1953- 1954
Er volgden weer enkele jaren, waaruit niet veel meer dan de gewone dingen van een jong gezin met kleine kinderen is te melden.
Er zijn van die perioden in je leven, waarin het wat windstil is, maar al vinden er dan geen grote gebeurtenissen plaats: de ontwikkelingen gaan stilaan toch naar een climax.
Bij die meubelfabriek had ik te maken met een voortdurende uitbreiding van activiteiten. Ik vond dat heerlijk, kon elke creatieve gedachte kwijt in het maar voortdurend verhogen van de productie. Maar het groeiende bedrijf liep in een valstrik, waarin vele bedrijven lopen, die niet voldoende kapitaal achter de hand hebben. Bij een snelle uitbreiding stijgen wél de ontvangsten. De uitgaven echter stijgen ook en je moet die uitgaven eerder betalen dan dat je ontvangsten van dikwijls trage debiteuren int. (De cost gaat voor de baet uit). En zo komen groeiende zaken, die echt wel gezond zijn, vaak in liquiditeitsproblemen, waardoor ze dikwijls geveld worden.
En zo stond het er met deze interessante fabriek ook voor. Voortdurende moeilijkheden met het betalen van lonen en crediteuren. Je opwinden over klanten, die grote bedragen veel te lang vasthouden.
En ik regelde dat allemaal maar en ik had er zorgen over . En die zorgen verduisterden ons jonge huwelijks-en kindergeluk echt wel enigermate.
Maar ik was zó aan die zaak gehecht. Ik dacht aan niets meer dan aan de zaak en hoe ik die zaak nu weer eens uit dit ravijn en dan weer uit díe kloof moest sleuren.
De zaak was eigenlijk mijn 'god' geworden, een felle, meedogenloze, wrede god.
Betty zag het eerst gevaar; ze zei : "We hebben nu vijf kinderen.... in 1951 werd Ida geboren. ....en je kan bij die zaak echt niet eeuwig blijven. Dit met telkens weer dreigende faillissementen is veel te ongewis. Weet je wat jíj moet doen: studeren om met vrucht te solliciteren. Want uiteindelijk; als de fabriek stuk loopt, heb je alleen je HBS en je practijkdiploma Boekhouden. En je bent nu 29...je begint al wat minder jong te worden".
En zo ging ik in 1953 aan de studie voor het diploma Moderne Bedrijfsadministratie. Want dat was toch wel het minimum, dat je moest kunnen tonen om een enigszins betekenis hebbende baan te bemachtigen.
Maar door Betty's zorgzame gedachten heen werkte de Heer, die al de donkere wolken zag komen en die mij wilde veiligstellen. Hij zorgde al van te voren.
Ikzelf had niet zo veel in te brengen. De liefde tot 'de zaak' had aan mijn liefde tot 'de Heer' veel schade toegebracht. In feite stond mijn liefde tot God 'op een zacht pitje'. Maar de zijne voor míj niet.
U kunt uit deze geschiedenis weer veel leren voor eigen leven, neem ik aan hoor...neem ik aan. Want dit zijn de belevenissen van een doorsnee-mens. En 'doorsnee' zijn wij toch veelal allemaal.
Daag Ger
|