Mijn moeder zaliger had van die versjes, die ik me soms broksgewijs herinner. Kennen jullie dat: dat herinneringen aan vroeger alleen nog fragmentarisch aanwezig zijn.
Komt-ie:
"Een haag vol rozen is 't hier op aard'. (...vergeten...) Niet enkel rozen, geen doornen alleen.... De Heiland vlecht ze getrouw dooreen".
En zo is het met ons ook altijd geweest. Neem deze maanden nu: Eigenlijk alleen maar rozen: - In ons huis in Spanje konden we- vroeg in het jaar- de hele week in zwempak zitten. - Onze schoonzoon voltooit zijn tandartsstudie en vestigt zich. - we maken gezellige dagtochen, het hele land door. - Dochter Mariëtta voltooit cum laude haar VWO- studie - samen met Betty leid ik een dienst in een bejaardenhuis, zij achter het orgel, ik achter de katheder.
En dan even een doorn: -Betty heeft felle artrosepijnen in haar bovenarmen -ons net gekochte huis in Spanje blijkt op een aardbevingslijn te staan.
En we weten dan nog niet van toekomstige doorns. - Onze dochter Ida gaat scheiden van die net begonnen tandarts ....en van toekomstige rozen: - Die artrosepijn verdween weer - die aardbeving is nooit gekomen en het huis is al weer verkocht.
Wanneer je pas met Jezus onderweg bent, dan is er de verleiding om bij het minste of geringste doorntje direct te roepen: "Is dat nu overwinningsleven ? Ik houd er mee op hoor", eigenlijk net als die 'dwarse mensen 'uit Johannes 6.
En ook is er het gevaar, dat de roosjes je over-uitbundig doen roepen: "Hosanna".
Maar mijn vrouw en ik zijn op de duur ook de ´doornprikjes´als ´verborgen zegeningen' gaan zien. Immers; Romeinen 8 v 28 zegt; "Wij weten dat: - voor wie God liefhebben - voor wie volgens zijn voornemen geroepen zijn *, alle dingen bijdragen aan het goede. (* ieder wordt geroepen, maar niet ieder antwoordt met "Ja").
In die periode deden wij van alles, wat we nagelaten hadden, toen we in allerlei Christelijke gemeenten actief waren, maar niet gelukkig. We reisden veel, beleefden veel, verbreedden onze horizon, hadden meer contacten met de kinderen, keken zoeens in allerlei kerken, waar Betty zelfs weer achter het orgel terechtkwam. Tijdens een van onze vele reizen voerde ik zelfs het woord op 'Speaker's corner'in Londen.
Betty's moeder stierf. Op 58 jarige leeftijd waren we nu van beide kanten 'volle wezen'. Even zeg je dan: "Wat lijkt het kort geleden, dat onze ouders zeiden, dat ze nu in de voorste linie stonden. En nu staan wij er. " En dan leef je weer door.
Charles en Diana trouwen. De hele wereld in opschudding. Dat zullen ze meer over deze twee zijn. Maar dat soort dingen gaan allemaal voorbij. Er is zoveel opwinding, die afleidt van het grote doel: heilig worden, op God en op Jezus gaan lijken.
En de kinderen ? :
- Die kostelijke Willie, waar we veel te weinig heen gingen; een paar uur met een verjaardag, maar ze woonden ook ver weg. We komen er nu weer geregeld - dochter Ida, die moeite heeft met haar rechtenstudie en die afbreekt; we leven mee - Mariëtta, die gaat samenwonen, evenals al eerder Marijke Al die gebeurtenssen....we kunnen het allemaal wat beter bijhouden, al krijgen we nergens vat op.
Maar de hoofdzaak blijft toch: hoe kunnen wij ons nu eens blijvend nuttig maken voor de Heere Jezus.
En dan is er in die ambteloze periode opeens een vriend, die zegt: " Zou je niet wat kunnen doen in de gespreksgroep in het zorgcentrum" .
En daar begin ik dan. En al gauw zit ik ook in een ziekenomroep. En na dat 'sabbatical year'lijkt er iets nieuws aan te komen.
Ja mensen: leer van ons strukelen en weer opstaan.
Spreuken 24 v 16 zegt: " Een rechtvaardige komt zevenmaal ten val, maar telkens staat hij op". Wat hebben mijn vrouw en ik veel tijd verlummeld. Maar toch: deze periode van ' het doel zoeken' was heilrijk omdat wij het bijna verloren gaande contact met onze kinderen weer steviger maakten. En al zijn we dan heel wat keren gestruikeld en de kluts kwijt geweest....we stonden door Gods genade toch telkens weer op.
Ik ben er zeker van, dat u in onze moeizame levensweg iets zult vinden, dat herkend wordt. Loop die weg met God, evenals wij dat uiteindelijk deden. En u zult merken, net al wij dat merkten, dat zijn voetstappen altijd naast de onze waren....alleen soms waren er alleen zijn voetstappen, omdat hij ons door de grootste moeilijkheden heendroeg. En dat wil hij ook bij u doen.
In diezelfde periode zijn er weer veel zaken, die mij nu nog doen nadenken.
Een zwager overlijdt. Het is een van de eerste sterfgevallen in de ruimere familiekring. En nu- alweer 28 jaar later, wprd ik mij bewust, hoeveel sterfgevallen, ook in de engere kring, er al zijn geweest. Iemand als ik, die nog zoveel op zijn programma heeft, eigenlijk nooit klaar is met wat hij zich voor de toekomst nog voorneemt, staat niet graag stil bij de eigen dood . En toch kan ooit, spoedig of later, de roep klinken: "Ger...". Ik wil zó leven, dat ik dan zeg: "Ja Heer..." Zulke gedachten mag je toch wel eens door je heen laten gaan als 86-jarige.
Een andere ervaring in deze maanden is, dat ik de handel en wandel moet onderzoeken van iemand, die 30 miljoen gulden heeft gestolen en daar heel goed mee wegkomt. Ook ík kan niets tegen deze gladde vogel beginnnen. maar als ik tegenover hem zit, valt mij wel op, dat hij zo ongelukkig is en zo eenzaam. Misschien was dit al een voorbode van wat Zacharia 5 v 4 zegt: "De HEER van de hemelse machten, (God) ,zal het huis van de dief bezoeken. Hij zal op dat huis rusten en het verwoesten`. De man had nog de vrijpostigheid om tegen mij te zeggen, dat hij zijn door diefstal verkregen vermogen nog verder wilde vergroten door speculatie in effecten.Van 2000 tot heden hebben wij gezien, welke gevaren daarin schuilen.
In diezefde maanden slaag ik er in om dure dingen te kopen. Ik ga daarnaast ook de boekhouding doen van een zendingsgenootschap. Ik ben door de genade van God vol van welzijn en welvaart en nut voor hem.
Nu wil ik niet gaan pochen, maar Spreuken 11 v 24 zegt wél: "Wie vrijgevig is, wordt alsmaar rijker, wioe gierig is, wordt arm". Het was genade van de Heer, die mij aandreef om mijn kinderen , indien odig, financieel te ondersteunen en om aan allerlei heerlijk werk in zending en evangelisatie mee te doen met de geldmiddelen, die hij gaf. Als de liefde tot de Heer er achter staat, wanneer je je 'ontfermt en uitleent",volgt vroeger of later een zegen van de Heer.Om alle misverstand te voorkomen: dit is geen welvaartsevangelie, want de zegen van de Heer hoeft niet te bestaan in veel euro´s. Bij een en ander wil ik toch ook een eresaluut brengen aan mijn lieve gade, die heel economisch met mijn guldens omging.
Met al onze kinderen gaat het maatschappelijk goed.
Jaap, al lang doctorandus wiskunde, ( met als indicatie: computerkunde) werkt nu bij het hoofdkantoor van de P.T.T.
Mieke, met haar einddiploma Kunstacademie in de zak, doet nu met goed gevolg MEAO en gaat kennelijk de adminstratieve kant uit. Haar man werkt bij Philips op het hoofdkantoor.
Willie- ook gediplomeerd van de kunstacademie- maakt grote vacantietochten met haar echtvriend. Naar diploma's taalt ze niet. Het gaat allemaal zo goed zonder dat.
Harry is zijn doldwaze periode goed te boven. Hij verdient zijn brood als leraar in het basis- onderwijs en is heel populair bij zijn élèves met zijn gitaar spel en zijn grappen zoals: "Als je dadelijk dit-of-dat goed gedaan hebt, mag je aan mijn sokken ruiken".
Ida heeft met haar tandartsassistente-baan aan haar man de ruimte gegeven om voor tandart te studeren. Nu hij gereed is, blijkt zij ondertussen ook nog V.W.O. te hebben gedaan en krijgt 'het papiertje'.
Marijke heeft haar V.W.O.- diploma nu ook na een paar moeilijke jaren. Maar ach- zie Harry- er komt nog zoveel goed. Ze werkt bij de Rabo.
Mariëtte heeft ook haar V.W.O en werkt bij het ministerie van Onderwijs.
Zeven kinderen, goed gezond en flink van aanpakken en allemaal bezig om het in de maatschappij te maken, hun plekje te zoeken en op eigen benen te staan. Geen een lichamelijk of geestelijk achter, bezig volwaardige leden van het bestel te worden.
Een zegen toch. Maar....allemaal los-van-God, bezoeken kerk noch kluis. Er zijn zoveel dingen om dankbaar voor te zijn. En we blijven hopen en bidden, dat ook 'in het spirituele' eens de dag aanbreekt.
En nu- 27 jaar later- hopen we nog. En bij Willie is iets te zien, dat op kerkgang lijkt. En we zijn nog niet aan het eind met al die lieverds.
Nog steeds begaf ik mij in allerlei bezigheden. Ik deed mee aan een quiz-programma. Maar van de vier deelnemers aan een voorronde werd ik drie en mocht niet verder naar de volgende ronde. Daarvoor werd ik dan weer door mijn collega's geplaagd. maar ik kwam wel met een groot artikel en een foto in de plaatselijke gratiskrant:: "Quiz moeilijk; toch drie". Maar een oorverdovend succes werdx het toch niet.
Ik was echter ook voorzitter van een tent-evangelisatie. En op een avond kwam een meneer mij daar de huid volschelden: "Wat heeft u toch een hoog woord in die toespraken. En dat, terwijl u niets hebt beleefd. IK heb het bombardement op Dresden meegemaaktr en iedereen, die daartegenover niets gelijkwaardigs weet te stellen, moet zijn MOND houden.... ....ja...ik zie dat meisje aankomen. Die heeft zich zeker door uw mooie praatjes laten overtuigen`.
Ik kénde dat kind en kon alleen- wat vermoeid- antwoorden: `Nee, meneer....die staat alleen te wachten tot u wegbent om mij op haar beuirt de oren te wassen`.
Dat was andere koek dan voor de t.v. komen in een quiz. Dit was echt ´smaadheid dragen´., evenals vorige week nog eens echt ouderwets door middel van een e-mail, waarin ik aangesproken werd als "Geachte blaaaskaak'.
En het gewone levcen ging ook door: Betty kreeg laast van black outs en er waren allerlei onderzoeken, die- als bijprodukt- in de rapporten spraken van ´een hoge intelligentie´, maar die black outs bleven komen, totdat ons voortdurend gebed ook weer tot het verdwijnen daarvan leidde.
En Betty ondernam ook initiatieven. Zij werd leider in een telefooncirkel. Dat waren kringen, waar mensen elkaar opbelden om na te gaan of alles nog goed was. Stil werk. Betty was niet zo 'van de naar buiten trederigen´,( naar het ´indianentaaltje' van ´Kluckje´, dat toen furore maakte. )
Van alles wat.
Nu schiet mij echter een oud versje te binnen: " Niets is hier blijvend, alles gaat henen, Alles, hoe schoon ook, zal eenmaal vergaan. Maar wat gedaan werd uit liefde tot Jezus.... dat houdt zijn waard' en zal eeuwig bestaan".
Langs die maatlat gelegd, was dat gedoe met die quiz helemaal niets. Maar die tent- evangelisatie. Wij hadden voor honderden het evangelie laten horen. En Jesaja 55 v 10 en 11 zeggen toch ook: "Zoals regen of sneeuw neerdaalt uit de hemel en daarheen niet terugkeert zonder eerst de aarde te doordrenken, haar te bevruchten en te laten gedijen- zodat er zaad is om te zaaien en brood om te eten- zo geldt dit ook voor het woord dat voortkomt uit mijn mond: het keert niet vruchteloos naar mij terug, niet zonder eerst te doen wat ik wil en te volbrengen wat ik gebied".
Er is zo?n versje, met dit wat énge zinnetje er in: "O ...heb ik wel mijn best gedaan voor Jezus".
Als Betty en ik al 'onze best deden voor Jezus', dan was dat nog genade van God.
Ook in dát jaar maakten wij een grote vacantiereis. En tot onze verbazing wilde onze 18- jarige dochter Mariëtta nog mee. In vorige jaren had zij al haar eigen tiener- vacanties gehad. Wij begrepen niets van die plotselinge aanhankelijkheid. Maar we vonden het best leuk.
Ze was een heel mooi meisje geworden, al onze kinderen waren met uiterlijk schoon begiftigd, deze niet het minst. Er was een jongen in het spel. Ze wilde het voortdurend uitmaken, maar dan dreigde hij weer met zelfmoord. Ze leed daar vreselijk onder. Tensotte maakte zij een slim plan: ik ga deze week emet ma en pa nog eens een keer op vacantie. Als ik maar eens vier weken weg ben, dan is het bij hem wel over.
We waren niet meer dan een methode om van een vrijer af te komen. Maar wisten wij veel. Toen wij op pad gingen, kwam juist de jonkman langs. Zij zwaaide hem lief toe. Wij zeiden: "Zul je hem niet erg missen. Wat zei hij, toen je hem van deze vacantieplannen vertelde".
Ze zweeg slim.Wij schakelden over naar andere onderwerpen.Maar later heeft ze ons wel verteld, dat zij een vreselijke tijd heeft gehad met die vasthoudende jongen en dat deze reis voor haar een vlucht was. Wat weten ouders toch weinig van hun kinderen. Later kregen we de verhalen, soms tien jaar later, van ál onze kinderen, want ze hadden allemaal wel eens dingen gehad , waarvan pama niet mochten weten..
Dezer dagen hoorde ik nog van een moeder, die helemaal niet in de gaten had, hoe haar dochter van 12- 15, onder de invloed van een lover- boy, zich prostitueerde, terwijl ieder dacht, dat ze altijd braaf op school zat. De school verzuimde de afwezigheidsuren aan de ouders door te geven. Het was een slim meisje, dat toch redelijke rapporten thuisbracht. Iedereen zegt: "Hoe kan dat. Dan ben je toch geen goede moeder". Maar als ik zie, wat ons nog ontging, dan begrijp ik zulke ouders.
Nu ja; we hebben Mariëtta meegehad en ze had het toch wel naar haar zin. En toen ze thuis kwam, had die jongen al verkering. Probleem opgelost. Wij hadden, buiten ons weten, alleen hand- en spandiensten verricht.
Jullie, mede 50- plussers.....hebben jullie dat nu ook: dat je- als ouders- tegen elkaar zegt: "Hij of zij zit vandaag gelukkig braaf op school". En later merk je dan, dat ze heel iets anders aan het doen zijn.Ze verpatsen een brommer om een boete te betalen, waarvoor ze zelfs bij de kantonrechter hebben moeten komen, zoals onze Harry.Ën tegen ons: "Ze hebben mijn brommer gestolen".
Breng ze maar biddend bij de Heer.Want dat jonge gespuis kan soms nevelschermen leggen, waardoor geen ouder heen kan zien. Maar de Heer wél. En gelukkig beschermt hij dit uit-de-band-springerige goedje nog wel eens tegen zichzelf, terwijl ze het eigenlijk helemaal niet verdienen. Dat is ook genade.
Laatst las ik een boek, waarin het alleen maar 'kommer en kwel' was. De hoofd persoon rolde tijdens de Amerikaanse burgeroorlog van de ene ellende in de andere. Dat gaat vervelen, zo' n boek. Zo'n levensverhaal; gaat ook vervelen. Daarom nu een leuke mijlpaal.
In mijn werk, nog steeds rijksaccountant, werd de weg geopend naar een rang, administrateur, die in een goede salarisschaal lag en nog een heel bijzonder iets had: deze rang vereiste de koninklijke goedkeuring. Natuurlijk tekende - toen nog net- Koningin Juliana vele soortgelijke stukken en voor haar zal het wel eens geresulteerd hebben in de uitroep: "Moet dat nu, de aanstelling van al die hogere ambtenaren door mij laten bekrachtigen met mijn handtekening".
Maar wanneer je dan zo'n papiertje kreeg, was dat een heel ding. Ik voelde het als een bekroning van een interessante ambtelijke loopbaan.
Ik had er hard voor moeten werken. Er werden mij een aantal speciale zaken voorgelegd en die werden terdege door een commissie behandeld.
Maar op een werkdag, die heel gewoon begon, was ere opeens de stem van de chef, die zei: "Administrateur....kom je even bij me. Ik heb een ambtasbericht ontvangen".
Door dat eerste woord wist ik het al. Ik had het al wel honderdmaal voor mezelf uitgezegd: - voor het pensioen gold toen nog: het eindrangstelsel. Het gemiddelde loon over de laatste drie jaar voor je pensioen, was basis voor je pensioen. Mijn kinderen, die ook al weer hun pensioen zien naderen, zeggen wel eens benijdend: "Bofkont". - En....als ik met V.U.T zou gaan, zou ik net drie jaar op mijn maximum hebben gestaan. - en door mijn Indische jaren, toen nog dubbel tellend, haalde ik net het maximum aantal dienstjaren: veertig. - en door de 'terugwerkende kracht', (tot juni 1976, terug uit Suriname), kreeg ik een ´bom duiten´ ineens binnen., net voldoende om een garage te betalen, die ik na de aankoop van mijn huis aanvullend had moeten kopen.
Dat werd die dag een haastig geïmproviseerd kantoorfeest.
Ja....dan kan je er zo echt tegen.
Zeg nu niet: " Wat hebben wij met al die meevallertjes van Ger te maken".
Jullie hebben genoeg narigheid gehoord ook. Ach; de Heer gunde me dit. In het ' geestelijke" is het hier op aarde voor zijn beminden vooral strijd. De complete overwinning komt later, nadat een Christen 'tot hoger heerlijkheid is bevorderd', om met het leger des Heils te spreken.
Maar om wat adem te laten scheppen, geeft de Heer in ' het maatschappelijke ' soms van die lieve pleziertjes. Jullie kennen dat toch ook: dagen als goud tussen alle kiezelsteentjes.
Volgende week tap ik wel weer uit een ander vaatje. Even geduld...en dan is het weer ' weedom en geklaag'.. |Nou ja, dat is ook weer overdreven
Wanneer dat jaar begint, is er nog maar éen vogeltje in het nest overgebleven: Mariëtta. Haar oudere zusje Marijke is al in 1979 gaan samenwonen. Marijke had al lang met het geloof gebroken. Mariëtta ook eigenlijk al. Ze is op 31.12. 1979 18 jaar geworden en we gaan met haar van conflict naar conflict.
In de Nieuwjaarsnacht is er een felle ruzie en ze loopt van huis weg. Dát komt wel weer goed. Maar later is er weer gedoe, wanneer ze midden in de nacht uit de disco thuis komt.
En in mijn maatschappelijk leven maak ik een geduchte fout. Willie is met haar man naar Spanje vertrokken. Haar man is een handige jongen, die wel eens een huisje koopt en wat duurder verkoopt en voor de winst nog net niet als ´een bedrijf hebbende`´ wordt aangemerkt. En dat maakt het mogelijk, dat ze ´s winters plezierig in Spanje wonen en zomers in de horeca werken. Betty en ik willen in Spanje gaan overwinteren, om zo nu en dan ook eens bij deze, altijd heel hartelijke dochter te zijn, die overigens ook los van het geloof is geraakt, samen met haar man.
Ik koop een huis in Spanje. Mijn schoonzoon, die daar ook wat liefhebbert in makelaardij, spiegelt mij gouden bergen voor. Maar wanneer ik tenslotte een huis koop, is het voor een gouden prijs, vanaf het begin valt alles tegen. Waarom ik het toch allemaal doorzet met die koop. Op geestelijk gebied loopt het niet zo voorspoedig. Ik wil dus wel eens laten zien, dat ik mijn mannetje sta in het gewone leven. Twee huizen. Maar later zul je zien, dat dat huis me veertien jaar kopzorg heeft gegeven.
Ja lui, ik kan niet zoveel schitterends vertellen. Maar zo gaat het toch met vele levens. Je graaft maar door een rijstebrijberg heen om dan toch maar in Luilekkerland te komen, en die rijstebrijberg duurt maar en duurt maar.
Maar nu, 29 jaar later, zeg ik toch: - we eten ons niet meer door die rijstebrijberg heen, met als leuze: "morgen gaat het beter, beter, beter. Morgen zal het beter, zal het beter, beter gaan". ( een meezinger van Louis Davids ooit). En we geloven ook niet meer in Luilekkerland. We nemen de wereld nu, zoals die is en hopen op een beter vaderland, dat we nu al bespeuren in zijn aantocht en dat we ooit zullen bewonen met onze lieve Heer Jezus.
In dat jaar was er allereerst veel trammelant met de gezondheid van Betty. Ze werd geteisterd door afasie en zei een tijdlang vreemde, ongecontroleerde dingen. Daarna waren er weer moeilijkheden met het lopen en er was een galoperatie, met medische fouten, die bijna een slechte afloop deden vrezen.
En of het nog niet genoeg was, kwam er toen ook nog gedoe met een kleine Pinkstergemeente, waar ik me bij had aangesloten.Voor Betty was toen de maat vol en zij keerde terug naar de Gereformeerde kerk, maar ik vond rust in een grote Volle Evangeliegemeente, waar ik vroeger ook met veel genoegen had vertoefd, ( voor we naar Suriname gingen).
En terwijl het toch al allemaal niet zo lekker zat, stierf ook nog mijn vader op 97- jarige leeftijd. Maar als gevolg van dit overlijden schreef Mieke een verzoenende brief. Het overlijden van mijn vader gaf ons een dochter terug.
Later hebben al die euvels van mijn vrouw zich hersteld. Wij baden er voortdurend voor en het was er net mee als met zovele gebeden. Je denkt , dat ze niet verhoord worden en na enkele maanden zeg je dan toch: "Hé....het is over, die moeilijkheid is voorbij"
Onze dochters Mariëtta en Marijke zeiden allebei het geloof vaarwel.
In augustus gingen we maar weer eens langdurig op vacantie naar Engeland. Ik weet nog, dat ik op weg naar de boot even heel lang en heel diep zuchtte. Betty legde troostend haar hand op mijn knie en zei: "Ontspannen nu maar. De Heer gaat herstellen ...en daarvoor zal hij deze vacantie gebruiken".
Zo zijn we 1979 doorgerold..... de Heer heeft er ons dóorgedragen ......waarin vele dingen gebeurden, waarvan ik er nu enkele heb opgesomd.
Lieve vrienden: jullie zullen ook wel eens een jaar hebben met veel tegenheden. Maar ook uit de tegenslagen van dat jaar heeft de Heer ons gered En...we hebben het geloof behouden. Dat kan u ook overkomen.
We deden zoveel op het gewone, aardse vlak.Betty en ik bezochten de Hoge Veluwe en we haalden ook de schade van al die buitenlandse jaren in door veel te reizen, ook naar Frakrijk.
Maar daarver spreekt mijn 'gewone' dagboek, dat ooit nogeens gelezen zal worden misschien. Maar met nu al 9100 bladzijden, is dat haast niet te publiceren en.... als het geen direct nut heeft voor de Heer. ....hoeft dat ook helemaal niet.
Maar wat mij wel nuttig lijkt voor jullie , .is een profetie, die in 1979 over mij werd uitgesprolen.
Het was pas weer bar en boos geweest. In twee gemeenten, waar ik met hart en ziel had meegewerkt, was het mis gelopen voor mij. En toen ontving ik ergens een profetie, waarin werd gezegd: " Al word je nog zoveel in je geestelijk werk bekno, ik ( de Heer), richt je op en blijf je gebruiken".
Daar kikkerde ik toen echt van op. En nu ik deze woorden vele jaren later, nog weer eens lees, blijft het mij iets doen. Dertig jaar later en telkens weer ben ik opgericht van elke kneuzing. In 1979 kwam ik eindelijk terecht in een gemeente, waar ik vóor mijn vertrek naar Suriname ook al had gekerkt. En daar ben ik nu al dertig jaar.
En behalve dat ik ben opgericht..... en opgericht.... is de Heer me blijven gebruiken. Jullie weten het allemaal: Internet is mijn definitieve arbeidsveld geworden. Gloriejaren waren 2001-2008 ,toen ik met 'Heavenly quality' 300.000 inputs had. HQ is nu opgeheven....de formule was verouderd, maar ik ben nog steeds doende in Amerika, Duitsland, Vlaanderen en - elders- toch ook nog in Nederland.
Er komt nog zoveel goed. Liefhebbers van Jezus en God en de Heilige Geest ervaren heel intens de woorden uit Guido Gezelle's gedicht:
"Het leven is geen vreed'alhier, geen wapenstilstand vragen... het leven is: de kruisbanier kloekmoedig voorwaarts dragen.
Men struikelt wel en wonden krijgt men dikwijls:....dichte en diepe.... En 't is geen weerbaar man die wijkt of hem de dood beliepe...
Het leven is geen vreed'alhier geen wapenstilstand vragen. Het leven is: de kruisbanier tot in Gods handen dragen..".
En dat moment is zó de moeite waard. Dat gebeuren straks geeft kleur aan het gebeuren nú.
Ik gun iedereen de genade, om dit mee te mogen maken.
Ziekten, telkens overwonnen, maar ook telkens terugkerend.
Na onze Surinaamse jaren , waarin ook al het nodige was voorgevallen, begon de gezondheid van Betty steeds meer zorgen te baren. Ik herinner mij nog een bezoek aan een bloemententoonstelliing, waarop zij liep met een gezwachtelde hand vanwege de artrose. Later was dat dan na vurig gebed weer over, maar dan was er soms opeens iets anders. Zo was er in 1978 iets heel vervelends. Er waren opeens galstenen of nierstenen, ik weet niet meer wat. En ze lag werkelijk weken in het ziekenhuis, ook al doordat een bepaalde verdoving verkeerd had uitgewerkt. En toen ze thuis kwam, bleef er nog tijdenlang een vreemd verschijnsel: als zij bijvoorbeeld 'lepel' bedoelde, dan zei ze: 'geel'.. En zo waren er talloze moeilijkheden die dan allemaal op gebed wel weer overgingen, maar de aandacht toch bleven trekken door hun telkens terugkeren, steeds weer in andere vorm.. We leefden telkens in de afwachting: "wat nu weer". Zo is er jaren lang gedoe geweest met het hart, maar telkens ging ook dat voorbij.De uitzending naar Suriname ging bijna niet door, omdat ze een hartvergroting had. Maar later was die ook weer weg. . Over dat 'woordverwisselen' nog even dít: Vandaag- zijn we net 64 jaar getrouwd. Ik heb ze in het zorgcentrum een bloemstuk gebracht. Toen ik zei: Ïk moet nu gaan; ik moet de was opzetten", antwoordde ze|: "Wat bedoel je. Tegenwoordig zeten we de was toch niet meer op het gas voor vóorverwarming". Ik verbeterde: "Ach nou ja...ik bedoelde 'uit de machine halen, maar ik zei iets anders." Best bij de pinken. En overigens: nu zei ik 'geel', terwijl ik 'lepel 'bedoelde.
Lieve lezenden, jullie zullen in mijn belevenissen nog wel meer van Betty's gedurige ongsteldheden, tegenkomen. Timotheüs was ook zo'n fijn popje, ( 1 Tim 5 v 23).
Maar jullie zullen ook telkens vernemen van herstel en nieuwe aanvallen. Zij bevindt zich, wat dat betreft in uitstekend gezelschap.. De duivel was in de woestijn bij de verzoeking fel op Jezus aangevallen. En in Lucas 4 v 13 lezen wij: "Toen de duivel alle verzoekingen ten einde had gebracht,week hij van Jezus TOT EEN BEPAALDE TIJD".
En- heel in het klein- zullen velen van jullie ook wel de idee hebben: "Allerlei euvels- dan weer dit en dan weer dat- vergezellen mij mijn hele leven. Telkens word ik ze met behulp van Jezus de baas. Maar telkens steken ze weer de kop op, in andere vorm".
En dan roep ik u toe: "Ga door met strijden, Bestrijd ook de 'vijfde colonne' in je eigen wezen. Overwin met Gods hulp de eigen zwakheid en bied weerstand aan de duivel en elke keer zul je het wéer beleven, dat hij van je vliedt, ( Jacobu 4 v7)..
Een beetje ordeloos, met een hap en een snap, ben ik aan de periode 'na 1976' begonnen. Maar nu lrijg ik er wat meer vat op en ik ga terug van 1981, waar ik al helemaal was, naar 1977.
In dat jaar wilde ik in Europa iets gaan doen. Eerlijk gezegd, kreeg ik in Nederland 'geen voet aan de grond'. Ik wilde iets van de Suriname-sfeer terug. Daar zoveel kansen, zoveel spreekbeurten, zoveel te geven bijbelstudies. En nú: eigenlijk niets: Nu ja; weleens een spreekbeurt in Friesland. Maar de tóestanden om daar te komen. Ach; 't zette nog geen zoden aan de dijk ook . Ik lwam niet 'in 'the picture'.
Maar in het voorjaar 1977 had ik het voor elkaar. Ik liet me uitnodigen door lieve kennissen van vroeger, die nu in Zuid-Italië een werk hadden. Wel de tocht heen en terug voor eigen rekening. Eén had een gemeente in Catanzaro de andere in La Mezia Terma, als ik die naam nog goed in m mijn herinnering heb. En toen ik liet doorschemeren, dat ik daar wel eens wilde komen, waren zij direct wild enthousiast. Want zij zaten daar ook maar, ver van huis, te pionieren.
Het was nog een hele onderneming. Naar Rome per vliegtuig, overstappen naar Reggio, en toen per auto helemaal weer teug naar Catanzaro..
Maar zo´n hartelijke ontvngst. En direct bleek al een heel schema voor mij te zijn vastgelegd. Ik was daar twee weken. En ze hadden alle drie dagdelen, morgen, middag en avond al een programma klaar met tolken incluis: zijzelf meestal, want ze spraken allemaal goed Italiaans. En zo was ik 48 dagdelen aktief, met kinderhuizen, bijbelstudies, piepkleine samenkomsten in bergdorpen. Ik kon zó mijn hart ophalen . Al mijn energie kon ik kwijt.
Of het allemaal wat opgeleverd heeft ?. Ach; we weten: "Gods woord keert niet ledig terug , (Jesaja 55 v 11). Ik had al gepreekt op Zweedse campings, in luxe buitenhuizen in Caracas, in het Surinaamse oerwoud.....ik had 'overal en nergens' gesproken over 'de zondvloed' en 'de profetieën van Daniël' en 'het Nieuwe Jeruzalem'. En hier ging het weer over 'Tobia en Sanballat' en vele dingen meer. En overal waren vragen, want het was een leergierig volk daar.
Maar toen ik na twee weken , toch wel voldaan, terugkeerde, was er weinig weerklank. Gerritse was in Zuid-Italië geweest. Maar ik kreeg nauwelijks gelegenheid om van mijn belevenissen te spreken. En 'het grote avontuur' verwerd tot een herinnering.
Zó waren sommige belevenissen ná Suriname. Maar ik was, ondanks alle vleselijke motieven, dan toch maar op stap gegaan en had honderden mogen bereiken. Een Christen mag weven aan zijn 'kleed der gerechtigheid'. En ik heb tot op de huidige dag de idee, dat ik er daarginds meer aan geweven heb dan bij mijn vele, vele 'gewone' vacantiereizen.
Als ik als nu 86 - jarige al wat begin terujg te kijken op mijn leven, zie ik 'Calabtrië' toch wel als een parel.
Ik gun het alle bejaarde mensen om een leven te hebben met VELE PARELS voor God.
Lui, nog even over 1982, die scheiding van Ida. Maar daarna toch terug, want we gaan te vlug.
Ook in 1977 gebeurden grote dingen.
Eerst die scheiding dus: Ouders, die zoiets nog nooit hebben meegemaakt, moeten op dit soort ervaringen nog zo helemaal inspelen.
Wij waren er dagenlang van ontsteld, maakten toen de afwikkeling mee. Die verliep wel goed, zonder krakeel. Er waren geen kinderen, dat scheelt 'een slok op een borrel'.
Hoe was dat nu allemaal zo gekomen ? Ida was voorheen heel erg betrokken geweest bij ons geloof. Ze heeft zelfs nog wel eens een vriendin met ons in kennis gebracht. En die vriendin is bij dit geloof gebleven tot op de huidige dag. Zij is een gewaardeerd lid van de gemeente, waar ik nu ook ben en ik zie haar wekelijks.
Maar Ida werd bekoord door 'de tegenwoordige wereld, evenals Demas,( 2 Tim 4 v 10).
Die wereld deed zich zo aanlokkelijk aan haar voor. In die wereld was 'van alles te beleven'.. Door allerlei relaties maakte zij veel leuke dingen mee, waar andere mensen pas later aan toekomen: skivacanties en zo.
En in de gemeente, waar ze zich zo'n beetje gesetteld hadeen, waren er lastige mensen, die zich door het een of ander woordje van haar gegriefd voelden, Ze was nog zo'n veulen, amper 20, toen dit gebeurde. En die veel oudere medegelovigen bleven maar doozeuren over dat ene woordje,dat dan verkeerd gevallen was.
En daarbuiten, in die wijde, wijde wereld, waren alleen maar gezellige mensen zonder grezeur en genietend van het leven.
En toen ze ook nog eens verhuisden en de nieuwe gemeente niet kon boeien, toen was het gauw gebeurd.
Ja...hoe gaan die dingen soms......
Later heeft Ida het leven van allerlei grimmige kanten leren kennen. Het heeft zich aan haar getoond in velerlei facetten. Maar toen kon zij niet meer terug. Ach...Ida...lieve kind; we houden niet op voor je te bidden..
Volgendd week: Calabrië...!!!
Maar jullie vragen nu tóch: "We missen nog iets. Wanneer je van de Heer wegdwaalt, als echtpaar, dan hoeft dat toch niet te betekenen, dat je gaat scheiden. En die man kan toch wel gelovig zijn gebleven. We missen ergens een schakel.".
Gelijk heb je.....soms echter is het zo, dat 'uitgekeken raken op de Heer' andere kwade zaken inluidt. En Ida raakte uitgekeken op haar man, die overigens op zíjn maniet de Heer kwijtraakte. En gelovige meensen, die ´wat uitgekeken raken´op hun partner, worden door de Heer wel gewaarschuwd om terug te keren naar zijn kudde. Wanneer een schaap erg ver wegdwaalt, gooit de hemelse herder wel eens een steentje, dat het wegdwalende dier doet schrikken en terugkeren. Maar Ida raakte zo ver weg, dat ze buiten het bereik van zelfs maar een 'waarschuwingssteen' kwam.
En zo is het gekomen. "Hij of zij was een mooi boek , maar ik heb het uit", zeggen mensen soms, maar de Heer kan het zo leiden voor zijn beminden, dat ze na 64 jaar huwelijk nog blij en dankbaar lezen in een boek, dat ze meenden, na 8 jaar al uit te hebben.
Zien jullie, hoe lekker we er nu doorheengaan. Ik mag wel oppassen, dat ik niet te gauw bij 2009 en de dingen van deze dag ben.
De vorige maal heb ik jullie veteld van die mooie bevordering, nog op 55- jarige leeftijd, waardoor alles een beetje leek op 'la vie en rose'.
Maar er zat nog een lelijke wolk aan de lucht. Mijn Surinaamse periode hè: dat waren tropenjaren , die dubbel telden, ( in 1977 is die regel afgeschaft). Maar door een of andere vervelende aantekening, die ergens stond, geloofden ze bij het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds, dat ik in die vijf , bijna zes jaar, in Surinaamse dienst was geweest en dat die jaren voor mijn Nederlandse pensioen niet meetelden. Stel je toch voor: inplaats van tien pensioenjaren kreeg ik er NUL.En dat betekende inplaats van 40 pensioenjaren ...30. ...en een kwart van mijn aanstaande pensioen kwijt.
En wat ik ook ondernam, het haalde niets uit. De bui bleek er in 1976 al sedert 1971 te hangen en het was nu al 1982. En....vóor 1987 moest de boel geregeld zijn.
In wanhoop herinnerde ik mij uit Suriname een geloofsvriend. Het kwam mij ter ore, dat hij 'het hoogste' had bereikt: algemeen directeur van de belastingsdienst.
Ik schreef hem: kon hij hier vanuit Suriname niets aan doen. Nou....dat déed hij; vanuit Suriname kwam een ambtelijk bericht, dat klare taal sprak. Nog de volgende dag belde een ABP- functionaris mijn vrouw op: "Er is een officiële missive uit Suriname gekomen en die heeft ons doen besluiten om de jaren 1971-1976 dubbel te tellen en ze niet als 'buiten deambtelijke dienst doorgebracht'aan te merken. Wilt u onze verontschuldigingen aan uw man overbrengen.". En mijn vrouw, wat strak-afgemeten, zoals ze dat ook wel kon, als dat vereist was: "Ik zal uw boodsxchap overbrengen. Mijn man heeft hiervan overigens veel verdriet gehad.".
Het was op een zonige zaterdagmorgen, dat er een brief kwam, die dat alles bevestigde. We zaten in de tuin, aten - zogezegd- ( overdrachtelijk gezien) tompoucen, verheugden ons en waren in opperbeste stemming. En toen kwamen Ida en haar man op bezoek.
"Leuk...leuk ...zeg. Kom even zitten. Jullie horen als eersten het bericht, dat de wolk is weggetrokken".
Ze luisterden beleefd. Daarna zei Ida: "Komen jullie nu even mee naar binnen. we hebben iets te vertellen".
En- daar aangekomen - kregen wij, volkomen onverwacht - te horen: "Wij gaan scheiden".
Annie M.G.Schmidt scheef eens een tragi-comedie: "Er valt een traan op de tompouce".
Lui...het was echt niet allemaal kommer en kwel. Hebben jullie overigens in de gaten, hoe de gang er nu inzit ?! Die jaren in Suriname; je kwám er maar niet door. Maar wat ik nu ga vertellen,vindt zijn bekroning toch in 1978, al weer twee jaar ná Suriname.
Direct toen ik terugwas, zei mijn chef: "We gaan ogenblikkelijk een procedure in werking zetten om jou administrateur te maken".
Even een toelichting: 'administrateur'was toen een rang in schaal 148.... nu is dat allemaal weer anders .....iets om van te watertanden. Wanneer je nét niet alle accountants-examens had afgelegd, was je eigenlijk veroordeeld om gedurende je verdere diensttijd 'adjunct accountant eerste klas' te blijven. Maar hier was opeens een mogelijkheid om door dat plafond heen te breken en een rang te bereiken, waarbij de handtekening van de koninging zélf onder het benoemingsbesluit stond. En dat was 'lekker eten' na al die eerdere besluiten met gewoon 'lagere handtekeningen'.
Van 1976 af tot 1978 werd mijn werk speciaal beoordeeld En dat is een beetje vreemde gewaarwording voor een vijftigjarige.
Maar op een februarimorgen belde het hoofd van dienst op: "Administrateur....!!!! Hier voor me ligt het benoemingsbesluit met de handtekening van koningin Juliana erop. We gaan vanmiddag een feestje bouwen, voor zover er mensen op kantoor zijn".
Dat was me wat hoor. Terugwerkende kracht tot de datum, dat ik weer in Nederland in dienst was. En een veel betere pensioengrondslag. In die gelukkige tijden was het gemiddelde van je laatste drie jaarsalarissen als grondslag bepalend en in 1980 kwam ik op mijn nieuwe maximum, terwijl mijn ontslag ging vallen in 1987, naar ik toen dacht.
Nu zullen jullie misschien zeggen: "Hè hè...wat ben ik nou blij. Er gaat ergens zo'n intens geluksgevoel door mij heen: Gerritse is toch nog op een heel goede eindrang gepensioneerd. Ik ga verder zingend door het leven".
Nou niet zo badinerend doen. Ik heb dit allemaal ervaren als een zegen van de Heer. Het ging niet zo lekkerr in het 'geestelijke'. En de Heer zorgde op maatschappelijk gebied, dat daar toch reden was tot verblijden in plaats vasn lijden.
Wenden jullie je allemaal maar als een zonnebloem naar het licht.
Maar misschien zeggen jullie: "Ger...ik heb helemaal níets van zonlicht in mijn leven". En dan zeg ik nóg: "Ik heb twee van die afschuwelijk perioden meegemaakt: - de winter van 1961 op 1962 - 1975 in Suriname, toen er moeilijkheden waren met de kinderen, op kantoor en in het gemeenteleven. Toen hadden mijn vrouw en ik alleen elkaar om uit te huilen. Maar Prediker 4 vers 9 werd toen heerlijk aan ons bewaarheid, onze trouwtekst: "....een drievouding snoer wordt niet spoedig gebroken". En ook tóen was daar dat gouden snoer. Mogelijk zeg je: "Ger....ik ben alleengaand". Maar ook dán wil God er zijn.
Je kunt zeggen van Suriname, wat je wilt, maae ik was er wel iemand van zekere betekenis geweest. Nu ik dat zo opschrijf, komt gelijk déze gedachte bij me op: "En wat dan nog. Aardse bekendheid veervluchtigt zo gauw. Van alles, wat toen bekend was, is in mensenharten nu geen herinnering meer gebleven".
Nu ja; zo moet het gaan. "Alleen wat gedaan wordt uit liefde tot Jezus, Dat houdt zijn waarde en zal eeuwig bestaan|".
Dat neemt niet weg, dat ik wel in een diep gat viel. Er kwamen wel uitnodigingen om hier en daar te spreken, maar een echte , nieuwe lijn voor levensvulling zat er toch niet in.
En in de gemeente, waarbij ik me aansloot, kwam al gauw een diepe crisis. Die groep viel uit elkaar en om de een of andere reden speelde dan weer de een, dan weer de ander 'de zwarte piet aan mij toe'. Toen alles achter de rug was, blerf ik met een akelig gevoel van verlatenheid achter.
Nu zouden jullie twee dingen kunnen zeggen: - je bent zeker een lastig merakel, dat alles op geestelijk gebied je bij de handen afbreekt - jij heb nooit veel plezier van je geloof beleefd.
Wat dat eerste betreft: op de een of andere wijze draaide alles fout voor mij uit op het geestelijk erf.. Er waren altijd misvedrstanden, waartegen ik mij tevergeefs verzette.
En wat het tweede betreft; er zijn mensen in het Volle Evangelie, die allerlei geestelijke moeilijkheden over zich heen krijgen. Dat zal dan wel hun 'speciale opgave' zijn. En ik ben trouw gebleven en heb tot op heden het geloof behouden. En ik geloof ook, dat ik de goede strijd aan het strijden ben.
Nu ja....de volgende keer over : successen in de maatschapij.
En dán gebeurt er iets vreemds: opeens heb ik geen zin meer om mijn dagboek bij te houden. Tot 1981 behelp in mij met agenda's , en allerhand gegevens, ook brieven, die bewaard zijn.
En er gebeurt toch genoeg.We hebben een nieuw kantoor en ik onmoet de collega's en de Nederlandse onderzoeken beginnen weer. Zo'n omschakeling. Zes jaar geleden moest ik omschakelen naar Surinaamse begrippen. En nú blijkt híer weer van alles veranderd.
- Vóor mijn vertrek kon ik tijdens onderzoeken veel van mijn geloof vertellen. Nu is dat helemaal niet mogelijk meer. Het erg open klimaat van de zestiger jaren, waarin iedereen openstond voor nieuwe indrukken, is helemaal 'dichtgeslagen'. - De adviseurs zijn ook veel mneer vakbekwaam geworden. Hoorde je vóor 1971 nog wel eens uit de mond van een boekhouder: 0"De rijkasaccountant heeft gesproken. Wat zúllen we nog....", dat is goed voorbij. - En ook de eigenlijke doelgroep, de belastingplichtigen, is veel meer weerbaar geworden.Maar ik heb me altijd goed kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden. En ik blijf mijn werk een machtige baan vinden.
Mijn eerste onderzoek is bij een kaashandelaar. Direct kom ik in aanraking met allerlei nieuwe maatregelen, (die overigens al weer gauw verdwenen zijn). Zo was er toen iets tijdelijks, dat met alle wetten van de logica spotte. Terwijl ik mijzelf met geweld moest dwingen om er iets van te begrijpen, riep de bel.pl. toornig uit: "Mien...moet je hóren !!! Meneer híer heeft iets uitgedacht, dat voorlopig niet tegen mij zal worden gebruikt, maar dat hij als een konijntje uit de hoge hoed gaat toveren, wanneer ik 65 ben. En dan moet ik betalen".
Zulke dingen. Ik was gelijk 'ontgoend'. En toen mijn volgend onderzoek een sexclubhouder betrof, zai ik er weer helemaal in.
Aan mijn zijde had Betty het ook behoorlijk moeilijk. Niet meer leuk met vriendinnen uitgaan, terwijl de gedienstige voor het huis en voor het eten zorgde,. In plaats daarvan hard werken in dat nieuwe, immens grote huis met veel trappen. Het werd haar teveel, die overgang. Toen ik op een middag uit mijn werk kwam, vond ik haar flauwgevallen. Ze bleef nog wekenlang misselijk, echt wel behoorlijk ziek.
Mens, wat moet je in je leven toch door een heleboel verschillende situaties heen. Hebben jullie dat nu ook, dat je - terugblikkende- zegt:
"Ik hield me altijd in kwade dagen maar hieraan vast: 'Maar de Heer zal uitkomst geven'. En...hij heeft uitkomst gegeven".
De eerste stappen in het ( weer nieuwe) Nederlandse leven
Die eerste tijd , daar in de bossen. Ik heb gelukkig terugkeerverlof, drie weken, aansluitend op Surinaamse vacantie, in Nederland door te brengen.
Ik ben zo moe, dat ik, samen met Mariëtta wandelend in de bossen, op korte afstand nog naar onze bungalow, wenk: "Loop jij maar door. Ik kán even niet".
En ik strek mij uit aan de bosrand. Zó overweldigend druk was het die laatste tijd in Suriname. Alles, wat we daar ooit hadden meegemaakt, kwam in die laatste maanden nog eens in verdubbelde kracht op ons af en ik heb echt iets als 'oververmoeidheid' bij me, nog net geen 'burn out'. Het is met wat extra rust nog te beheersen. Later heb ik leren inzien, dat ik geen dag langer had moeten wachten met mijn besluit: " we gaan weg" . Anders was het echt een 'burn out' geworden. Dank U Heer voor die ingeving.
Maar daarnas: - we gaan een huis kopen . Voor twee ton vinden we iets . Nog een hypotheek sluiten, want ik heb niet genoeg gespaard ginds. Ik kom 150 meter van mijn toekomstig werk te wonen. We komen aan een bosrand terecht. Mooie stek. En....ik woon daar nu nóg: 33 jaar later. - en dan: een school voor Mariëtta. We vinden ergens een christelijk lyceum voor haar. Maar ze verliest wél een jaar. Repatriëren is in schooltermen een kostbare zaak. Zelden passen twee disciplines op elkaar. Ik zie nog haar gezícht. Het beviel haar maar slecht. Maar al gauw waren er vriendinnen. - en dan naar den Haag. Er moet van alles geregeld worden. Verhuiskosten. Onvindbare salarisuitbetalingen. Een jubileumuitkering, die nog niet is verzilverd, omdat ik destijds buitenslands was en art...xxx.... zich tegen uitbetaling tóen verzette. - en alweer weg uit onze bungalow, nu het hoofdseizoen aanbreekt. Ergens bij een medegelovige intrekken.
O mens, wat druk allemaal. Maar wat een leegte anderzijds. Vele avonden weg in Suriname voor evangelie verkondiging. Wat mis ik bvijvoorbeeld die woensdagavond met die vele mensen bij dar ene kleine electrische peertje in dat achterafplekje in Pontbuiten. Wat dat betreft val ik in een zwart gat. Maar dan krijg ik huisbezoekadressen en kan al weer een beetje aan de gang.
Nieuw werk komt er aan, lijkt er althans aan te komen. Dit zwarte gat zal gauw gevuld zijn, naar het zich laat aanzien.
Jullie weten, hoe dat gaat.....de bons van de landing, naar de slurf taxieën, haastige passagiers, die al opstaan. Zó gaat dat toch op Zavetem ook. En dan....na dat wachten op je bagage, komt de toegang van de onrtvangstruimte vrij, jullie kennen het nu allemaal uit al die luchthavenprogtramma's: "goodbye en hello´, die er in Vlaanderen ook wel zullen zijn. Nou, het ´good bye´ is achter de rug....en voor het 'Hello' stáat er toch een ontvangstcomité !!! Vier van de vijf thuisgebleven kinderen, allemaal met hun partners, (Mieke laat weer verstek gaan) en ook vooruitgereisde Marijke.
Na de ontmoeting, in mijn eigen, car, die al gereed staat, die de kinderen voor me geregeld hebben. En eerst maar eens naar Leusden, waar het bijpraten maar doorgaat onder allerlei lekkere hapjes, door de kinderen bereid. Ida woont nu daar met haar man.
En daarna is daar weer Ida: "Ik heb Marijke al. En ik neem Mariëtta nu ook mee. Dan hebben jullie een paar dagen tijd om tot rust te komen in jullie , door ons voor jullie gehuurde zomerhuisje in Lage Vuurse".
En zo rijden wij dan later op de dag in onze gekochte, tweedehands car naar een stille camping in een stil bos.... want het is nog april, voorseizoen .... om daar tot rust te komen.
Klappertanden, acht graden Celsius, de gaskachel; kan niet tegen die kou op..Maar die stilte, even helemaal geen verplichtingen....!!
En zo begint onze Nederlandse en voor onbekende tijd doorgaande periode.
Maar we weten dan al, dat het allmaal weer gauw gaat losbarsten met nieuwe afspraken.
Maar daarover in onbepaald vele.... of weinige, want ik ben nu 86 ....afleveringen. . Nu ja....de laatste anderhalf jaar Suriname heb ik in éen aflevering weggemoffeld. Maar nu neem ik weer wat kleinere stappen.
En dán is het opeens: over en uit. Niet, dat er over die laatste periode januari 1975- april 1976 niet enorm veel te vertellen is. Maar ik ben nu al zo lang bezig. Het moet maar eens kláar zijn.
- We maken nog een mooie toch naar Venezuela - De onafhankelijkheid wordt uitgeroepen - we moeten Marijke vooruit laten gaan naar Nederland. De moeilijkheden met haar in haar pubertijd werden te groot. - het blijven na de onafhankelijkheid viel ons steeds zwaarder
Ik spaar jullie die laatste 15 maanden, met alsmaar meer preken en vergaderingen, meer van het zelfde, drukker dan ooit tevoren. Maar uit het bovenstaande zullen jullie vermoed hebben, dat het zware tijden en ook heerlijke tijden en ook leezame tijden zijn geweest. Maar vooral de gebeurtenissen met Marijke waren zodanig, dat het leven van Betty en mij er voor vele jaren door werd getekend.
Daarom: het is mooi geweest. In maart 1976 ....ik stond in de tuin te graven....,kwam Betty naar buiten en zei: "Renate verlangt zo terug naar Holland...en ik ook...".
En het is natuurlijk een denkproces van maanden. Maar op dat moment wist ik het opeens : "We gáan".
En wat ik op dat ogenblik níet wist: - dat ik mij door mijn gedraal in een jaar al 25 duizend gulden armer had gemaakt. Zo waren de huizenprijzen in Nederland gestegen. - En ik realiseerde mij ook niet, dat ik door deze beslissing dit verlies niet nóg eens met 25 duizend guldens liet oplopen. Want de huizenprijzen stegen nog jaren daarna verder, tot ze in 1978 opeens weer duikelden. .
Maar dat is nu maar een bijkomstigheid. Er volgde een stroom van afscheidsrecepties, ontvangsten door de gouverneur, die inmiddels president heette enz enz.
En dan zit je toch op die groote dag in maart daar op Zanderij, dat je zoveel maal hebt bezocht om gasten af te halen. En het is in 1976 precies andersom als in 1971. In Suriname zijn de laatste banden verdwenen, op het moment , dat je de vliegtuigtrap op gaat. En in Nederland moet je eigenlijk weer opnieuw beginnen, ook al wacht daar de familie.
We draaien ons nog even om op die vliegtuigtrap.... daar nog geen 'slurven' .....kijken nog even om en weten: "Wij zien Suriname waarschijnlijk nooit meer terug".
En...inderdaad....nu, 33 jaar later, is het er nog steeds niet van gekomen.
En wat is nu het wonderlijke: ik heb zeer lang verwijld bij de vijf Surinaamse jaren. Jullie zullen gaan merken, dat de vaart er nu weer goed in zit.