Dan sla ik Betty weer eens gade. Als altijd is haar gezondheid delicaat. Maar terwijl ze 's moregens weer toestanden heeft gehad, zie ik haar in de loop van die morgen uitrijden voor die bomvolle agenda van haar, 'verjariefeesten', vrouwen- gebedskring, besprekingen. En pas in de loop van de avond zwenken de koplichten het garagepad in. Dan heeft zij al weer met vele mensen gebeden.
Zij laat zich door niets uit het veld slaan. En ik breng maar weer eens een saluut aan mijn dappere vrouw.
Een Christen mág zich ook niet uit het veld laten slaan door allerlei aardse omstandigheden. Ook ik heb nú een beroerde week achter de rug, met weinig nachtrust en allerlei narigheid en ook teleurstellende reacties op mijn vele forums.
En onder die omstandigheden had ik vanmorgen toch de overtuigng, dat ik een visioen in het midden van de gemeente mocht neerleggen.
Maar toen ik het wilde gaan uitspreken, wankelde ik van 'onwel- zijn'.. Toen was er echter de sterke hand van de zuster, die mij de microfoon voorhield. Zo'n troost. En op die arm geleund, kon ik mijn woord spreken.
Mijn vrouw en ik, we hebben lang een team gevormd, totdat blindheid haar optreden naar buiten toe teveel ging hinderen. Maar wij stellen geen vragen. Uiteindelijk gaat het niet om ons , maar om de Heer en zijn grote plan.
Misschien kijken jullie ook wel met weemoed terug op 'de vette jaren' en zijn het nu 'de zeven magere jaren'. Nu niet boos worden op de Heer, ook al kan dat even een menselijke reactie zijn. Blijf, ook in dat 'even heel boos en ongeduldig zijn' die sterke hand vasthouden.