Vanaf begin december 1986- tot begin januari 1987 hebben we ons nu gewenteld in de familie met al die vele wetenswaardigheden. Allerlei banden zijn aangehaald. Zo ga ik nog trouw naar de Nieuwjaar-kantoorreceptie, hoewel ik toch al sinds 1983 weg ben.
Maar begin januari- het lijkt wel of we geen rust in ons hebben- willen we toch weer op pad gaan naar daar waar ons overwinter- huisje ons wacht Maar het kan even niet, want een winter met 16 graden vorst en veel sneeuw dwingt ons thuis te blijven. Het is geen doen om nu over Frankrijk naar Spanje te trekken. Je zult toch maar op het eenzame 'plateau de Langres' vast komen te zitten, midden in de nacht. Maar enkele dagen later is het dan toch zover en we komen warempel in Tain l'Hermitage vast te zitten in sneeuw, die daar tot bergen van drie meter hoog is samengeschoven. Maar het is ook zo weer voorbij.
En dan in ons huisje: de zorgen over de escritura, ( het eigendomsbewijs), dat maar niet áfkomt. En de zomerverhuur is tegengevallen en er zijn zoveel dingen te regelen, dat het mij weer slapeloze nachten kost. Wat ervaar ik de waarheid van het gezegde: hoe meer bezit, hoe meer zorg. Achteraf dit alles beziende, heb ik deze idee: het kopen en bewonen en onderhouden van dit huisje slurpte veel van onze denkkracht weg, die wij veel beter voor de Heer hadden kunnen gebruiken. Geestelijk bezien waren de 'overwinterjaren' in Spanje magere jaren.
Thuis hebben de kinderen de handen vol aan hún problemen. - kinderen,( onze kleinkinderen dus) die een ergonoom nodig hebben - kinderen die niet zindelijk willen worden - kinderen, die de puberjaren binnentreden - depressie zus, zorg zo. - toestanden in de horeca, waarin Ida is verzeild. - dreigend baanverlies voor Mariëtta, nu ja, de seinen, die kinderen uit een groot gezin, nu zelf volop in het leven staande, aan de ouders doorgeven.
Ik herinner me uit die tijd nog een opmerking van Ida: ............... Ik dacht altijd: "Wacht maar, als dadelijk het leven écht begint....wat zál het een avontuur zijn" Maar dezer dagen ontdekte ik: "Het echte leven is al lang begonnen.Je zit er midden in...o...is dít het dan ?!"
Ieder geslacht moet toch alles weer opnieuw meemaken.
Ook in deze, geestelijk magere jaren, hielden wij de Heer vast en hij hield ons vast.
Nou ja, máger....máger...we hadden veel goede gesprekken; en we genoten van de lente in Spanje...en er was toch veel te bezichtigen....en we hoorden goede preken ...en we hadden gelovige kennissen, met wie we fijn van gedachten konden wisselen.
"Een doornhaag vol rozen is 't hier beneen, ............ Niet enkel rozen, geen doornen alleen. De Heiland vlecht ze getrouw dooreen.
In december, die luttele dagen, dat we nog dáar waren, breng ik nu ook nog wat november-herinneringen onder.
Allereerst: de moeizame samenwerking met onze mede-executives leidde ook tot hevige onderlinge spanningen. Na 44 jaar samen hadden we zulke knallende ruzies, dat ons huwelijk zelfs gevaar leek te lopen. Maar er kwam toch weer verzoening en als wij later op die maanden terugkeken, was juist toen, in die geestelijke woestijn, waarin wij verkeerden, toch nog weer geloofsgroei.
Het afscheid van Gaborone was overigens heel aardig. Een grote receptie met allerlei dáar gemaakte kennissen. Een schitterend slotdiner met de grootste reuzengarnalen, die men zich maar denken kan. Een vlammende pudding. De laatste weken stond een spliternieuwe Corolla tot mijn beschikking.
Nog even mij verbazen over het clan-denken, dat tot onheuse behandeling van hotelgasten leidde. "Die man hoort helemaal nergens bij. Komt uit Europa of Amerika, in ieder geval een 'non-persoon'".
Nog even mij verbazen over de macho - cultuur, die tot zulke onheilen leidt: "Ik zal drinken als ik dat wil". En dan met een dronken kop achter het stuur van een busje: zeven doden. Was echt geen zeldzaamheid.
En dan: de terugreis, weinig spectaculair. Marijke en haar vriend halen mij af in hun zoveelste-hand Mercedes. Zó van het vliegveld moet ik dat kreng al opduwen, met diepe dooisneeuw over mijn schoenen naar binnen golvend. Dan ben je weer zo helemaal in het sfeertje na die 'afscheidsbraai' in die warme avondtuin met allerlei lekkers en een varken , draaiend aan het spit, voortdurend overgoten met vet.
De kinderen zijn wat teleurgesteld in ons. Zij wilden succesverhalen en hoorden jammerklachten over allerlei dingen, die niet zo glanzend waren verlopen. Pa en ma behoorden de glamourrol te spelen. En dat deden we dan verder maar, toen we de lichte wrevel bespeurden.
En het werd Oudjaar. En vrienden van de kinderen kwamen binnen, met flessen wodka zwaaiende. Psalm 90 lezen..... een traditie van Betty en mij ......viel in het water.
Tja....en dat was dan weer Botswana éen. Want ik zat nu in een netwerk en kennissen van ons beijverden zich om ons daar wéer te krijgen. Uiteraard komt dat verhaal nog.
In allerlei dieptepunten hadden wij echt alles van de Heer moeten verwachten. Overigens; als ik in al mijn tegenheden mijn zelfbeheersing dreigde te verliezen, kon ik bij Betty stoom afblazen en zij leidde mij terug op de paden van de liefde, de blijdschap, de vrede en de vriendelijkheid.
Deze tweede uitzending loopt niets lekker. In die hotelcombinatie is juist een soort revolutie aan de gang. Allerlei mensen, waarmee ik te maken heb, verdwijnen. Er komen weer nieuwe figuren. Ik zwerf maar weer eens weg van de hoofdvestiging in Gaborone, ben nu weer in Lobatse. In het zwembad van het hotel daar kom ik zo moeilijk tegen een rand terecht, dat ik mijn rib kneus en daar heb ik dan weer maanden pijn aan.
De spanningen met dit project tasten ook de verhoudingen tussen ons, (Betty en ik) en het andere executive-echtpaar aan. We zitten daar maar, kunnen geen van beiden goed vooruit, zien elkaar elke dag. Met moeite houden wij vrede, zo op elkaars lip gezeten.
Tenslotte weet ik toch rapporten in elkaar te draaien en weet die in handen te spelen, ook van de uiteindelijk verantwoordelijke man van dit hele gekkenhuis. Ik ontmoet hem ook en kan alles met hem bespreken. Mijn missie is volbracht, maar o o , wat heeft dat een zweetdroppels gekost.
Inmiddels zijn we toch nog goed in de kennissen gekomen. Ik blijk in een netwerk te zitten. Een volgende job wordt al weer aangeboden. Bij een zendigshospitaal. En een van de nieuwe kennissen, een dominee, neemt Betty en mij mee, diep de bush in, echt al Kalahari.En wie schetst onze verbazing, wanneer wij daar, midden in de steppe , opeens terecht komen in een kerkje met daarop een Nederlandse tekst, op een soort vaandel: "Weest dankbaar". En daarbinnen zou je je wanen in een Veluws dorpskerkje op een warme dag. Veel mannen in oude, zwarte pakken.
En ze spreken een soort Afrikaans,(Afrikaonder), dat min of meer te volgen is. Het is geen zuiver Afrikaans, want het zijn halfbloeden, die in de vorige eeuw uit Zuid-Afrika zijn verdreven en hierheen gevlucht. Maar het is ook weer een 'Dutch reformed church' en ze hebben de Nederlandse geloofsbelijdenis uit 1637 of zo, netjes vertaald in het Afrikaans.
Ach, laat ik het hierbij maar houden. Begin december gaan we weg. Ik laat het dus maar bij November.
Met die domineee en zijn vrouw konden we leuk over het geloof spreken en ze voelden zich wel gebouwd door het contact. Dus toch nog wel iets op geloofsgebied.
En dat stoffige, hete, droge land gríjpt ons. Het land, waarin zelfs de munt 'poela' heet om de uiterste gewenstheid van water uit te drukken.
De grilligheid van de bureaucratie : de mede- executive, vlak voor mij uitgezonden, heeft de grootste moeite om zijn papieren te krijgen. Hij heeft vergeten om zijn trouwboekje van huis mee te nemen en moet op de bijbel zweren, dat de vrouw, die hem vergezelt echt zijn wettige echtgenote is sedert veertig jaren. En ik: ik wandel in enkele uren door die hele procedure heen. Dom geluk, want ik heb ook mijn trouwboekje niet bij me.
De door de eeuwen heen steeds toenemende droogte. Gebieden in het Noorden, als moerassen getekend, blijken in honderden jaren al geen water te zien te hebben gekregen.
De Zuid-Afrikaanse t.v., die wij te zien krijgen, nota bene in deze frontlijnstaat: allemaal vredige beelden van nieuwe geboorten in de diergaarden en als tegenstelling: woelingen in Oslo (!); er was daar ook eens iets aan de hand en dat werd aangegrepen voor de leus: niks aan de hand híer...en dáar : alles. Deed me zo aan Oostduitsland denken tijdens mijn bezoek enkele jaren eerder.
Dan weer: prostituees die ons hotel binnendringen en mij honen als 'This man is too old', wanneer ik niet op hun avances inga.
Een overweldigende wisseling van beelden. Een cultuurschok van je welste. En daartussendoor het moeilijke werk om een grote hoteladministratie, op de computer gevoerd, maar vol fouten, in de vingers te krijgen.
En dan ook nog Betty, die zich soms doodverveelt wegens gebrek aan contacten. Maar daar vinden we dan weer wat op. Dat hoor je dan volgende week.
"Hé Ger; niks over het geloof ?" Nou ja; we deden ons best; bezochten verschillende kerken. Maar ik kan me niet herinneren dat deze, in 'het natuurlijke' welvarende periode, in 'het geestelijke' nu óok zo welgedaan was.
Nu ja; er komen nog meerdere afleveringen, als het de Heer belieft. In Botswana zagen we veel woestijn. Maar de woestijnen in ons leven, die veel later begonnen te komen, waren in geestelijk opzicht vruchtbaar.
Daar waren we dus in Gaborone om in een groot hotel aanwijzingen te geven voor de efficiency en voor alles, wat zich zoal in een hotel afspeelt op organisatiegebied.
De eerste dagen natuurlijk overal zoeens aan snuffelen. Een stortvloed van indrukken uiteraard.
Daar was bijvoorbeeld de verhouding met Zuid-Afrika. Het was volop apartheidtijd nog en in Europa was de algemene opinie dat de republiek Suid- Zfrika en de 'frontlijnstaten', Botswana, Zimbabwe, Mozambique, Zambia 'tot de tanden gewapend' tegenover elkaar stonden, met zo weinig mogelijk contacten. Maar we keken Zuid-Afrikaanse t.v. en er waren uitvoerige handelscontacten. De grens was heel levendig met veel verkeer over en weer. Dat is me later nog dikwijls opgevallen, hoe ánders het nieuws overkomt, naarmate je er verder van af zit.
Het werk was overrompelend. En na enkele dagen moesten Betty en ik al weer tijdelijk verkassen naar Francistown, eigenlijk een grotere stad dan Gaborone. Maar om staatkundige redenen had men besloten, in het minder welvarende zuiden een nieuwe hoofdstad te bouwen, om deze streek wat op te tillen. 'Francistown had alles al'.
En laat ik nu toch in Francistown, helemaal in de tropen, meer kou geleden hebben dan in Gaborone, op de zuidelijke keerkring gelegen. We hadden in Fr. een airco, die zowel warme als koude lucht kon blazen. En nauwelijks daar; felle, koude regen en de 'airco'op warm. Het is allemaal zo anders in het verre buitenland dan je je voorstelt.
We hoopten in Botswana ook Bosjesmannen te ontmoeten, waarover in allerlei boeken zo veel werd geschreven. Maar eigenlijk waren 'zuivere oer-bosjesmannen' niet meer te vinden. Ze hadden zich te veel vermengd. Kennissen van ons hebben er in het diepste van de Kalahari nog op 'gejaagd', maar een echte bosjesman, die de kunst nog verstond om dagenlang achter een met giftige pijlen getroffen neushoorn aan te jagen en dan, na eindeloos geduld, het stilstaande, stervende beest de genadeslag te geven....nee; ze hadden de kunst van 'vergiftige pijltjes maken' verleerd. Alles was anders.
Ik maak echter de stukjes dagboek niet te lang. Ik houd het maar op september. We gingen kerken in de Anglicaanse kerk, waar we elke zondag een high-mass bijwoonden. Eerst was dat wel indrukwekkend, maar het ritueel was elke week hetzelfde. Later legden we ook contacten met gemeenten, die wat meer binnen ons gewenningspatroon lagen.
We leefden als koning en koningin. De was werd gedaan. In 'the Cattlepost'elke morgen en middag ontbijt en lunch. In ´the Brigadier´elke avond een vorstelijk diner met life music. Zwemmen in het zwembad van een ander hotel, want zo´n voorziening had ons hotel niet.. Een auto ter beschikking. In Zimbabwe waren we al in de watjes gelegd. Maar híer !!!
Achteraf ben ik met deze ervaring in ons vlakke bestaantje ervóor en erná wel blij. Begrijp me goed: 'vlak'was ons leven niet en zal het nooit worden. Maar zó geknuffeld worden; ach zo eens éen keer zo'n periode is wel goed om je later te herinneren.
En toch....en toch....goed; dat vertel ik wel in mijn relaas over oktober.
En zo gingen we dan op onze tweede missie voor Project Uitzending Managers, ditmaal naar Botswana.
Het gebruikelijke gedoe: kinderen en kleinkinderen die ons uitwuifden. Dan: de paspoortcontrole , voor de laatste keer omdraaien. De kinderen, die uit het zicht verdwijnen en thuisgekomen tegen elkaar zeggen: "Zo...pama zitten al in de lucht. Gekke tijd om te vertrekken hè: middernacht. Maar ze moesten eens weten ! Om middernacht klinkt er een metalen stem door de megafoon: "" Vlucht nr....vertrekt morgen om 10 uur". We gaan terug langs de paspoortcontrole en daarna drommen we bij 5 graden in een bus. Met slaperige ogen kijken naar geweldige gebouwen, ons diep onbehaaglijk voelen, maar dat voelen al de andere passagiers zich ook. Om twee uur in de nacht op verdieping 13 naar een kamer van Novotel en daar slapen, zo goed en zo kwaad als dat bij deze opwinding kan. Om 7 uur een stem door de intercom: "K.L.M.-passagiers naar de eetzaal voor het ontbijt". Wéer die bus. Schiphol. Inchecken. En dan gaan we toch. Nairobi, wachten. Uren in een stilstaand, maar aldoor lawaaimakend vliegtuig, terwijl mecanicies buiten er iets aan frutselen. Dan een stem: "Uitstappen. Loopt u maar wat rond in de hal van het vliegveld. U reist verder met British Airways" Om 12 uur 's nachts in die vliegveldhal van Nairobi staan. Daar is nu echt niets opzienbarends aan. De benen strekken. Allemaal min of meer in de war. Iemand loopt als in een droom bijna tegen een uitstekend bord aan. Ik kan hem nog net wegtrekken. Een oude man is compleet van de kook en loopt allemaal verboden gangen in. Om 7 uur een stem: "Er worden nood- instapkaarten verstrekt. De namen worden afgeroepen". Een voor een verdwijnen alle passagiers. Betty en ik blijven staan in een steeds kleiner wordend groepje. Eerst waren alle ellendigen éen. Nu zijn de anderen de bevoorrechten en wij de ´zieligen´. Weer die stem: "U bent niet bekend. Later op de dag volgt nader bericht". Maar dan is er iemand, die roept: "Dit kan niet. Die laatste acht moeten ook mee" en dan is er ook voor ons de omkoestering van weer een andere vliegtuigromp.
In Johannesburg hebben Betty en ik dan weer een gelukje. Terwijl de andere transitreizigers wat rondhangen op banken, krijgen wij een kamer om uit te rusten en een maaltijd. Betty kan het ook bijna niet meer volhouden. Haar ontlasting is volslagen in de war, haar aambei steekt, haar benen zijn opgezwollen.
Maar 's avonds aan de maaltijd worden wij weggeroepen: "Uw vliegtuig wacht. U wordt overal gezocht`. In a hurry naar een afgelegen deel van het vliegveld. Daar wacht de plane voor Gaborone, de hoofdstad van Botswana. Komen we daar, dan blijkt onze bagage niet meegekomen ! Betty zegt bij de controle: `O, wat baal ik van dit avontuur . Wat ben ik dit allemaal spuugzat". Maar dan zijn daar opeens twee lieve, oude mensen, leeftijdgenoten, mede-uitgezondenen naar dit project: "O...wat zullen jullie moe zijn. Wij zijn al drie keer naa het vliegveld geweest. Maar thuis is alles in orde in jullie suite". En onbeschrijflijk 'vuil en bezweet' nemen wij eerst een bad. Betty is zo opgezwollen, dat zij er bijna niet uit kan. Dan stappen wij weer in onze verkreukte kleren en gaan naar ons eerste diner in hotel Marakenelo, landstaal voor 'ontmoetingsplaats'.
Betty vertrouwt mij toe: " Deze afschuwelijke twee dagen had ik toch telkens deze tekst , die door mijn hoofd ging: ' Dag aan dag draagt hij ons' ". ( Psalm 68 v 20).
En , als er zulke dagen nog mochten komen voor jullie, denk dan hieraan: "Geprezen zij de HERE, dag aan dag, deze God draagt ons en redt ons, onze God is een reddende God. Bij God is bevrijding uit de dood".
Daag Ger
Jullie hebben zxeker ook wel eens zoiets meegemaakt, dat als een boze droom in je herinnering blijft levdn.
Nu wil ik dan toch de rest van juli-augustus behandelen. Ach; 't zal wel lukken.
Maar eerst nog even een gebeurtenis terughalen van het kamperen bij Salzburg, ( daar ga je al). Op een avond zat ik daar naar die bergtoppen te kijken en bij dat stille zitten en mediteren, realiseerde ik me opeens, dat ik de laatste tijd wat tegenslagjes had. En toen schoot me opeens te binnen, dat er in mijn belastingaangifte over 1985 een oneffenheidje zat, bewust gemaakt. En daardoor had ik mijn inkomen f.300,-- te laag aangegeven. En ik zag een verband. Thuisgekomen was het een van mijn eerste daden om een verbeterde aangifte in te dienen. En de tegenspoeden verdwenen. Dat wilde ik nog even kwijt,. We hebben een morele plicht van zorgvuldig behandelen VAN onze medemensen individueel, maar ook collectief.
Na die 6000 kilometer en twaalf campings was daar weer de thuiswereld: - met onze Mariëtta, die een 9.9 scoorde voor éen van haar 'meester'-examens. - met Betty, nu weer hevig lijdende aan een aambei; maar weer vurig gebed. Dit euvel verdween ook weer. - Willie en haar ex-man, die lachend voorrijden met in een reiswiegje de baby van Willie en haar tweede man. Ik werd er even duizelig van: hoe zat het nu ook weer ? - met Ida's tweede man, die uit zijn totaal andere leefwereld ons met ons 'blijde geloofsleven' 'prettig gestoord' noemt. Dat doet 'een heel klein beetje zeer....zomaar een heel klein beetje zeer, ( naar Jules de Corte). - met een kleinzoon van veertien, ( van Harry), die mij een vlieg ziet doodslaan en zegt: "En dat gelooft dan in God". En Betty en ik maar denken: "Hij denkt in ieder geval over de dingen ná", (Ras-optimisten).
En dan is er opeens dat uitzendbureau voor managers, dat laat weten: "Jullie gaan naar Botswana".
En na alle heerlijke uitstapjes, al of niet met kinderen en kleinkinderen, is deze voortreffelijke zomer voor ons voorbij en wenkt september met nieuwe uitdagingen.
Wel; in het begin al iets van 'Gods leiding'en verder weg in het verhaal zie je toch ook wel aanknopingspunten. "Toch z'n best gedaan", zullen jullie wel zeggen. Maar e-mail me eens met jullie gedachten over dit werk, dat nu al doorgaat vanaf 2005.
Halfweg de grote reis waren we dus. Maar juli zag ons terug in München. Daar was juist, tijdens een zwaar onweer nog veel radioactief stof van de Tsjernobil- ramp neergeslagen. En ik heb in zo'n radioactief besmet beekje nog heerlijk gedarteld. En terwijl heel West- Europa van alles deed om de volksgezondheid te beschermen, zei de Sovjet-tv, dat de vijandige Westerse pers en politiek het 'incident Tsjernobil' aangreep om 'ons dierbaar Communisme' te bezoedelen. Zo éng allemaal. Maar wij genoten van die grotestadscamping aan de Isar met die vele nationaliteiten.
En daarna ging de tocht naar Passau. Natuurlijk waren wij gefocust op 'het grootste orgel van de wereld' met zijn 18.000 pijpen. En we genoten ook daar van de omgeving, gingen ook nog naar Schärding in Oostenrijk. Mooie gebouwen en huizen ook daar. Maar later hoorden we, dat het nog steeds een broeinest was van Nationaal-socialisme. Terwijl de U.S.S.R. nog zwelgde in de glorie van Lenin en Stalin, waren daar nog de nostalgieën uit de Hitlertijd aanwezig.
Maar in Passau werd het weer te slecht. En toen we daarvandaan opbraken, werd het Betty opeens te veel. Zes weken bijna al in de tent, met regen hier en regen daar en wind en storm en al die tegenheden, die je ook in zo'n kostelijke vacantie kunt hebben. We hadden zoveel beleefd: mooie, geestelijke gesprekken, dronken campinggasten, autoschade, verkeerd rijden, adembenemende schoonheid van de natuur....ach noem maar op. En opeens zei Betty: "Ik wil naar huis. Twee lieve baby-kleinkinderen, éen lekkere kleuter, een lagereschoolkind, een tiener...ik wil nu weer van hén genieten."
We probeerden nog even een camping in Würzberg, reden door naar Limburg a.d.Lahn, lieten ons niet verlokken om die stad nog te bezichtigen, namen een 'bed- and- breakfast'.
En toen: ons huis, de tuin, een prediker die op de eerste zondag zei: "Wat mogen we dankbaar zijn voor deze prachtige zomer, die nog maar steeds doorduurt....haast on-Nederlands". En wij dachten nog wel even terug aan: - de zuigende leem van drassig Avalon - de gure wind op die berg bij Genua - het 'eilandje-springen' in dat Florence-moeras'. - de teleurgestelde campinghouder in Passau, die "Scheisze" riep, toen we allemaal voor de gutsende regen wegvluchtten.
Lui, mijn 'twee maandenplan' sneuvelt nu al. Maar we zien wel, waar het schip strandt. ' Misschien zeg je: "bij het begin van dit dagboek, lang lang geleden, zei je, dat je de weg die God met je ging door he hele leven wilde volgen. Wat komt daar nu van terecht ?: Orange, Monaco, Pisa, Salzburg, Wangen...mooi allemaal, maar God hoor ik je niet noemen.
Heus; hij was erbij: - Betty met haar wankele gezondheid in al die grillige weersomstandigheden; en na elke aantasting van haar situatie gebed en herstel - die auto in Montecarlo, die ons bijna schepte - ...en zoveel meer omstandigheden. En wat jullie betreft: je hebt misschien al wel eens de indruk gekregen, dat ik- als overtuigd volgeling van Jezus- nog minder lol in mijn leven had dan anderen. Maar nu zie je dan toch, wat ik mijn hele leven ook gedaan heb, maar niet altijd vermeldde: dingen beleven, avonturen meemaken, schik hebben en ook daarin Gods hand over onze levens zien.
In mei plannen wij onze grootste vacantie tot dusver.In Juni gaan Betty en ik met z'n tweeën vertrekken en we denken zes weken weg te blijven. Niets staat helemaal vast. We gaan met die bungalowtent van ons van camping tot camping en behalve het plan om lang weg te blijven, ligt niets vast. We zien wel.
Maar voor we weg zijn, gebeurt zoveel. - Mariëtta´s rechten-examens gaan goed. Uit het onzekere tienertje van vroeger, altijd gepest op school, is een ´ferme tante ´gegroeid. - Haar man is weer aan het werk, Ook weer opgelost. - Een oudere zus van mij is erg in de war - Willie komt haar zoon presenteren. Alles nu met de jongen in orde na de moeilijke start - De kinderen trekken geregeld in hun vacantie in ons Spaanse huis, waar wij overwinteren, precies zoals wij het ons hadden voorgesteld - Ida is een poosje kwaad met de familie en dat is nog geenszins bijgetrokken, wanneer wij op vacantie gaan - En een kernreactor in Tsjernobyl ontploft. We mogen een tijdlang geen sla eten,stralingsgevaar - En de Amerikanen bombarderen Tripolis in Lybië
Met dat hele vrachtje gaan we op weg. Maar we vergeten het al gauw.
En daar gaat-ie: - Compiègne, Avalon, Avignon - Le Fréjus, Genua, Florence - Verona, Innsbrück,Ulm ......en dan is het al weer juli .
Wat we toch allemaal meegemaakt hebben. Regen, hitte, prachtige natuur, de Méditerranée, meedogenloze snelwegen, oeroude monumenten, belommerde camping-plekjes, hooggebergte.
Voor mijzelf herleeft dit alles. Maar aan jullie kan ik dit niet overbrengen; dat kamperen in een tent op kampeer terreinen, nog lang niet zo goed ingericht als nu. Al die dingen, die herinnerden aan de eerste wereldoorlog, toen in éen seizoen van juni tot oktober éen miljoen jonge jongens stierven. Of die pauselijke paleizen in Avignon, waar zich eeuwen lang een 'tegenpaus'handhaafde. En dan al die boven niet-genoemde plaatsen|:Arles, Nimes, Monte Carlo,Pisa, Wangen, Ottobeuren. En dat we toch gewoon met de auto over de Ponte Vecchio konden rijden in Firenze, (Florence). Kan je nu je niet meer voorstellen.
En toch...en toch: gisteren zette ik een 'pastoral'op mijn Amerikaanse column, 'Ask Ger' en binnen twee uur kwam er bericht uit ???? kan zelfs'down under'zijn: "Ger....zo gebouwd, dit had ik nu nét nodig".
En dan zeg ik tóch, dankbaar overigens voor het vele wat ik in mijn leven heb mogen zien: "Wat gedaan is uit liefde tot Jezus.... dat houdt zijn waarde en zal eeuwig bestaan".
Overigens geldt dat ook, wanneer er niet zo gauw een dankbare reactie komt, wat mij ook maar weinig overkomt, net genoeg om er de moed in te houden.
En dan is er het gebeuren, waarvoor wij na de geboorte van een tweede kleinkind bij Ida en haar tweede man zijn thuisgebleven: de geboorte van een kleinkind bij Willie en haar tweede man.
Binnen vier maanden twee kleinkinderen erbij. Opeens van vier naar zes. Deze zesde kwam echter wel met allerlei moeilijkheden. Het hoofdje bleef te lang binnen bij deze stuitgeboorte. De verpleegkundigen waren nogal enige tijd bezig voor de eerste kreetjes kwamen. Toen mijn vrouw en ik kwamen, was het nog maar een verdrietig couveuse-geval. Wel een flink knaapje, maar iedereen vreesde nog voor hersenbeschadiging. De ouders zaten er nog verslagen bij na de eerste diepe schrik. Betty legde gauw haar hand door een opening in de couveuse op het voetje van het zachthuilende hoopje mens en deed een kort gebed.
Nu ja; na enkele weken mocht het jongske naar huis en kon de opvoeding beginnen. En een paar weken later zitten Betty en ik om beurten het ventje de fles te geven. Echt wel grootouder-weelde.
En wat er dan verder alzo gebeurt; ...zoveel: - bij een verkiezing stemmen onze kinderen merendeels op de verkeerde partijen - een schoonzoon wordt werkloos, doordat zijn baas failliet gaat. Mariëtta is daarover zeer bezorgd, maar hij komt al gauw weer aan de gang. - internationaal gebeuren opzienbarende dingen. Een space-shuttle ontploft. Voor de ogen van miljoenen kijkers, sterven 8 astronauten een droeve dood. - mijn aspiraties om 'een boek'te schrijven, lopen op niets uit. Eén boek flopt, de uitgever begint zelfs niet meer aan een gereedliggend tweede. Overigens verschijnen ze, vele jaren later toch op 'Blogs', bij jullie zogezegd, alleen in een eindeloos aantal afleveringen, ( dat is dus niet híer).
Vanaf vandaag gooi ik de reportage op 'mijn leven'weer eens om. Er is een uitgebreid dagboek. Wanneer ik daar elke verslagperiode twwe maanden van verwerk in een verkort bericht op hoofdzaken, dan levert dat - denk ik nu- steeds wel voldoende stof op voor een vast artikeltje. 'Heenwijzingen'naar het evangelie zul je niet altijd vinden. Daarvoor zal de verslagperiode zo nu en dan te kort zijn.
Ach, hoe dikwijls heb ik de aanpak al niet veranderd. We zullen maar eens zien:
Januari-februari 1986 dus:
Het dreunende oudjaarsfeest te onzen huize gaat moeilteloos het nieuwe jaar binnen, terwijl buiten de 'pagara's van de Chinees groot lawaai maken. Om half twee zoeken Betty en ik dood vermoeid onze legerstede op. Mieke, Narijke en Mariëtta met partners en kind, althans Mieke, moeten het nu verder met oliebollen doen. Om half vier klappen er deuren en klinkt er gestommel op de trap van de slapen-blijvers.
En dan is er januari met kantoorreceptie, vergaderingen en plannen. Betty wil sociologie gaan studeren, nu we zo maar met z'n tweetjes zijn overgebleven en er ergens een 'zwart gat' is.
Met de kinderen bomen we in die maanden veel over het geloof. Ze staan daar steeds vrijblijvender tegenover, vinden het wel wat sneu voor ons. Harry voelt veel voor reïncarnatie.
En de gewone dingen gaan verder door. De dollar, waarvan ik er enkele honderden heb, kan ik inruilen tegen een koers van ( omgerekend) Euro 1.30. Tegenwoordig ( 2009) staat de dollar op 70 Eurocent. Ik ben in die jaren nog druk met het het maken van jaarstukken. We moeten nog helemaal naar de kop van Noord-Holland reizen om Willie en haar tweede man op te zoeken. Zij verwachten hun kleine tegen maart en voelen wel voor een keizersnede,omdat Willie bij deze eerste geboorte toch al 37 zal zijn.
En dan is er Elfstedentocht. Na 1963 22 jaar lang niets. En nu opeens: 1985, 1986.
Wel, dat was de oogst. Zoveel dingen, die telkens terugkomen. Maar treffend is wel, dat wij dan nog dikwijls geloofsdisputen hebben met sommige kinderen. Dat is nu helemaal voorbij. Zo gaan die dingen soms.
De kleinkinderen zijn tot dusver maar aarzelend gekomen: - Mieke en haar man zorgden voor een dochter , in 1969 - Ida en haar tweede man zorgden voor een zoon, in 1983 - Harry en zijn vrouw zorgden voor een zoon , 1972 en een dochter : 1977
Vier kleinkinderen, terwijl het nageslacht van mijn iets oudere broer zich welhaast oeverloos lijkt uit te breiden.
Maar in 1985 is het opeens weelde: Willie en haar tweede man kondigen aan dat er een eersteling op stapel staat en Ida komt met de mededeling, dat de tweede onderweg is.
We willen er in ieder geval bij zijn als Ida's tweede komt en gaan daarom al in september naar Spanje. Het plan is om in november terug te komen en in januari weer terug te reizen.
Maar alles loopt toch weer anders. Eigenlijk heb ik vrijwel altijd meegemaakt, dan dat 'het toch weer anders liep'. Men zegt toch ook: "De mens wikt, maar God beschikt".
Wanneer we eind november terugrijden, is het al erg koud in Nederland. En Betty heeft last van haar rug. En dat wordt zo ernstig, dat ze op kraamvisite bij Ida om het dochterje te bezien, op een soort krukje moet zitten om het nog even 'te harden te maken'.
En daarna is ze zo gebroken, dat ze te bed moet . Op de duur gaat het wel weer over, maar dan zijn we al zo dicht bij Willies eersteling, dat ons terugreizen naar Spanje wordt uitgesteld en uitgesteld , totdat van uitstel uiteindelijk afstel komt. Een kort seizoen in Spanje ditmaal, maar in dat korte poosje daar houdt ik toch nog lezingen over mijn tochten naar Zimbabwe en zo . En ook word ik in een bestuur van een Hollandse Vereniging gekozen.
En Ida en haar zoon komen, ondanks de al vrij ver gevorderde zwangerschap, in september nog een heerlijk weekje vacantie bij ons doorbrengen in ons Spaanse huis.
En ondertussen zwermt die ondernemende kinderschaar van ons maar uit en doet van alles. Mariëtta en haar man besluiten op een avond: `Dit is onze laatste sigaret´. Ze hebben daarna ook nooit meer gerookt tot op de huidige dag. Na veel strijd zo nu en dan zijn al onze kinderen met roken gestopt, op Harry na.
En ze zoeken hun weg door het leven: - Marijke stopt met haar studie letteren - Mariëtta begint haar rechtenstudie - Willie en haar nieuwe metgezel trouwen in december, zodat de 'komende'een wettige basis krijgt. - Mieke brengt eten rond in het - dan nog communistische- Polen; haar man promoveert naar een baan bij dezelfde firma in Japan.
Er gebeurt genoeg. Maar jullie hebben alle reden om te zeggen: " Toch niet allemaal even feestelijk. Ik lees niets van werkzamheden voor het evangelie, alleen maar van bestuursbanen en lezingen bij gezelligheidsverenigingen. In Zimbabwe deed hij uiteindelijk nog wel eens íets voor ' het geloof'. - een dochter, die de studie opgeeft, een paartje , dat ijlings trouwt, omdat het 'moet'. Het is allemaal zo....gewoontjes. Ger en Betty brengen het er eerlijk gezegd, niet zo best van af, terwijl ze toch , met dat geloof van hen, zouden moeten stralen als sterren temidden van een in het duister wandelend mensengeslacht, ( Filipp. 2 v 15)".
Nu ja, het getuigen zat er in en het kwam er uit. Tegenwoordig mag ik met gulle hand uitdelen van het blijde evangelie, door de genade van God. Maar dat komt later ter sprake.
En van mei tot augustus zijn er dan weer de vacantie- avonturen en de gebeurtenissen in de kinder- en kleinkinderkring.
Van de zoveelste vacantietocht naar -altijd weer- Frankrijk, herinner ik me vooral een bezoek aan Lourdes met de grot van Bernadette. Als protestant sta je dan wat onwennig ten opzichte van dit uiterst Katholieke gebeuren, maar het is goed om het toch eens meegemaakt te hebben; in de grot, waar 'het'gebeurde, geweest te zijn.
En dan was daar Carcassone. Toen we daar van de camping vertrokken, was ik gehaast. Ik liep heel hard om andere vertrekkende kampeerders voor te zijn· In de haast struikelde ik over een paaltje en deed me heel erg pijn, beschadigde mijn kleding, bloedde als een rund, zodat Betty een hele tijd moest rijden, totdat ik weer vodoende bij mijn positieven was. En....íedereen ging voor. Later trok ik toch wel lering uit dit domme voorval. Een kind van God hoort met wijs overleg te werk te gaan. En dit léek daar niet op. Door schade en schande wordt men wijs. De lessen van de ervaringen zijn heel goed, maar ze zijn ook erg duur. Sinds- door Gods genade- de Heilige Geest echt in mij doorwerkt, zo vanaf 2000, ben ik, naar ik hoop, ook dáardoor wijzer geworden. Trouwens; tegenwoordig kan ik niet eens meer hard lopen om vóor te komen.
Ik ben op die reis ook onze paspoorten kwijt. Gehaast naar de politie. Allerlei verwikkelingen. En dan kijk ik later nog eens goed: zijn ze ergens achter geschoten. Dat moet ik nog wat meer kwijt: dat overhaasten. Maar ik neem aan, dat ik nog wat jaren krijg om ook dat af te leren.
En dan thuis de gebruikelijke dingen in een gezin, dat uitbot tot een familie. De kleinkinderen beginnen hun leuke dingetjes te zeggen. We genieten tijdens wandelingen soms zó van hen.
Maar wat toch wel de grootste sensatie is: ik schrijf een boek....en het wordt gedrukt ...en uitgegeven. Mens, wat een voldoening om met een door jouzelf geschreven boek- natuurlijk over het evangelie- in je handen te staan. En ik denk terug aan dat lieve meisje uit Harare, dat op mij toekwam in een samenkomst aldaar en mij vroeg: "Schort er iets aan". En toen ik vertelde van dat toen nog ongeboren boek, zei ze: "Het wordt later door velen gelezen".
Overigens: het boek flopte volkomen. Later ben ik het op blogs gaan uitgeven, samen met alle nooit gedrukte vervolgen, en daar heb ik er op dit moment 1776 inputs voor. Komt die voorspelling van dat meisje toch nog uit. Overigens: 1776 is nog schraal. Kijk maar eens na bij 'andere' in de bloglijst. Dan vind je "Mijn boeken".
Overigens....nu we het er zo over hebben, wil ik je toch de hele lijst van blogs nog eens geven. Alles helemaal lezen hoor. .......... Mag ik jullie aandacht eens vestigen op mijn zes blogs.
Op actualiteiten vind je er twee:
-Jan en Joke, lotgevallen van een groep personen
-Jan en Joke, vervolg.
Jan en Joke loopt een beetje rommelig. Het begint bij twee jonge mensen, Jan en Joke. Maar later worden het dan opeens: Bijbelstudies in het Duits en Frans. Maar alles zeer lezenswaard, vind ik.
Maar het vervolg; daar is niets mis mee
Op andere vind je er vier:
- Bijbelstudies,
(Onderschrift: Wegwijzer naar het land van de jubelende vreugd en de eeuwige blijdschap).
- Geloofsaangelegenheden
( Onderschrift: Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid
- Mijn boeken
(Onderschrift: Gedachten over bekering, wedergeboorte en doop in de Heilige Geest enz.)
-Mijn leven.
( Onderschrift: Verhalen vanaf mijn prilste jeugd, steeds zoekend naar de Goddelijke leiding daarin).
Nog even een nieuwigheid: je kunt mij ook bereikenop www.hyves.nl onder Gerritse88. Bij profiel verder clicken naar blogs en geloofsaangelegenheden,
Ook aan te bevelen om eens iets goeds , ( nou ja, vind ik dan), te horen. ......... Belevenissen genoeg. En geregeld door leer je toch wat van al die ongelukken en vermorste tijd door haast. En ik kom nooit uitgeleerd, denk ik. Maar er wacht nog een eeuwigheid bij God om verder te leren.
Best kans, dat jullie nu zeggen: "Maar weer éen maand !!! Zo schieten we toch nóoit op`.
Maar lui....er zítten vn die maanden tussen....: neem nu april 1985: ons veertigjarig huwelijksfeest. En wij zitten in Spanje te overwinteren.
We merkten al iets van de spanning bij de kinderen aan de brieven van Mariëtta: "Jullie móeten beslist voor de 11de terugzijn hoor". Want ze waren al bezig met allerlei voorbereidingen. Harry met vrouw en kinderen had al in maart, toen het eigenlijk nog niet eens kon, gekampeerd, want dat was voor éen van de sketches nodig. En de 'twee gezinnen' hadden de kennismaking al weer vernieuwd. Want ergens was er een afstand gegroeid tussen de vijf oudere kinderen en de twee veel jongere, die we meegenomen hadden naar Suriname. Tijdens de voorbereidingsdagen vielen die twee van de ene verbazing in de andere: "Nee...ging dat zó...dat hebben wij nooit geweten." En omgekeerd waren ´de Surinaamse jaren´voor de ouderen ook weer vol verrassingen
Toen het dan ook de elfde was..... wij gelukkkig op tijd terug ....kregen wij eerst een uitgebreide lunch aangeboden bij een gerenommeerd restaurant. En onderwijl maakten de kinderen thuis alles in orde: erepoort met zo'n verschrikkelijk lelijk 'huldebord'... zo absoluut fout dat het eigenlijk weer goed was ...en eerst even allemaal wég. Alleen de man van Ida liep wat rond te scharrelen met een video. Maar toen opeens kwamen ze allemaal, meest als echtparen... behave Willie; haar nieuwe man was weg met een marinemissie. ....de trap af met bloemen en gedichten. En toen brandde het feest los: - met een mooi herinneringsboek met allerlei lieve herinneringen van al onze kinderen en aangetrouwd en van allerlei kennissen. - met allerlei sketches. In enkele daarvan werd het godsdienstig verleden van ons gezin in het gekke getrokken. Dat was wel pijnlijk, omdat eruit bleek, hoezeer al onze kinderen zich van dat verleden hadden gedistantieerd. - met toch ook een heel kunstig en goedgeschreven stuk van Marijke, waarin met name de Surinaamse jaren werden belicht. - en toch ook weer veel sketches, die als een familierevue de afgelopen veertig jaar belichtten, daarbij gevoelige zaken ontziend.
Een groot, harmonieus feest. De kinderen waren lief en enthousiast en ze waren er allemaal, zelfs Jaap en zijn vrouw, zelfs de gewezen man van Ida met zijn nieuwe vrouw. Niemand was doodgegaan, ze waren allemaal gezond en mooi en in het leven geslaagd. Dat is eigenlijk al zo´n kroon op dit jubileum. Ik weet het: alles is genade. Maar allemaal goede verstanden en in leven en goed-ogend en nuttig in de maatschappij. Tel uw zegeningen.
En toch...en toch....we hebben veel op die dag teruggezien, toen ons de oogst werd aangeboden van veertig jaar huwelijkleven. En dan dachten we, wat andere ouders ook wel eens zullen denken: "Geen éen gelovig....talen er zelfs niet naar".
Maar je kunt ze nu eenmaal niet aan enn touwtje leggen. Het was hun eigen keus; maar bij de Heer neerleggen en maar niet nadenken over mogelijke opvoedingsfouten. Er is toch niets meer terug te draaien.
Zo vonden we toch weer onze rust en konden we onvermengd gelukkig terugzien op een geslaagde dag.
We zijn blijven bidden: voor Jaap op zondag, voor Mieke op maandag....voor Willie op dinsdag en zo vervolgens.
En al gauw waren er weer allerlei gebeurtenissen, waardoor de felste indrukken vervaagden...zo gaan die dingen.
En dan is het weer moeilijk om van september 1984 tot april 85 een bepaalde lijn te vinden. De kinderen zorgen voor de volgende nieuwtjes:
Mieke heeft een tekstverwerker in haar baan. Nu- in 2009- is die 'veredelde' schrijfmachine al weer ouderwets. We baden ons in de blackberries, i-pods en wat dies meer zij. Maar tóen: ik kon me er geen eens een voorstelling van maken, wat dat nu eigenlijk was, zat zelf maar te hengsten op een klein model typemachine, , een 'portable, ook nog eens met twee vingers, ( dat laatste nu nog).
Willie brengt een heerlijke vacantie door op Curacao, waar haar nieuwe ´flame´, een marineman , haar heeft uitgenodigd. Ze is dan even een bofferd. Maar later in die strenge winter, ( die had je toen nog), zit ze bollen te pellen in een onverwarmde loods. Tjonge, wat leert zij nu de 'niet-chocoladekant' van het leven kennen.
Ida zit met haar nieuwe echtgenoot op de Canarische eilanden. Die nieuwe man maakt ook een carnavalshit: "Neurotica". Wat hebben we toch allemaal merkwaardige invloeden in ons gezin gekregen. Deze nieuwe is horeca-ondernemer, ook weer een heel andere wereld voor ons. Ida heeft nu weer verhalen van achter de bar.
Marijke studeert Nederlands. Maar - geboren zijnde in 1958- bereikt ze de- toen- critische leeftijd van 27. Dan houdt de kinderbijslag op, toen althans. Maar zíj houdt ook met de studie op, zodat ik in 1985 voor de laatste maal kinderebijslag aanvraag, terwijl ik dat in 1945 voor de eerste maal deed. Na veertig jaar verdwijnt dit langlopende gegeven dus ook weer.
En Mariëtte's man heeft vijf weken vorstverlet. Hebben we ook nog nooit meegemaakt in onze gezinskring, iemand die met zijn handen moet werken in de buitenlucht. Denk nu niet dat ik daarop neerzie, maar het moet allemaal zo wénnen. Mariëtta begint met een universitaire rechtenstudie.
En wijzelf: Een nieuwe uitzending naar Guinee-Bissau , gaat niet door. Darom gaan we maar naar Spanje, naar dat nieuwe huisje. Ik begin boeken te schrijven. Het eerste komt gereed, maar wordt een flop. Jullie weten, dat ik toch doorgegaan ben met boeken schrijven. En het resultaat vind jullie nu op een van mijn andere blogs: Mijn boeken, ( zie op de lijst 'andere'). Het is toch nog gekomen van 'uitgeven'dus. En in Spanje maken we via de wereldomroep de eerste Friese elfstedentocht mee sedert 21 jaar. We dachten al, dat het er nooit meer van zou komen.
Ach, de gewone turbulentie van een gezin met grootgegroeide kinderen, die hun weg door het leven gaan zoeken. En terwijl ze druk in hun nog 'lege' levensboek aan het schrijvn zijn, schrijven ze gelijk menig blad in dat boordevolle levensboek van hun ouders. Want kinderen....je raakt ze nooit kwijt.
En die mallemolen draait nog steeds. Zijn we dan nooit draaierig geworden? Altijd waren God , Jezus en de Heilige Geest onze bron van rust. Altijd weer dat 'gouden koord' in ons leven.... 'dat derde koord' van onze trouwtekst, (Prediker 4 v 12).
Vorig maal vertelde ik van Willie, die zo onverwacht.... voor óns, broer en zussen wisten al lang, wat er aan zat te komen, Jaap uiteraard niet, die bemoeide zich nergens mee .....scheidde in augustus. We waren heel erg onder de indruk van een brief, waarin ze het ons vertelde. Ze had die brief al wenende geschreven. Overal op het paier zaten plekken, nat,later gedroogd, de inkt uitgevloeid.
Maar in september zijn zij en haar gewezen echtgenoot al weer voorzien. Hij gaat al weer Spanjewaarts om daar in het door Millie en hem gebouwde huis te gaan wonen met een andere dame.
En zij blijkt ook al weer een nieuw huis te hebben, in huur bij haar nieuwe 'flame', een 'marineman'.
Wij hebben geen tijd om dit allemaal goed te verwerken. Want Mariëtta kondigt haar huwelijk aan. Ze doet dit op een originele manier. De man, waar ze al sedert haar 18 de- nog schoolmeisje zijnde- mee samenwoont, komt op een begin-septemberavond in z'n beste pakkie binnenlopen met een grote bos bloemen. Ik weet nog, dat ik verward dacht: "Wat moet dat nu met die bloemen. En waarom is Mariëtta er ook. Zou die boeket nog voor onze 39ste huwelijksdatum zijn. Maar dat is toch al op 11 april geweest. En hoe moet dat nu, vlak voordat ik naar de bijbelstudie ga". ( Ik ben er van thuis gebleven, toen ik hoorde, waar het om ging)
Dat heb ik altijd gehad. Direct allerlei ongerijmde gedachten om te trachten iets te verklaren. Maar de jongen komt toch maar alleen om Mariëtta's hand vragen. Ze willen officieel trouwen.
En voor we alles verwerkt hebben van Willie, is daar al Mariëtta's trouwerij. Daar wordt in deze jaren flink voor uitgehaald. Zo'n 60 gasten. De aanwezige jonge mannen drinken ongelofelijke hoeveelheden bier. Alleen een burgerlijke huwelijksbevestiging. Ach....Willie trouwde keurig in de kerk. En toch ging het mis. Misschien gaat dit wel goed. ( Onlangs vierden Mariëtta en haar man hun 25 - jarig huwelijksfeest. Ook weer een enorm feest. Ook weer geen dominee of zo waar dan ook te bekennen).
Diner. Nog goed uitkijken met de tafelschikking. De nieuwe man van Ida en onze zoon Jaap zijn elkaars tegengestelden en hebben altijd ruzie, wanneer ze elkaar ontmoeten.
'Stukkies'. Zingen. We lachen en vermaken ons best. Maar toch denken we: "Ida trouwde zo keurig in de kerk." Maar gelijk is er toch deze idee: "En nu zit ze daar met een heel andere".
Nee lui....we kregen het niet cadeau. En nog ergens bijsturen. Vergeet het maar.
Zeg nu niet: "Wat hebben die lui er weinig van terecht gebracht. Nou...dan wij !!! ".
Fijn voor jullie. Maar komaan. We zijn nog pas in 1984. Wie weet, wat jullie nog voor goeds komen te horen over de 25 jaar daarna. Of het beter ging ?
Jullie kunnen zeggen: "En die lijn van God hè....was die tijdelijk ondergedoken"
Nou ja; Hij hield ons staande, die verbinding met God. En soms is dat het hoogste, wat je kunt hebben.
Teruggekomen van Zimbabwe reizen we weer heel wat af in Europa. Trier is een reisdoel en in Parijs, in de catacomben zien wij een opslag van 2½ miljoen schedels. Bij ruimingen van graven lijkt het wel of ze de schedels hier bijeenbrengen. We eten oesters in Saint Malo. In Mélun leren wij crême fraîche kennen. Dan zijn wij weer in Groningen aan het kamperen in het stadspark, met een onwaarschijnlijk grote zwaan als tafelpartner en in Appingedam zien wij rare uitbouwen boven het water. Dat zijn de keukens van de huizen. In Groningen zijn we ook nog op een jaarbeurs en we bezichtigen Leeuwarden. In die stad vertelde een wethouder ons allerlei bijzonderheden, Zo'n vriendelijkheid vergeet je dan niet.
Terwijl wij wel bezeten lijken van reisdrift, weten de kinderen er ook wat van. Ze reizen en trekken maar. Ida en haar nieuwe man bruinen op Mallorca met hun zoontje.
En Marijke en haar vriend zijn ook weg en opa mag wandelen met hun honden, wat opa overigens maar wat graag doet.
Och en verder: - Kleinkinderen beginnen in de beugelleeftijd te komen - Harry krijg vier omleidingen rond zijn hart en is er even lelijk aan toe. Als hij na zijn voorspoedig herstel- hij is ook nog maar 34- na toch vrij lange tijd op zijn zmokk*- school terugkomt, heeft een van de jongens op het schoolbord geschreven: "Hoer voor de mee-eter" Bedoeld was uiteraard: "Hoera voor de meester".
*zmok: zeer moeilijk opvoedbare kinderen.
Jaap is avonddocent voor een poosje.
Ida en haar man krijgen moeite met de belastingen en de vriend van Mariëtta komt heel officieel na vier jaar samenwonen om haar hand vragen. Hij wil trouwen. Goede jongen overigens. Hij 'versteent'de achtertuin voor mij en doet dat zo degelijk, dat hij pas na 25 jaar er onlangs op terug hoefde te komen voor een revisie.
En dan valt er opeens een steen in de vijver. Willie en haar man gaan scheiden. De tweede al. We zijn net terug uit Groningen, wanneer we het horen. Maar we zijn er al niet eens zo stuk meer van als bij Ida. Alles went. maar bitter is het wel allemaal.
Overigens: zie hierna.
Nou ja; wat doe je hier nu allemaal mee. Mijn begin-opzet met dit dagboek was, dat ik Gods lijn in ons leven wilde laten zien door de jaren heen. Maar bij het bekijken van kleine deel-perioden is dat dikwijls moeilijk.
En toch....en toch....bij dat bericht van Willie en haar man overkwam mij toch iets heel bijzonders. Zaterdag kwam het bericht binnen en zondag zat ik ALLEEN in de samenkomst. Nijn vrouw was weer teruggegaan naar de Gereformeerde kerk. Ze zou so wie so niet naast me hebben gezeten, maar nu was ze ziek van verdriet thuisgebleven. En mijn kinderen..... Geen van allen wilden ze van welke kerk dan ook weten. En dat alles, een kwart eeuw, nadat ik met het Volle Evangelie had kennis gemaakt.
Ik kwam heel laat in de sam. Achterin, in een uiterste hoekje was nog éen plaats vrij. Nauwelijk had ik me daar naar toegewurmd of een eerste feestgezang barstte los. Ze openden met : "Juich.....want Jezus is Heer, kinderen Sions, verblijdt u ter ere van Hem, die u liefheeft. Hij is verrezen en leeft, Jezus de Koning, die mensen het leven weer geeft".
En terwijl ze dat samen zongen, deden alle mensen in mijn bank een stap vooruit. Zo was de vorm van de achterkant nu eenmaal. Ik bleef staan, waar ik stond.
En terwijl ik daar alleen stond, kwam het verdriet opeens over mij en trof mij met een mokerslag. Ik schreeuwde het innerlijk uit: " O Heer...ik heb niets meer over". En uiterlijk gilde ik het uit van verdriet. Maar niemand had erg in mij. Ik was alleen met mijn verdriet en met de Heer.
Mijn gekerm werd verzwolgen door het algemene vreugdevolle gezang, net zoals dat al eens eerder gebeurde,( Ezra 3 v 11-13).
En nu het wonder; na gedurende dat eerste lied kermen en 'het uitgillen', was het 'over' en kon ik, soms nog wat nokkend, meezingen:
"Liefde bedekt zijn schepping, de bloemen, de vogels , het gras. Zou hij dan jou vergeten, Jezus, die blinden genas, VERREES"
En daar is Gods lijn dan toch weer terug. Op een moment van diep zielsverdriet, zorgt hij voor noodverband om de pijn te verstillen tot een knagen, dat je aankan en dat je een plek kan geven.
Lieve lezers.... het kan niet anders dan dat jullie ook wel eens zo'n moment van diep vertwijfelen hebben meegemaakt of nog zullen meemaken. Maar: Jezus redt.
Januari- april 1984, de rest van ons verblijf in Zimbabwe.
Als buitenlander moest je een verblijfsvergunning hebben. Die kreeg je in het 'Linquendahuis', voor alle ex-pats een oord van verschrikking, waar het maar duurde en duurde. Na vele malen vergeefs uren wachten , kreeg ik die vergunning enkele dagen vóor ik weer naar Nederland terugging.
En verder was het een voortdurende roes van gebeurtenissen. - prostituées trachtten mij te verleiden - Betty en ik maakten een statiefoto. We stonden er piekfijn op, Betty zelfs zó jong, dat een lief, modern kleinkind thuis vroeg: "Heeft opa een nieuwe vrouw ?" - het werk gaf allerlei rare verrassingen. De autochtone ondernemers deden allerlei gekke dingen, gaven teveel uit voor privé, haalden nieuwe activiteiten aan, zagen overal winstkansen, waarin ze zich dan weer verstrikten, kortom ze deden alle vreemde dingen, die pas beginnende industriëlen maar kúnnen uithalen. En ik moest dan maar voortdurend waarschuwen en aanpassen. - Ik wilde ook een inreisvergunning in Zuid Afrika om daar kennissen op te zoeken. Maar die werd geweigerd met als motief: "Uit uw paspoort blijkt, dat u een keer in de DDR, een communistisch land bent geweest" ( Ik had daar een keer over de 'internationale weg' gereden om in het vrije Berlijn te komen. Maar aan het beginen het eind van die vrije weg waren wel stempelplaatsen van de DDR). - We brachten een bezoek aan de tabaksveiling en hoorden daar verhalen, hoe ze de internationale blokkade hadden omzeild in de tijd voor de onafhankelijkheid. - er waren diners, huldigingen van mijn persoontje op de Nederlandse ambassade. Er waren 'braais', waar we aanzaten, kortom een glorietijd. Maar van echt werken voor Jezus kwam weinig. Daar moet je helemaal voor gáan en niet zo'n beetje...tussendoor.
Maar toen we- gebruind- terugkwamen en vele kinderen en kleinkinderen stonden te wachten, voelden we ons toch erg 'geslaagd' ( Vrouwe Fortuna had ons haar lokkenpracht toegeworpen tijdens haar hoog-te-paard snel voorbijrijden...en wij hadden die lokken gegrepen). Maar het echte fortuin hadden wi zo niet bereikt. Nu ja, wel enig financieel gewin, maar dat verspeelde ik later op allerlei manier.
Het zijn zo maar een aantal verwarde indrukken uit het hele complex . Maar misschien krijgen jullie toch wat indruk, hoe we echt wel even in heus wel grootse stijl leefden, althans gemeten aan ons burgerbestaantje tot dan toe. Toen ik in November 1983 afscheid nam van de Rijksaccountantsdienst, werd ik geprezen als 'een kleurrijk persoon'. Maar zeg, dat aan die kleurrijkheid in Zimbabwe werd toegenvoegd.
Een collega van de R.A.D. sprak mij na terugkomst aan: "Kerel...wat ben jij aan het oogsten".
Ik beaamde het graag. Maar ik dacht wel even: "Voor de HeerJezus heb ik daarginds niet veel kunnen oogsten".
En het gaat maar door als een wervelwind, dat heel nieuwe in Harare. Het wordt december en er komt zoveel op Betty en mij af: - rapporteren in het Engels over het opzetten van boekhoudingen, terwijl ik 30 jaar niet anders gedaan heb dan boekhoudingen controléren. Al dat nieuwe en dan ook nog eens in eigenlijk toch 'vertaald Nederlands', zodat de secretaresse het maar helemaal gaat herschrijven in gangbaar Engels.
En heel opwindende Pinkstersamenkomsten bezoeken, waar de mensen elkaar ronddragen van louter enthousiasme.
En gecharmeerd zijn van de 'high mass'in de Anglicaanse kerk en dan na enkele weken al weer opmerken, dat het altijd maar dezelfde liturgie is.
En Kerstdiners, waar je aanzit, omdat hartelijke mensen denken, dat je je wel erg eenzaam zult voelen, zo ver van huis.
En het land bekijken en oude rotstekeningen zien
En de andere prijsstelling zien hier: een droomhuis in een enorme tuin voor 120 mille, (guldens). En dan ook nog in dit heerlijke klimaat.
We genieten. Maar ik had mij voorgesteld, iets te kunnen doen op geloofsgebied. Niemand echter zit op mij te wachten. Er zijn zoveel mensen, die maar wat best hun woordje kunnen doen.
Er blijft ondanks alle opwindende nieuwwigheden een wat onbevredigd gevoel. Had ik ergens, als toch financieel onafhankelijke, want gepensioneerd, niet meer voor de Heer kunnen betekenen.
Maar kom aan...zegt Prediker 9 v 9 niet: "Geniet van het leven met de vrouw die je bemint". En dan wordt er relativerend bij gevoegd: " Het bestaan is leeg en vluchtig en je zwoegt en zwoegt onder de zon, dus geniet op elke dag. Het is het loon dat God je heeft gegeven".
Het is net of God nú tegen me zegt,dat ik tóen, onder alle voorspoed door, nog niet echt dankbaar was. Ik dacht voortdurend, dat God méer van mij had mogen verwachten en dat verdonkerde de vreugde. En dat terwijl hij net bezig was om mij loon uit te betalen in ´aardse munt´.
Later heb ik ook leren genieten onder de moeilijkste omstandigheden door en ik heb uitzicht op hemels loon, waarbij ´´Harare´ verbleekt.
Daar zijn jullie al: "Hé Ger....gaan we weer Surinaams doen ? Voor de 60 maanden dáar had je 60 verslagweken nodig. Dat zou je nooit meer doen. En nú !...zo kom je nooit ergens...!!!"
Stil nou; er zijn van die maanden, die er uit springen. En er komen jaren, waaevan ik ga zeggen: "Ik heb geen lust in dezelve...'. 't Komt wel goed; het redt zich wel.
Eerst al die vliegreis. Goed, vliegen was niet nieuw voor mij. Maar die Sahara onder je te zien doorrollen in al zijn vreselijkheid. En dan die gedachte: deze onvruchtbare plek op onze planeet wordt elk jaar kilometers uitgebreid. Wat hebben we toch van de scheppiong gemaakt. En dan het aankomen. Al die lieve mensen: "Ga eerst maar eens even acclimatiseren. Volgende week zien we wel weer". En dan je kantoor...in een wolkenkrabber op de zoveelste verdieping, een pracht van een kamer. En op kennismakingsbezoek bij de Nederlandse ambassadeur.
En het werk; de inheemse counterparts. Rapporteren in het Engels. En het guesthouse. Een appartement, dat een volledige woning blijkt te zijn.
En de ambiance:een president, ene Mugabe (!!), daar ginds in Zimbabwe, die elke dag naar zijn werk gaat in een hele colonne bewakingsvoertuigen, met loeiende sirenes, vanwege het gevaar van aanslagen. En dat het dan gevaarlijk is om daar iets van te zeggen, zelfs voor buitenlanders. En de krant: engels en gelijkgeschakeld.
Alles zo overrompelend. Andere denkwereld. Andere boekhouding, Engelse methode.
Maar bovenal: Betty, die een van de eerste dagen al roept: " Kijk; ik kan de schouderrol weer maken. Al mijn Hollandse reumatische stijfheidjes weg in dit heerlijke klimaat" . Want Harare ligt vrij hoog.
En de kerk...een Pinksterkerk, waar de gelovigen, blank en zwart , geregeld op en neer springen van enthousiasme. En dat is zo'n mooi gezicht om die scharen te zien op en neer golven als een korenveld in de wind.
Dat hebben we allemaal mee mogen maken. Deze kostbare ervaring was een deel van 'Gods lijn in ons leven' Het is voor een gelovige niet allemaal kommer en kwel. Dat kwam dan weer later. Toen kreeg dát weer nut voor ons geestelijk rijpingsproces. En deze blikverbreding hadden wij dus nú nodig.
Probeer zo ook uw leven te zien: " niet louter rozen...geen doornen alleen...de Heiland vlecht ze getrouw dooreen" .