1950- 1951
Er volgden nu enige jaren van rustige consolidatie. We hadden een gezinnetje van vier peuters en kleuters : Harry , de vierde was een snoeperig mannetje. Hij was eind 1950 1, zijn zus Willy 2, zus Mieke was 4, Jaap was 5.
Betty had er de handen vol mee. En ík ook wel, in zover mijn nieuwe werkkring mij dat toestond. En economisch liep alles, zo betrekkelijk kort na de oorlog nog niet helemaal goed. Zo herinner ik mij, dat ik op een winterdag, begin 1949, uit kantoor thuiskwam met veel zorg in mijn hart. De kolen waren op en ook de kolenboer had geen voorraad meer. En toen ik rook uit de schoorsteen zag komen, weet ik nog, hoe ik de Heer loofde en prees, dat hij toch nog voor een voorraad kolen had gezorgd.
Eén ding was er, waaraan wij in die jaren voortdurend 'onze neus stootten'. Wij wilden zo graag meedoen in het verenigingsleven. Koren, zangopleidingen, de Nationale Reserve, voordrachtgezelschappen, voorbereidingscommissies voor feestelijkheden, zij allen nodigden ons uit. En wij wilden zo graag meedoen. Maar het gíng eenvoudig niet met die vier kinderen. Telkens merkten wij, dat 'onze polsstok te kort was'.
Elke keer moesten wij ons terugtrekken. Wij wilden zo graag 'onder de mensen zijn', maar het moeizame huishouden.... pas in de loop van 1949 kreeg Betty haar eerste "Hoovertje' en kon zij achter de wastobbe vandaan. ....eiste haar volledig op.
En zo verging het ook mij.
Dat was soms heel vervelend en beschamend. Maar wij leerden erdoor, onszelf beperkingen op te leggen en met minder genoegen te nemen.
En was er eens gelegenheid voor een uitgangetje, dan genoten wij daar zó van, dat ik mij dergelijke pleziertjes nu nog herinner.
In die ons opgelegde beperking werkte de Heer om van ons volwassenenen te maken, die tegen een stootje konden.
Zo zal er in uw leven ook wel het een en ander gebeurd zijn op dit gebied. Kunt u dat ook zien, zoals wij dat zagen; een wijze les van de Heer, die ons leerde, geen hogere gedachten te koesteren dan ons op dat ogenblik voegde.
Later heeft de Heer voor vele mogelijkheden gezorgd van vrijetijdsbesteding, die wijzelf nooit zouden hebben bedacht.
Zo wil de Heer ook voor u zorgen om op zijn tijd de dingen te kunnen doen, die hij voor u in petto houdt. Hij maakt het leven tot een feest. Maar geduld om te wachten en alles niet in eens te willen hebben, is een kunst, die geleerd moet worden.
Daag Ger
|