem van drassig Avalon - de gure wind op die berg bij Genua - het 'eilandje-springen' in dat Florence-moeras'. - de teleurgestelde campinghouder in Passau, die "Scheisze" riep, toen we allemaal voor de gutsende regen wegvluchtten.
Lui, mijn 'twee maandenplan' sneuvelt nu al. Maar we zien wel, waar het schip strandt. ' Misschien zeg je: "bij het begin van dit dagboek, lang lang geleden, zei je, dat je de weg die God met je ging door he hele leven wilde volgen. Wat komt daar nu van terecht ?: Orange, Monaco, Pisa, Salzburg, Wangen...mooi allemaal, maar God hoor ik je niet noemen.
Heus; hij was erbij: - Betty met haar wankele gezondheid in al die grillige weersomstandigheden; en na elke aantasting van haar situatie gebed en herstel - die auto in Montecarlo, die ons bijna schepte - ...en zoveel meer omstandigheden. En wat jullie betreft: je hebt misschien al wel eens de indruk gekregen, dat ik- als overtuigd volgeling van Jezus- nog minder lol in mijn leven had dan anderen. Maar nu zie je dan toch, wat ik mijn hele leven ook gedaan heb, maar niet altijd vermeldde: dingen beleven, avonturen meemaken, schik hebben en ook daarin Gods hand over onze levens zien.