En van mei tot augustus zijn er dan weer de vacantie- avonturen en de gebeurtenissen in de kinder- en kleinkinderkring.
Van de zoveelste vacantietocht naar -altijd weer- Frankrijk, herinner ik me vooral een bezoek aan Lourdes met de grot van Bernadette. Als protestant sta je dan wat onwennig ten opzichte van dit uiterst Katholieke gebeuren, maar het is goed om het toch eens meegemaakt te hebben; in de grot, waar 'het'gebeurde, geweest te zijn.
En dan was daar Carcassone. Toen we daar van de camping vertrokken, was ik gehaast. Ik liep heel hard om andere vertrekkende kampeerders voor te zijn· In de haast struikelde ik over een paaltje en deed me heel erg pijn, beschadigde mijn kleding, bloedde als een rund, zodat Betty een hele tijd moest rijden, totdat ik weer vodoende bij mijn positieven was. En....íedereen ging voor. Later trok ik toch wel lering uit dit domme voorval. Een kind van God hoort met wijs overleg te werk te gaan. En dit léek daar niet op. Door schade en schande wordt men wijs. De lessen van de ervaringen zijn heel goed, maar ze zijn ook erg duur. Sinds- door Gods genade- de Heilige Geest echt in mij doorwerkt, zo vanaf 2000, ben ik, naar ik hoop, ook dáardoor wijzer geworden. Trouwens; tegenwoordig kan ik niet eens meer hard lopen om vóor te komen.
Ik ben op die reis ook onze paspoorten kwijt. Gehaast naar de politie. Allerlei verwikkelingen. En dan kijk ik later nog eens goed: zijn ze ergens achter geschoten. Dat moet ik nog wat meer kwijt: dat overhaasten. Maar ik neem aan, dat ik nog wat jaren krijg om ook dat af te leren.
En dan thuis de gebruikelijke dingen in een gezin, dat uitbot tot een familie. De kleinkinderen beginnen hun leuke dingetjes te zeggen. We genieten tijdens wandelingen soms zó van hen.
Maar wat toch wel de grootste sensatie is: ik schrijf een boek....en het wordt gedrukt ...en uitgegeven. Mens, wat een voldoening om met een door jouzelf geschreven boek- natuurlijk over het evangelie- in je handen te staan. En ik denk terug aan dat lieve meisje uit Harare, dat op mij toekwam in een samenkomst aldaar en mij vroeg: "Schort er iets aan". En toen ik vertelde van dat toen nog ongeboren boek, zei ze: "Het wordt later door velen gelezen".
Overigens: het boek flopte volkomen. Later ben ik het op blogs gaan uitgeven, samen met alle nooit gedrukte vervolgen, en daar heb ik er op dit moment 1776 inputs voor. Komt die voorspelling van dat meisje toch nog uit. Overigens: 1776 is nog schraal. Kijk maar eens na bij 'andere' in de bloglijst. Dan vind je "Mijn boeken".
Overigens....nu we het er zo over hebben, wil ik je toch de hele lijst van blogs nog eens geven. Alles helemaal lezen hoor. .......... Mag ik jullie aandacht eens vestigen op mijn zes blogs.
Op actualiteiten vind je er twee:
-Jan en Joke, lotgevallen van een groep personen
-Jan en Joke, vervolg.
Jan en Joke loopt een beetje rommelig. Het begint bij twee jonge mensen, Jan en Joke. Maar later worden het dan opeens: Bijbelstudies in het Duits en Frans. Maar alles zeer lezenswaard, vind ik.
Maar het vervolg; daar is niets mis mee
Op andere vind je er vier:
- Bijbelstudies,
(Onderschrift: Wegwijzer naar het land van de jubelende vreugd en de eeuwige blijdschap).
- Geloofsaangelegenheden
( Onderschrift: Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid
- Mijn boeken
(Onderschrift: Gedachten over bekering, wedergeboorte en doop in de Heilige Geest enz.)
-Mijn leven.
( Onderschrift: Verhalen vanaf mijn prilste jeugd, steeds zoekend naar de Goddelijke leiding daarin).
Nog even een nieuwigheid: je kunt mij ook bereikenop www.hyves.nl onder Gerritse88. Bij profiel verder clicken naar blogs en geloofsaangelegenheden,
Ook aan te bevelen om eens iets goeds , ( nou ja, vind ik dan), te horen. ......... Belevenissen genoeg. En geregeld door leer je toch wat van al die ongelukken en vermorste tijd door haast. En ik kom nooit uitgeleerd, denk ik. Maar er wacht nog een eeuwigheid bij God om verder te leren.
Best kans, dat jullie nu zeggen: "Maar weer éen maand !!! Zo schieten we toch nóoit op`.
Maar lui....er zítten vn die maanden tussen....: neem nu april 1985: ons veertigjarig huwelijksfeest. En wij zitten in Spanje te overwinteren.
We merkten al iets van de spanning bij de kinderen aan de brieven van Mariëtta: "Jullie móeten beslist voor de 11de terugzijn hoor". Want ze waren al bezig met allerlei voorbereidingen. Harry met vrouw en kinderen had al in maart, toen het eigenlijk nog niet eens kon, gekampeerd, want dat was voor éen van de sketches nodig. En de 'twee gezinnen' hadden de kennismaking al weer vernieuwd. Want ergens was er een afstand gegroeid tussen de vijf oudere kinderen en de twee veel jongere, die we meegenomen hadden naar Suriname. Tijdens de voorbereidingsdagen vielen die twee van de ene verbazing in de andere: "Nee...ging dat zó...dat hebben wij nooit geweten." En omgekeerd waren ´de Surinaamse jaren´voor de ouderen ook weer vol verrassingen
Toen het dan ook de elfde was..... wij gelukkkig op tijd terug ....kregen wij eerst een uitgebreide lunch aangeboden bij een gerenommeerd restaurant. En onderwijl maakten de kinderen thuis alles in orde: erepoort met zo'n verschrikkelijk lelijk 'huldebord'... zo absoluut fout dat het eigenlijk weer goed was ...en eerst even allemaal wég. Alleen de man van Ida liep wat rond te scharrelen met een video. Maar toen opeens kwamen ze allemaal, meest als echtparen... behave Willie; haar nieuwe man was weg met een marinemissie. ....de trap af met bloemen en gedichten. En toen brandde het feest los: - met een mooi herinneringsboek met allerlei lieve herinneringen van al onze kinderen en aangetrouwd en van allerlei kennissen. - met allerlei sketches. In enkele daarvan werd het godsdienstig verleden van ons gezin in het gekke getrokken. Dat was wel pijnlijk, omdat eruit bleek, hoezeer al onze kinderen zich van dat verleden hadden gedistantieerd. - met toch ook een heel kunstig en goedgeschreven stuk van Marijke, waarin met name de Surinaamse jaren werden belicht. - en toch ook weer veel sketches, die als een familierevue de afgelopen veertig jaar belichtten, daarbij gevoelige zaken ontziend.
Een groot, harmonieus feest. De kinderen waren lief en enthousiast en ze waren er allemaal, zelfs Jaap en zijn vrouw, zelfs de gewezen man van Ida met zijn nieuwe vrouw. Niemand was doodgegaan, ze waren allemaal gezond en mooi en in het leven geslaagd. Dat is eigenlijk al zo´n kroon op dit jubileum. Ik weet het: alles is genade. Maar allemaal goede verstanden en in leven en goed-ogend en nuttig in de maatschappij. Tel uw zegeningen.
En toch...en toch....we hebben veel op die dag teruggezien, toen ons de oogst werd aangeboden van veertig jaar huwelijkleven. En dan dachten we, wat andere ouders ook wel eens zullen denken: "Geen éen gelovig....talen er zelfs niet naar".
Maar je kunt ze nu eenmaal niet aan enn touwtje leggen. Het was hun eigen keus; maar bij de Heer neerleggen en maar niet nadenken over mogelijke opvoedingsfouten. Er is toch niets meer terug te draaien.
Zo vonden we toch weer onze rust en konden we onvermengd gelukkig terugzien op een geslaagde dag.
We zijn blijven bidden: voor Jaap op zondag, voor Mieke op maandag....voor Willie op dinsdag en zo vervolgens.
En al gauw waren er weer allerlei gebeurtenissen, waardoor de felste indrukken vervaagden...zo gaan die dingen.
En dan is het weer moeilijk om van september 1984 tot april 85 een bepaalde lijn te vinden. De kinderen zorgen voor de volgende nieuwtjes:
Mieke heeft een tekstverwerker in haar baan. Nu- in 2009- is die 'veredelde' schrijfmachine al weer ouderwets. We baden ons in de blackberries, i-pods en wat dies meer zij. Maar tóen: ik kon me er geen eens een voorstelling van maken, wat dat nu eigenlijk was, zat zelf maar te hengsten op een klein model typemachine, , een 'portable, ook nog eens met twee vingers, ( dat laatste nu nog).
Willie brengt een heerlijke vacantie door op Curacao, waar haar nieuwe ´flame´, een marineman , haar heeft uitgenodigd. Ze is dan even een bofferd. Maar later in die strenge winter, ( die had je toen nog), zit ze bollen te pellen in een onverwarmde loods. Tjonge, wat leert zij nu de 'niet-chocoladekant' van het leven kennen.
Ida zit met haar nieuwe echtgenoot op de Canarische eilanden. Die nieuwe man maakt ook een carnavalshit: "Neurotica". Wat hebben we toch allemaal merkwaardige invloeden in ons gezin gekregen. Deze nieuwe is horeca-ondernemer, ook weer een heel andere wereld voor ons. Ida heeft nu weer verhalen van achter de bar.
Marijke studeert Nederlands. Maar - geboren zijnde in 1958- bereikt ze de- toen- critische leeftijd van 27. Dan houdt de kinderbijslag op, toen althans. Maar zíj houdt ook met de studie op, zodat ik in 1985 voor de laatste maal kinderebijslag aanvraag, terwijl ik dat in 1945 voor de eerste maal deed. Na veertig jaar verdwijnt dit langlopende gegeven dus ook weer.
En Mariëtte's man heeft vijf weken vorstverlet. Hebben we ook nog nooit meegemaakt in onze gezinskring, iemand die met zijn handen moet werken in de buitenlucht. Denk nu niet dat ik daarop neerzie, maar het moet allemaal zo wénnen. Mariëtta begint met een universitaire rechtenstudie.
En wijzelf: Een nieuwe uitzending naar Guinee-Bissau , gaat niet door. Darom gaan we maar naar Spanje, naar dat nieuwe huisje. Ik begin boeken te schrijven. Het eerste komt gereed, maar wordt een flop. Jullie weten, dat ik toch doorgegaan ben met boeken schrijven. En het resultaat vind jullie nu op een van mijn andere blogs: Mijn boeken, ( zie op de lijst 'andere'). Het is toch nog gekomen van 'uitgeven'dus. En in Spanje maken we via de wereldomroep de eerste Friese elfstedentocht mee sedert 21 jaar. We dachten al, dat het er nooit meer van zou komen.
Ach, de gewone turbulentie van een gezin met grootgegroeide kinderen, die hun weg door het leven gaan zoeken. En terwijl ze druk in hun nog 'lege' levensboek aan het schrijvn zijn, schrijven ze gelijk menig blad in dat boordevolle levensboek van hun ouders. Want kinderen....je raakt ze nooit kwijt.
En die mallemolen draait nog steeds. Zijn we dan nooit draaierig geworden? Altijd waren God , Jezus en de Heilige Geest onze bron van rust. Altijd weer dat 'gouden koord' in ons leven.... 'dat derde koord' van onze trouwtekst, (Prediker 4 v 12).
Vorig maal vertelde ik van Willie, die zo onverwacht.... voor óns, broer en zussen wisten al lang, wat er aan zat te komen, Jaap uiteraard niet, die bemoeide zich nergens mee .....scheidde in augustus. We waren heel erg onder de indruk van een brief, waarin ze het ons vertelde. Ze had die brief al wenende geschreven. Overal op het paier zaten plekken, nat,later gedroogd, de inkt uitgevloeid.
Maar in september zijn zij en haar gewezen echtgenoot al weer voorzien. Hij gaat al weer Spanjewaarts om daar in het door Millie en hem gebouwde huis te gaan wonen met een andere dame.
En zij blijkt ook al weer een nieuw huis te hebben, in huur bij haar nieuwe 'flame', een 'marineman'.
Wij hebben geen tijd om dit allemaal goed te verwerken. Want Mariëtta kondigt haar huwelijk aan. Ze doet dit op een originele manier. De man, waar ze al sedert haar 18 de- nog schoolmeisje zijnde- mee samenwoont, komt op een begin-septemberavond in z'n beste pakkie binnenlopen met een grote bos bloemen. Ik weet nog, dat ik verward dacht: "Wat moet dat nu met die bloemen. En waarom is Mariëtta er ook. Zou die boeket nog voor onze 39ste huwelijksdatum zijn. Maar dat is toch al op 11 april geweest. En hoe moet dat nu, vlak voordat ik naar de bijbelstudie ga". ( Ik ben er van thuis gebleven, toen ik hoorde, waar het om ging)
Dat heb ik altijd gehad. Direct allerlei ongerijmde gedachten om te trachten iets te verklaren. Maar de jongen komt toch maar alleen om Mariëtta's hand vragen. Ze willen officieel trouwen.
En voor we alles verwerkt hebben van Willie, is daar al Mariëtta's trouwerij. Daar wordt in deze jaren flink voor uitgehaald. Zo'n 60 gasten. De aanwezige jonge mannen drinken ongelofelijke hoeveelheden bier. Alleen een burgerlijke huwelijksbevestiging. Ach....Willie trouwde keurig in de kerk. En toch ging het mis. Misschien gaat dit wel goed. ( Onlangs vierden Mariëtta en haar man hun 25 - jarig huwelijksfeest. Ook weer een enorm feest. Ook weer geen dominee of zo waar dan ook te bekennen).
Diner. Nog goed uitkijken met de tafelschikking. De nieuwe man van Ida en onze zoon Jaap zijn elkaars tegengestelden en hebben altijd ruzie, wanneer ze elkaar ontmoeten.
'Stukkies'. Zingen. We lachen en vermaken ons best. Maar toch denken we: "Ida trouwde zo keurig in de kerk." Maar gelijk is er toch deze idee: "En nu zit ze daar met een heel andere".
Nee lui....we kregen het niet cadeau. En nog ergens bijsturen. Vergeet het maar.
Zeg nu niet: "Wat hebben die lui er weinig van terecht gebracht. Nou...dan wij !!! ".
Fijn voor jullie. Maar komaan. We zijn nog pas in 1984. Wie weet, wat jullie nog voor goeds komen te horen over de 25 jaar daarna. Of het beter ging ?
Jullie kunnen zeggen: "En die lijn van God hè....was die tijdelijk ondergedoken"
Nou ja; Hij hield ons staande, die verbinding met God. En soms is dat het hoogste, wat je kunt hebben.
Teruggekomen van Zimbabwe reizen we weer heel wat af in Europa. Trier is een reisdoel en in Parijs, in de catacomben zien wij een opslag van 2½ miljoen schedels. Bij ruimingen van graven lijkt het wel of ze de schedels hier bijeenbrengen. We eten oesters in Saint Malo. In Mélun leren wij crême fraîche kennen. Dan zijn wij weer in Groningen aan het kamperen in het stadspark, met een onwaarschijnlijk grote zwaan als tafelpartner en in Appingedam zien wij rare uitbouwen boven het water. Dat zijn de keukens van de huizen. In Groningen zijn we ook nog op een jaarbeurs en we bezichtigen Leeuwarden. In die stad vertelde een wethouder ons allerlei bijzonderheden, Zo'n vriendelijkheid vergeet je dan niet.
Terwijl wij wel bezeten lijken van reisdrift, weten de kinderen er ook wat van. Ze reizen en trekken maar. Ida en haar nieuwe man bruinen op Mallorca met hun zoontje.
En Marijke en haar vriend zijn ook weg en opa mag wandelen met hun honden, wat opa overigens maar wat graag doet.
Och en verder: - Kleinkinderen beginnen in de beugelleeftijd te komen - Harry krijg vier omleidingen rond zijn hart en is er even lelijk aan toe. Als hij na zijn voorspoedig herstel- hij is ook nog maar 34- na toch vrij lange tijd op zijn zmokk*- school terugkomt, heeft een van de jongens op het schoolbord geschreven: "Hoer voor de mee-eter" Bedoeld was uiteraard: "Hoera voor de meester".
*zmok: zeer moeilijk opvoedbare kinderen.
Jaap is avonddocent voor een poosje.
Ida en haar man krijgen moeite met de belastingen en de vriend van Mariëtta komt heel officieel na vier jaar samenwonen om haar hand vragen. Hij wil trouwen. Goede jongen overigens. Hij 'versteent'de achtertuin voor mij en doet dat zo degelijk, dat hij pas na 25 jaar er onlangs op terug hoefde te komen voor een revisie.
En dan valt er opeens een steen in de vijver. Willie en haar man gaan scheiden. De tweede al. We zijn net terug uit Groningen, wanneer we het horen. Maar we zijn er al niet eens zo stuk meer van als bij Ida. Alles went. maar bitter is het wel allemaal.
Overigens: zie hierna.
Nou ja; wat doe je hier nu allemaal mee. Mijn begin-opzet met dit dagboek was, dat ik Gods lijn in ons leven wilde laten zien door de jaren heen. Maar bij het bekijken van kleine deel-perioden is dat dikwijls moeilijk.
En toch....en toch....bij dat bericht van Willie en haar man overkwam mij toch iets heel bijzonders. Zaterdag kwam het bericht binnen en zondag zat ik ALLEEN in de samenkomst. Nijn vrouw was weer teruggegaan naar de Gereformeerde kerk. Ze zou so wie so niet naast me hebben gezeten, maar nu was ze ziek van verdriet thuisgebleven. En mijn kinderen..... Geen van allen wilden ze van welke kerk dan ook weten. En dat alles, een kwart eeuw, nadat ik met het Volle Evangelie had kennis gemaakt.
Ik kwam heel laat in de sam. Achterin, in een uiterste hoekje was nog éen plaats vrij. Nauwelijk had ik me daar naar toegewurmd of een eerste feestgezang barstte los. Ze openden met : "Juich.....want Jezus is Heer, kinderen Sions, verblijdt u ter ere van Hem, die u liefheeft. Hij is verrezen en leeft, Jezus de Koning, die mensen het leven weer geeft".
En terwijl ze dat samen zongen, deden alle mensen in mijn bank een stap vooruit. Zo was de vorm van de achterkant nu eenmaal. Ik bleef staan, waar ik stond.
En terwijl ik daar alleen stond, kwam het verdriet opeens over mij en trof mij met een mokerslag. Ik schreeuwde het innerlijk uit: " O Heer...ik heb niets meer over". En uiterlijk gilde ik het uit van verdriet. Maar niemand had erg in mij. Ik was alleen met mijn verdriet en met de Heer.
Mijn gekerm werd verzwolgen door het algemene vreugdevolle gezang, net zoals dat al eens eerder gebeurde,( Ezra 3 v 11-13).
En nu het wonder; na gedurende dat eerste lied kermen en 'het uitgillen', was het 'over' en kon ik, soms nog wat nokkend, meezingen:
"Liefde bedekt zijn schepping, de bloemen, de vogels , het gras. Zou hij dan jou vergeten, Jezus, die blinden genas, VERREES"
En daar is Gods lijn dan toch weer terug. Op een moment van diep zielsverdriet, zorgt hij voor noodverband om de pijn te verstillen tot een knagen, dat je aankan en dat je een plek kan geven.
Lieve lezers.... het kan niet anders dan dat jullie ook wel eens zo'n moment van diep vertwijfelen hebben meegemaakt of nog zullen meemaken. Maar: Jezus redt.
Januari- april 1984, de rest van ons verblijf in Zimbabwe.
Als buitenlander moest je een verblijfsvergunning hebben. Die kreeg je in het 'Linquendahuis', voor alle ex-pats een oord van verschrikking, waar het maar duurde en duurde. Na vele malen vergeefs uren wachten , kreeg ik die vergunning enkele dagen vóor ik weer naar Nederland terugging.
En verder was het een voortdurende roes van gebeurtenissen. - prostituées trachtten mij te verleiden - Betty en ik maakten een statiefoto. We stonden er piekfijn op, Betty zelfs zó jong, dat een lief, modern kleinkind thuis vroeg: "Heeft opa een nieuwe vrouw ?" - het werk gaf allerlei rare verrassingen. De autochtone ondernemers deden allerlei gekke dingen, gaven teveel uit voor privé, haalden nieuwe activiteiten aan, zagen overal winstkansen, waarin ze zich dan weer verstrikten, kortom ze deden alle vreemde dingen, die pas beginnende industriëlen maar kúnnen uithalen. En ik moest dan maar voortdurend waarschuwen en aanpassen. - Ik wilde ook een inreisvergunning in Zuid Afrika om daar kennissen op te zoeken. Maar die werd geweigerd met als motief: "Uit uw paspoort blijkt, dat u een keer in de DDR, een communistisch land bent geweest" ( Ik had daar een keer over de 'internationale weg' gereden om in het vrije Berlijn te komen. Maar aan het beginen het eind van die vrije weg waren wel stempelplaatsen van de DDR). - We brachten een bezoek aan de tabaksveiling en hoorden daar verhalen, hoe ze de internationale blokkade hadden omzeild in de tijd voor de onafhankelijkheid. - er waren diners, huldigingen van mijn persoontje op de Nederlandse ambassade. Er waren 'braais', waar we aanzaten, kortom een glorietijd. Maar van echt werken voor Jezus kwam weinig. Daar moet je helemaal voor gáan en niet zo'n beetje...tussendoor.
Maar toen we- gebruind- terugkwamen en vele kinderen en kleinkinderen stonden te wachten, voelden we ons toch erg 'geslaagd' ( Vrouwe Fortuna had ons haar lokkenpracht toegeworpen tijdens haar hoog-te-paard snel voorbijrijden...en wij hadden die lokken gegrepen). Maar het echte fortuin hadden wi zo niet bereikt. Nu ja, wel enig financieel gewin, maar dat verspeelde ik later op allerlei manier.
Het zijn zo maar een aantal verwarde indrukken uit het hele complex . Maar misschien krijgen jullie toch wat indruk, hoe we echt wel even in heus wel grootse stijl leefden, althans gemeten aan ons burgerbestaantje tot dan toe. Toen ik in November 1983 afscheid nam van de Rijksaccountantsdienst, werd ik geprezen als 'een kleurrijk persoon'. Maar zeg, dat aan die kleurrijkheid in Zimbabwe werd toegenvoegd.
Een collega van de R.A.D. sprak mij na terugkomst aan: "Kerel...wat ben jij aan het oogsten".
Ik beaamde het graag. Maar ik dacht wel even: "Voor de HeerJezus heb ik daarginds niet veel kunnen oogsten".
En het gaat maar door als een wervelwind, dat heel nieuwe in Harare. Het wordt december en er komt zoveel op Betty en mij af: - rapporteren in het Engels over het opzetten van boekhoudingen, terwijl ik 30 jaar niet anders gedaan heb dan boekhoudingen controléren. Al dat nieuwe en dan ook nog eens in eigenlijk toch 'vertaald Nederlands', zodat de secretaresse het maar helemaal gaat herschrijven in gangbaar Engels.
En heel opwindende Pinkstersamenkomsten bezoeken, waar de mensen elkaar ronddragen van louter enthousiasme.
En gecharmeerd zijn van de 'high mass'in de Anglicaanse kerk en dan na enkele weken al weer opmerken, dat het altijd maar dezelfde liturgie is.
En Kerstdiners, waar je aanzit, omdat hartelijke mensen denken, dat je je wel erg eenzaam zult voelen, zo ver van huis.
En het land bekijken en oude rotstekeningen zien
En de andere prijsstelling zien hier: een droomhuis in een enorme tuin voor 120 mille, (guldens). En dan ook nog in dit heerlijke klimaat.
We genieten. Maar ik had mij voorgesteld, iets te kunnen doen op geloofsgebied. Niemand echter zit op mij te wachten. Er zijn zoveel mensen, die maar wat best hun woordje kunnen doen.
Er blijft ondanks alle opwindende nieuwwigheden een wat onbevredigd gevoel. Had ik ergens, als toch financieel onafhankelijke, want gepensioneerd, niet meer voor de Heer kunnen betekenen.
Maar kom aan...zegt Prediker 9 v 9 niet: "Geniet van het leven met de vrouw die je bemint". En dan wordt er relativerend bij gevoegd: " Het bestaan is leeg en vluchtig en je zwoegt en zwoegt onder de zon, dus geniet op elke dag. Het is het loon dat God je heeft gegeven".
Het is net of God nú tegen me zegt,dat ik tóen, onder alle voorspoed door, nog niet echt dankbaar was. Ik dacht voortdurend, dat God méer van mij had mogen verwachten en dat verdonkerde de vreugde. En dat terwijl hij net bezig was om mij loon uit te betalen in ´aardse munt´.
Later heb ik ook leren genieten onder de moeilijkste omstandigheden door en ik heb uitzicht op hemels loon, waarbij ´´Harare´ verbleekt.
Daar zijn jullie al: "Hé Ger....gaan we weer Surinaams doen ? Voor de 60 maanden dáar had je 60 verslagweken nodig. Dat zou je nooit meer doen. En nú !...zo kom je nooit ergens...!!!"
Stil nou; er zijn van die maanden, die er uit springen. En er komen jaren, waaevan ik ga zeggen: "Ik heb geen lust in dezelve...'. 't Komt wel goed; het redt zich wel.
Eerst al die vliegreis. Goed, vliegen was niet nieuw voor mij. Maar die Sahara onder je te zien doorrollen in al zijn vreselijkheid. En dan die gedachte: deze onvruchtbare plek op onze planeet wordt elk jaar kilometers uitgebreid. Wat hebben we toch van de scheppiong gemaakt. En dan het aankomen. Al die lieve mensen: "Ga eerst maar eens even acclimatiseren. Volgende week zien we wel weer". En dan je kantoor...in een wolkenkrabber op de zoveelste verdieping, een pracht van een kamer. En op kennismakingsbezoek bij de Nederlandse ambassadeur.
En het werk; de inheemse counterparts. Rapporteren in het Engels. En het guesthouse. Een appartement, dat een volledige woning blijkt te zijn.
En de ambiance:een president, ene Mugabe (!!), daar ginds in Zimbabwe, die elke dag naar zijn werk gaat in een hele colonne bewakingsvoertuigen, met loeiende sirenes, vanwege het gevaar van aanslagen. En dat het dan gevaarlijk is om daar iets van te zeggen, zelfs voor buitenlanders. En de krant: engels en gelijkgeschakeld.
Alles zo overrompelend. Andere denkwereld. Andere boekhouding, Engelse methode.
Maar bovenal: Betty, die een van de eerste dagen al roept: " Kijk; ik kan de schouderrol weer maken. Al mijn Hollandse reumatische stijfheidjes weg in dit heerlijke klimaat" . Want Harare ligt vrij hoog.
En de kerk...een Pinksterkerk, waar de gelovigen, blank en zwart , geregeld op en neer springen van enthousiasme. En dat is zo'n mooi gezicht om die scharen te zien op en neer golven als een korenveld in de wind.
Dat hebben we allemaal mee mogen maken. Deze kostbare ervaring was een deel van 'Gods lijn in ons leven' Het is voor een gelovige niet allemaal kommer en kwel. Dat kwam dan weer later. Toen kreeg dát weer nut voor ons geestelijk rijpingsproces. En deze blikverbreding hadden wij dus nú nodig.
Probeer zo ook uw leven te zien: " niet louter rozen...geen doornen alleen...de Heiland vlecht ze getrouw dooreen" .
En dan is het weer: klaarmaken voor Harare, Zimbabwe. Want even gaat mijn leven ´vaart krijgen´, voor zover die er al niet inzat.
Ik wordt uitgezonden door een organisatie om in Harare beginnende ondernemers te helpen met hun boekhouding. Een hele opgave: nadat ik decennia boekhoudingen heb gecontroleerd, moet ik nu boekhoudingen opzetten.
Het voorbereiden gebeurt in een hectische periode. Er is net een staking, die ook bij de post geldt. Dat laat alles , ook voor mij, omslachtig lopen.
En dan blijkt net, dat Mieke, Harry, Marijke en Mariëtta allemaal bij psychiaters en psychologen lopen. Dat zie je vaak, dat ´moderne jongelui´, wanneer ze even bezig zijn in de harde maatschappij, echt even behoefte hebben aan bureaus, zoals Riagg. Maar voor ons is het een complicatie. Moet je ze zo achterlaten ? Maar alles blijkt met de kids dan wel weer mee te vallen.
En dan allerlei prikken. En ....blijft ons huis leegstaan of komt er een kind in. Ja...Marijke en haar vriend komen het bewonen.
O, ik krijg blaaspijn van alle toestanden. Maar Betty fleurt op bij het uitzicht op het warme Harare. In Suriname was haar gezondheid ook redelijk. Misschien wijkt haar heuppijn daarginds.
Maar dan is daar toch de dag. En-alles geregeld zijnde- stappen wij vol verwachting in het vliegtuig.
Het werd daarginds een geweldige ervaring. Maar , erop terugkijkende na vele jaren, zeg ik: "Dit was toch niet, wat God als mijn grote slotopgave had bedoeld". Dat kwam allemaal later, in 2001, en duurt nu nog voort: mijn aktiviteiten op steeds meer forums. Maar léuk werd het. En ik ga echt oppassen, dat ik het niet zo uitspin als 'Suriname'.
Alleen nog even een wat spijtige gedachte: in die jaren begonnen er vele (vervroegd) gepensioneerden en zo uit te gaan naar zendingsvelden om daar teams te versterken. Maar ik ging naar Zimbabwe 'om er een centje bij te verdienen', met als bijgedachte: "Wie weet, wat ik voor de Heer kan doen". Maar zoiets moet geen 'bijgedachte'zijn. Dan valt het tegen. Zo ook bij mij. Nou ja, er zijn bij de Heer gelukkig herkansingen. Nou ja....deze mémoires waren nooit bedoeld als heldendicht, maar vertellen de lotgevallen van heel gewone mensen, net als jullie. En we blijven uitzien naar een eind aan onze omzwervingen aan 'eeuwige wateren van rust en harmonie en... je bestemming bereiken: echt mens zijn'. En als we jullie daar mogen ontmoeten, wat zal dat een vreugde zijn.
En dan is daar de maand oktober met de grote verandering. Ik word 62 en mag eind van de maand weg bij de Rijksaccountantsdienst met een overgansuitkering, de V.U.T.
Ik heb daar 25 jaar gewerkt en tezamen met andere rijksbanen en ook nog de dubbele jaren in Suriname zal ik op mijn pensioendatum- oktober 1987- op 40 pensioenjaren komen, het ideale aantal, waar iedere ambtenaar op mikt.
Ja,,,in het maatschappelijke leven ben ik erg gelukkig geweest. Een veel aan het eigen initiatief overlatende werkring; telkens nieuwe omstandigheiden enz enz. Wat baan betreft, mag ik dankbaar zijn. Het werk was precies op mijn persoon toegesneden.
Soms was het wel eens zo, dat thuis de zeeën hoog gingen en dat het in de samenkomst ook niet zo leuk was. En dan dacht ik wel eens: " Ik ben blij, dat ik mijn werk op kantoor en in de buitendienst heb".
Maar nu was het dan óver. Afscheisdsreceptie, de belastingdirecteur, die persoonlijk de akte van eervol ontslag kwam overhandigen, vriendelijke, prijzende toespraken, de hele familie erbij ..... er was net weer een kleinkind geboren ......kortom een dag om in goud te vatten.
En nieuw, interessant werk diende zich aan.
Waarom ik daar nu zo uitvoerig over schrijf ? Een dagboek mag nu ook weer niet te jammererend worden.
Laatst las ik een boek, dat vertelde van een hoofdpersoon, die vzn de ene ellende in de andere rolde, 400 bladzijden lang. En nooit eens een meevaller.
Maar mijn moeder had altijd een versje, waarvan ik mij nog herinner: "Een haag met rozen is't hier op aard ( en hier ben ik een regel vergeten) Niet enkel rozen, geen doornen alleen, De Heiland vlecht ze getrouw dooreen".
Eén jammerklacht....dat mag mijn dagboek niet worden. Want het leven van Betty en mij had zijn doornen en er zullen er nog meer komen. Maar we hebben toch ook menig roosje mogen plukken.
Kijk maar veel naar de rozen, jullie allemaal; de rozen die er ook voor jullie bloeien. De dorens maken zichzelf wel kenbaar.
Weet je, wat overigens zo opmerkelijk is. Voor de volgeling van Jezus blijken zefs doornen achteraf rozen.
Dat was al lang zo, de dichter van psalm 119 zegt ergens,(71): " Eer ik verdrukt werd, dwaalde ik, maar nu onderhoud ik uw wet"
Tegenspoed leidt soms tot een helderder inzicht en blijkt ' een verborgen roos'.
Dat jaar hadden wij al een grote reis ondernomen; met een gezelschap naar Weenen.
Er was alleen nog tijd voor een kort uitstapje naar Vlaanderen.
In Wallonië waren wij al eerder geweest, Grotten van Han, Spa, Dinant.
Maar al die prachtige Vlaamse steden: Brugge, Gent, Damme, Antwerpen, Brussel....we deden ze nu allemaal.
En dan toch weer de zorgen rond mijn vrouw. Je weet het....ze was toch altijd in die jaren 'ziek of onderwegen', ook weer hier.
Wat een verschil met die eerste heerlijke tijd in het Volle Evangelie. Je weet nog, hoe we er aan toe waren, toen we met 'het nieuwe'kennis maakten. Ze had toen ernstige depressies.Maar o glorie, september 1959: alles week...en het bleef zo, eigenlijk tot in Suriname. En daar was dan wel dat wegnemen van de baarmoeder, maar verder bleef het glorie tot we terug waren in 1976. 17 heerlijke jaren voor de gezondheid.
En nu in Vlaanderen ook weer zo ziek in de gewrichten,leek wel. En thuis dan weer naar de giropractor, die haar lichaam weer eens helemaal rechtzette.
En in 1982 werd ze 60. En dan zijn er van die tafereeltjes, die je altijd bijblijven. Marijke kwam 's morgens , terwijl ze noh op bed lag, al gelukwensen: "Ma....van harte met je zestig jaar". En dan dat antwoord: "Betty HOEF nie zestig". En ook daarna bleef het 'toestanden'.
Toch even vooruitgrijpen. Dit jaar werd ze 86. En ze straalde, daarginds in dat woonzorgcentrum. 'Betty hoef nie 85' heb ik heel niet gehoord.
Lui; ik hoorde vandaag een preek over psalm 142. David voelt zich daar zo schrikkelijk eenzaam. Niemand heeft nog énige interesse voor hem. Maar hij weet éen ding: "In deze kale grot, zo helemaal alleen, heb ik toch altijd nog de Heer".
Ik heb mijzelf ook dikwijls zo eenzaam gevoeld. En Betty had datzelfde. En dan waren wij zo 'tweezaam'. Maar wat heeft de Heer nog mooie jaren gegeven. Met David kwam het na die eenzaamheid weer goed. En later waren er wéer van allerlei foute omstandigheden. Zo gaat het in het leven.
Jullie; jullie maken dezelfde dingen mee. Weet, dat God, Jezus en de Heilige Geest er altijd zijn om jullie uit elke grot of wat dan ook uit te leiden. ........ Zeg lui, nog iets: jullie lezen best goed in 'Dagboek'. Maar ik zou het zo fijn vinden, wanneer jullie eens reageerden, graag via e-mail.Jullie horen zoveel van mij; ik zou ook wel eens van jullie willen horen.
Die Mieke hè. Als je dat nu weer eens herleest, dan kom je eracher, hoe veel ze deed in die moeilijke ijzeren-gordijnjaren. Ze waren in dat gezin speciaal gefocust op Roemenië en Polen en brachten daarheen soms voor 4000 'euro'aan hulp. Die kwamen voor het overgrote deel uit eigen middelen.Tussen Mieke en ons heeft het nooit helemaal ´soepel gezeten´. Wat doet het dan goed om bij het nalezen van je mémoires nog eens zulke zaken tegen te komen als: een warm hart voor de vergeten, onderdrukte volken in het oosten. Bij een van die tochten, in de winter, hebben ze, met hun tienerdochter bij zich, nog eens heel gevaarlijk vastgezeten in de sneeuw in berggebied.
Wat Mariëtta betreft, ze heeft als 21-jarige echt al wel zorgen. Haar vaste relatie, electriciën, krijgt in dat risicovolle beroep, ondanks alle voorzorgen, toch een keer een hevige stroomstoot. Hij blijft lang bewusteloos en later moet Mariëtta hem ´s nachts elk uur wakker maken, zodat hij niet wegglijdt in een coma. Zorgen voor onze benjamin. Maar we zien, hoe ze in die moeilijke tijd heel erg volwassen wordt.
En Jaap....ja, die kweelt cantates met zijn vrouw in een Bach-koor. Zij zijn heel intellectueel, allebei, zij zijn erg kunstzinnig, maar houden zich helemaal afzijdig. Betty en ik waren nooit erg familiegek. In de zestiger jaren kerkten wij een tijdlang in de stad, waar ook veel familie woonde. Nooit gingen we eens op bezoek. Datzelfde gedrag zien wij bij sommige kinderen terug.
Wat mij zelf betreft: ik voer in die jaren een actie, omdat een bosrest tegenover ons huis dreigt te worden kaalgeslagen voor een parkeerterrein. En nu, decennia later, heb ik van die actie nog steeds plezier. Nog altijd is mijn uitzicht groen. Onlangs probeerden ze het weer. Maar opnieuw actie en ook dít plan werd afgeblazen.
Ik neem afscheid van het heden, laatste onderzoeken voor de Rijksaccountantsdienst. Ik kijk uit naar de toekomst. Ik kan hulpverlener worden in Zimbabwe.
Je ziet het: in de kinderen komen wij soms onszelf weer tegen. - wij hielden de familiebanden niet erg warm - onze kinderen- althans ten dele- ook al niet - wij probeerden altijd iets voor anderen te doen. - Je ziet dat bij sommigen kinderen weer.
En de grote lijnen zetten zich voort. Afscheid nemen van wat decennia je hoofdtaak is geweest, iets nieuws beginnen.
Het leven is vol grote en kleine gebeurtenissen. Maar allerlei lijnen blijven zichtbaar. En de grote lijn,. dat gouden snoer, tekent zich toch telkens af.
Eerst maar over de kinderen: - Ida hertrouwt - Met Marijke op reis - Mieke op hulptocht naar Roemenië en Polen - zorgen bij Mariëtta - Jaap kweelt in cantates Dan; mijn dagelijkse werk - ik ageer tegen een parkeerterrein - Met Betty nu weer naar Vlaanderen - laatste R.A.D.- onderzoeken - eerste contacten in Zimbabwe. Vervolgens Betty: - ziek in Vlaanderen - rugklachten, chiropractor - toch weer 60 worden. Het zal wel niet lukken om dat in éen aflevering te persen. Maar eens kijken.
De kinderen; ze zorgen voor zoveel nieuws. Direct, wanneer de scheiding met haar man is ingeschreven, hertrouwt Ida. Het is een reuze-feest. Overnachten in een duur hotel. Daarna- voor de vele familie en vrienden- een samenzijn met honderd anderen in het eetcafé van de nieuwe aanwinst. En ze is al heel duidelijk in verwachting van hem. Wij vieren het feest ( op zondag) voluit mee. We denken nu maar even niet: "Wat is dit toch allemaal. Hoe moet dat nu verder". Je doet er toch niets aan. En haar eerste man is ook alweer 'onder de pannen'. En we bidden maar stilletjes door.
En dan nog eens éen dagje met Marijke en haar 'vaste relatie'op pad. Naar Medemblik en dóor naar Willie, die met haar echtgenoot, ( ja warempel, dat is allemaal nog heel gewoon gegaan, in de kerk getrouwd, weetje wel). Marijke en haar vriend zo heerlijk uitgelaten. Nog eens éen dagje samen op de achterbank bij pama, die alles betalen en overal voor zorgen. Ik koester die zonnige herinnering nu nog, 26 jaar later. Marijke zie ik nooit meer. Maar die gelukkige dag blijft me bij. Laten wij dat maar allemaal doen..... ons vermeien in lieve dagen in het verleden, ook en vooral als het heden wat druilerig is.
Vandaag had ik Ida nog aan de lijn. Onze wildebras van toen was nu zo zorgzaam, zo lief. Nu ja, zorgzaam en toegewijd was ze ook in haar wilde jaren. En met Marijke...och, ze is gezond en heeft het in stoffelijke zin best goed, en dat is toch al heel wat...wie weet, wat God daar nog aan verassingen heeft.
Ik ze het al, deze vier maanden krijgen een vervolg in latere afleveringen. Maar ik merk in ieder geval, dat jullie weer gretiger lezen dan toen 'Suriname'zo eindeloos lang duurde. Nu kun je nog eens denken: "De laatste 7 jaar in 28 weken; 4 weken per jaar. Wel, dan is hij over twee jaar wel bij tot 2009. Dat is nog te overzien. Overigens; hij is nu al bijna 87, dat wordt hij van de maand nog. Hij móet ook wel wat opschieten".
In ieder geval; ik blíjf trachten, Gods lijn in ons leven in het oog te houden. Dat 'gouden snoer uit onze trouwtekst, weetje wel, ( Prediker 4 v 12).
Hoe herken je de lijn vn God in je leven over een zo kleine perode als twee maanden.
Van de kinderen is er altijd wel iets te vermelden - Mieke haalt haar M.E.A.O.Ze heeft weliswaar haar diploma van de kunstacademie, maar ze blijft een 'diplomajager', evenals haar zus Willie. - Met Betty is het nu weer dít dan weer dát.Ze krijgt prikken tegen de artrose en heeft nu ook weer een lichte hersenbloeding; ( of is het de zoveelste tia) - Maar ondanks al die gebeurtenissen gaan onze grote en kleine reizen maar dóor.Samen naar het Zuiderzee-buitenmuseum en 8 dagen lang naar Weenen - En ook op het sociale vlak zijn er veraneringen. Wij beginnen samen naar de Gereformeerde kerk te gaan en we zoeken oude contacen uit Betty's meisjesjaren weer op.
Maar om daar nu eens een lijn in te ontdekken....: - God zegende ons met kinderen, die de handen uit de mouw durfden steken en een behoorlijke intelligentie hadden. Ook al wandelen zij in het geestelijke andere wegen dan wij , het is goed dat er een open oog voor blijft bestaan, dat zij allemaal rijk gezegend zijn voor deelname aan het maatschappelijke leven. Een zonnebloem keert zich altijd naar het licht. Het is goed om dit als ouders ook te doen. - Betty is van alles blijven mankeren. maar nu, vlak voor haar 86-ste verjaardag, is er van artrosepijnen al jaren niets meer te bespeuren. En ook van al die tia's en verdere dingen bespeur ik niets meer. Toch ook iets om bij stil te staan. Je kunt nu wel zeggen: "Maar ze zit dan toch maar in een woonzorgcentrum". Daar komen we nog wel op. Maar van allerlei kwalen genas ze telkens weer. En we mogen dienaangaande echt wel zingen: "Tel uw zegeningenb een voor een" of- wat die ziekten betreft, nog wel sterker: ".....Tel ze per dozijn..." - En al dat gereis!.....wat heeft het per saldo aan diepe indrukken opgeleverd ?! Mooi allemaal hoor, Maar het lied blijft waar, dat zegt: "Maar wat gedaan werd uit liefde tot Jezus, dat houdt zijn waarde en zal blijven bestaan".
( Zo'n opmerking eens ooit als: "Toen ik u vroeg, van welke kerk u was, zei u: 'Ik ben een vriend , ik ben een metgezel( Ps 119 v 63) van allen die de HEER vrezen'. Zo'n antwoord blijft je bij. En nu ben ik nog van uw ' kerk' ook", .... zo'm opmerking is een blijvende herinnering)
En dan dat nieuwe oriënteren..... Dat gaan naar de vroegere kerk is uiteindelijk weer gebleken een tijdelijke lijn te zijn. Later zul je nog wel eens ooit lezen, hoe ik weer helemaal terugkeerde tot de Volle Evangelie- gedachten, die ik overigens nooit heb losgelaten.
Nu achteraf Gods licht schijnt op zomaar twee manden, zie ik 'de lijn'toch weer duidelijk.
En wat nóg belangrijker is: het 'gouden snoer', ( Prediker 4 v 12) als 'derde'in ons huwelijk, heeft altijd gehouden.
Ik vetelde al, dat Betty's gezondheid zwak is. Nu plaagt haar rug haar weer. Bij röngen-opnamen blijkt, dat haar ruggengraat zo dun is, dat hij op de foto bijna niet doorkomt. Wij blijven in gebed, ook weer hiervoor. En nu zijn we 26 jaar verder en dat dunne stangetje redt het nog steeds.
Nog iets opmerkelijks: Mariëtte's vaste relate ploetert geweldig in zijn tuin, waarin hij nu weer een drainage aanlegt. En vele jaren later zijn ze- inmiddels getrouwd- allang verhuisd en in de nieuwe tuin ploetert hij ook weer hevig. Ik heb die jongen nooit anders gekend dan altijd bezig met allerlei karweitjes en karweien. Wat een zegen, wanneer je 'gouden handen' hebt. Maar van geestelijk bezig zijn is bij hen geen sprake. Mariëtta doet het prima op haar kantoor en hij in zijn werk. Maar bij hen is het al net als bij de andere kinderen: andere wegen dan wij.
Jaap, onze oudste, kweelt met zijn vrouw lieve dingen in Bach- koren, maar wanneer wij daarop willen aansluiten - zijnde ook Bach-liefhebbers- en eens op bezoek willen komen, verlopen die visites stroef. Niet dat wij over geloofsdingen praten, maar ze merken aan ons, dat wij er vol van zijn.
Ida, zwanger van haar nieuwe vriend, viert vacantie met hem in de Ardèche. Zij spreekt nog wel eens over het geloof, maar alleen om de maagdelijke geboorte van Jezus in twijfel te trekken. Wat we toch verkeerd gedaan hebben ?! Bedenk overigens, dat dit momentopnamen zijn. We zijn nu veel verder in de tijd. En Ida is en blijft een lieve dochter.
Ach; dat maakten wij toen allemaal mee. En wij hadden onze zorgen en onze gebeden. En....er bleek achteraf nog zoveel goed te komen.
Er gebeurt zoveel in een familie, waar naast de tweede generatie, volwassen geworden, ook al weer een derde generatie inbreng krijgt. Harry heeft ook al weer een zoon. Wanneer ik die tienjarige eens goedmoedig plaag, zegt hij: "Dat plagen heeft u van mijn vader.Die kan ook zo plagen". Een soort omgekeerde overereving.
Mariëtta verhuist met haar vaste relatie naar een andere plaats. Zij hebben daar een huis gekocht. De kinderen gaan zich zo helemaal settelen. En het gaat allemaal zo gemakkelijk. Tweeverdieners en ruime credietmogelijkheden
Betty wordt weer gereformeerd. Het gekissebis in Volle Evangeliekring gaat haar te zwaar vallen. Bij het overlijden van haar moeder in 1981 is zij weer in aanraking gekomen met allerlei rustige, aangename Gereformeerde predikanten. Zij verlangt terug naar die geborgenheid. En zo heb ik voortaan de oekomène in huis. Want ik houd het nogal uit in ´het Volle Evangelie wereldje´. Dat zie je wel meer. Mijn vader en mijn oom hadden lang geleden allebei moeilijkheden met de Gereformeerde Kerk. Mijn oom liep weg, mijn vader bleef gewoon komen. En iets van die onverstoorbaarheid heb ik dan weer van mijn vader geërfd.
In mijn maatschappelijke omgeving maak ik iets ongehoords mee. Er is een crisis aan de gang. Het was de eerste niet, die ik meemaakte en het was ook de laatste niet. Want in 2000 en 2008 was er ook weer van alles aan de hand. Maar ditmaal kreeg ik voo het eerst salarisvermindering. Er ging echt iets van de ambtenarensalarissen af, voor het eerst sedert de crisisjaren van 1930. Maar er was verder zoveel aan de hand in ons leven, dat ik er verder niet bij stilstond. Als je toch in 1959 je vol enthousiasme op het nieuwe geloofsbeleven heb geworpem, tezamen met vrouw en kinderen en je staat dan in 1981 helemaal alleen, dan let je niet op die paar guldens minder.
En wat me erg hinderde in die jaren.Ik had in Spanje een tweede huis gekocht en ik kon de eigendomsbewijzen maar niet rond krijgen. Vroeger konden zulke dingen mijn nachtrust roven. Maar of het nu komt door de groeiende leeftijd of door het geloof, ik ben er tegenwoordig veel gemakkelijker onder.
Betty gaat cirkelwerk doen voor het Rode Kruis. En Willie en haar man gaan een huis bouwen in Spanje, vlakbij waar wíj 's winters wonen.
En zo beleven wij die hele, wilde, woeste wereld, waar in 1983 déze economische crisis weer ophoudt en een nieuwe periode van voorspoed aanbreekt.
Betty en ik hebben de gewone moeilijkheden van zovelen. Hoe bewaar je nu je geloof temidden van al die invloeden, die van alle kant op je aanspringen. Ik heb hierboven een greep gedaan. Veel ervan zal jullie bekend voorkomen. Maar.....we hebben dit alles beleefd ...en we hebben door Gods genade ons geloof mogen behouden en er kracht aan ontleend tot op de huidige dag.
Ida heeft ons in die tijd veel zorg gegeven, hoewel ze altijd een lieve dochter was en is. Tijdens ma's ernstige ziekte in 1978 was ze dikwijls zo'm toevlucht geweest. Maar nu; zo raadselachtig allemaal. Zij had zo'n keurige, representatieve man. Maar op de een of andere wijze boterde het niet. Toen ze gingen scheiden, was er alvast éen omstandigheid, die de boel meer overzichtelijk maakte. Er waren geen kinderen in het twaalf jaar bestaande huswelijk. In 1970 en volgende jaren was het even gewoonte onder de omstreeks die tijd gehuwden om geen kinderen te krijgen. In die 'waan van de dag ' deelden onze rondom die tijd getrouwde kinderen ten volle. Mieke lietf het bij éen kind, Willie had ook niets. Nou, Ida ook niet.
Maar dat nam maar weinig weg van het verdriet, dat wij allen er om hadden. Ze was zo eenzaam na die scheiding, zat alleen in een appartement van een omgebouwde fabriek. Haar status was zo helemaal weg, terwijl ze toch zélf het initiatief tot de scheiding had genomen. Ik ga daar nu niet verder op in. Als de kinderen ooit zouden lezen, wat ik hier schrijf .... maar ze weten niet, willen ook eigenlijk niet weten, wat ik allemaal op Internet doe, ( zeker allemaal christeklijk pa en dat hoeft niet zo nodig van ons). ....dan mag ik er geen te grote last mee krijgen.
Maar korte tijd na haar scheiding kreeg zij kennis aan een wat linkserige horeca-exploitant. Door alle gedoe rond de scheiding had ze haar rechtenstudie maar opgegeven, was ook daar nu vrij van. De weg was open voor iets nieuws. En al gauw ging ze met 'die nieuwe ' samenwonen......
Nu zul je zeggen: "Jullie lieten ze toch ook maar doen hè".
Ach.... ik zou eigenlijk wat minder 'ach' moeten zeggen, maar er is zoveel gelegenheid in het leven voor dit stopwoordje ......laatst had ik een gesprek met een diep- gelovige vrouw, die mij vertelde, dat haar zoon ook al twee scheidingen achter de rug had. Laat het nu zo zijn, dat die knaap- nou ja, ook al weer een late vijftiger- net binnenkwam en zei: "Ma...mag ik u mijn vriendin voorstellen". Het oude mensje keek zo vermoeid even.
Ja mensen, gelovigen, volgelingen van Jezus....ze krijgen toch ook hun deel wel. Zeg maar niet: "Die Ger en Betty zullen wel wat vekeerd gedaan hebben in de opvcoeding, dat het allemaal zo naar uitpakte.". Och; dat zullen jullie ook niet.. Jullie zijn allmaal 50-plusseres, die het leven kennen. Overigens; er komt nog veel meer.
Maar Betty en ik hielden door al die tegenslagen heen toch steeds de Heer Jezus vast. Steeds meer werd hij onze enige toevlucht.
Overigens had 'Ida's nieuwe' al wel een gemeubileerd huis, dat kant en klaar op haar wachtte .. Ze had weer 'status' terug. Voor het oog vzn de wereld was de zwakke positie van allenstaande, gescheiden vrouw weer over..
Ida raakte al in verwachting van 'nummer 2', toen de scheiding met 'nummer 1' nog niet eens 'rond' was.
En bij déze 'cliffhanger' wilde ik het maar weer laten.
- naar Zwitserland, enorm genieten in en met ons tentje. Want de jaren in Suriname waren ook de jaren, waarin we tot de caravan zouden zijn overgegaan. als we in Nederland waren gebleven. Die levensfaze was nu voorbij, we bleven het bij onze tent houden - dan weer naar Duitsland. Wat lang blijven hangen in Bentheim met zijn vele Nederlandse invloeden - Maar de meeste indruk maakte wel het bezoek aan een museum in West-Berlijn.Daar stonden we lang stil bij een uit hout vervaardigd dubbelbeeld van de heer en mevrouw Tente, die 4000 jaar geleden in Egypte leefden. Met verbazing ernaar gekeken. Zulke 'moderne'voorkomens.Je zou ze zomaar gewoon op straat kunnen tegenkomen. Maar de uitdrukking op die gezichten: zo puur, zo helemaal in volkomen rust. Zulke echt wel mooie mensen ook. Misschien waren het ook wel mensen, zoals Romeinen 2 v 14 vv ons schetsen: 'rechtvaardigen uit de volken', mensen, die in hun innerlijk voldoende van Gods ingeschapen wetten hadden bewaard en in practijk gebracht om door hem te worden aanvaard. Misschien ontmoet ik ze nog wel eens in de eeuwigheid.
Maar dan zijn er weer de dingen van alle dag. Met correspondentie-vrienden sedert 37 jaar uit Zuid Afrika het Czaar Peter huisje bezoeken en de Zaanse schans
Gescheiden Ida, die nu bij de FNV werkt en triest alleen woont, terwijl haar ex bij ons woont.
En bij evangelisatiewerk in het ziekenhuis wordt mij dat verboden, omdat het hier gaat over een optreden voor eigen rekening zonder een machtiging van de een of andere kerk .
Een kaleidoscoop van gebeurtenissen, met als hoofdmoment wel dit: ik ben op dat ogenblik niet vast verbonden aan een gemeente en als 'Einzelganger'stoot ik telkens mijn neus. Wat is het tijd, dat ik me ergens settle in een samenkomst. Maar gelukkig komt dat een jaar later in orde.
Lui, ga ook eens kijken in dat museum. Er staat ook een buste van koningin Nefertite van Egypte, een hedendaagse schoonheid.
Je ziet in ieder geval, dat we ook flink hebben rondgekekekn met die vele reizen en dat het maar niet allemaal ´evangelie, evangelie´was. Maar die lijn bleef er wel. Het verlangen om het gelukkigmakend bericht van Jezus uit te dragen, was er onverminderd.
En maar vacantie vieren. Ik heb genoeg vrije tijd. Op kantoor heb ik het maximaal aantal 'oude mannen-dagen'. En zo zijn we dán weer in Zwitserland en dan weer in Duitsland.
En we zijn ook in de oostzone, die dan nog zo helemaal onwankelbaar met de Sovjet-unie en het hele communistische blok verweven is. En we staan te kijken van de minachting, die we daar ontmoeten. Lui uit het verdorven Westen, die direct door allerelei partijmensen worden besprongen om de zegeningen van de heilstaat te vernemen. Maar ik word er zó door verward. De sfeer van Nederland 40-45 lijkt te herleven Bij de check-points en de grens-overgangen houd je je maar koest. De toeristen zwijgen: niet opvallen, in vredesnaam niet opvallen.
En nu is dat allemaal weer weg. Ze hadden daar het beste spionnage systeem van de wereld, daar in Oost-Duitsland. En nu is het hele land opgedoekt. Wat een energie toch verspild met als enig resultaat: een vevagende herinnering.
Zij werkten toe van een volksbestaan met idealen: de heilstaat, die ging komen. En stapje voor stapje hebben ze moeten afdalen tot de ideaalloosheid.
Wij Christenen zijn heel eenvoudig en heel stil bezig. Niemand heeft in de gaten, hoe over de hele wereld heen onze evangeliezenders nu elk plekje op de planeet kunnen bereiken en absoluut niet zonder gevolg.Want de bijbel zegt in Jesaja 55 v 10, dat Gods woord niet ledig terugkeert.
Ik zeg dit niet triomfalistisch. Ik weet, dat alles op genade is gegrondvest. Maar ik kan soms zo blij zijn, dat alles heel onbemerkt toegaat naar een glorieuze toekomst, niet eens zozeer voor ons, maar voor hém en in zijn 'slipstream'gaan wij delen in zijn glorie.
Lui, het is meer een preek geworden dan een reisverslag. Maar het loopt zoals het loopt. En....we hebben de tijd.
Mijn moeder zaliger had van die versjes, die ik me soms broksgewijs herinner. Kennen jullie dat: dat herinneringen aan vroeger alleen nog fragmentarisch aanwezig zijn.
Komt-ie:
"Een haag vol rozen is 't hier op aard'. (...vergeten...) Niet enkel rozen, geen doornen alleen.... De Heiland vlecht ze getrouw dooreen".
En zo is het met ons ook altijd geweest. Neem deze maanden nu: Eigenlijk alleen maar rozen: - In ons huis in Spanje konden we- vroeg in het jaar- de hele week in zwempak zitten. - Onze schoonzoon voltooit zijn tandartsstudie en vestigt zich. - we maken gezellige dagtochen, het hele land door. - Dochter Mariëtta voltooit cum laude haar VWO- studie - samen met Betty leid ik een dienst in een bejaardenhuis, zij achter het orgel, ik achter de katheder.
En dan even een doorn: -Betty heeft felle artrosepijnen in haar bovenarmen -ons net gekochte huis in Spanje blijkt op een aardbevingslijn te staan.
En we weten dan nog niet van toekomstige doorns. - Onze dochter Ida gaat scheiden van die net begonnen tandarts ....en van toekomstige rozen: - Die artrosepijn verdween weer - die aardbeving is nooit gekomen en het huis is al weer verkocht.
Wanneer je pas met Jezus onderweg bent, dan is er de verleiding om bij het minste of geringste doorntje direct te roepen: "Is dat nu overwinningsleven ? Ik houd er mee op hoor", eigenlijk net als die 'dwarse mensen 'uit Johannes 6.
En ook is er het gevaar, dat de roosjes je over-uitbundig doen roepen: "Hosanna".
Maar mijn vrouw en ik zijn op de duur ook de ´doornprikjes´als ´verborgen zegeningen' gaan zien. Immers; Romeinen 8 v 28 zegt; "Wij weten dat: - voor wie God liefhebben - voor wie volgens zijn voornemen geroepen zijn *, alle dingen bijdragen aan het goede. (* ieder wordt geroepen, maar niet ieder antwoordt met "Ja").