Wat er allemaal gebeurde in deze periode.
Jullie hebben het al in de vorige stukken gelezen:, dat het met de kinderen 'nogal eens iets was'.
En met het werk was het ook altijd wel iets. Weliswaar had ik een goed, door periodieken toenemend inkomen. Maar de omstandigheid, dat de promotiekansen verkeken waren, nu de studie gestaakt was, gaf iets grauws aan alles.
En ook onze verhuizing naar een eigen huis in een genabuurd dorp, van een gehuurde woning naar een eigendomswoning , gaf op de duur geen bevrediging. We hadden de eerste tijd een heerlijk uitzicht tot aan de einder toe. We zagen de zon ondergaan. We zagen de konijntjes vlakbij ons huis spelen en rennen. Maar geleidelijk aan verrezen steeds nieuwe huizen en werd de einder daasrdoor aan het oog onttrokken, . En met de kinderen was er ook een zekere desillusie. De een na de ander leek af te haken van het geloof. G oed....Willie en Ida stonden pal...de kleintjes± daar viel nog niets over te zeggen. Maae Mieke, Jaap en Harry hadden al andere wegen gekozen.
Langzaam groeide het idee: we moeten van dat alles eens een poosje áf. En zo leefden wij geleidelijk toe naar een nieuw perspectief: - eens wat afstand nemen van al die kinderen - een nieuwe uitdaging in het werk - een totaal andere woonomgeving.
Raadpleegden wij in dit alles nu wel voldoende God. Ik weet dat niet meer. Maar als wij hem niet altijd zo nauwkeurig in het oog houden....hij ias er altijd.
Daag Ger /
|