Vele ervaringen heb ik gehad in de loop van de jaren.
Hier volgen er zo maar enkele uit de woelige Suriname - periode: Wanneer ik op zo'n avond weer eens het donkere paadje oprijd naar de schuur, die het toneel vormt van mijn wekelijkse bijbelstudie in Pontbuiten.komt een van de vaste bezoeksters huilend op mij toe. "Het was weer zo erg met mijn man. Hij noeme mij 'strontzak`en sloeg mijn bril op mijn hoofd stuk, waarbij ik bloedend verwond werd. En maar roepen: "Jij gáat daat niet heen". Even later is de man er weer , die datzelfde scheldwoord toeroept aan mij en nog meerderen en wanneer ik met mijn gezelschap wegrijd, zijn daar weer de bedreigingen en datzelfde onwelriekende woord. N u achteraf, bedenk ik, dat je leven wel veelkleuriger wordt in de dienst van Jezus. Want wie van de Europese collega´s, die net als ik , uitgezonden werden naar ditr land, kan met dergelijke verhalen komen. Toch had ik wel even het idee, dat velen in dit land de Christenen ´uitkotsten´om nog maar eens een ruw woord te gebruiken. Er waren ook zoveel vreemde mensen hier. Deze man bijvoorbeeld was een L.P.I.- klantje, (´s Lands Psychiatrische inrichting). Maar later was er op kantoor van een zeer rode collega ook deze bedreiging: "Oppakken moeten ze het hele zootje....oppakken en op de boot terugzetten naar Nederland...al dat tuig van Jehovahs getuigen en weet ik wat niet allemaal..."..
Maar in Suriname kom je dan soms ook weer voor verrassingen te staan. We krijgen een bericht van de echtgenote van 'Str.' zal ik maar zeggen: "Komt u eens praten". Betty en ik biddend erheen. We binden de machten van satan in de naam van Jezus en na de eerste spanningen wordt het een gezegend gesprek en een paar dagen later mag ik deze man in de sam begroeten.
Ach; ik heb veel vreugde van de nieuw-ontdekte weg mogen ondervinden.... nou ja; nieuw ontdekt....in 1959 maakten wij met 'dit nieuwe' kennis. Maar soms werd het leven er ook gecompliceerd door.
We zongen toendertijd wel eens een liedje:
't Hoofd omhoog, het hart naar boven, hier beneden is het niet.
Ik vond dat versje.... hoe het verder ging, ben ik vergeten ....wel eens een beetje défaitistisch : "Flauwekul....nú moeten wij een succes van het leven maken". Maar....met mijn bijna 86 erop terugkijkende, zeg ik toch: "Je bent hier op aarde toch wel in door de duivel bezet gebied, met alle ´bezet gebied´gevolgen van dien. 't Valt echt door de bank genomen, wel tegen. Inderdaad, Mozes zag al op 'de vergelding van het loon', ( Hebr.11 v 25 en 26). Het lijkt soms wat ' hebberig' om aan ' loon te denken. Maar in de bijbel wordt zo vaak naar het hemels loon na aardse strijd verwezen, dat ik dat ook maar doe; mij daarop oriënteren".
Trouwens...ik heb een ' wereldling' eens horen zeggen: "Jarenlang heb ik gehoopt: ' o....als het leven maar echt begint'. Maar de laatste jaren- vooral na die 'burn out'en die hartaanval - doe ik steeds meer de ontdekking: ` o gunst....!!! het leven is al lang begonnen; ik zit er midden in' ". En dat klonk zó vermoeid.
In dit vermoeiende leven is het goed om een eerlijke, dappere strijd te voeren voor koning Jezus en in de hemel van hem te horen: "Goed gedaan, gij goede en getrouwe dienstknecht(maagd)". Alles beter dan geen strijd hier, wel vermoeidheid en later....niemand, die je tranen droogt,(Op 7 v 17)