Jaap
, Mieke, Willie en Ida. komen heus wel.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Van Harry heb ik je de vorige maal uitvoerig verteld.
Maar nu wil ik je de andere kinderen, volwassen geworden, toch ook even wat verder voorstellen.
Jaap was nu getrouwd. Maar kinderen kwamen er niet en die zijn nooit gekomen. Want Jaap en zijn vrouw waren deel van de ´jaren 70-ouders en toen is het een tijdje gewoonte geweest om helemaal geen kinderen te krijgen, een overreactie na zoveel eeuwen, dat je ´maar moest afwachten´.
Ach; die Jaap
.eigenlijk nooit wat gehad aan die jongen. Er zijn tientallen jaren geweest, dat hij bijna nooit thuiskwam. Soms gingen er wel decennia voorbij, dat we hem amper zagen. Liet zich nooit op verjaardagen zien, ook niet van de broers en zussen.. Niet kwaad hoor, maar volkomen ongeïnteresseerd.
Maar , op dit alles terugkijkende, schiet me iets te binnen± Van 1962 tot 1966 hebben wij in een plaats gewoond, die niet al te ver weg lag van de stad, waar ik geboren was. En in die jaren kerkten ons hele gezin, met al die knappe, toen opgroeiende kinderen, in
.mijn vaderstad. En in al die jaren gingen wij nooit op bezoek bij mijn alleenwonende vader en bij mijn broer en zus, die ook opgroeiende gezinnen hadden.
Waarom
? Gewoon geen erg. Na de dienst, die tot 12 uur s middags duurde, wilden wij gauw naar huis om ons om de dis te scharen.
Natuurlijk was het ook wel bezwaarlijk om omstreeks die tijd met zn negenen aan te komen bij de gezinnen van mijn broer en zus, die ook zo 5 à 11 personen telden. Maar er zou best iets te regelen zijn geweest. Maar het kwam niet bij me op.
Dan wil ik nu ook niet kermen over die zoon van mij, Sommigen van jullie zullen zeggen:
Je kreeg gewoon een koekje van eigen deeg.
Mijn moeder zaliger had indertijd een wat vervelend zeggen. Was een van de kinderen ondeugend, dan zei ze dikwijls:
God zal je straffen.
En viel er een lelijk op zijn knie, zodat het echt pijn deed, dan was daar wel eens snel haar conclusie:
Dit is de straf van God over al je ondeugd.
Nu ja
.mijn moeder was een wat ouderwetse vrouw, nog uit de tijd, dat deze opvatting gemeen goed was. Ik ben het er niet mee eens, zie het liever zó, dat we door onze onattentheid enz enz, ons buiten de veilige omheining van God gaan wagen, waar de verdrietelijkheden ons wachten van de wereld en van de duivel.
Hoe dan ook
.bij het veertig jaar .lang onzichtbaar zijn van mijn oudste zoon en zijn vrouw heb ik, vooral de laatste tijd wel eens gedacht:
Hoe was ik zélf.
Overigens, de laatste jaren zien wij hen iets meer. En laatst nam ik hem waar naast mijn vrouw in het woonzorgcentrum
zeg maar: verpleeghuis.
Ze legde die oude, zwakke, smalle hand op zijn stevige dito. (Hij heeft de korte brede handen met die sterke vingers van mij). Ik dacht dat hij die hand gegeneerd terug zou trekken. Maar hij liet hem liggen.
Ik vroeg hem onlangs:
Jaap
.dat jullie niets aan welk geloof dan ook doen, dat weet ik. Maar doen jullie ook niets anders. Geen reikie,
. niet dat ik daarop zit te wachten, maar je ziet toch vaak, dat mensen althans íets gaan doen.
Maar hij lachte en zei:
Pa
..we doen helemaal níets
ook niet van díe dingen.
Elke zondag bidden wij voor dit echtpaar.
Veel succesverhalen kan ik jullie niet over mijn kinderen vertellen. En eigenlijk is mijn eigen leven ook niet zon glamour-story. En toch is het een leven met de Heer.
De tocht gaat niet over kalme wateren. Maar ondanks al ons niet helemaal onberispelijk roeien en zeilen vertrouwen wij, dat de genade van God ons in veilige havens zal doen afmeren.
Daag
Ger
|