....die eerste periode van vrolijke ontdekkingen....1959-1960.
Na die blijde vrijdagavond in september 1959 was er even een periode van allerlei gezellige nieuwigheden.
Om een voorbeeld te noemen: in de nieuwse kring hadden de mensen al gauw in de gaten dat mijn vrouw een ster was in 'uit het hoofd' en 'van het blad' spelen op orgel en piano. En al gauw werd er gezegd: "Zeg....wij hebben een samenkomst in Amsterdam. Het is in een soort kerkzaal met een kerkorgel of zo. Zou jij de zang willen begeleiden".
Dat is heel leuk voor een nog jonge vrouw....37....om nu eens uit het huishouden weg te kunnen en een kant van je wezen te mogen tonen, die altijd wat onbelicht was gebleven.
Zeker....in ons dorp waren haar kwaliteiten als musicaal begeleidster al opgevallen. Ze begeleidde dikwijls een plaatselijk zeer bekende vocaliste.
En haar gave op stilistisch gebied waren ook niet onbenut gebleven. De Christelijke vrouwenvereniging had in haar een goede secretaresse. Maar die mogelijkheden werden opeens een stuk minder, toen wij 'in die nieuwe club' actiever werden. Oude kennissen kwamen minder. En je moet ook niet vergeten: er was net een nare tijd achter de rug met 'rusthuisverblijven' en overspannenheid. Ze was daarvan heerlijk hersteld, maar dat was nog niet zozeer aan haarzelf gebleken.
Maar nu: met een auto met allemaal gezellige jonge mensen naar Amsterdam. Dáar nog meer grootstedelingen ontmoeten. Een kerkorgel met pedaal; o, heerlijk, om dat weer eens te oefenen. Daar zitten, voor iedereen zichtbaar en geen greintje plankenkoorts. Wanneer ze in ons dorpje begeleidde, wilde ze altijd achter een gordijn onzichtbaar zijn. Maar dat ging hier niet en ze táalde er ook niet naar. Nu pas bleek aan haarzelf, hoe ze in gezondheid vooruit was gegaan. Wie had dit drie maanden eerder durven voorspellen ! Goede preek gehoord, leuk gezongen, fijn kunnen begeleiden. Daarna de 'afterglow' in een gezellig restaurantje. Al dat vlotte stadsvolk. En zélf was ze toch altijd 'grotestadsmens' gebleven in haar hart. Ik heb jullie eerder in deze mémoires beloofd te schetsen, hoe de Heer mij modelleerde. Maar hier geef ik een beeld, hoe de Heer mijn vrouw vormde. En nu was het een tijd van verademing; een tijd, waarin de franke, vrije Betty te voorschijn begon te komen.
Ik weet nog , hoe ze thuiskwam; zo opgewekt, zo vol nieuwe ideeën en indrukken.
Het deed me echt goed. En ik vertelde blij, dat ik óok een uitnodiging binnenhad voor een jongerenweekend. O; misschien mocht ik wel préken, zo zei ik hoopvol.
Maar dat pakte voor mij heel anders uit. Net zo leerzaam als voor mijn vrouw, maar...heel anders. Daarover een volgende keer.
Daag Ger
|