Elke dag waren er nieuwe indrukken in dit kleurrijke land.
1. Ik herinner mij nog een blijde dag in Mariëtta's leven. Zij had als negenjarige diepe kinderverdrietjes over de nare 'vriendjes en vriendinnetjes' in ons park, kinderen van ex- pats net als wij. Het waren niets geen leuke kinderen , deze Europeanen en Amerikanen. Mariëtta had het eigenlijk al gauw met hen gehad.
En toen kreeg zij op de school waar zij was geplaatst, een lief vriendinnetje, een hindoestaans meisje. En toen die een middag heel leuk bij ons had gespeeld, gaf ze tenslotte , bij het wegggaan een lief kusje aan ons dochtertje. Mariëtta keek zo in-gelukkig , toen een landskind oprechte vriendinneliefde aan haar gaf. En wij ouders keken ontroerd toe. Wat had dit kind dat gemist.
2 . Al gauw begon ik hier en daar te preken. En op zekere dag schoof een zuster mij een grote pot zelf ingelegde birambi's toe. (Ik weet nu al niet eens meer, hoe die vruchten smaakten). Maar goed; het was toch een getuigenis in natura , dat ze zich door een predikatie gesticht voelde. Eigenlijk is het bij deze ene keer gebleven. Ik herinner me niet, dit nog ooit meegemaakt te hebben.
3. Ik vertelde jullie al, dat Harry in het huwelijksbootje stapte als vierde van onze kinderen. Het schoot wel op. Van de vijf huwbare was nu alleen Jaap nog ongetrouwd. Maar we waren aangenaam verrast, toen onze oudste zoon aan zijn jongere broer een wasmachine cadeau deed. Hadden we nooit van hem verwacht. Hij hield zich altijd van alles van de familie afzijdig.
4. Zulke aardige straatrtafereeltjes in Paramaribo± op zekere dag passeer ik een soort oploopje. Twee heren zijn in druk gesprek, eigenlijk gaat het om een lange monoloog van de een; hij grijpt voortdurende de pols van de ander vast, als om zijn betoog kracht bij te zetten. Een aantal werklieden heeft het afladen van een vrachtauto tijdelijk gestaakt en slaat , vriendelijk lachend het aardige toneeltje gade. Het gesprek wordt in het sranan tongo gevoerd. Als de verteller klaar is, antwoordt de ander met éen enkele uitroep...".S A N G".... Maar die ene uitroep is klaarblijkelijk voldoende. De oploop lost zich weer op en ieder gaat zijns weegs.
5 Ik kijhk de 'burgerlijke stand' na. Alleen maar Hindoestaanse namen van borelingen. Worden er dan geen Creolen geboren. Men legt uit. Bij de Negroïden is concubinaat de gewone gang van zaken. De kinderen, daaruit geboren, worden niet in de ' Burgerlijke stand' publicaties opgenomen, hoewel zij natuurlijk wel ten stadhuize geregistreerd worden.
6 Ik zoek dit nog eens nader uit. Men vertelt mij: " In de ' slaventijd' was het voor de ' meesters' van belang, dat de slaven een ' ongestructureerde massa' bleven. Ontstond er eens een verhouding, die eigenlijk alle trekken van een geordend huwelijk had, dan werden man en vrouw onverbiddelijk uit elkaar gehaald, want er mocht geen gewoon gezinsleven ontstaan. Later kwam daar de gewoonte uit voort, dat ' een neger nooit trouwde en dat concubinaar de gewoonte bleef'. Natuurlijk is dat in de moderne tijden wel aan het veranderen, maar de invloeden uit de slaventijd werken nog na.
7 Wanneer ik op het postkantoor kom, zie ik daar Hollandse hippies, die geld komen halen. Ze lopen er onverzorgd en vreemd uitgedost bij, net zoals ze er op dat ogenblik in Nederland bijlopen, mij al weer wat omnwennig geworden, Want....wanneer je de trends in een land niet meer dag voor dag kunt volgen...raak je al gauw een beetje ontwend,.
Ik zie keurige, modieuze jonge negers voorbijkomen, die vol verbazing naar de wat zielig aandoende Hollanders kijken. Die zijn zo heel anders dan de ' Europese Nederlanders', ( zoals de Hollanders worden genoemd), die ze dagelijks in allerlei goede functies ontmoeten.
Zo....dat zijn dan wat verwarde voorbeelden van de kaleidoscoop van indrukken, die er daarginds over me heenkwam. En dat gaat ook nu nog door. En...het lijken er steeds meer te worden, ook in ons erg 'geregelde' landje. Het is maar goed dat een mens veel indrukken ook weer kan vergeten.
Maar al die indrukken vormen je ...naar de ene of naar de andere kant. Morgen ga ik weer naar de samenkomst. En in al die jaren is mij toch gebleken, dat de daar verkondigde gedachten het beste en het meest zegenrijk beklijven.