En het gaat maar door als een wervelwind, dat heel nieuwe in Harare. Het wordt december en er komt zoveel op Betty en mij af: - rapporteren in het Engels over het opzetten van boekhoudingen, terwijl ik 30 jaar niet anders gedaan heb dan boekhoudingen controléren. Al dat nieuwe en dan ook nog eens in eigenlijk toch 'vertaald Nederlands', zodat de secretaresse het maar helemaal gaat herschrijven in gangbaar Engels.
En heel opwindende Pinkstersamenkomsten bezoeken, waar de mensen elkaar ronddragen van louter enthousiasme.
En gecharmeerd zijn van de 'high mass'in de Anglicaanse kerk en dan na enkele weken al weer opmerken, dat het altijd maar dezelfde liturgie is.
En Kerstdiners, waar je aanzit, omdat hartelijke mensen denken, dat je je wel erg eenzaam zult voelen, zo ver van huis.
En het land bekijken en oude rotstekeningen zien
En de andere prijsstelling zien hier: een droomhuis in een enorme tuin voor 120 mille, (guldens). En dan ook nog in dit heerlijke klimaat.
We genieten. Maar ik had mij voorgesteld, iets te kunnen doen op geloofsgebied. Niemand echter zit op mij te wachten. Er zijn zoveel mensen, die maar wat best hun woordje kunnen doen.
Er blijft ondanks alle opwindende nieuwwigheden een wat onbevredigd gevoel. Had ik ergens, als toch financieel onafhankelijke, want gepensioneerd, niet meer voor de Heer kunnen betekenen.
Maar kom aan...zegt Prediker 9 v 9 niet: "Geniet van het leven met de vrouw die je bemint". En dan wordt er relativerend bij gevoegd: " Het bestaan is leeg en vluchtig en je zwoegt en zwoegt onder de zon, dus geniet op elke dag. Het is het loon dat God je heeft gegeven".
Het is net of God nú tegen me zegt,dat ik tóen, onder alle voorspoed door, nog niet echt dankbaar was. Ik dacht voortdurend, dat God méer van mij had mogen verwachten en dat verdonkerde de vreugde. En dat terwijl hij net bezig was om mij loon uit te betalen in ´aardse munt´.
Later heb ik ook leren genieten onder de moeilijkste omstandigheden door en ik heb uitzicht op hemels loon, waarbij ´´Harare´ verbleekt.
Daar zijn jullie al: "Hé Ger....gaan we weer Surinaams doen ? Voor de 60 maanden dáar had je 60 verslagweken nodig. Dat zou je nooit meer doen. En nú !...zo kom je nooit ergens...!!!"
Stil nou; er zijn van die maanden, die er uit springen. En er komen jaren, waaevan ik ga zeggen: "Ik heb geen lust in dezelve...'. 't Komt wel goed; het redt zich wel.
Eerst al die vliegreis. Goed, vliegen was niet nieuw voor mij. Maar die Sahara onder je te zien doorrollen in al zijn vreselijkheid. En dan die gedachte: deze onvruchtbare plek op onze planeet wordt elk jaar kilometers uitgebreid. Wat hebben we toch van de scheppiong gemaakt. En dan het aankomen. Al die lieve mensen: "Ga eerst maar eens even acclimatiseren. Volgende week zien we wel weer". En dan je kantoor...in een wolkenkrabber op de zoveelste verdieping, een pracht van een kamer. En op kennismakingsbezoek bij de Nederlandse ambassadeur.
En het werk; de inheemse counterparts. Rapporteren in het Engels. En het guesthouse. Een appartement, dat een volledige woning blijkt te zijn.
En de ambiance:een president, ene Mugabe (!!), daar ginds in Zimbabwe, die elke dag naar zijn werk gaat in een hele colonne bewakingsvoertuigen, met loeiende sirenes, vanwege het gevaar van aanslagen. En dat het dan gevaarlijk is om daar iets van te zeggen, zelfs voor buitenlanders. En de krant: engels en gelijkgeschakeld.
Alles zo overrompelend. Andere denkwereld. Andere boekhouding, Engelse methode.
Maar bovenal: Betty, die een van de eerste dagen al roept: " Kijk; ik kan de schouderrol weer maken. Al mijn Hollandse reumatische stijfheidjes weg in dit heerlijke klimaat" . Want Harare ligt vrij hoog.
En de kerk...een Pinksterkerk, waar de gelovigen, blank en zwart , geregeld op en neer springen van enthousiasme. En dat is zo'n mooi gezicht om die scharen te zien op en neer golven als een korenveld in de wind.
Dat hebben we allemaal mee mogen maken. Deze kostbare ervaring was een deel van 'Gods lijn in ons leven' Het is voor een gelovige niet allemaal kommer en kwel. Dat kwam dan weer later. Toen kreeg dát weer nut voor ons geestelijk rijpingsproces. En deze blikverbreding hadden wij dus nú nodig.
Probeer zo ook uw leven te zien: " niet louter rozen...geen doornen alleen...de Heiland vlecht ze getrouw dooreen" .
En dan is het weer: klaarmaken voor Harare, Zimbabwe. Want even gaat mijn leven ´vaart krijgen´, voor zover die er al niet inzat.
Ik wordt uitgezonden door een organisatie om in Harare beginnende ondernemers te helpen met hun boekhouding. Een hele opgave: nadat ik decennia boekhoudingen heb gecontroleerd, moet ik nu boekhoudingen opzetten.
Het voorbereiden gebeurt in een hectische periode. Er is net een staking, die ook bij de post geldt. Dat laat alles , ook voor mij, omslachtig lopen.
En dan blijkt net, dat Mieke, Harry, Marijke en Mariëtta allemaal bij psychiaters en psychologen lopen. Dat zie je vaak, dat ´moderne jongelui´, wanneer ze even bezig zijn in de harde maatschappij, echt even behoefte hebben aan bureaus, zoals Riagg. Maar voor ons is het een complicatie. Moet je ze zo achterlaten ? Maar alles blijkt met de kids dan wel weer mee te vallen.
En dan allerlei prikken. En ....blijft ons huis leegstaan of komt er een kind in. Ja...Marijke en haar vriend komen het bewonen.
O, ik krijg blaaspijn van alle toestanden. Maar Betty fleurt op bij het uitzicht op het warme Harare. In Suriname was haar gezondheid ook redelijk. Misschien wijkt haar heuppijn daarginds.
Maar dan is daar toch de dag. En-alles geregeld zijnde- stappen wij vol verwachting in het vliegtuig.
Het werd daarginds een geweldige ervaring. Maar , erop terugkijkende na vele jaren, zeg ik: "Dit was toch niet, wat God als mijn grote slotopgave had bedoeld". Dat kwam allemaal later, in 2001, en duurt nu nog voort: mijn aktiviteiten op steeds meer forums. Maar léuk werd het. En ik ga echt oppassen, dat ik het niet zo uitspin als 'Suriname'.
Alleen nog even een wat spijtige gedachte: in die jaren begonnen er vele (vervroegd) gepensioneerden en zo uit te gaan naar zendingsvelden om daar teams te versterken. Maar ik ging naar Zimbabwe 'om er een centje bij te verdienen', met als bijgedachte: "Wie weet, wat ik voor de Heer kan doen". Maar zoiets moet geen 'bijgedachte'zijn. Dan valt het tegen. Zo ook bij mij. Nou ja, er zijn bij de Heer gelukkig herkansingen. Nou ja....deze mémoires waren nooit bedoeld als heldendicht, maar vertellen de lotgevallen van heel gewone mensen, net als jullie. En we blijven uitzien naar een eind aan onze omzwervingen aan 'eeuwige wateren van rust en harmonie en... je bestemming bereiken: echt mens zijn'. En als we jullie daar mogen ontmoeten, wat zal dat een vreugde zijn.
En dan is daar de maand oktober met de grote verandering. Ik word 62 en mag eind van de maand weg bij de Rijksaccountantsdienst met een overgansuitkering, de V.U.T.
Ik heb daar 25 jaar gewerkt en tezamen met andere rijksbanen en ook nog de dubbele jaren in Suriname zal ik op mijn pensioendatum- oktober 1987- op 40 pensioenjaren komen, het ideale aantal, waar iedere ambtenaar op mikt.
Ja,,,in het maatschappelijke leven ben ik erg gelukkig geweest. Een veel aan het eigen initiatief overlatende werkring; telkens nieuwe omstandigheiden enz enz. Wat baan betreft, mag ik dankbaar zijn. Het werk was precies op mijn persoon toegesneden.
Soms was het wel eens zo, dat thuis de zeeën hoog gingen en dat het in de samenkomst ook niet zo leuk was. En dan dacht ik wel eens: " Ik ben blij, dat ik mijn werk op kantoor en in de buitendienst heb".
Maar nu was het dan óver. Afscheisdsreceptie, de belastingdirecteur, die persoonlijk de akte van eervol ontslag kwam overhandigen, vriendelijke, prijzende toespraken, de hele familie erbij ..... er was net weer een kleinkind geboren ......kortom een dag om in goud te vatten.
En nieuw, interessant werk diende zich aan.
Waarom ik daar nu zo uitvoerig over schrijf ? Een dagboek mag nu ook weer niet te jammererend worden.
Laatst las ik een boek, dat vertelde van een hoofdpersoon, die vzn de ene ellende in de andere rolde, 400 bladzijden lang. En nooit eens een meevaller.
Maar mijn moeder had altijd een versje, waarvan ik mij nog herinner: "Een haag met rozen is't hier op aard ( en hier ben ik een regel vergeten) Niet enkel rozen, geen doornen alleen, De Heiland vlecht ze getrouw dooreen".
Eén jammerklacht....dat mag mijn dagboek niet worden. Want het leven van Betty en mij had zijn doornen en er zullen er nog meer komen. Maar we hebben toch ook menig roosje mogen plukken.
Kijk maar veel naar de rozen, jullie allemaal; de rozen die er ook voor jullie bloeien. De dorens maken zichzelf wel kenbaar.
Weet je, wat overigens zo opmerkelijk is. Voor de volgeling van Jezus blijken zefs doornen achteraf rozen.
Dat was al lang zo, de dichter van psalm 119 zegt ergens,(71): " Eer ik verdrukt werd, dwaalde ik, maar nu onderhoud ik uw wet"
Tegenspoed leidt soms tot een helderder inzicht en blijkt ' een verborgen roos'.
Dat jaar hadden wij al een grote reis ondernomen; met een gezelschap naar Weenen.
Er was alleen nog tijd voor een kort uitstapje naar Vlaanderen.
In Wallonië waren wij al eerder geweest, Grotten van Han, Spa, Dinant.
Maar al die prachtige Vlaamse steden: Brugge, Gent, Damme, Antwerpen, Brussel....we deden ze nu allemaal.
En dan toch weer de zorgen rond mijn vrouw. Je weet het....ze was toch altijd in die jaren 'ziek of onderwegen', ook weer hier.
Wat een verschil met die eerste heerlijke tijd in het Volle Evangelie. Je weet nog, hoe we er aan toe waren, toen we met 'het nieuwe'kennis maakten. Ze had toen ernstige depressies.Maar o glorie, september 1959: alles week...en het bleef zo, eigenlijk tot in Suriname. En daar was dan wel dat wegnemen van de baarmoeder, maar verder bleef het glorie tot we terug waren in 1976. 17 heerlijke jaren voor de gezondheid.
En nu in Vlaanderen ook weer zo ziek in de gewrichten,leek wel. En thuis dan weer naar de giropractor, die haar lichaam weer eens helemaal rechtzette.
En in 1982 werd ze 60. En dan zijn er van die tafereeltjes, die je altijd bijblijven. Marijke kwam 's morgens , terwijl ze noh op bed lag, al gelukwensen: "Ma....van harte met je zestig jaar". En dan dat antwoord: "Betty HOEF nie zestig". En ook daarna bleef het 'toestanden'.
Toch even vooruitgrijpen. Dit jaar werd ze 86. En ze straalde, daarginds in dat woonzorgcentrum. 'Betty hoef nie 85' heb ik heel niet gehoord.
Lui; ik hoorde vandaag een preek over psalm 142. David voelt zich daar zo schrikkelijk eenzaam. Niemand heeft nog énige interesse voor hem. Maar hij weet éen ding: "In deze kale grot, zo helemaal alleen, heb ik toch altijd nog de Heer".
Ik heb mijzelf ook dikwijls zo eenzaam gevoeld. En Betty had datzelfde. En dan waren wij zo 'tweezaam'. Maar wat heeft de Heer nog mooie jaren gegeven. Met David kwam het na die eenzaamheid weer goed. En later waren er wéer van allerlei foute omstandigheden. Zo gaat het in het leven.
Jullie; jullie maken dezelfde dingen mee. Weet, dat God, Jezus en de Heilige Geest er altijd zijn om jullie uit elke grot of wat dan ook uit te leiden. ........ Zeg lui, nog iets: jullie lezen best goed in 'Dagboek'. Maar ik zou het zo fijn vinden, wanneer jullie eens reageerden, graag via e-mail.Jullie horen zoveel van mij; ik zou ook wel eens van jullie willen horen.
Die Mieke hè. Als je dat nu weer eens herleest, dan kom je eracher, hoe veel ze deed in die moeilijke ijzeren-gordijnjaren. Ze waren in dat gezin speciaal gefocust op Roemenië en Polen en brachten daarheen soms voor 4000 'euro'aan hulp. Die kwamen voor het overgrote deel uit eigen middelen.Tussen Mieke en ons heeft het nooit helemaal ´soepel gezeten´. Wat doet het dan goed om bij het nalezen van je mémoires nog eens zulke zaken tegen te komen als: een warm hart voor de vergeten, onderdrukte volken in het oosten. Bij een van die tochten, in de winter, hebben ze, met hun tienerdochter bij zich, nog eens heel gevaarlijk vastgezeten in de sneeuw in berggebied.
Wat Mariëtta betreft, ze heeft als 21-jarige echt al wel zorgen. Haar vaste relatie, electriciën, krijgt in dat risicovolle beroep, ondanks alle voorzorgen, toch een keer een hevige stroomstoot. Hij blijft lang bewusteloos en later moet Mariëtta hem ´s nachts elk uur wakker maken, zodat hij niet wegglijdt in een coma. Zorgen voor onze benjamin. Maar we zien, hoe ze in die moeilijke tijd heel erg volwassen wordt.
En Jaap....ja, die kweelt cantates met zijn vrouw in een Bach-koor. Zij zijn heel intellectueel, allebei, zij zijn erg kunstzinnig, maar houden zich helemaal afzijdig. Betty en ik waren nooit erg familiegek. In de zestiger jaren kerkten wij een tijdlang in de stad, waar ook veel familie woonde. Nooit gingen we eens op bezoek. Datzelfde gedrag zien wij bij sommige kinderen terug.
Wat mij zelf betreft: ik voer in die jaren een actie, omdat een bosrest tegenover ons huis dreigt te worden kaalgeslagen voor een parkeerterrein. En nu, decennia later, heb ik van die actie nog steeds plezier. Nog altijd is mijn uitzicht groen. Onlangs probeerden ze het weer. Maar opnieuw actie en ook dít plan werd afgeblazen.
Ik neem afscheid van het heden, laatste onderzoeken voor de Rijksaccountantsdienst. Ik kijk uit naar de toekomst. Ik kan hulpverlener worden in Zimbabwe.
Je ziet het: in de kinderen komen wij soms onszelf weer tegen. - wij hielden de familiebanden niet erg warm - onze kinderen- althans ten dele- ook al niet - wij probeerden altijd iets voor anderen te doen. - Je ziet dat bij sommigen kinderen weer.
En de grote lijnen zetten zich voort. Afscheid nemen van wat decennia je hoofdtaak is geweest, iets nieuws beginnen.
Het leven is vol grote en kleine gebeurtenissen. Maar allerlei lijnen blijven zichtbaar. En de grote lijn,. dat gouden snoer, tekent zich toch telkens af.
Eerst maar over de kinderen: - Ida hertrouwt - Met Marijke op reis - Mieke op hulptocht naar Roemenië en Polen - zorgen bij Mariëtta - Jaap kweelt in cantates Dan; mijn dagelijkse werk - ik ageer tegen een parkeerterrein - Met Betty nu weer naar Vlaanderen - laatste R.A.D.- onderzoeken - eerste contacten in Zimbabwe. Vervolgens Betty: - ziek in Vlaanderen - rugklachten, chiropractor - toch weer 60 worden. Het zal wel niet lukken om dat in éen aflevering te persen. Maar eens kijken.
De kinderen; ze zorgen voor zoveel nieuws. Direct, wanneer de scheiding met haar man is ingeschreven, hertrouwt Ida. Het is een reuze-feest. Overnachten in een duur hotel. Daarna- voor de vele familie en vrienden- een samenzijn met honderd anderen in het eetcafé van de nieuwe aanwinst. En ze is al heel duidelijk in verwachting van hem. Wij vieren het feest ( op zondag) voluit mee. We denken nu maar even niet: "Wat is dit toch allemaal. Hoe moet dat nu verder". Je doet er toch niets aan. En haar eerste man is ook alweer 'onder de pannen'. En we bidden maar stilletjes door.
En dan nog eens éen dagje met Marijke en haar 'vaste relatie'op pad. Naar Medemblik en dóor naar Willie, die met haar echtgenoot, ( ja warempel, dat is allemaal nog heel gewoon gegaan, in de kerk getrouwd, weetje wel). Marijke en haar vriend zo heerlijk uitgelaten. Nog eens éen dagje samen op de achterbank bij pama, die alles betalen en overal voor zorgen. Ik koester die zonnige herinnering nu nog, 26 jaar later. Marijke zie ik nooit meer. Maar die gelukkige dag blijft me bij. Laten wij dat maar allemaal doen..... ons vermeien in lieve dagen in het verleden, ook en vooral als het heden wat druilerig is.
Vandaag had ik Ida nog aan de lijn. Onze wildebras van toen was nu zo zorgzaam, zo lief. Nu ja, zorgzaam en toegewijd was ze ook in haar wilde jaren. En met Marijke...och, ze is gezond en heeft het in stoffelijke zin best goed, en dat is toch al heel wat...wie weet, wat God daar nog aan verassingen heeft.
Ik ze het al, deze vier maanden krijgen een vervolg in latere afleveringen. Maar ik merk in ieder geval, dat jullie weer gretiger lezen dan toen 'Suriname'zo eindeloos lang duurde. Nu kun je nog eens denken: "De laatste 7 jaar in 28 weken; 4 weken per jaar. Wel, dan is hij over twee jaar wel bij tot 2009. Dat is nog te overzien. Overigens; hij is nu al bijna 87, dat wordt hij van de maand nog. Hij móet ook wel wat opschieten".
In ieder geval; ik blíjf trachten, Gods lijn in ons leven in het oog te houden. Dat 'gouden snoer uit onze trouwtekst, weetje wel, ( Prediker 4 v 12).
Hoe herken je de lijn vn God in je leven over een zo kleine perode als twee maanden.
Van de kinderen is er altijd wel iets te vermelden - Mieke haalt haar M.E.A.O.Ze heeft weliswaar haar diploma van de kunstacademie, maar ze blijft een 'diplomajager', evenals haar zus Willie. - Met Betty is het nu weer dít dan weer dát.Ze krijgt prikken tegen de artrose en heeft nu ook weer een lichte hersenbloeding; ( of is het de zoveelste tia) - Maar ondanks al die gebeurtenissen gaan onze grote en kleine reizen maar dóor.Samen naar het Zuiderzee-buitenmuseum en 8 dagen lang naar Weenen - En ook op het sociale vlak zijn er veraneringen. Wij beginnen samen naar de Gereformeerde kerk te gaan en we zoeken oude contacen uit Betty's meisjesjaren weer op.
Maar om daar nu eens een lijn in te ontdekken....: - God zegende ons met kinderen, die de handen uit de mouw durfden steken en een behoorlijke intelligentie hadden. Ook al wandelen zij in het geestelijke andere wegen dan wij , het is goed dat er een open oog voor blijft bestaan, dat zij allemaal rijk gezegend zijn voor deelname aan het maatschappelijke leven. Een zonnebloem keert zich altijd naar het licht. Het is goed om dit als ouders ook te doen. - Betty is van alles blijven mankeren. maar nu, vlak voor haar 86-ste verjaardag, is er van artrosepijnen al jaren niets meer te bespeuren. En ook van al die tia's en verdere dingen bespeur ik niets meer. Toch ook iets om bij stil te staan. Je kunt nu wel zeggen: "Maar ze zit dan toch maar in een woonzorgcentrum". Daar komen we nog wel op. Maar van allerlei kwalen genas ze telkens weer. En we mogen dienaangaande echt wel zingen: "Tel uw zegeningenb een voor een" of- wat die ziekten betreft, nog wel sterker: ".....Tel ze per dozijn..." - En al dat gereis!.....wat heeft het per saldo aan diepe indrukken opgeleverd ?! Mooi allemaal hoor, Maar het lied blijft waar, dat zegt: "Maar wat gedaan werd uit liefde tot Jezus, dat houdt zijn waarde en zal blijven bestaan".
( Zo'n opmerking eens ooit als: "Toen ik u vroeg, van welke kerk u was, zei u: 'Ik ben een vriend , ik ben een metgezel( Ps 119 v 63) van allen die de HEER vrezen'. Zo'n antwoord blijft je bij. En nu ben ik nog van uw ' kerk' ook", .... zo'm opmerking is een blijvende herinnering)
En dan dat nieuwe oriënteren..... Dat gaan naar de vroegere kerk is uiteindelijk weer gebleken een tijdelijke lijn te zijn. Later zul je nog wel eens ooit lezen, hoe ik weer helemaal terugkeerde tot de Volle Evangelie- gedachten, die ik overigens nooit heb losgelaten.
Nu achteraf Gods licht schijnt op zomaar twee manden, zie ik 'de lijn'toch weer duidelijk.
En wat nóg belangrijker is: het 'gouden snoer', ( Prediker 4 v 12) als 'derde'in ons huwelijk, heeft altijd gehouden.
Ik vetelde al, dat Betty's gezondheid zwak is. Nu plaagt haar rug haar weer. Bij röngen-opnamen blijkt, dat haar ruggengraat zo dun is, dat hij op de foto bijna niet doorkomt. Wij blijven in gebed, ook weer hiervoor. En nu zijn we 26 jaar verder en dat dunne stangetje redt het nog steeds.
Nog iets opmerkelijks: Mariëtte's vaste relate ploetert geweldig in zijn tuin, waarin hij nu weer een drainage aanlegt. En vele jaren later zijn ze- inmiddels getrouwd- allang verhuisd en in de nieuwe tuin ploetert hij ook weer hevig. Ik heb die jongen nooit anders gekend dan altijd bezig met allerlei karweitjes en karweien. Wat een zegen, wanneer je 'gouden handen' hebt. Maar van geestelijk bezig zijn is bij hen geen sprake. Mariëtta doet het prima op haar kantoor en hij in zijn werk. Maar bij hen is het al net als bij de andere kinderen: andere wegen dan wij.
Jaap, onze oudste, kweelt met zijn vrouw lieve dingen in Bach- koren, maar wanneer wij daarop willen aansluiten - zijnde ook Bach-liefhebbers- en eens op bezoek willen komen, verlopen die visites stroef. Niet dat wij over geloofsdingen praten, maar ze merken aan ons, dat wij er vol van zijn.
Ida, zwanger van haar nieuwe vriend, viert vacantie met hem in de Ardèche. Zij spreekt nog wel eens over het geloof, maar alleen om de maagdelijke geboorte van Jezus in twijfel te trekken. Wat we toch verkeerd gedaan hebben ?! Bedenk overigens, dat dit momentopnamen zijn. We zijn nu veel verder in de tijd. En Ida is en blijft een lieve dochter.
Ach; dat maakten wij toen allemaal mee. En wij hadden onze zorgen en onze gebeden. En....er bleek achteraf nog zoveel goed te komen.
Er gebeurt zoveel in een familie, waar naast de tweede generatie, volwassen geworden, ook al weer een derde generatie inbreng krijgt. Harry heeft ook al weer een zoon. Wanneer ik die tienjarige eens goedmoedig plaag, zegt hij: "Dat plagen heeft u van mijn vader.Die kan ook zo plagen". Een soort omgekeerde overereving.
Mariëtta verhuist met haar vaste relatie naar een andere plaats. Zij hebben daar een huis gekocht. De kinderen gaan zich zo helemaal settelen. En het gaat allemaal zo gemakkelijk. Tweeverdieners en ruime credietmogelijkheden
Betty wordt weer gereformeerd. Het gekissebis in Volle Evangeliekring gaat haar te zwaar vallen. Bij het overlijden van haar moeder in 1981 is zij weer in aanraking gekomen met allerlei rustige, aangename Gereformeerde predikanten. Zij verlangt terug naar die geborgenheid. En zo heb ik voortaan de oekomène in huis. Want ik houd het nogal uit in ´het Volle Evangelie wereldje´. Dat zie je wel meer. Mijn vader en mijn oom hadden lang geleden allebei moeilijkheden met de Gereformeerde Kerk. Mijn oom liep weg, mijn vader bleef gewoon komen. En iets van die onverstoorbaarheid heb ik dan weer van mijn vader geërfd.
In mijn maatschappelijke omgeving maak ik iets ongehoords mee. Er is een crisis aan de gang. Het was de eerste niet, die ik meemaakte en het was ook de laatste niet. Want in 2000 en 2008 was er ook weer van alles aan de hand. Maar ditmaal kreeg ik voo het eerst salarisvermindering. Er ging echt iets van de ambtenarensalarissen af, voor het eerst sedert de crisisjaren van 1930. Maar er was verder zoveel aan de hand in ons leven, dat ik er verder niet bij stilstond. Als je toch in 1959 je vol enthousiasme op het nieuwe geloofsbeleven heb geworpem, tezamen met vrouw en kinderen en je staat dan in 1981 helemaal alleen, dan let je niet op die paar guldens minder.
En wat me erg hinderde in die jaren.Ik had in Spanje een tweede huis gekocht en ik kon de eigendomsbewijzen maar niet rond krijgen. Vroeger konden zulke dingen mijn nachtrust roven. Maar of het nu komt door de groeiende leeftijd of door het geloof, ik ben er tegenwoordig veel gemakkelijker onder.
Betty gaat cirkelwerk doen voor het Rode Kruis. En Willie en haar man gaan een huis bouwen in Spanje, vlakbij waar wíj 's winters wonen.
En zo beleven wij die hele, wilde, woeste wereld, waar in 1983 déze economische crisis weer ophoudt en een nieuwe periode van voorspoed aanbreekt.
Betty en ik hebben de gewone moeilijkheden van zovelen. Hoe bewaar je nu je geloof temidden van al die invloeden, die van alle kant op je aanspringen. Ik heb hierboven een greep gedaan. Veel ervan zal jullie bekend voorkomen. Maar.....we hebben dit alles beleefd ...en we hebben door Gods genade ons geloof mogen behouden en er kracht aan ontleend tot op de huidige dag.
Ida heeft ons in die tijd veel zorg gegeven, hoewel ze altijd een lieve dochter was en is. Tijdens ma's ernstige ziekte in 1978 was ze dikwijls zo'm toevlucht geweest. Maar nu; zo raadselachtig allemaal. Zij had zo'n keurige, representatieve man. Maar op de een of andere wijze boterde het niet. Toen ze gingen scheiden, was er alvast éen omstandigheid, die de boel meer overzichtelijk maakte. Er waren geen kinderen in het twaalf jaar bestaande huswelijk. In 1970 en volgende jaren was het even gewoonte onder de omstreeks die tijd gehuwden om geen kinderen te krijgen. In die 'waan van de dag ' deelden onze rondom die tijd getrouwde kinderen ten volle. Mieke lietf het bij éen kind, Willie had ook niets. Nou, Ida ook niet.
Maar dat nam maar weinig weg van het verdriet, dat wij allen er om hadden. Ze was zo eenzaam na die scheiding, zat alleen in een appartement van een omgebouwde fabriek. Haar status was zo helemaal weg, terwijl ze toch zélf het initiatief tot de scheiding had genomen. Ik ga daar nu niet verder op in. Als de kinderen ooit zouden lezen, wat ik hier schrijf .... maar ze weten niet, willen ook eigenlijk niet weten, wat ik allemaal op Internet doe, ( zeker allemaal christeklijk pa en dat hoeft niet zo nodig van ons). ....dan mag ik er geen te grote last mee krijgen.
Maar korte tijd na haar scheiding kreeg zij kennis aan een wat linkserige horeca-exploitant. Door alle gedoe rond de scheiding had ze haar rechtenstudie maar opgegeven, was ook daar nu vrij van. De weg was open voor iets nieuws. En al gauw ging ze met 'die nieuwe ' samenwonen......
Nu zul je zeggen: "Jullie lieten ze toch ook maar doen hè".
Ach.... ik zou eigenlijk wat minder 'ach' moeten zeggen, maar er is zoveel gelegenheid in het leven voor dit stopwoordje ......laatst had ik een gesprek met een diep- gelovige vrouw, die mij vertelde, dat haar zoon ook al twee scheidingen achter de rug had. Laat het nu zo zijn, dat die knaap- nou ja, ook al weer een late vijftiger- net binnenkwam en zei: "Ma...mag ik u mijn vriendin voorstellen". Het oude mensje keek zo vermoeid even.
Ja mensen, gelovigen, volgelingen van Jezus....ze krijgen toch ook hun deel wel. Zeg maar niet: "Die Ger en Betty zullen wel wat vekeerd gedaan hebben in de opvcoeding, dat het allemaal zo naar uitpakte.". Och; dat zullen jullie ook niet.. Jullie zijn allmaal 50-plusseres, die het leven kennen. Overigens; er komt nog veel meer.
Maar Betty en ik hielden door al die tegenslagen heen toch steeds de Heer Jezus vast. Steeds meer werd hij onze enige toevlucht.
Overigens had 'Ida's nieuwe' al wel een gemeubileerd huis, dat kant en klaar op haar wachtte .. Ze had weer 'status' terug. Voor het oog vzn de wereld was de zwakke positie van allenstaande, gescheiden vrouw weer over..
Ida raakte al in verwachting van 'nummer 2', toen de scheiding met 'nummer 1' nog niet eens 'rond' was.
En bij déze 'cliffhanger' wilde ik het maar weer laten.
- naar Zwitserland, enorm genieten in en met ons tentje. Want de jaren in Suriname waren ook de jaren, waarin we tot de caravan zouden zijn overgegaan. als we in Nederland waren gebleven. Die levensfaze was nu voorbij, we bleven het bij onze tent houden - dan weer naar Duitsland. Wat lang blijven hangen in Bentheim met zijn vele Nederlandse invloeden - Maar de meeste indruk maakte wel het bezoek aan een museum in West-Berlijn.Daar stonden we lang stil bij een uit hout vervaardigd dubbelbeeld van de heer en mevrouw Tente, die 4000 jaar geleden in Egypte leefden. Met verbazing ernaar gekeken. Zulke 'moderne'voorkomens.Je zou ze zomaar gewoon op straat kunnen tegenkomen. Maar de uitdrukking op die gezichten: zo puur, zo helemaal in volkomen rust. Zulke echt wel mooie mensen ook. Misschien waren het ook wel mensen, zoals Romeinen 2 v 14 vv ons schetsen: 'rechtvaardigen uit de volken', mensen, die in hun innerlijk voldoende van Gods ingeschapen wetten hadden bewaard en in practijk gebracht om door hem te worden aanvaard. Misschien ontmoet ik ze nog wel eens in de eeuwigheid.
Maar dan zijn er weer de dingen van alle dag. Met correspondentie-vrienden sedert 37 jaar uit Zuid Afrika het Czaar Peter huisje bezoeken en de Zaanse schans
Gescheiden Ida, die nu bij de FNV werkt en triest alleen woont, terwijl haar ex bij ons woont.
En bij evangelisatiewerk in het ziekenhuis wordt mij dat verboden, omdat het hier gaat over een optreden voor eigen rekening zonder een machtiging van de een of andere kerk .
Een kaleidoscoop van gebeurtenissen, met als hoofdmoment wel dit: ik ben op dat ogenblik niet vast verbonden aan een gemeente en als 'Einzelganger'stoot ik telkens mijn neus. Wat is het tijd, dat ik me ergens settle in een samenkomst. Maar gelukkig komt dat een jaar later in orde.
Lui, ga ook eens kijken in dat museum. Er staat ook een buste van koningin Nefertite van Egypte, een hedendaagse schoonheid.
Je ziet in ieder geval, dat we ook flink hebben rondgekekekn met die vele reizen en dat het maar niet allemaal ´evangelie, evangelie´was. Maar die lijn bleef er wel. Het verlangen om het gelukkigmakend bericht van Jezus uit te dragen, was er onverminderd.
En maar vacantie vieren. Ik heb genoeg vrije tijd. Op kantoor heb ik het maximaal aantal 'oude mannen-dagen'. En zo zijn we dán weer in Zwitserland en dan weer in Duitsland.
En we zijn ook in de oostzone, die dan nog zo helemaal onwankelbaar met de Sovjet-unie en het hele communistische blok verweven is. En we staan te kijken van de minachting, die we daar ontmoeten. Lui uit het verdorven Westen, die direct door allerelei partijmensen worden besprongen om de zegeningen van de heilstaat te vernemen. Maar ik word er zó door verward. De sfeer van Nederland 40-45 lijkt te herleven Bij de check-points en de grens-overgangen houd je je maar koest. De toeristen zwijgen: niet opvallen, in vredesnaam niet opvallen.
En nu is dat allemaal weer weg. Ze hadden daar het beste spionnage systeem van de wereld, daar in Oost-Duitsland. En nu is het hele land opgedoekt. Wat een energie toch verspild met als enig resultaat: een vevagende herinnering.
Zij werkten toe van een volksbestaan met idealen: de heilstaat, die ging komen. En stapje voor stapje hebben ze moeten afdalen tot de ideaalloosheid.
Wij Christenen zijn heel eenvoudig en heel stil bezig. Niemand heeft in de gaten, hoe over de hele wereld heen onze evangeliezenders nu elk plekje op de planeet kunnen bereiken en absoluut niet zonder gevolg.Want de bijbel zegt in Jesaja 55 v 10, dat Gods woord niet ledig terugkeert.
Ik zeg dit niet triomfalistisch. Ik weet, dat alles op genade is gegrondvest. Maar ik kan soms zo blij zijn, dat alles heel onbemerkt toegaat naar een glorieuze toekomst, niet eens zozeer voor ons, maar voor hém en in zijn 'slipstream'gaan wij delen in zijn glorie.
Lui, het is meer een preek geworden dan een reisverslag. Maar het loopt zoals het loopt. En....we hebben de tijd.
Mijn moeder zaliger had van die versjes, die ik me soms broksgewijs herinner. Kennen jullie dat: dat herinneringen aan vroeger alleen nog fragmentarisch aanwezig zijn.
Komt-ie:
"Een haag vol rozen is 't hier op aard'. (...vergeten...) Niet enkel rozen, geen doornen alleen.... De Heiland vlecht ze getrouw dooreen".
En zo is het met ons ook altijd geweest. Neem deze maanden nu: Eigenlijk alleen maar rozen: - In ons huis in Spanje konden we- vroeg in het jaar- de hele week in zwempak zitten. - Onze schoonzoon voltooit zijn tandartsstudie en vestigt zich. - we maken gezellige dagtochen, het hele land door. - Dochter Mariëtta voltooit cum laude haar VWO- studie - samen met Betty leid ik een dienst in een bejaardenhuis, zij achter het orgel, ik achter de katheder.
En dan even een doorn: -Betty heeft felle artrosepijnen in haar bovenarmen -ons net gekochte huis in Spanje blijkt op een aardbevingslijn te staan.
En we weten dan nog niet van toekomstige doorns. - Onze dochter Ida gaat scheiden van die net begonnen tandarts ....en van toekomstige rozen: - Die artrosepijn verdween weer - die aardbeving is nooit gekomen en het huis is al weer verkocht.
Wanneer je pas met Jezus onderweg bent, dan is er de verleiding om bij het minste of geringste doorntje direct te roepen: "Is dat nu overwinningsleven ? Ik houd er mee op hoor", eigenlijk net als die 'dwarse mensen 'uit Johannes 6.
En ook is er het gevaar, dat de roosjes je over-uitbundig doen roepen: "Hosanna".
Maar mijn vrouw en ik zijn op de duur ook de ´doornprikjes´als ´verborgen zegeningen' gaan zien. Immers; Romeinen 8 v 28 zegt; "Wij weten dat: - voor wie God liefhebben - voor wie volgens zijn voornemen geroepen zijn *, alle dingen bijdragen aan het goede. (* ieder wordt geroepen, maar niet ieder antwoordt met "Ja").
In die periode deden wij van alles, wat we nagelaten hadden, toen we in allerlei Christelijke gemeenten actief waren, maar niet gelukkig. We reisden veel, beleefden veel, verbreedden onze horizon, hadden meer contacten met de kinderen, keken zoeens in allerlei kerken, waar Betty zelfs weer achter het orgel terechtkwam. Tijdens een van onze vele reizen voerde ik zelfs het woord op 'Speaker's corner'in Londen.
Betty's moeder stierf. Op 58 jarige leeftijd waren we nu van beide kanten 'volle wezen'. Even zeg je dan: "Wat lijkt het kort geleden, dat onze ouders zeiden, dat ze nu in de voorste linie stonden. En nu staan wij er. " En dan leef je weer door.
Charles en Diana trouwen. De hele wereld in opschudding. Dat zullen ze meer over deze twee zijn. Maar dat soort dingen gaan allemaal voorbij. Er is zoveel opwinding, die afleidt van het grote doel: heilig worden, op God en op Jezus gaan lijken.
En de kinderen ? :
- Die kostelijke Willie, waar we veel te weinig heen gingen; een paar uur met een verjaardag, maar ze woonden ook ver weg. We komen er nu weer geregeld - dochter Ida, die moeite heeft met haar rechtenstudie en die afbreekt; we leven mee - Mariëtta, die gaat samenwonen, evenals al eerder Marijke Al die gebeurtenssen....we kunnen het allemaal wat beter bijhouden, al krijgen we nergens vat op.
Maar de hoofdzaak blijft toch: hoe kunnen wij ons nu eens blijvend nuttig maken voor de Heere Jezus.
En dan is er in die ambteloze periode opeens een vriend, die zegt: " Zou je niet wat kunnen doen in de gespreksgroep in het zorgcentrum" .
En daar begin ik dan. En al gauw zit ik ook in een ziekenomroep. En na dat 'sabbatical year'lijkt er iets nieuws aan te komen.
Ja mensen: leer van ons strukelen en weer opstaan.
Spreuken 24 v 16 zegt: " Een rechtvaardige komt zevenmaal ten val, maar telkens staat hij op". Wat hebben mijn vrouw en ik veel tijd verlummeld. Maar toch: deze periode van ' het doel zoeken' was heilrijk omdat wij het bijna verloren gaande contact met onze kinderen weer steviger maakten. En al zijn we dan heel wat keren gestruikeld en de kluts kwijt geweest....we stonden door Gods genade toch telkens weer op.
Ik ben er zeker van, dat u in onze moeizame levensweg iets zult vinden, dat herkend wordt. Loop die weg met God, evenals wij dat uiteindelijk deden. En u zult merken, net al wij dat merkten, dat zijn voetstappen altijd naast de onze waren....alleen soms waren er alleen zijn voetstappen, omdat hij ons door de grootste moeilijkheden heendroeg. En dat wil hij ook bij u doen.
In diezelfde periode zijn er weer veel zaken, die mij nu nog doen nadenken.
Een zwager overlijdt. Het is een van de eerste sterfgevallen in de ruimere familiekring. En nu- alweer 28 jaar later, wprd ik mij bewust, hoeveel sterfgevallen, ook in de engere kring, er al zijn geweest. Iemand als ik, die nog zoveel op zijn programma heeft, eigenlijk nooit klaar is met wat hij zich voor de toekomst nog voorneemt, staat niet graag stil bij de eigen dood . En toch kan ooit, spoedig of later, de roep klinken: "Ger...". Ik wil zó leven, dat ik dan zeg: "Ja Heer..." Zulke gedachten mag je toch wel eens door je heen laten gaan als 86-jarige.
Een andere ervaring in deze maanden is, dat ik de handel en wandel moet onderzoeken van iemand, die 30 miljoen gulden heeft gestolen en daar heel goed mee wegkomt. Ook ík kan niets tegen deze gladde vogel beginnnen. maar als ik tegenover hem zit, valt mij wel op, dat hij zo ongelukkig is en zo eenzaam. Misschien was dit al een voorbode van wat Zacharia 5 v 4 zegt: "De HEER van de hemelse machten, (God) ,zal het huis van de dief bezoeken. Hij zal op dat huis rusten en het verwoesten`. De man had nog de vrijpostigheid om tegen mij te zeggen, dat hij zijn door diefstal verkregen vermogen nog verder wilde vergroten door speculatie in effecten.Van 2000 tot heden hebben wij gezien, welke gevaren daarin schuilen.
In diezefde maanden slaag ik er in om dure dingen te kopen. Ik ga daarnaast ook de boekhouding doen van een zendingsgenootschap. Ik ben door de genade van God vol van welzijn en welvaart en nut voor hem.
Nu wil ik niet gaan pochen, maar Spreuken 11 v 24 zegt wél: "Wie vrijgevig is, wordt alsmaar rijker, wioe gierig is, wordt arm". Het was genade van de Heer, die mij aandreef om mijn kinderen , indien odig, financieel te ondersteunen en om aan allerlei heerlijk werk in zending en evangelisatie mee te doen met de geldmiddelen, die hij gaf. Als de liefde tot de Heer er achter staat, wanneer je je 'ontfermt en uitleent",volgt vroeger of later een zegen van de Heer.Om alle misverstand te voorkomen: dit is geen welvaartsevangelie, want de zegen van de Heer hoeft niet te bestaan in veel euro´s. Bij een en ander wil ik toch ook een eresaluut brengen aan mijn lieve gade, die heel economisch met mijn guldens omging.
Met al onze kinderen gaat het maatschappelijk goed.
Jaap, al lang doctorandus wiskunde, ( met als indicatie: computerkunde) werkt nu bij het hoofdkantoor van de P.T.T.
Mieke, met haar einddiploma Kunstacademie in de zak, doet nu met goed gevolg MEAO en gaat kennelijk de adminstratieve kant uit. Haar man werkt bij Philips op het hoofdkantoor.
Willie- ook gediplomeerd van de kunstacademie- maakt grote vacantietochten met haar echtvriend. Naar diploma's taalt ze niet. Het gaat allemaal zo goed zonder dat.
Harry is zijn doldwaze periode goed te boven. Hij verdient zijn brood als leraar in het basis- onderwijs en is heel populair bij zijn élèves met zijn gitaar spel en zijn grappen zoals: "Als je dadelijk dit-of-dat goed gedaan hebt, mag je aan mijn sokken ruiken".
Ida heeft met haar tandartsassistente-baan aan haar man de ruimte gegeven om voor tandart te studeren. Nu hij gereed is, blijkt zij ondertussen ook nog V.W.O. te hebben gedaan en krijgt 'het papiertje'.
Marijke heeft haar V.W.O.- diploma nu ook na een paar moeilijke jaren. Maar ach- zie Harry- er komt nog zoveel goed. Ze werkt bij de Rabo.
Mariëtte heeft ook haar V.W.O en werkt bij het ministerie van Onderwijs.
Zeven kinderen, goed gezond en flink van aanpakken en allemaal bezig om het in de maatschappij te maken, hun plekje te zoeken en op eigen benen te staan. Geen een lichamelijk of geestelijk achter, bezig volwaardige leden van het bestel te worden.
Een zegen toch. Maar....allemaal los-van-God, bezoeken kerk noch kluis. Er zijn zoveel dingen om dankbaar voor te zijn. En we blijven hopen en bidden, dat ook 'in het spirituele' eens de dag aanbreekt.
En nu- 27 jaar later- hopen we nog. En bij Willie is iets te zien, dat op kerkgang lijkt. En we zijn nog niet aan het eind met al die lieverds.
Nog steeds begaf ik mij in allerlei bezigheden. Ik deed mee aan een quiz-programma. Maar van de vier deelnemers aan een voorronde werd ik drie en mocht niet verder naar de volgende ronde. Daarvoor werd ik dan weer door mijn collega's geplaagd. maar ik kwam wel met een groot artikel en een foto in de plaatselijke gratiskrant:: "Quiz moeilijk; toch drie". Maar een oorverdovend succes werdx het toch niet.
Ik was echter ook voorzitter van een tent-evangelisatie. En op een avond kwam een meneer mij daar de huid volschelden: "Wat heeft u toch een hoog woord in die toespraken. En dat, terwijl u niets hebt beleefd. IK heb het bombardement op Dresden meegemaaktr en iedereen, die daartegenover niets gelijkwaardigs weet te stellen, moet zijn MOND houden.... ....ja...ik zie dat meisje aankomen. Die heeft zich zeker door uw mooie praatjes laten overtuigen`.
Ik kénde dat kind en kon alleen- wat vermoeid- antwoorden: `Nee, meneer....die staat alleen te wachten tot u wegbent om mij op haar beuirt de oren te wassen`.
Dat was andere koek dan voor de t.v. komen in een quiz. Dit was echt ´smaadheid dragen´., evenals vorige week nog eens echt ouderwets door middel van een e-mail, waarin ik aangesproken werd als "Geachte blaaaskaak'.
En het gewone levcen ging ook door: Betty kreeg laast van black outs en er waren allerlei onderzoeken, die- als bijprodukt- in de rapporten spraken van ´een hoge intelligentie´, maar die black outs bleven komen, totdat ons voortdurend gebed ook weer tot het verdwijnen daarvan leidde.
En Betty ondernam ook initiatieven. Zij werd leider in een telefooncirkel. Dat waren kringen, waar mensen elkaar opbelden om na te gaan of alles nog goed was. Stil werk. Betty was niet zo 'van de naar buiten trederigen´,( naar het ´indianentaaltje' van ´Kluckje´, dat toen furore maakte. )
Van alles wat.
Nu schiet mij echter een oud versje te binnen: " Niets is hier blijvend, alles gaat henen, Alles, hoe schoon ook, zal eenmaal vergaan. Maar wat gedaan werd uit liefde tot Jezus.... dat houdt zijn waard' en zal eeuwig bestaan".
Langs die maatlat gelegd, was dat gedoe met die quiz helemaal niets. Maar die tent- evangelisatie. Wij hadden voor honderden het evangelie laten horen. En Jesaja 55 v 10 en 11 zeggen toch ook: "Zoals regen of sneeuw neerdaalt uit de hemel en daarheen niet terugkeert zonder eerst de aarde te doordrenken, haar te bevruchten en te laten gedijen- zodat er zaad is om te zaaien en brood om te eten- zo geldt dit ook voor het woord dat voortkomt uit mijn mond: het keert niet vruchteloos naar mij terug, niet zonder eerst te doen wat ik wil en te volbrengen wat ik gebied".
Er is zo?n versje, met dit wat énge zinnetje er in: "O ...heb ik wel mijn best gedaan voor Jezus".
Als Betty en ik al 'onze best deden voor Jezus', dan was dat nog genade van God.
Ook in dát jaar maakten wij een grote vacantiereis. En tot onze verbazing wilde onze 18- jarige dochter Mariëtta nog mee. In vorige jaren had zij al haar eigen tiener- vacanties gehad. Wij begrepen niets van die plotselinge aanhankelijkheid. Maar we vonden het best leuk.
Ze was een heel mooi meisje geworden, al onze kinderen waren met uiterlijk schoon begiftigd, deze niet het minst. Er was een jongen in het spel. Ze wilde het voortdurend uitmaken, maar dan dreigde hij weer met zelfmoord. Ze leed daar vreselijk onder. Tensotte maakte zij een slim plan: ik ga deze week emet ma en pa nog eens een keer op vacantie. Als ik maar eens vier weken weg ben, dan is het bij hem wel over.
We waren niet meer dan een methode om van een vrijer af te komen. Maar wisten wij veel. Toen wij op pad gingen, kwam juist de jonkman langs. Zij zwaaide hem lief toe. Wij zeiden: "Zul je hem niet erg missen. Wat zei hij, toen je hem van deze vacantieplannen vertelde".
Ze zweeg slim.Wij schakelden over naar andere onderwerpen.Maar later heeft ze ons wel verteld, dat zij een vreselijke tijd heeft gehad met die vasthoudende jongen en dat deze reis voor haar een vlucht was. Wat weten ouders toch weinig van hun kinderen. Later kregen we de verhalen, soms tien jaar later, van ál onze kinderen, want ze hadden allemaal wel eens dingen gehad , waarvan pama niet mochten weten..
Dezer dagen hoorde ik nog van een moeder, die helemaal niet in de gaten had, hoe haar dochter van 12- 15, onder de invloed van een lover- boy, zich prostitueerde, terwijl ieder dacht, dat ze altijd braaf op school zat. De school verzuimde de afwezigheidsuren aan de ouders door te geven. Het was een slim meisje, dat toch redelijke rapporten thuisbracht. Iedereen zegt: "Hoe kan dat. Dan ben je toch geen goede moeder". Maar als ik zie, wat ons nog ontging, dan begrijp ik zulke ouders.
Nu ja; we hebben Mariëtta meegehad en ze had het toch wel naar haar zin. En toen ze thuis kwam, had die jongen al verkering. Probleem opgelost. Wij hadden, buiten ons weten, alleen hand- en spandiensten verricht.
Jullie, mede 50- plussers.....hebben jullie dat nu ook: dat je- als ouders- tegen elkaar zegt: "Hij of zij zit vandaag gelukkig braaf op school". En later merk je dan, dat ze heel iets anders aan het doen zijn.Ze verpatsen een brommer om een boete te betalen, waarvoor ze zelfs bij de kantonrechter hebben moeten komen, zoals onze Harry.Ën tegen ons: "Ze hebben mijn brommer gestolen".
Breng ze maar biddend bij de Heer.Want dat jonge gespuis kan soms nevelschermen leggen, waardoor geen ouder heen kan zien. Maar de Heer wél. En gelukkig beschermt hij dit uit-de-band-springerige goedje nog wel eens tegen zichzelf, terwijl ze het eigenlijk helemaal niet verdienen. Dat is ook genade.
Laatst las ik een boek, waarin het alleen maar 'kommer en kwel' was. De hoofd persoon rolde tijdens de Amerikaanse burgeroorlog van de ene ellende in de andere. Dat gaat vervelen, zo' n boek. Zo'n levensverhaal; gaat ook vervelen. Daarom nu een leuke mijlpaal.
In mijn werk, nog steeds rijksaccountant, werd de weg geopend naar een rang, administrateur, die in een goede salarisschaal lag en nog een heel bijzonder iets had: deze rang vereiste de koninklijke goedkeuring. Natuurlijk tekende - toen nog net- Koningin Juliana vele soortgelijke stukken en voor haar zal het wel eens geresulteerd hebben in de uitroep: "Moet dat nu, de aanstelling van al die hogere ambtenaren door mij laten bekrachtigen met mijn handtekening".
Maar wanneer je dan zo'n papiertje kreeg, was dat een heel ding. Ik voelde het als een bekroning van een interessante ambtelijke loopbaan.
Ik had er hard voor moeten werken. Er werden mij een aantal speciale zaken voorgelegd en die werden terdege door een commissie behandeld.
Maar op een werkdag, die heel gewoon begon, was ere opeens de stem van de chef, die zei: "Administrateur....kom je even bij me. Ik heb een ambtasbericht ontvangen".
Door dat eerste woord wist ik het al. Ik had het al wel honderdmaal voor mezelf uitgezegd: - voor het pensioen gold toen nog: het eindrangstelsel. Het gemiddelde loon over de laatste drie jaar voor je pensioen, was basis voor je pensioen. Mijn kinderen, die ook al weer hun pensioen zien naderen, zeggen wel eens benijdend: "Bofkont". - En....als ik met V.U.T zou gaan, zou ik net drie jaar op mijn maximum hebben gestaan. - en door mijn Indische jaren, toen nog dubbel tellend, haalde ik net het maximum aantal dienstjaren: veertig. - en door de 'terugwerkende kracht', (tot juni 1976, terug uit Suriname), kreeg ik een ´bom duiten´ ineens binnen., net voldoende om een garage te betalen, die ik na de aankoop van mijn huis aanvullend had moeten kopen.
Dat werd die dag een haastig geïmproviseerd kantoorfeest.
Ja....dan kan je er zo echt tegen.
Zeg nu niet: " Wat hebben wij met al die meevallertjes van Ger te maken".
Jullie hebben genoeg narigheid gehoord ook. Ach; de Heer gunde me dit. In het ' geestelijke" is het hier op aarde voor zijn beminden vooral strijd. De complete overwinning komt later, nadat een Christen 'tot hoger heerlijkheid is bevorderd', om met het leger des Heils te spreken.
Maar om wat adem te laten scheppen, geeft de Heer in ' het maatschappelijke ' soms van die lieve pleziertjes. Jullie kennen dat toch ook: dagen als goud tussen alle kiezelsteentjes.
Volgende week tap ik wel weer uit een ander vaatje. Even geduld...en dan is het weer ' weedom en geklaag'.. |Nou ja, dat is ook weer overdreven