varende senioren over bootjes, varen en nog andere dingen !
22-05-2008
Rechtzetting !
Hierbij volgt een rechtzetting :
De Hr Patrick Criel heeft eigenhandig en zonder enige hulp de zelfklevende letters aangebracht op mijn bootje : Enya - tot zover deze mededeling op straffe van levenslange discussies.
Ik was op één mei met verlof tot en met twaalf mei. Het leek een eeuwigheid. Stiekem had ik gehoopt dat mijn bootje klaar zou zijn. Maar de Carron marine-werf verwittigde me dat het een week later zou worden. Ik had dan ook niets anders te doen dan te genieten met volle teugen van het prachtige zomerweer. In de voorbije cursiefjes kon je reeds lezen hoe het was op de werf, en hoe de werkzaamheden vorderden. Op vrijdag 9 mei was het dan eindelijk zover ! We moesten om 09.00 uur daar zijn. Het was nauwelijks halfacht toen we op de club aankwamen, waar we één van de auto's zouden achterlaten en waarna Petra ging terugkomen met de andere wagen, ik zou dan alleen varen richting Spanjeveer. Bij aankomst op de club was Robert al wakker en groette ons van ver. Van hem mochten we natuurlijk dat niet doen. Hij zou ons zelf voeren naar Zelzate, zodat we samen konden varen. Er zijn nog schatten van mensen. Mensen die belangeloos iets doen voor iemand anders, ze worden zeldzaam ! Robert, een ex-schipper is er zo één, nog ne vent uit het goede hout gesneden. Iets over halfnegen waren we in Zelzate op de werf. Ons bootje werd net uit de hangaar gereden, richting kraan. Enkele minuten over negen lagen we in 't water. We verheugden ons op het tochtje naar onze ligplaats.Maar het noodlot sloeg toe ! Bij het opstarten van de motor spoot de olie in de machinekamer. Een lek, riep Diederik en stopte ogenblikkelijk de draaiende motor. Het euvel werd snel gevonden. Het bleek, één van de nieuwe oliefilters te zijn,die niet recht was opgeschroeft. Oef, terug naar normaal. Na enig kuiswerk, de motor terug opgestart en alles bleek goed te draaien. De kraan loste nu zijn greep op het bootje en enkele seconden later spartelde de "Enya" terug als een visje in 't water. 't Was niet druk op het kanaal Gent - Terneuzen. Tussen de binnenschepen en coasters door laveerden we richting Gent, en eens aan stuurboordkant het "groene plakkaat" met daarop Moervaart en Lokeren, gingen we bakboord uit, de Moervaart op. Met aan stuurboord de koeltoren van Langerbrugge tuften we naar onze club. Na één uur en veertig minuten lagen we vast op ons plekje, Spanjeveer. Dit was verlof voor ons. Nu begon het werk, de boot terug in orde maken. Een aantal werkjes had men niet op de werf gedaan, omdat die te arbeidsintensief zijn : de beschietingen* achterin de kasten, waarachter het waterlek was, moesten terug geplaatst worden en in de machinekamer moest alle olie onder de motor verwijderd worden, en gereinigd. De boot moest volledig afgewassen worden, alle kasten binnen uitgekuist en op orde gezet, de nieuw letters "Enya" geplaatst. Kortom, onze dagen zouden goed gevuld zijn. We hebben het beide met graagte en liefde gedaan ! Na twee en een halve dag waren alle klussen geklaard, maar ons pijpje was uit. Vooral de machinekamerklus was er voor mij teveel aan. Gebukt en op de knieën bijna drie uur. Meer dan vijftien liter vervuilde olie haalde ik vanonder de motor. Een kl...e klus. Maar goed, alles is droog nu en in de namiddag heb ik de beschieting teruggeplaatst. Op zaterdag hebben we de ganse boot afgewassen en de resterende lijmresten verwijderd. De TV antenne afgebroken en drie brandblusapparaten geplaatst + branddeken in onze keuken. Onze spatzeilen* aangehangen. Ons bootje begon te schitteren. Fier, maar moe genoten we op maandag van onze laatste dag. Twaalf dagen, 't is inderdaad niet lang. * beschietingen : houten schotten achterin de kasten tegen de scheepswand. * spatzeilen : zeilen die achteraan het dek geplaatst worden om het achterdek te beschermen.
Ons Bootje verlaat de Haven van Zelzate en kiest voor 't grote Vaarwater ! (Elke andere afkorting berust louter op een toevalligheid). 't Is immers vandaag donderdag 8 mei 2008 en zelfs tot in het grote Brussel spreekt men over B-H-V. Raar, maar kom ! Alle gekheid op een stokje, deze namiddag kregen we goed nieuws vanuit Zelzate. Ons bezoek gisteren aan de werf moet toch wel indruk gemaakt hebben. Ne mens moet van tijd tot tijd zeggen waar 't op staat. Altijd akkoord zijn met alles is niet altijd goed. Maar kom, het lek bleek achter het houten beschot te zitten, daarvoor moesten twee kasten ontdaan worden van hun houten beschieting tegen de scheepswand. De koperen waterleiding bleek uit elkaar te zijn gesprongen . Nieuwe vijzen en rubbers werden bevestigd en daarmee bleek alle ellende voorbij. De koppeling werd direct aan een nieuwe waterpomp geschakeld, alles bleef droog en werkte goed. Oude pomp en expansievat liggen ondertussen bij 't groot vuil. De nieuwe pomp werkt op 12 of 24 V en is bijna geruisloos. Alle accu's kregen nieuwe klemmen. Op het dashboard van de binnen-besturing werd een nieuwe urenteller aangesloten alsook een tweede marifoon. Verder werden bij het volledige motor-nazicht alle filters alsook de olie volledig ververst. De kleppen zijn afgesteld en zowel de buiten-besturing als de boegschroef werden nagekeken.Tenslotte werd het onderschip tweemaal in de grondlaag gezet en nadien tweemaal antifouling. Roer en roerkoning werden terug in 't vet gestoken. Daarmee was het werf-nazicht klaar.Het enige wat niet werd gedaan was een nieuwe ruitenwisser plaatsen bij de buiten-besturing, niemand bleek bereid om te boren in het glas. 'k Heb dan maar gemailed naar een oude kennis van me, den Dress, Patrik Dresselaers van de gelijknamige firma uit St. Niklaas is zowat de enige die mij kan helpen. Wanneer iemand verstand heeft van glas, is hij het. Ik wacht op z'n antwoordje. We kregen dan ook groen licht om vrijdagmorgen 09.00 uur om de kraan te hebben die ons terug in 't water laat. Een vis zwemt nu éénmaal graag, mijn bootje ook. Behouden vaart, enya.
Deze morgen was ik terug in Zelzate op de werf Carron, waar alles rustig zijn gangetje gaat ! Onderschip is nu volledig afgewerkt en vandaag is de motor startklaar. De kleppen werden nagezien, olie is ververst en de verschillende filters (olie en mazout) zijn vernieuwd. Vandaag en morgen zal het lek opgespoord worden en komt er een nieuwe waterpomp in. Dan zijn er enkel nog het aansluiten van de tweede marifoon en het eventueel nakijken en/of vervangen van de uur-teller. Ik hoop dat ik woensdag/donderdag groen licht krijg en terug in 't water kan. Alles wordt dan nog eens grondig gecheckt in 't water en een proefvaart gemaakt. Dan zal moeten blijken of alles perfect werkt, maar ik verwacht het wel vermits het bootje reeds in prima conditie stond. Ik denk dan naar Lokeren te varen en er enkele dagen nog wat te schilderen. Ondertussen ben ik een heel eind gevorderd met onze jaarlijkse reis. De bedoeling is om dit jaar een stuk van de Maas vanaf Namur te doen, en verder het Canal de l'est af te zakken, indien mogelijk tot in Verdun. Of dat zal lukken is een andere vraag, want de afstand bedraagt zo maar eventjes 984,18 km heen en weer. Niet minder dan 144 sluizen ver ligt Verdun en Petra kijkt bezorgd wanneer ze al deze getallen hoort. Ik denk dat ik de reis, jammer genoeg, iets zal moeten inkorten wegens tijdsgebrek.Maar dat zijn dan weer zorgen voor later.
Vandaag, zaterdag was een prachtige dag. Het mooie weer lonkte uitnodigend en ook wij boden geen enkele weerstand. Bij gebrek aan ons bootje, besloten we om te fietsen. Waar kan je per definitie het mooiste fietsen overal in 't Vlaamse land ? De jaagpaden natuurlijk. Deze paden, eertijds aangelegd om de schepen over kanalen en rivieren verder te trekken, lenen zich nu perfect om te fietsen. Wanneer daar in den beginnen gerekend werd op de kracht van de vrouw, de man moest immers aan het roer staan, werden het later paarden en soms ook ezels die het schip voorttrokken. Tja, het schippersleven van weleer was bikkelhard. Het waren verharde paden langswaar gejaagd werd. Met de opkomst van de stoom lagen deze paden er jarenlang verlaten bij, dikwijls overwoekert met diverse soorten onkruid. Maar toen de mens wat meer vrije tijd kreeg, en de rage van het fietstoerisme weer toenam, werden ook de jaagpaden herontdekt. Aangenaam, dat is alles wat men kan zeggen, fietsend van Lokeren naar Daknam langs een andere weg van vroeger, een afgebroken spoorweg. Deze holle weg is een fietsautostrade geworden Lokeren over Daknam, Sinaai naar Moerbeke. Wanneer dan het vroegere station van Daknam, per toeval bewoond is door Petra's pa, dan weet je dat een welgekomen halte nooit veraf is.
Drie, zeer voorname onderdelen op het onder-schip, hier in de zwarte antifouling verf gezet. Bemerk op het roer en de midden-vin er voor, de zink-anodes, die het roest moeten weren. Van hun goede of slechte staat hangt af in welke mate het roest zich op het ijzer zet.Dus heeeeel belangrijk !
Nieuws, daar heb je positieve en negatieve berichten in. Laat ons maar beginnen met het positieve, het onder-schip is tweemaal in de goudkleurige grondlaag gezet en de eerste laag antifouling is af. Om goed te zijn moet de antifouling een tweede laag krijgen, hetgeen gebeurd gedeeltelijk vandaag en de rest maandag. Bij nazicht van het onder-schip bleek dat alle anodes nog in goede staat waren en gerust nog een paar jaar mee konden. Volgende week begint men ook aan het motor-nazicht. Al de olie dient ververst te worden en ook alle filters worden vervangen. De boiler wordt nagekeken of er genoeg koelvloeistof aanwezig is. En dan komt eigenlijk het voornaamste aan de beurt. Het nazicht van het lek. Bij de aansluiting van de circulatiepomp aan de watertank is een lek. Een nieuwe aansluiting, plus een nieuwe, geruisloze waterpomp staan ook al klaar om geplaatst te worden.Het expansievat is overbodig en wordt afgebroken. Aan het dashboard binnen wordt er een nieuwe uur-meter geplaatst + de tweede marifoon aangesloten. Op de tweede besturing buiten, zal de ruitenwisser niet geplaatst worden. Blijkbaar doet geen enkele werf dit werkje graag. Boren in een ruit blijkt niet hun favoriete bezigheid !
Het Atomium is 102,705m. hoog. Het heeft de vorm van een ijzerkristal, dat 165 miljard keer uitvergroot werd. Binnenin is er een lift die u tegen 5m/seconde naar de bovenste bol brengt. In de bovenste bol bevind er zich een restaurant, en een uitkijk-niveau. Nog drie andere niveaus bevinden zich in deze bovenste bol. De ontwerper van dit kunstwerk, André Waterkeyn overleed in 2005, en beleefde de eindfase van de twee jaar durende opknapbeurt niet meer. De platen van het Atomium werden nu vervangen door inox, hetgeen meer weerbestendig is en langer bestand tegen alle mogelijke gure omstandigheden. Zijn familie geniet tot 2075 een auteursrecht dat rust op alle afbeeldingen van het Atomium. Voor het jaar 2008 werd een uitzondering gemaakt op dit recht.
Mensen, wat gaat het snel. Met de hype rond expo '58, en aangezien we toch zonder bootje zitten (nog altijd op de werf), besloten we om vandaag, zondag te gaan "brusselen". Hoe meer beelden we van de expo te zien krijgen, des te meer iedereen van onze generatie spijt krijgt dat zoveel moois tegen de grond ging. Voor mij persoonlijk staat nog altijd het Amerikaanse en Russische, maar ook het Thaise paviljoen mij fel voor de geest, samen met de watertrap de "teleferikskes" de gemotoriseerde bakskes waarin men rondreed, Oud-België waar we gezellig tafelden en ik van mijn vaders schuimende pint mocht drinken, "de pijl" en natuurlijk het Atomium. In het Amerikaanse paviljoen stond ik als 13-jarige in bewondering voor de eerste kleuren TV, thuis hadden we nog geen wit-zwart, die kwam pas in 1960 met de Olympische Spelen in Rome. Recht er tegenover stond het Russische paviljoen met de verbijsterende "Spoetnik" die aan het plafond hing en waar ik met wijdopengesperde mond naar het raadselachtige bip-bip geluid stond te luisteren. Het Thaise paviljoen was het exotische dat me aantrok. Ik had nog nooit zo'n gebouw gezien in pagode- vorm met fel gekleurde en gouden tinten. Ook de vrouwen en mannen die er rondliepen vormden samen met het Congolese paviljoen voor mij de openbaring. Er waren ook anders gekleurde mensen ! Ik heb nog naar andere wereldtentoonstellingen geweest, maar deze van '58 was voor mij een totaal nieuwe wereld, die qua architectuur en design sindsdien zijn gelijken niet meer kende. Jammer van die teloorgang. Wat hadden onze kinderen en kleinkinderen versteld gestaan bij "de pijl". Hadden ze hun niet geamuseerd in Oud-België ? Hadden ze niet plaatsgenomen in de bakskes en er overal mee rondgereden of een ritje gemaakt in te teleferikskes ? Neen, ze zouden het niet gedaan hebben, want ze hebben teveel. Ieder kind kijkt nog nauwelijks op van deze dingen. Op 13 jaar zijn er andere dingen aan de orde. En niet altijd ten goede. Waar hebben we gefaald ? Ligt het aan ons ? 'k Geloof het niet. Wij waren nog kinderen van 13 jaar en als we niet luisterden, kregen we een draai rond onze oren. Nu gaat men daarvoor naar de rechtbank en wordt veroordeeld voor slagen en verwondingen. Ligt het dan aan ons ? Eén van de enige dingen die ons nog resten, is het 102- meter hoge Atomium. Nog snel gered van de ondergang, want het was vijf voor twaalf. Het ijzer-kristal dat 165 miljard keer uitvergroot werd, stond symbolisch voor Belgiës negen provinciën. Ook dat is voorbij, want het zijn er nu tien. En toch was ik blij dat ik er nog eens was, ik was weer even dertien geweest en liep in korte broek langsheen de watertrap, zag bij de Amerikanen de kleuren TV spelen en er recht tegenover hoorde ik de bip-biptoon. Ik dronk weer uit mijn vaders grote pint en voelde hoe het schuim langs mijn kinnetje liep. Ik hoor nog hoe mijn moeder mijn vader berispte om zoveel gegeven vrijheid. Ik zag bruine, zwarte en gele mensen die rustig keuvelend over de esplanade wandelden en in het park voetbalden. 't Was een droom, ik was nu drieënzestig en enkel het atomium en het Amerikaanse paviljoen, nu VRT, stonden er nog. De rest was verdwenen. Jammer, doodjammer !
Vandaag rij ik voor de eerste keer naar de werf om de stand van zaken op te volgen. Ben benieuwd wat er reeds gebeurd is. Ik was al gelukkig dat er "iets" gebeurd was. De schilder was bezig met de eerste grondlaag. Het was een gouden kleur en er zouden twee lagen van deze verf gezet worden. De reden is, dat de derde laag, een afstotende verf is, antifouling* genaamd, niet hecht op bloot ijzer, maar wel op de verf die als grondlaag gezet wordt. antifouling = aangroeiwerende verf, vooral voor plantjes en kleine diertjes die zich snel aan de boot hechten, en zodoende de boot afremmen qua snelheid, met ook een groter brandstofverbruik tot gevolg, en de evidentie sneller roesten.
Het kondigde zich zo mooi aan, die dag midden april 2008. Voor de eerste keer dit jaar zou ik met mijn bootje varen. Een schitterende zon spoorde ons aan om te vertrekken. François was reeds ter plaatse. Ik had de motor al laten draaien en controleerde een laatste keer alle details. Lage slierten nevel kwamen van de velden en hingen over de moervaart. Gewoon prachtig. Een mens zou bij al dat mooie poëtisch worden en misschien wel onzin uitkramen. Dus hield ik het maar bij mijn bootje. De motor had zijn temperatuur bereikt en rond 08.45 uur maakten de "Enya" zich los uit een kluwen van touwen. Piepend richting kanaal Gent - Terneuzen kwam ze van tussen de twee jachten voor en achter. Fijne rimpeltjes op het water achter me en een zacht gebrom van de motor en weg waren we. We rekenden op een dik uur tot aan de werf Carron in Zelzate. In Mendonk ging ons toerental omlaag, want er lag misschien wel een collega-watersporter van de naburige clubs in Mendonk nog tussen de lakens, zalig dobberend op 't water. Bij het naderen van het kanaal minderden we vaart, want hier snorren de binnenschepen voorbij en houden zich niet altijd aan de opgelegde snelheid. François riep dat het kon, en ik gaf vol gas. Het kontje wat dieper in 't water en een flinke snor vooraan gingen we direct aan de rechterkant van het vaarwater, want er kwamen een paar schepen achterop. Aan de overkant een paar slepers met een flinke put achter hun. Ons bootje ging fel tekeer en dobberde over de golven. Onder de brug van Zelzate kwam langszaam de werf in 't zicht. François ging naar voor om te kijken waar we konden aanleggen, want het lag er kompleet vol. Tegen een woonbootje aan, want het was toch maar voor even. Eens aan de wal spraken we af, er ging een jachtje uit en dan mocht ik in de slings*. Eerst moesten drie binnenvaartuigen die naast elkaar lagen, eventjes met de kop van de wal, om toe te laten dat de jachtjes er uit en er in gingen. De kraan stond al op zijn plaats en een polyester jacht van ca 9m hing al in de slings. We starten de motor en tuften even later naar de plek waar de slings in 't water hingen. Eens de slings aangespannen kwam de Enya zachtjes aan uit het water. Aan de boordsteen gingen we beiden aan de wal. 't Is tenslotte altijd gevaarlijk om aan boord te blijven tijdens de hijs. Zonder moeite zette hij mijn bootje feilloos op een rijdende bok*, die hem naar de spuitplaats trok. Tussen de middag nam ik aan een armeluis-restaurant (frituur) mijn middagmaal. Terug naar de werf, dus. Afspraken werden er gemaakt met de man die buiten alles regelt, en Diederik die binnen alles regelt van motorgedeelte enz... Rond drie uur bolde ik tevreden naar huis, wetende dat het bootje in de hal stond en in goede handen verkeerde. Met die wetenschap sliep ik 's avonds, rustiger in dan de dag ervoor. *slings = zijn platte banden die onder een stacker hangen (is een in kruisvorm ijzer-gewrocht waar aan de vier uiteinden de slings vastgemaakt worden, zie foto) *bok = rijdend of niet-rijdend gestel waar de boot op rust met flexibele aangebrachte steunpunten.
Morgen, 15 april 2008 is het zo ver. Dan vaar ik met een vriend uit de club, François, naar de werf Carron in Zelzate. Aan de "Enya" moet er het één en het ander gebeuren. Ik deelde het in in vier categorieën : I. Wanneer de boot er uit getild wordt, is het evident dat het onderschip de eerste zorg is. Na het afspuiten, worden de anodes natuurlijk nagekeken, evenals het roer- en de roerkoning. Een algemeen nazicht van het onderschip moet aan het licht brengen of er een plaat onder het kombuis moet komen of niet. Bij het nazicht van het onderschip zal ook naar de boegschroef gekeken worden. Bijkomend moet ook langs de binnenkant gekeken worden, want daar is er roestschade.
II. Eens dit achter de rug is, zal de motor een algemeen nazicht krijgen, waarbij filters en olie vervangen worden. De besturing zal in het bijzonder nagezien worden op vibraties. De boiler wordt terug met koelvloeistof gevuld. De watertank moet gecheckt worden, want er is ergens een lek, dat tot in het voorschip loopt. Het gebeurd enkel wanneer de pomp aanslaat. As en roerkoppeling beëindigen het werk in de machinekamer.
III. Bij de binnenbesturing moet de tweede marifoon aangesloten worden. De toeren- en uurteller moet nagezien worden, en indien nodig vervangen.
IV. Bij de buitenbesturing wordt een ruitenwisser aangebracht. De leiding en bedieningsknop werden al door een andere werf aangebracht, maar die kon door omstandigheden zijn werk niet afmaken.
Ik reken er op dat alle werkzaamheden op het einde van de maand achter de rug zijn, maar op een werf, weet je nooit ! Als dit moest lukken, varen we na een klein oponthoud, op vakantie voor een tiental dagen. Duimen jongens, maar geloof me, na deze werfbeurt krijgen jullie een reeks foto's waar ge de "ENYA" niet meer zult herkennen. Het bootje zal dan in prima conditie zijn, en terug goed om vier jaar verder te varen, met als klap op de vuurpijl, eind dit jaar, ne gepensionneerden oan buert. Nie te gelueven !
Wanneer de weersomstandigheden ons tegenzitten, gaan we misschien naar 't land van Sarkozy en Bruni. Neen, niet omdat we er beiden zo'n fan van zijn, maar wind en golven spelen op 't grote water een rol. Een vignet van het VNF (voies navigables de france) kost in de uitvoering "vacance" voor ons schip, net geen 40m² de ronde som van 55,40. Daarvoor mag je 14 opeenvolgende dagen in 't land van mooie Carla verblijven. De toer die we voor ogen hebben is 509,3 km en telt 32 sluizen. Vanaf ons vertrekpunt Spanjeveer gaat het de eerste dag over Gent naar Oudenaarde, en de tweede dag van Oudenaarde over Doornik naar Antoing. We zijn dan dicht tegen de Franse grens. De derde dag varen we door een industrierijk gedeelte van Frankrijk. Immers deze regio is met zijn overslaghavens Valenciennes, Denain en Douai de bevoorrading voor de ganse regio. We passeren Valenciennes, gaan richting Douai waar we hopen in de jachthaven een plaatsje te vinden. De volgende dag varen we naar Pont a Vendin, waar we de "port de plaisance la Gare d'Eau"aandoen. Vanaf deze jachthaven gaan we de volgende dag naar La Houlle, een plaatsje waar we beiden een beetje verliefd op zijn, met een rustige ligplaats en een schitterend restaurant. La Houlle ligt in de Audomarois, een streek waar vroeger alles, en nu nog zeer veel per bootje gebeurd. We zagen er onder andere de facteur zijn ronde doen en ook de bouwondernemer kwam met een zeer lange soort prouw aangevaren met bakstenen en cement. Achteraan stond de man te wrikken.* In de 3km-vaart naar La Houle ligt er een stoombootje "le petit beigneur", een begrip voor iedere Louis de Funès liefhebber. De dag er op varen we het smalle kanaaltje uit en begeven ons richting Calais. De oude Vlaamse stad Kales ligt in het département Nord Pas-de-Calais, rechtover Dover, de Engelse aanloophaven bij uitstek. We verblijven er zeker een dagje. Veerdiensten, Hovercrafts, en de ingang van de Franse kant van de "chunnel" nabij Sangette zullen we zeker bezoeken. Maar ook de oude ingang van een vroegere poging om een tunnel te graven, wil ik zeker zien.. 75.000 inwoners telt Calais en jaarlijks vertrekken er meer dan tien miljoen mensen richting "The British Isles" . We bevinden ons volop in Vlaanderen en varen van Kales naar Broekburg, ofwel van Calais naar Bourbourg, de Franse benamingen.In de stedelijke jachthaven kan men rustig liggen op een boogscheut van het kleine ingedommelde dorpje. De volgende dag varen we aan de achterkant van de haven van Duinkerken ofte Dunkerque. Namen zoals Spyker, Grande en Petite Synthe zijn deelhavens van de noordelijkste haven van de Atlantische Oceaan. Nog noordelijker begint immers Het Kanaal. Via een kanaaltje gaan we in Ghyvelde de grens over naar België. We varen voor Veurne, geboortestad van Arthur Blanckaert ofwel Will Tura. Zeer mooie markt met prachtige gebouwen. Kortom een mooi stadje, een bezoek waard. Oudenburg, op het kanaal van Plassendale , is de volgende overnachtingsplaats. We gaan, telkens we hier komen, eten in de mooi gerestaureerde middeleeuwse hoeve. De ligplaats en de elektriciteit zijn hier gratis. 'k Weet trouwens weinig steden of dorpen die zoveel doen om aan de pleziervaart iets aan te bieden. Bedankt, zou'k zeggen. We gaan nu naar het einde van onze reis en gaan op het kanaal Gent -Oostende, Beernem voorbij, de meest onvriendelijke en dure jachthaven die ik ken. We varen naar Nieuwenrode (Eeklo), passeren de Schipdonksluis, met een immer lachende, vriendelijke en behulpzame crew van sasseniers. Aan de windmolen kan je rechts op het kanaaltje van Eeklo, maar wij gaan richting Balgerhoeke en komen bij de nieuwe club waar vrienden van ons liggen met hun bootje. Het kanaal van Balgerhoeke en het Leopoldkanaal, vaste lezers van mijn blog herinneren zich misschien nog het verhaal van de Blinker en de Stinker zoals de bijnamen van deze kanalen. Hier broeit ook het plan om een duwvaartkanaal in deze bedding te maken, richting Zeebrugge. Maar vermits een zekere mijnheer Lippens iets zei van : "over mijn lijk", ben ik er tamelijk gerust in. De laatste dag is aangebroken, schone liedjes duren immers nooit lang. Langs de mooie Blinker, met zijn prachtige Bomen-kathedraal varen we rustig de Schipdonksluis tegemoet, bakboord uit voor Evergem sluis met daarna het kanaal Gent - Terneuzen, waar we aan de koeltoren stuurboord uitvaren om op onze vertrouwde Moervaart te komen. Spanjeveer, we're back ! * wrikken = met één roeispaan achteraan de boot, duwend en trekkend, terwijl draaiend met het roeispaan die in het wrikgat blijft zitten. Vroeger werden alle werkbootjes zo voortbewogen. Nu kunnen nog zeer weinig mensen goed wrikken. 't Is trouwens ook zware arbeid. Men kan het vergelijken met de gondeliers in Venetië, al doen die een andere beweging.
Er bloeit iets moois tussen die twee. Op de leuning van mijn terras kijken ze elkaar diep in de ogen en zeggen 's morgens allebei wel honderd keer : roekoekoe, roekoekoe, enz.... 'k Word soms kwaad om zoveel liefde. Niet dat het stoort, maar we liggen er beiden wel wakker van. Maar als je dan ziet hoe vertederend ze elkaar bejegenen, denk ik : " vandaar het dierenrijk en het mensdom.
Binnenin zijn enkel alle gordijnen vernieuwd, alsook alle kussens overtrokken. Na de nieuwe machinekamer-vloer en de nieuwe TV, hebben we ook een nieuwe matras besteld. De oude had zijn beste tijd gehad na 24 jaar en was aan vernieuwing toe. Volgende week zou alles af moeten zijn. Op 11 april ga ik boven op de werf en wordt de rest perfect in orde gemaakt. Ik hoop dat einde de maand april alles achter de rug is. Mijn ganse bootje zal dan nieuw ogen en klaar zijn om verdere avonturen tegemoet te varen. U krijgt van dit alles ten gepasten tijd de nodige foto's. Tot gauw, varende vrienden.
De eeuwige vraag : wordt het Nederland of Frankrijk ?
Een vraag die ieder jaar weer terugkeerd, wanneer we ons verlof plannen, betreft de keuzemoeilijkheid. Alles staat of valt ook wat met het weder samen. Is het betrekkelijk kalm, dan prefereren we Nederland, omdat onze noorderburen nu éénmaal een eeuw voorsprong hebben wanneer het komt op werking van bruggen en sluizen. 509 km verder en 32 sluizen is ons nederlands alternatief. We vertrekken richting Terneuzen op een donderdagnamiddag en overnachten er. De volgende dag zou de enige zware dag zijn. Bedoeling is om in één ruk de westerschelde over te steken om via Hansweert en Wemeldinge aan de Oosterschelde en het Zijpe te beginnen. Via de Krammer en de Volkerak gaan we naar het Hollands Diep. Iets meer dan 100 km en vier sluizen verder ligt de Lage Zwaluwe, onze tweede halte. Op zaterdag dwarsen we het Hollands Diep, varen de Biesbosch in en komen via het kleine sluisje in Werkendam. Het zou kunnen dat we zondag houden in de Biesbosch omdat alle sluizen in de buurt toch niet op zondag werken. De meeste mensen zijn kerks en de zondagplicht is er heilig. Geen enkele winkel is er open, en ook alle sluizen en bruggen in de buurt zijn zondaghouders, zoals men ginder zegt. Via de Boven Merwede gaan we richting Gorkum uit (Gorinchem), de Waal op, naar het kleine verbindingskanaaltje van St. Andries. We varen voor 's Hertogenbosch en gaan er zeker eens aanleggen. We komen op de Zuid-Willemsvaart met Veghel als voornaamste stad en varen tot Beek. We maken de kromming en de tegenovergestelde richting uit op het Wilhelminakanaal met Tilburg als einddoel. Na Oosterhout komen de sluizen er aan, die ons op het Markkanaal en de Mark brengen met Breda als overnachtingsmogelijkheid. We varen nu verder op de Dintel helemaal tot Heijningen, waar we bakboord uitgaan richting Volkerak. Via het Mastgat, de Keeten en de Zandkreeksluis beland ik op het Veerse Meer en overnacht in Kortgene. We passeren 's anderendaags Veere, nog altijd de Koninginnestad in Nederland en komen er na de sluis op het Kanaal door Walcheren. We hopen te overnachten in Middelburg, maar de vrije plaatsjes zijn op je één hand te tellen. De dag nadien gaat het huiswaarts, de oversteek van de Westerschelde richting Breskens en langs het kleine vaarwater naar Hoofdplaat en Terneuzen. 't Zal wel terug de Oostsluis worden, die ons op het kanaal Gent - Terneuzen brengt, en ons terug zal voeren naar ons ligplaats op de Moervaart, aan de Spanjeveerbrug. Hoe het Franse alternatief er uit ziet vertel ik jullie in een volgend blogje. Ongeveer gelijk qua kilometers, iets meer sluizen, maar minder druk op de vaarwegen. Tot dan.
Deze week is "den Eddy" aan boord geweest om enkele opmetingen te doen. Hij is het, die de nieuwe houten vloer over de machinekamer moet timmeren. Den Eddy, is ne fantast, daar bedoel ik niets slecht mee, maar wel letterlijk. "Noa heb ik geenen tijd", orakelde hij in 't antwerps.. Aan boord bekeek hij alles grondig, zoals hij dat altijd placht te doen, en zei na een kwartiertje. Ok, volgende week zen ik er. Twie dagen weirk en alles is kleir, joeng. Ik probeerde voorzichtig nog een vouwmeter aan te reiken, maar "den Eddy" zei dat hij dat niet nodig had. "Hier, dréken, hier, 't koppeke, doar moet het zitte "! Geluidloos en vol schaamte stak ik de vouwmeter terug achter mijn rug. "Zeker, Eddy, zeker" : memmerde ik terug. Ik begeleide hem daarna terug naar zijn wagen, hij nam zijn notaboekje en pende feilloos alle afmetingen die hij nodig had om hout, geluids-isolerende platen en bekleding te bestellen. "'k Zen toch wat ouwer oant 't weurre, joeng" weerkaatste hij in 't algemeen beschaafd antwerps". Toen ik daarna de poort opende van de jachtclub voor "den Eddy" buiten te laten, kwam ik al fluitend terug. Bij het aan boord- komen zong ik zowaar. Enigszins verwonderd over zoveel vrolijkheid moest Petra er het fijne van weten. In 't kort vertelde ik dat ik dat zelf niet meer zou kunnen, zo alles van buiten, maar toen Eddy kort erna alles neerpende, was ik gerustgesteld. Ik kon dan toch nog mee, dacht ik. 's Avonds toen we naar huis reden, speelde die glimlach nog altijd rond mijn mond, zei Petra. Op z'n antwerps antwoordde ik toen, 'k zen wat ouwer geweurre, maar hier mut het just zitte, 't koppeke, schat, 't koppeke. Beiden zijn we scha-te-rend naar huis gereden.
Telkens er trammelant is op 't één of ander automerk, gewoonlijk zijn 't stakingen of zo, hoor ik klagen over de te hoge werkdruk en montage van teveel auto's met te weinig mensen enz... Groot was dan ook mijn verbazing, toen ik deze wagen bestelde op het autosalon 2007. We hadden zes auto's in gedachten, en dit was volgens ons de beste koop. Het was dus januari wanneer we hem bestelden, en op onze leveringsbon stond mei/juni. Opgelucht gingen we dan ook kijken eind mei om te zien wanneer we hem konden afhalen. We hadden ons terug een cabrio gekocht, omdat onze vorige wagens ook cabrio's waren en we graag openrijden tijdens de zomer. In de garage had men slecht nieuws. Het zou juli/augustus worden, vertelde men. Ontgoochelend terug naar huis. Wanneer men zich ergens op instelt, en door één of andere reden gaat het niet door, is de ontgoocheling soms groot. Men had ons gezegd begin augustus en eigenlijk waren we best tevreden, want dan konden we met onze nieuwe wagen naar Italië op vakantie. Eind juli was het al uit met de pret. We hoefden er niet op te rekenen. Het zou oktober worden. Een vlammende brief geschreven naar de garage, met daarin wat ik dacht over gegeven woorden en afspraken. Niet dat dit helpt, maar het lucht op tenminste.Eind oktober is tenslotte een te late levering voor een cabrio, de zon en de zomer zijn voorbij. Toen men in oktober dan nog maar eens vertelde dat het november zou worden, hebben we beiden bij een bezoek aan de garage niet enkel ons gedacht gezegd, maar hen ook verteld dat er compensaties moesten komen. De garagehouder keek bezorgd, maar durfde niet direct nee zeggen. Desnoods, zei ik, breng ik wel mijn advocaat mee. De man verbleekte. We zijn eind november onze wagen gaan bekijken, hij was eindelijk aangekomen en hebben alles bekomen hetgeen we supplementair gevraagd hadden. Wanneer ik de goedbetaalde werknemers van de verschillende automerken hoor met hun geleuter over te hoge werkdruk of te weinig bestellingen moet ik lachen. Overal geldt er een wachttijd wanneer men een nieuwe wagen koopt. Begrijpe wie kan.Want zeg nu zelf, een jaar wachten op een nieuwe wagen, alles heeft zijn grenzen.
Ik ben André Van Hecke, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Oostvaarder.
Ik ben een man en woon in Lokeren (België) en mijn beroep is ex-bevrachter van binnenschepen, nu met pensioen.
Ik ben geboren op 31/07/1945 en ben nu dus 79 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: vooreerst mijn bootje Enya, en alles wat ook maar te maken heeft met H2O..
Sinds 25/11/2008 met pensioen, een soms onbekende zee van tijd die op me afkomt - met vrouwtje Petra wat wandelen, en skieën ieder jaar in Seefeld, Oostenrijks stadje waar we getrouwd zijn - in de zomer spenderen we onze vrije tijd sowieso aan ons bootje
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Beoordeel dit blog
M/S ENYA
mijn bootje is een Gruno 38E Royal van bouwjaar 2000, is 12m lang en 3,80m breed met een diepgang van 1,10m en een doorvaarthoogte van 4,25/3,60m en een gewicht van 12,5 ton - de motor is een 6 cylinder IVECO van 120 pk met een verbruik van ca. 4 liter/uur. Een watertank en fueltank van elk 500 liter en een vuilwatertank van 200 liter. De boot heeft een buitenbesturing met boeg- en hekschroef, automatische piloot en gps/plotter. Herschilderd op de werf in 2011, zowel boven als onder de waterlijn, nieuwe anodes geplaatst. Zijn geboorteplaats is Zoutkamp in Friesland.
De motor is een 6 cylinder dieselmotor IVECO type 8065M12.01, met een verbruik van ca. 4 liter per uur, en komt uit de Milanese fabriek (It.) en draagt als matricuulnummer 0587975. Rustig draaiend en bedrijfszeker, zo wordt de motor omschreven in de onafhankelijke testen. Met in de nabijheid van mijn ligplaats, Spanjeveer op de Moervaart, is er een Europees hoofdverdeler en onderhoudscentrum van IVECO, gelegen aan de Vliegtuiglaan in Gent. Ook dat is makkelijk.
Wij hebben in onze boot geopteerd voor een dinette i.p.v. een tweede slaapkamer, aangezien wij voor meer dan 95% ons tweetjes varen. Ruim om te eten, en voorzien van talrijke bergplaatsen, waarbij alles binnen handbereik ligt, is het in blanke eik uitgevoerd en met een blauwe stoffering, een lust voor het oog.
Het kombuis betekent ook soms het "hart" van de Bourgondische Vlaming. Wanner er gekookt wordt aan boord, is het nuttig om te beschikken over een degelijk uitgeruste keuken. Met twee ijskasten, een magnetron en een vier-pits gasvuur, dampkap en verluchting via een dakvenster, is ook onze keuken voldoende gewapend om "de hongerigen te spijzen".
Het salon is en blijft de plaats bij uitstek in het schip. Gezien de geringe oppervlakte die een boot biedt, is het de pleisterplaats om televisie te kijken of radio te luisteren. Lezend, makkelijk achterover leunend in een zetel vliegen de avonden zo voorbij.
"De natte cel" noemt men het toilet- was- en douchegedeelte in een pleziervaartuig. Je kan aannemen dat ook de mechaniek een aardig stukje vertegenwoordigd is in dit gedeelte van de boot. Pompen, vermalers en verwarmingselementen zijn er in vertegenwoordigd. Met de huidige verstrengde wetgeving is ook de vuilwatertank verbonden aan de lozende installaties.
Ieder mens heeft slaap nodig. Dus is de uitrusting van een slaapkamer bijzonder. Immers een goede matras waarborgt een goede nachtrust. Met de vele bergplaatsen vindt de kledij er ook zijn plaats. Onze slaapkamer biedt nog iets extra wat we bij vorige bootjes niet hadden. Een venster achteraan waar je bij 't opstaan nog een blik kan werpen over het rustige of onrustige water. Mooi toch !
Wanneer hier een lichtje aanslaat of er een geluidje biept, is er "iets". Behalve de snelheid in km/u of in zeemijlen/u, de diepte in meter of in voet, beschikt de stuurstand ook over een elektronisch kompas, aangevuld met gps/plotter en een stuurautomaat, er is er op dit electronisch plateau ook plaats voor een boeg- en hekschroef en een electrische ankerwinch. Bij de "gewone" meters vervolledigen een voltmeter, temperatuurmeter, oliedrukmeter, toerenteller met aangegeven aantal draaiuren van de motor en een stand van de tanks aan boord. Alles is overzichtelijk geplaatst, zodat bij het minste onheil snel kan worden ingegrepen.
Historiek van mijn vorige bootjes :
El Verde : spitsgatkottertje 9,30m lang en 3,20m breed en 0,85m diepgang, motor Indenor 50 pk, van Peugeot origine met bouwjaar 1970, gebouwd door Jachtwerf Oost in Akkrum. Bootje werd verkocht (2007) aan onze inmiddels zeer goede vrienden Karel en Leon, Karel is ook geregeld gastschrijver op mijn blog. In 2010 verkochten Karel en Leon de El Verde verder aan een koppel uit Izegem. Zij herdoopten het terug in Griffioen, wat de naam was van het bootje toen we er allebei op verliefd werden in het verre, maar mooie Akkrum.
Enya : Super Lauwersmeerkruiser - 11,40m lang en 3,40m breed met diepgang van 1,00m - gewicht 12 ton - motor : DAF 575 - bouwjaar 1983 op Lauwersmeer - werf in Westergeest. Was een miskoop, maar dat gebeurd overal wel eens. Het bootje werd omgeruild met mijn huidige Gruno Royal 38'.
Enya : Gruno Royal 38 - bouwjaar 2000 - 12m lengte, 3,80 breed en diepgang van 1,10m - gewicht 12 ton - motor IVECO 125 pk - 6 cylinder gebouwd op Gruno werf in Zoutkamp. Ongelofelijk wendbaar, dankzij boeg- en hekschroef, stille, zuinige motor, weinige uren gedraaid bij aankoop en zowel het interieur als buiten goed in orde. Boot werd in 2011 herschilderd, zowel onderwaterschip als boven de waterlijn, nieuwe anodes geplaatst en de motor volledig nagezien.
Toen we elkaar zagen op 16.09.10 wist ik niet eens dat zo'n studierichting als I.W. bestond. Ik heb ondertussen al wat gegrasduint op internet en er over gelezen. Lang niet zo'n makkelijke materie, maar ik denk dat jij dat aankan ! Ik hoop zeker dat we van tijd tot tijd de gelegendheid hebben om met elkaar een babbeltje te doen. Dat zou super zijn. Jammer van die verloren tijd, want die halen we nooit meer in ! opa
Hi Pa,
Ikke nog eens. JIJ staat nu op internet op een blog. Iets wat je nooit gekend hebt, maar je zou het zeker interessant gevonden hebben, al was het maar om je postzegelverzameling aan te dikken. Ons ma zou het maar "brol" gevonden hebben. De band tussen ons was altijd sterk, omdat we zoveel op elkaar leken. Telkens ik bij u sta, daar op die kille plaats mis ik je nog altijd. 'k Heb al een nieuw plantje gekweekt om het andere te vervangen bij u. 'k Breng het wel eens als we alleen zijn. U en ik ! Rust zacht. Onze kleinen.