Welkom bij saagje!
Foto
Inhoud blog
  • Het oude moedertje
  • De legende van de maïs
  • Mans van de Maone
  • De boer en de duivel
  • De twee advocaten(slot)
  • De twee advocaten
  • Het geitje Pak-me-dan
  • De natgeregende kabouter
  • De zeven heksen
  • Het aardmannetje van de Röhrerbühel 2
  • Het aardmannetje van de Röhrerbühel
  • Nikola staat borg
  • De vurige man van de Geute
  • De geschiedenis van de boerendochter Ketilrídur 2
  • De geschiedenis van de boerendochter Ketilrídur
  • Op reis gaan
  • De luie hasjverslaafde en zijn verstandige vrouw(vervolg)
  • De luie hasjverslaafde en zijn verstandige vrouw
  • Het toverfluitje en het toverhoedje (vervolg)
  • Het toverfluitje en het toverhoedje
  • Waarom de bomen in de herfst geel worden
  • Tijl Uilenspiegel en de paardenkoopman
  • De nimf Daphne
  • De geschiedenis van de reuzenkreeft
  • De toren van Medemblik
  • Theseus en Hippolytus
  • Duimedik
  • De vuurman van Soest
  • Maan, Djabu en de dood
  • De jakhals en de patrijs
  • Goudsbloempje
  • Afspraak is afspraak
  • Het spook van de Zeedijk
  • Rata's wonderbaarlijke reis-einde
  • Rata's wonderbaarlijke reis-vervolg
  • Rata's wonderbaarlijke reis
  • Waarom de hyacint maar zo kort bloeit
  • De citerspeler
  • Van een opgeverfde haan
  • Het land van moeder Soemba
  • Het zwanennest
  • De engel
  • De gebarsten emmer
  • De hondenmarkt van Boedapest (slot)
  • De hondenmarkt van Boedapest
  • Billy de coyote (slot)
  • Billy de coyote(vervolg)
  • Billy de coyote
  • Garuda
  • De dood van de sprookjesverteller
    Foto
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Hoofdpunten blog waaroemni
  • Kerstgroet
  • Luchtballonvaart
  • Paulus Potter
  • Sint-Elisabethsvloed
  • Willem Tell
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Categorieën
  • aardgeest (21)
  • avonturenverhaal (6)
  • dierenverhaal (5)
  • duivels (46)
  • fabels (57)
  • gedichten (1)
  • geesten (griezellen) (12)
  • heksen (52)
  • historisch verhaal (13)
  • historische sagen (35)
  • legende (42)
  • Luchtgeest (30)
  • Mythe (24)
  • parabel (7)
  • Plaaggeest (10)
  • sagen (87)
  • Sinterklaasverhalen (4)
  • sprookjes (118)
  • Tovenaars (38)
  • toverboeken (13)
  • volkssprookje (40)
  • volksverhalen (140)
  • vuurgeest (26)
  • watergeest (19)
  • weerwolven (15)
  • Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    'VOLKSVERHALEN'

    problemen
    Verhalen, sprookjes, fabels, mythen, sagen en legenden
    welkom!
    Problemen
    Er zijn nogal wat problemen met het lezen van de teksten, daarom volgende tip :
    Met de muis links klikken en over de tekst schuiven.
    De tekst verschijnt duidelijk leesbaar.
    16-09-2010
    nieuwsgierig héDe leeuw en de rat
    De leeuw en de rat
    - Een fabel van Jean de la Fontaine -
    Wil wien gij kunt een dienst bewijzen,
    Daar toch uw mindere u zeer noodig wezen kan!
    'k Weet daar een tweetal faablen van:
    Zoo zeker is de leer, die ik u aan wil prijzen.

    Een rat, die uit zijn gaatjen sloop,
    Viel in de klauw eens leeuws. De sukkel had geen hoop.
    Maar aller dieren Vorst, geneigd eens blijk te geven
    Van 'tgeen hij waarlijk was, schonk d'armen drommel 't leven.
    Een weldaad vindt haar loon. Wat leeuw die ooit een rat,
    -Zoo denkt men licht- van nooden had?
    En toch, te midden van zijn koninklijke gangen
    Vond onverwachts de leeuw zich in een net gevangen:
    En of hij woelde en of hij dreet,
    Het web des jagers hield hem beet.
    Maar meester rat snelde aan, doorknabbelde de mazen:
    En gaf den leeuw zijn vrijheid weer!

    Geduld en Tijd vermogen méér
    Dan woeste Kracht en grimmig razen!


                                              * * * EINDE * * *
    Bron : - Bron van deze versie: http://www.lafontaine.net/ De Fabels van Jean de La Fontaine Fabel 2 Boek 11
               - www.beleven.org

    16-09-2010 om 00:00 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:fabels
    » Reageer (11)
    15-09-2010
    nieuwsgierig héZonnescherm en sandalen
    Zonnescherm en sandalen
    - Een Indiaas verhaal over bescherming tegen de hitte van de zon -
    Lang geleden leefde er een heilige kluizenaar, die Jamadagni heette. Dag aan dag oefende hij zich in het boogschieten en zijn vrouw Renuka raapte dan de pijlen op en bracht ze hem terug.

    Nadat Jamadagni op een morgen in de heetste tijd van het jaar al zijn pijlen verschoten had, zei hij tegen Renuka: "Ga, schoonogige, en haal de pijlen terug, zodat ik ze opnieuw kan gebruiken."

    Renuka ging, maar de zon brandde zo fel op haar hoofd en verschroeide haar voeten zo erg, dat ze wel even moest rusten in de schaduw van een broodboom. Maar lang durfde ze toch niet te blijven zitten, uit schrik voor de toorn van haar man. Ze zocht haastig de pijlen bijeen en keerde naar huis terug, bekommerd van hart en met pijnlijke voeten. Bevend naderde ze haar echtgenoot.

    Die riep woedend tegen zijn bevallige vrouw met ronde dijen en ronde borsten: "Waar ben je zo lang gebleven, Renuka?"

    Daarop antwoordde de onberispelijke vrouw: "Mijn hoofd en mijn voeten werden verzengd door de stralen van de zon. Uitgeput door de hitte heb ik even gerust in de schaduw van een broodboom. Daardoor ben ik wat te laat. Wees niet boos op mij."

    Terwijl zijn ogen koperkleurig van woede werden, riep Jamadagni: "Vandaag nog zal ik de zon, die je met haar stralen zo gekweld heeft, met mijn onfeilbare pijlen doorboren!" En hij greep pijl en boog, en terwijl hij boos naar de zon keek, bestudeerde hij haar loop.

    Toen de zonnegod Surya dit merkte, kwam hij naar hem toe in de gedaante van een welonderwezen brahmaan. En hij vroeg: "Waardoor heeft de zon je mishaagd? Het is de zon die de vochtigheid van de aarde opzuigt en ze in de vorm van regen weer op haar laat neerdalen. Daardoor komen bladeren, vruchten, kruiden en groenten tot wasdom. Hoe zou de mens zich kunnen voeden, als er geen zon bestond? En welk wezen kan er zonder voedsel bestaan? Wat zou je er mee winnen, als je de zon vernietigt?"

    Maar ondanks die wijze woorden van Surya bleef Jamadagni wraaklustig in zijn gemoed en was hij vast van plan zijn voornemen uit te voeren.

    Toen kwam de zonnegod in de gedaante van een andere brahmaan bij hem. En hij zei: "De zon is voortdurend in beweging. Je zult haar nooit kunnen treffen!"

    Maar Jamadagni antwoordde: "Midden in de dag schijnt u een ogenblik stil te staan. Dan zal ik u doorboren met mijn pijlen."

    "Je hebt me dus herkend," sprak de zonnegod teleurgesteld. "Maar kijk, nu sta ik hier als smekeling voor jou en ik vraag je om bescherming tegen mijn belager!"

    Daarop antwoordde de heilige Jamadagni met een glimlach: "Nu hoeft u niets meer te vrezen. Wie zou immers een smekeling kunnen doden? Maar bedenk dan zelf een middel waarmee de mensen zich kunnen behelpen, als uw stralen op hen branden."

    En toen gaf de duizendstralige zonnegod Sürya hem een zonnescherm en een paar lederen sandalen ten geschenke.


                                              * * * EINDE * * *
    Bron : - "Mahabharata" door Krishna Dvaipayana Vyasa. Vertaald en bewerkt door H. Verbruggen.
               Mirananda, Den Haag, 1991. ISBN: 90-6271-815-9
               - www.beleven.org

    15-09-2010 om 00:19 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:volksverhalen
    » Reageer (18)
    14-09-2010
    nieuwsgierig héDe valse bruid (vervolg)
    De valse bruid (2/2)
    - Een Italiaans sprookje over een oude vrouw en een jonge man -
    Wie schetst echter zijn verbijstering, toen hij in plaats van zijn langverbeide bruid een rimpelig oud besje aantrof.

    Nauwelijks was hij over de eerste schrik heen, of de bedrogen prins raakte buiten zichzelf van verontwaardiging. Hij pakte het oude mens bij haar lurven, sleurde haar uit bed en gooide haar zonder pardon van het balkon naar beneden. Daarbij had de valse bruid nog geluk bij een ongeluk, want ze bleef met een punt van haar nachthemd aan een paaltje hangen.

    Op hetzelfde moment vlogen er drie toverfeeën rond het paleis. Toen ze zagen wat er aan die paal spartelde, braken ze in een schaterend gelach uit. Tenslotte zei een van hen: "We hebben om je gelachen, maar nu willen we ook iets goeds voor je doen. Ik wens dat je het allermooiste meisje wordt dat er ooit heeft bestaan."

    "Je zult een man krijgen die zijn hele leven lang oprecht van je houdt," beloofde de tweede fee.

    "Ik zal je geluk en tevredenheid schenken," voegde de derde er nog aan toe. En daarop waren de feeën verdwenen.

    Toen de prins de volgende ochtend uit het raam keek, kon hij zijn ogen niet geloven. In plaats van een oude grootmoeder, hing er een doodvermoeid, maar beeldschoon meisje aan het tuinhek. In allerijl knoopte hij twee lakens aan elkaar, liet het ene uiteinde omlaag zakken en trok zijn uitgeputte echtgenote naar boven. Daar nam hij haar teder in zijn armen. Hij legde haar voorzichtig op zijn bed, ging naast haar liggen en vroeg om vergeving. Die werd hem geschonken en ze werden een gelukkig paar.

    Zoals bekend, mogen kersverse echtgenotes hier in Venetië de eerste acht dagen na het huwelijk hun huis niet verlaten. Daarom moest de prins zijn lief af en toe alleen laten om belangrijke zaken af te wikkelen. Van een dergelijk moment maakte een van haar zussen gebruik om een bezoekje te brengen. "Hoe heb je hem dat geflikt, Clementina, om er zo jong en mooi uit te zien? Dat geheim moet je me verklappen. Wij hebben je per slot van rekening ook geholpen."

    "Ik heb me laten afschaven," luidde het antwoord.

    "Afschaven? Door wie?"

    "Door een timmerman."

    Het oude mens liep linea recta naar een timmermanswerkplaats. "Baas, ik wil graag dat je me afschaaft."

    "Bent u wel goed bij uw hoofd? Dat zou u niet overleven."

    "Klets niet en schaaf. Ik zal je er een gouden dukaat voor betalen."

    "Voor een gouden dukaat wil ik het wel proberen," bromde de timmerman. "Gaat u maar op die werkbank liggen."

    Hij pakte zijn schaaf en gaf een haal over haar rechterwang. De vrouw gaf een gil van pijn. Het bloed stroomde over haar gezicht. Met haar laatste krachten keerde ze hem nog haar linkerwang toe, maar toen de timmerman opnieuw de schaaf over haar gezicht haalde, was het met haar gedaan. Angst en pijn maakten een einde aan haar zwakke leven.

    Hoe het met de derde zus afliep, verhaalt deze geschiedenis niet. De omgetoverde bruid leefde in elk geval gelukkig en tevreden met haar prins tot aan het einde van haar dagen.


                                          * * * einde * * *
    Bron : - "Venetiaanse sprookjes" verzameld door Herbert Boltz.
               Uitgeverij Elmar, Rijswijk. ISBN: 90-389-0855-5
               - www.beleven.org

    14-09-2010 om 00:30 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:sprookjes
    » Reageer (6)
    13-09-2010
    nieuwsgierig héDe valse bruid
    De valse bruid (1/2)
    - Een Italiaans sprookje over een oude vrouw en een jonge man -
    Aan een druk kanaal woonden lang geleden eens drie ongehuwde zussen die zesenzestig, vijfenzeventig en vierennegentig jaar oud waren. In de vloer van hun balkon zat een gaatje, zodat ze onopgemerkt konden bekijken wie er beneden langs hun huis liep.

    Op een dag zag de vierennegentigjarige een aantrekkelijke jongeman aankomen. Snel nam ze een beetje welriekende marmelade in haar mond en spuwde dit door het gat, precies op de hand van de jongeman. De vreemdeling, die niemand anders was dan de zoon van de koning, bleef staan en snoof er nieuwsgierig aan. "Wat een heerlijke geur. Dit moet afkomstig zijn van een lieftallig meisje."

    Hij wendde zich naar het huis en klopte op de deur. Een van de zussen stak haar hoofd naar buiten. "Beste vrouw, woont hier ook een jong meisje, als ik het vragen mag?"

    "Er wonen er hier twee," luidde het antwoord.

    "Doe me dan een plezier en breng me bij degene aan wie ik dit kleine geschenk te danken heb. U zult er geen spijt van krijgen."

    "Dat is volstrekt onmogelijk. In deze deftige familie krijgt men de dochters eerst in de huwelijksnacht te zien."

    De prins had inmiddels zijn zinnen al gezet op de ongetwijfeld beeldschone onbekende. "Laat haar dan weten dat ik beslist met haar wil trouwen. Ik wil het alleen nog eerst aan mijn ouders meedelen."

    Terug aan het hof sloeg hij alle waarschuwingen in de wind en de volgende dag was hij alweer ter plaatse. "Bent u haar grootmoeder?" vroeg hij de oude vrouw.

    "Ja, dat ben ik."

    "Dan verzoek ik u me ten minste een vinger van uw kleindochter te laten zien."

    "Wat denkt u wel? Vandaag gaat dat in elk geval niet. Kom morgen nog maar een keer terug."

    Direct na het vertrek van de prins liep de jongste zus naar een handschoenenmaker en liet een kunstvinger maken met een valse nagel. Daar druppelde ze een geurig parfum over.

    De volgende ochtend stond de prins al in alle vroegte voor de poort.

    "Kijk naar het sleutelgat," klonk een stem vanuit het huis. "Meer mag u vandaag niet verwachten." En daar verscheen een sierlijk vingertje door de smalle opening. De verliefde aanbidder bedekte het met vurige kussen en schoof er een kostbare zegelring omheen. "Het woord van een koning is heilig. Morgen wil ik mijn aangebedene al naar het altaar leiden."

    "Regel dan uw zaken," antwoordde de stem, "dan regelen wij de onze."

    En zo gebeurde het. In allerijl werd een schitterend bruiloftsfeest voorbereid. Vlak voor de huwelijksplechtigheid betrad de bruid, gehuld in zeven dichte sluiers, aan de arm van haar zussen de kerk. Na de plechtigheid wilde de bruidegom direct naar het feest, maar de twee zussen hielden hem tegen. "Majesteit, sta uw vrouw toe zich terug te trekken. Al die opwinding is gewoon te veel voor haar."

    Of hij wilde of niet, hij moest zich er wel in schikken, maar de hele lange dag verlangde hij ernaar zijn bruid in de armen te sluiten. Toen hij eindelijk laat in de avond de echtelijke slaapkamer betrad, had men zijn vrouw al in haar nachtgewaad gekleed en naar bed gebracht. Bij het verlaten van de kamer vergaten haar zussen niet de lamp mee te nemen. De bruidegom ontstak een licht en klom in bed.


                                      * * * wordt vervolgd * * *
    Bron : - "Venetiaanse sprookjes" verzameld door Herbert Boltz.
               Uitgeverij Elmar, Rijswijk. ISBN: 90-389-0855-5
               - www.beleven.org

    13-09-2010 om 00:21 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:sprookjes
    » Reageer (17)
    12-09-2010
    nieuwsgierig héHoe de roos op de wereld kwam
    Hoe de roos op de wereld kwam
    - Een verhaal over de liefde van de roos voor de nachtegaal -
    Hoeveel dichters zullen de liefde van de nachtegaal voor de roos al niet bezongen hebben! Maar de liefde van de roos voor de nachtegaal, daar hoor je niet over.

    Het begon allemaal in een prachtig land. Daar woonde eens een jongeman die David heette. Hij was groot en fors, had een eerlijk gezicht en prachtig golvend haar. En de meisjes uit het dorp konden hun ogen niet van hem afhouden. Alle meisjes keken naar hem, behalve één. Dat ene meisje heette Sasja.

    De jongens waren allemaal een beetje verliefd op Sasja en een van hen wilde graag zijn leven met haar delen. Dat was David; zelfs zijn leven zou hij voor haar willen geven. Maar Sasja wilde daar niets van horen: "Dat zijn maar woorden," lachte ze iedere keer als David dat zei en ze liet hem staan. Maar David meende het ernstig: "Het zijn niet alleen maar woorden," zei hij op een keer tegen Sasja, toen ze hem weer afgewezen had. "Zeg me, wat ik moet doen om het te bewijzen!"

    En toen wees Sasja naar de woeste waterval, die van de rotsen naar beneden kletterde. "Als je jouw leven voor mij wilt geven, spring dan in de rivier."

    David deed wat ze hem gezegd had en zonder aarzelen sprong hij in de woeste stroom. Maar de goden wilden zijn dood nog niet. Nauwelijks had hij het water aangeraakt, of hij veranderde in een kleine bruine vogel. Sinds die tijd hoorde men in het kreupelhout het gezang van een nachtegaal. En hij zong zo ontroerend en lief, dat zelfs de trotse Sasja er door geraakt werd.

    Toen de lente voorbij was en de nachtegaal zijn lied niet meer zong, veranderde Sasja in een honderdbladige roos. Vanaf die tijd ontbrak er niets meer aan haar geluk. Iedere lente zingt de nachtegaal over zijn liefde voor de roos en iedere lente omringt de roos hem met haar heerlijke, geurende bloemblaadjes.


                                          * * * einde * * *
    Bron : - "De betoverde tuin" door Marie Mrstikova. Nederlandse vertaling van Els Nuijen.
               Uitgeversmaatschappij Holland, Haarlem, 1978. ISBN: 90-251-0297-2
               - www.beleven.org

    12-09-2010 om 00:20 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:sprookjes
    » Reageer (10)
    11-09-2010
    nieuwsgierig héDe weg naar Samarra
    De weg naar Samarra
    - Een Arabisch verhaal over een man die opgehaald wordt door de Dood -
    Een koopman uit Bagdad stond op een dag in zijn tuin te werken, toen zijn lievelingsbediende naar hem toe kwam. Het gezicht van de man was lijkbleek, zijn handen trilden en hij stond te wankelen op zijn benen.

    De koopman liep vlug naar de bediende toe. Hij bracht hem naar een bank in de schaduw, haalde water voor hem uit de fontein en ging naast hem zitten.

    "Wat scheelt eraan?" vroeg hij. "Ben je ziek?" De bediende schudde zijn hoofd. "Wat is er dan? Zeg het maar als je kunt."

    Ten slotte begon de man praten. "Meester," zei hij, "vanmorgen stuurde u me naar de markt om eten te kopen voor vanavond."

    De koopman knikte. "Dat klopt. Ben je geschrokken van iets op de markt?"

    De man huiverde. "Ik zag daar de Dood staan. Hij keek me recht in mijn ogen! Meester, leen me een paard zodat ik weg kan rijden van hier, ver weg, naar een plek waar de Dood me niet zal vinden." De koopman mocht zijn dienaar graag, dus bracht hij er niets tegenin. Hij zei: "Haal het beste paard van stal. Rij waarheen je wilt en blijf er zo lang het je daar bevalt. Maar waar ga je heen?"

    "Ik heb een neef in Samarra," zei de bediende. "Daar ga ik heen. Dat is ver genoeg."

    De koopman bracht zijn dienaar naar de stal en hielp hem zijn mooiste paard zadelen, want de handen van de man trilden zo erg dat hij het in zijn eentje niet zou hebben klaargespeeld. De koopman gaf zijn bediende eten en geld voor onderweg en zwaaide de man uit toen die in galop naar Samarra vertrok waar de Dood hem niet zou vinden.

    De koopman ging naar de markt en zag dat de Dood zich nog steeds in de menigte bevond. Hij zag dat niemand hem durfde aan te kijken en dat de mensen met een grote boog om hem heen liepen.

    De koopman was een wijze man en niet bang om oog in oog met de Dood te staan. Hij ging naar hem toe en vroeg: "Waarom heb je mijn bediende zo bang gemaakt toen hij vanmorgen hier kwam?"

    De Dood glimlachte. "Heb ik hem bang gemaakt?" vroeg hij. "Het spijt me, ik wilde hem niet recht in zijn ogen kijken. Maar ik was zo verbaasd dat ik hem hier in Bagdad zag, terwijl ik wist dat ik hem vanavond in Samarra moest halen."


                                              * * * EINDE * * *
    Bron : - "De ruiter zonder hoofd en andere griezelsprookjes" naverteld door Maggie Pearson.
               Uitgeverij De Eekhoorn, Oud-Beijerland, 2001. ISBN: 90-6056-851-6
               - www.beleven.org

    11-09-2010 om 00:13 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:volksverhalen
    » Reageer (10)
    10-09-2010
    nieuwsgierig héHet verlies van verdriet
    Het verlies van verdriet
    - Een boeddhistisch verhaal over treuren om vergankelijkheid -
    Eens werd de Bodhisattva geboren in het huis van een landeigenaar. Knaap Sujata noemden ze hem. Toen hij al een grote jongen was, stierf zijn grootvader.

    Sujata's vader, na de dood van zijn vader overmand door verdriet, haalde de beenderen van de verbrandingsplaats. Hij richtte in zijn eigen park een lemen grafheuvel op en na de beenderen daar begraven te hebben tooide hij telkens als hij daar kwam de grafheuvel met bloemen.

    Niet bij machte zijn gedachten te verzetten jammerde hij, hij baadde niet en wreef zich niet in met oliën, hij at niet en behartigde zijn zaken niet. Hem aanziende dacht de Bodhisattva: "Mijn vader wordt sinds de dood van m'n grootvader gekweld door verdriet. Ik ben de enige die hem daarvan kan genezen, ik zal hem met een list van zijn verdriet verlossen."

    Toen hij buiten de stad een dode koe zag liggen, haalde hij gras en drinkwater, legde dat de koe voor en zei: "Eet, eet! Drink, drink!" Voorbijgangers die hem zagen, zeiden: "Beste Sujata, ben je niet goed wijs, je geeft gras en water aan een dode koe!" Hij zei geen woord terug. Daarop gingen die mensen naar zijn vader en zeiden: "Je zoon is gek geworden, hij geeft gras en water aan een dode koe." Toen hem dat bericht werd, verdween het verdriet van de landeigenaar om zijn vader en rees er bezorgdheid over zijn zoon. Hij snelde toe en zei: "Lieve Sujata, ben je niet bij je verstand, waarom geef je gras en water aan een dode koe?" en hij sprak twee verzen:
    "Waarom dan toch maai je haastig het groene gras af,
    Momp'lend: eet, eet, tegen een oude koe
    waaruit het leven geweken is?
    Want door geen voedsel of drank
    kan een dode koe zich verheffen
    En je praat vergeefs tegen haar - zó dom ben jij!"
    Daarop antwoordde de Bodhisattva met de verzen:
    "Zoals vroeger is daar nog het hoofd,
    zijn er de voor- en achterpoten en de staart,
    En zijn daar nog de oren: me dunkt - de koe kan opstaan!
    Van mijn grootvader is geen hoofd,
    zijn geen handen en voeten meer te zien -
    Gij, die jammert op een lemen grafheuvel - zijt gij niet dom?"
    Dit horende dacht de vader van de Bodhisattva: "Mijn zoon is wijs, hij weet de juiste houding ten opzichte van deze wereld en de wereld van de overzijde - om mij tot rede te brengen haalde hij dit stukje uit!" En hij zei: "Lieve, verstandige Sujata, ik begrijp nu dat al wat ontstaan is ook voorbijgaat, van nu af aan zal ik niet meer treuren. Iemand als jij mag met recht heten: een zoon die zijn vaders verdriet wegneemt!" En daarop zong hij zijn zoons lof:
    "Waarlijk, mij die brandde gelijk een met botervet begoten vuur
    Als met water besprenkelend, doofde je heel mijn verdriet.
    Waarlijk, de pijl, die in mijn hart was gestoken, trok je uit,
    Jij die mij, toen ik boordevol verdriet was,
    van het verdriet om de vader genas.
    Nu de pijl is verwijderd, ben ik vrij van verdriet en zorgeloos,
    Ik treur noch jammer meer, naar jou luisterend, knaap.
    Zo handelen wijzen, die vol mededogen zijn,
    Zij helpen anderen af van verdriet, zoals Sujata zijn vader."
                                              * * * EINDE * * *
    Bron : - "Ongrijpbaar is de Ganges; verhalen uit het Pali" vertaald en ingeleid door Tonny Scherft.
               Meulenhoff, Amsterdam, 1981, De Oosterse Bibliotheek, deel 18.
               - www.beleven.org

    10-09-2010 om 00:15 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:volksverhalen
    » Reageer (18)
    09-09-2010
    nieuwsgierig héHoe een Ethiopische vrouw haar man temde
    Hoe een Ethiopische vrouw haar man temde
    - De liefde van de man gaat door de maag -
    Er was eens een vrouw die zich veel zorgen maakte over haar man. Hij had haar niet langer lief. Hij verwaarloosde haar en hij scheen er zich weinig om te bekommeren of zij gelukkig was of bedroefd. Daarom wendde de vrouw zich met haar moeilijkheden tot de plaatselijke toverdokter. Zij deed haar verhaal, vol medelijden met zichzelf en haar trieste omstandigheden. "Kun je me een tovermiddel geven, opdat hij mij weer zal liefhebben?" vroeg zij verlangend.

    De toverdokter dacht een ogenblik na en antwoordde: "Ik zal je helpen, maar eerst moet je me drie haren brengen van de manen van een levende leeuw. Die moet ik hebben voordat ik een tovermiddel voor je kan maken." De vrouw bedankte de toverdokter en ging heen. Toen zij dichtbij huis was gekomen zette zij zich op een rots en begon na te denken. "Hoe zal ik dat voor elkaar brengen? Er is een leeuw, die dikwijls in de buurt van mijn dorp komt, dat is waar. Maar hij is woest en hij brult huiveringwekkend." Toen dacht zij opnieuw na en tenslotte wist zij wat zij doen zou.

    En zo stond zij de volgende morgen vroeg op, nam een jong lammetje mee en begaf zich naar de plek waar de leeuw zich gewoonlijk vertoonde. Zij wachtte vol ongeduld. Eindelijk zag zij de leeuw naderbij komen. Nu was het ogenblik gekomen. Vlug stond zij op en, terwijl zij het lammetje op het pad achterliet, ging zij naar huis. En zo vervolgens stond de vrouw iedere morgen vroeg op en bracht de leeuw een lammetje. Weldra leerde de leeuw de vrouw kennen, want zij was iedere dag op dezelfde tijd op dezelfde plaats aanwezig met een mals jong lammetje dat zij voor genoegen daar bracht. Zij was werkelijk een vriendelijke, zorgzame vrouw.

    Het duurde niet lang of de leeuw begon te kwispelstaarten als hij haar zag en dan kwam hij naderbij en liet toe dat zij hem over de kop streek en op de rug klopte. En elke dag opnieuw bleef de vrouw rustig de leeuw aaien, zachtjes en liefkozend. En toen op een dag dat zij er zeker van was dat de leeuw haar volkomen vertrouwde trok zij voorzichtig drie haren uit zijn manen en bracht die vol vreugde naar de hut van de toverdokter.

    "Kijk eens," zei ze triomfantelijk bij het binnenkomen, "hier zijn ze!" En ze gaf hem de drie haren uit de manen van de leeuw. "Hoe heb je dat zo slim voor elkaar gekregen?" vroeg de toverdokter verbaasd. En toen vertelde de vrouw hem het gehele verhaal hoe zij met geduld de haren van de leeuw had verworven. Een glimlach verspreidde zich over het gelaat van de toverdokter en, zich voorover buigend, zei hij: "Op dezelfde manier als je nu de leeuw hebt getemd, zal je ook je man kunnen temmen."


                                              * * * Einde * * *
    Bron : - "Negerverhalen" samengesteld, vertaald en ingeleid door Margrit de Sablonière.
               Prisma-boeken, Utrecht / Antwerpen, 1961.
               - www.beleven.org

    09-09-2010 om 00:10 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Tovenaars
    » Reageer (7)
    08-09-2010
    nieuwsgierig héDe ontaarde stiefmoeder
    De ontaarde stiefmoeder
    - Een Estlands sprookje over een jaloerse stiefmoeder -
    Een man verloor zijn vrouw en bleef alleen met twee kinderen achter. Omdat de kinderen nog piepklein waren besloot hij opnieuw een vrouw te kiezen, en trad ten tweeden male in het huwelijk. Al gauw bleek echter dat zijn nieuwe eega gevoelloos en barbaars met de kinderen omsprong, en ze meer slaag dan eten gaf, en toen zij na verloop van tijd zelf ook een paar kinderen had gekregen, hadden de twee halfwezen helemaal geen leven meer.

    Het zwaarst had het jongste kind 't te verduren, omdat hij nog niet werken kon: de haatgevoelens van de boosaardige stiefmoeder richtten zich dan ook vooral op hem. Zonder aflaten zon ze op gemeenheden om het kleine jochie, dat in haar zieke brein alleen maar een hinderlijke uitvreter was, het leven zo zuur mogelijk te maken.

    Op een kwade dag, toen haar man in het woud bezig was hout te kappen, werd de vrouw thuis door de duivel bezocht, die haar gretig assisteerde bij het uitbroeden van een satanisch plan. De vrouw bedacht dan ook iets afschuwelijks! Ze greep het jongste kind bij de lurven, slachtte het, sneed het in handzame stukken en begon het vlees tot een smakelijke maaltijd te bereiden.

    Toen de man die avond moe gewerkt thuiskwam diste de vrouw hem het vlees van zijn eigen kind op. Haar niets vermoedende echtgenoot viel er hongerig op aan en vroeg met volle mond, smakkend van verlekkering: "Dat smaakt, zeg! Waar heb je dat heerlijke vlees vandaan? En wat heb je daar een verrukkelijk knapperige bout van gebraden!" De vrouw antwoordde bescheiden: "Ik dacht, kom, laat ik voor de verandering eens een lekker mals biggetje slachten!" De man schranste tot hij geen pap meer kon zeggen - zo goed smaakte het hem - zonder natuurlijk ook maar een moment te bevroeden dat hij het vlees van zijn eigen kind zat weg te kauwen.

    Het wat oudere kind, dat alles gezien en gehoord had en dus volledig op de hoogte was van de gruwelen die hier plaatsgrepen, zat er bleek en afgetrokken bij, maar durfde geen mond open te doen tegen haar vader uit angst voor de verschrikkelijke represailles die haar stiefmoeder haar in het vooruitzicht had gesteld.

    Na de maaltijd vroeg de man waar het kleine ventje was. "Die bengel is ook altijd zoek," verzuchtte de vrouw, "de duivel mag weten waar dat joch nu weer uithangt!" en naarstig begon ze het kind overal te zoeken.

    Inmiddels ruimde het oudere meisje de botten van haar kleine broertje van tafel, bond ze met een touwtje bij elkaar, wikkelde er een lint omheen en begroef het afgekloven overschot onder een wilg die achter het huis stond.

    Met het verstrijken der dagen begon er aan de wilg een harp te groeien, en enige tijd later weerklonk er van tussen het gebladerte een droefgeestige stem, die de harp deed klinken en klaaglijk zong:
    "Mijn moeder heeft mij omgebracht, Mijn vader mij gegeten; Mijn zuster, die dit goed bedacht, Omwond mijn kaal gebeente. Een stuk blauw touw en mooi rood lint Sieren wat rest van dit mensenkind."
    Keer op keer hoorde de vader dit huiveringwekkende lied, tot tenslotte een afgrijselijk vermoeden zich van hem meester maakte. Hij trommelde wat buren op, en gewapend met spaden begonnen ze een grootscheepse zoekactie onder de wilg. Ze hoefden niet lang te spitten voor ze op het trieste hoopje botten stieten, en nu dus zonneklaar was komen vast te staan dat het jochie geen natuurlijke dood was gestorven, werd de ontaarde stiefmoeder onverwijld opgeknoopt.


                                          * * * einde * * *
    Bron : - "Sprookjes uit Finland en Estland" bijeengebracht door August van Löwis of Menar.
               A. W. Bruna & Zoon, Utrecht/Antwerpen, 1979. ISBN: 90-229-3311-3
               - www.beleven.org

    08-09-2010 om 00:15 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:duivels
    » Reageer (11)
    07-09-2010
    nieuwsgierig héDe betovering die geen heil bracht
    De betovering die geen heil bracht
    - Een Indiaas sprookje over een muis die in een meisje verandert -
    Er leefde eens een kluizenaar die tevens een groot tovenaar was. Op een dag vond hij een jong muisje, dat zich uit de klauwen van een roofvogel had weten te bevrijden. Uit medelijden veranderde hij het diertje in een meisje. Hij nam haar bij zich in huis en voedde haar zelf op.

    Na een paar jaar zag hij dat zij rijp was voor het huwelijk en hij nam zich voor om een bijzondere echtgenoot voor haar te vinden. Hij riep de zonnegod en sprak:
    "O zon, trouw met mijn dochter. Het is mijn wens dat een machtig persoon, zoals jij, haar bruidegom zal zijn."
    Daarop antwoordde de zon: "De wolken zijn nog machtiger dan ik. Zij zijn degenen die mij in een oogwenk kunnen bedekken." Toen de kluizenaar dit hoorde, stuurde hij de zon weg en riep de god van de wolken.
    "O wolk, trouw met mijn dochter. Het is mijn wens dat een machtig persoon, zoals jij, haar bruidegom zal zijn."
    De god antwoordde: "De wind is nog machtiger dan ik. Zoals het hem belieft, blaast hij mij in elke richting van de vier windstreken." De kluizenaar riep de god van de wind en deed hem hetzelfde aanzoek. "De berg is nog machtiger dan ik. Hij duwt mij met gemak omhoog," was zijn antwoord.

    Toen richtte hij zijn aanzoek tot de berggod Himalaya. "De muis is nog machtiger dan ik," sprak deze, "hij graaft zijn hol in mijn zijde en maakt daar zijn nest." Na deze reeks afwijzingen riep de kluizenaar een veldmuisje en zei: "Trouw met mijn dochter."

    "Ik wil best met haar trouwen," zei het muisje, "maar vertel mij eerst hoe ik haar mee naar huis moet nemen. Zij zal nooit in mijn hol passen." De kluizenaar dacht: "Het is beter dat zij terugkeert naar haar muizenleven." Hij veranderde haar terug in een muis en gaf haar aan degene die wel met haar wilde trouwen.


                                          * * * einde * * *
    Bron : - "Volksverhalen uit kleurrijk Nederland. Betoverd. Verhalen over mensen die in dieren veranderen (en omgekeerd) uit de Chinese, Joodse, Nederlandse, Indiase, Turkse, Surinaamse, Marokkaanse en Indonesische verteltraditie"
               uitgegeven door Lemniscaat, Rotterdam, 1991. ISBN: 9060697219
               - www.beleven.org

    07-09-2010 om 00:14 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:sprookjes
    » Reageer (16)
    06-09-2010
    nieuwsgierig héLugh, de meester in alle kunsten
    Lugh, de meester in alle kunsten
    - Een Keltische mythe over Lugh, Tara en het volk van de godin Danu -
    Op een dag werd er een grote bijeenkomst gehouden in Tara, waar de Tuatha Dé Danann - het volk van de godin Danu - samenkwam. Koning Nuada vierde zijn terugkeer op de troon met een feest. Toen het feest op zijn hoogtepunt was, kwam er een vreemdeling, gekleed als koning, bij de paleispoort aan. De poortwachter vroeg hem zijn naam en zijn missie.

    "Ik ben Lugh," antwoordde de vreemdeling. "Ik ben de kleinzoon van Diancecht via Cian, mijn vader, en de kleinzoon van Balor via Ethniu, mijn moeder."

    "Ja, ja," zei de poortwachter ongeduldig, "maar ik vroeg niet naar je afstamming. Wat is je beroep? Want niemand komt hier binnen tenzij hij een meester is in een of andere kunst."

    "Ik ben een timmerman," zei Lugh.

    "We hebben geen behoefte aan een timmerman. We hebben al een hele goede; zijn naam is Luchtainé," zei de poortwachter.

    "Ik ben een goede smid," zei Lugh.

    "Wij willen geen smid. We hebben een hele goede; zijn naam is Goibniu," zei de poortwachter.

    "Ik ben een professioneel krijger," zei Lugh.

    "Daar hebben we geen behoefte aan. Ogma is onze kampioen," zei de poortwachter.

    "Ik ben een harpspeler," zei Lugh.

    "We hebben al een buitengewoon goede harpspeler," zei de poortwachter.

    "Ik ben een krijger die zich onderscheid door behendigheid. Meer dan alleen door kracht," zei Lugh.

    "Zo'n man hebben we al," zei de poortwachter.

    "Ik ben dichter en verhalenverteller," zei Lugh.

    "Daar hebben we geen behoefte aan," zei de poortwachter. "We hebben een zeer bekwame dichter en verhalenverteller."

    "Ik ben een tovenaar," zei Lugh.

    "Wij willen er geen. We hebben verschillende tovenaars en druïden," zei de poortwachter.

    "Ik ben een arts," zei Lugh.

    "Diancecht is onze arts," zei de poortwachter.

    "Ik ben hofdienaar," zei Lugh.

    "Daar hebben we er al negen van," zei de poortwachter.

    "Ik ben een bronswerker," zei Lugh.

    "We hebben geen behoefte aan jou. We hebben al een bronswerker. Zijn naam is Credné," zei de poortwachter.

    "Vraag dan aan de koning," zei Lugh, "of hij al iemand heeft die meester is in al deze kunsten tegelijkertijd, want als dat zo is, dan is het voor mij niet nodig om naar Tara te komen."

    De poortwachter ging naar binnen en vertelde de koning dat er een man voor de deur stond die zichzelf Lugh Ioldanach noemde - wat 'meester in alle kunsten' betekent - en dat hij beweerde alles te weten. De koning stuurde zijn beste schaker om tegen de vreemdeling te spelen. Lugh won, omdat hij een nieuwe zet uitvond: 'Lughs omsingeling'. Toen nodigde de koning hem uit. Lugh kwam binnen en nam plaats op de stoel die de 'wijze stoel' genoemd werd, speciaal bestemd voor de meest ontwikkelde man.

    De kampioen, Ogma, toonde zijn kracht door een steen te verplaatsen waar normaal gesproken vier spannen met ossen voor nodig zouden zijn om er beweging in te krijgen. De steen, zo groot als het was, was slechts een afgebroken stuk van een nog grotere steen. Lugh nam hem in zijn handen en plaatste hem op zijn plek terug. Toen vroeg de koning hem op de harp te spelen. Lugh speelde een 'slaapliedje' en de koning viel met het hele hof in slaap en ze werden pas een dag later op hetzelfde tijdstip weer wakker. Vervolgend speelde Lugh een ontroerende melodie en allen huilden. En toen speelde hij een maat waarvan iedereen uitzinnig vrolijk werd.

    Toen de koning al deze talenten zag, realiseerde hij zich dat iemand die zo begaafd was van groot belang kon zijn voor zijn volk. Dus ging hij met de anderen in overleg en liet de troon voor dertien dagen aan Lugh. En Lugh werd de oorlogsleider voor de Tuatha Dé Dannan.


                                          * * * Einde * * *
    Bron : - "The Mythic Journey. The Meaning of Myth as a Guide for Life" door Liz Greene en Juliet Sharman-Burke. Fireside, New York, 2000.
               Vertaald door Jeroen Vink, 25 november 2009.
               - www.beleven.org

    06-09-2010 om 00:00 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Mythe
    » Reageer (12)
    05-09-2010
    nieuwsgierig héHeksen op de koffie
    Heksen op de koffie
    - Een grappig verhaaltje over heksen die bij een schrijver verhaal komen halen -
    Meneer Mijermans was schrijver. Hij schreef al heel lang verhalen over heksen en kabouters. Iedereen was dol op zijn verhalen. Zijn grootste fan was nog wel zijn poes, Wips. Meneer Mijermans las, als hij een verhaal af had, altijd zijn verhaal voor aan Wips. Wips wist zeker dat meneer Mijermans geen leugens schreef. Hij moest het wel zelf gezien hebben, want hij wist altijd alle details. Wips was trots op zijn baas. Want niet veel poezen hebben een baas die heksen en kabouters kent!

    Op een avond lag Wips lekker in zijn mandje. Mijermans zat te schrijven. Ineens werd er op de deur geklopt. Nog voor Mijermans kon opstaan om open te doen, vloog de deur open en stonden er ineens twee kleine heksen in de kamer. Ze hadden een bezem onder hun armen.

    Meneer Mijermans trok wit weg in zijn gezicht. De heksen zeiden: "We willen eens even zeggen dat we het zat zijn dat jij zoveel onzin over ons vertelt! Al die verhalen, die slaan helemaal nergens op!" Wat was de schrijver bang. Hij kroop onder een tafel. "Ga weg, ga toch weg!" riep hij bang.

    Nu snapte Wips wat er aan de hand was. Zijn baas wist helemaal niks over heksen en kabouters. Hij had het allemaal verzonnen. En nu waren de heksen natuurlijk boos geworden!

    De heksen gingen nog niet weg en om meneer Mijermans nog een beetje extra te pesten kropen bij hem onder de tafel. "Gezellig hè, Jutta, zo met zijn allen onder de tafel?" zei de ene heks tegen de andere. "Nou, dan moet meneer wel luisteren. Zullen we nu maar beginnen dan Julla?" - "Begin jij dan maar, dan ga ik even een kopje koffie zetten in de keuken. Ik heb wel dorst gekregen van dat vliegen!"

    Jutta kroop onder de tafel vandaan en Julla ging meneer Mijermans vertellen wat allemaal niet waar was. "We eten geen spinneweb-pannenkoek en zeker eten we geen jonge lammetjes! Hoe kom je er toch bij. We dansen op feesten nooit de heksenpolka, maar de heksenwals. Dus dat wil ik ook nooit meer in één van je boeken zien!" Toen kwam Jutta uit de keuken terug. "Hij heeft niet eens keutelbonenkoffie, alleen maar gewone. Die lust ik niet!"zei ze een beetje verontwaardigd. Ze kroop, zonder koffie, weer onder de tafel. Om meneer Mijermans nog een beetje te pesten trokken ze om beurten aan zijn benen, zijn armen en zijn haar. Meneer Mijermans was nog nooit zo bang geweest.

    Wips de poes zag alles vanuit zijn mandje. Hij zag best dat de heksen helemaal niet gemeen waren. Hij snapte niet dat meneer Mijermans zo bang was.

    Opeens schoot meneer Mijermans onder de tafel vandaan en kroop onder de bank. De heksen moesten heel hard lachen, omdat ze nog nooit zo'n bang mens hadden gezien. "Mijermans, we gaan zo weg hoor," zei Julla, terwijl ze samen met Julla onder de tafel vandaan kwamen en onder de bank kropen, lekker dicht tegen meneer Mijermans aan. "Maar eerst moeten we nog even zeker weten dat je niet nog meer onzin gaat vertellen!" Mijermans stamelde dat hij dat beloofde. De heksen waren tevreden en lachend kropen ze onder de bank vandaan. Ze pakten hun bezems en weg waren ze.

    Wips kroop onder de bank, waar meneer Mijermans nog steeds lag te bibberen van angst. "Goh, wat moet je nou gaan schrijven?" vroeg Wips aan zijn baas. "Wips, kun je praten?" vroeg Mijermans verbaasd. Dat had hij niet geweten. "Weet je wat," zei Wips, "als je nu eens poezenverhalen ging schrijven, dan kan ik je mooi helpen." Dat was een reuze goed idee.

    Vanaf toen maakte Mijermans de mooiste poezenverhalen. De heksen waren er ook blij mee. Ze zijn in elk geval nooit meer op de koffie geweest.


                                          * * * EINDE * * *
    Bron : - www.beleven.com

    05-09-2010 om 00:23 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:heksen
    » Reageer (6)
    04-09-2010
    nieuwsgierig héDe zeemeermin van Edam
    De zeemeermin van Edam
    - Een Middeleeuwse sage uit Noord-Holland -
    In de tijd dat hertog Albrecht van Beieren over Holland regeerde, kwam het bericht dat in het Purmermeer een zeemeermin was gevangen. Zij had geleefd in de Zuiderzee, en ze had zich steeds verborgen als de vissers kwamen. Zij haatte de mensen. Zij hield alleen van het spel tussen golven en zonneglans, als ze zwemmende niet wist, of het schuim der zee was of warm licht, waartussen haar blanke armen kliefden.

    De storm kwam op, en de wilde zee brak de dijken. De vloed voerde haar mee, en zij dreef het Purmermeer binnen, willoos, als was ze een stuk hout. Ze kon de weg niet meer terug vinden, en ze dook, om voedsel te vinden. Met mos en zuiver wier was ze bekleed.

    Men herstelde de dijken, en de Zuiderzee trad binnen haar gebied terug, onmachtig tenslotte tegen de mensen.

    Telkens moest de zeemeermin boven komen; en ze zwom dan rustig voort, totdat mensen naderden. Dan dook ze, zolang ze kon, en ze werd angstig, als de mensen - meest waren het vrouwen, die boten met vee voort roeiden - haar konden zien. Ze wist niet, dat ook de mensen bang voor haar waren, al was hun nieuwsgierigheid even groot als hun vrees. Telkens dichter kwamen de vrouwen en maagden met haar boten bij de plaats waar zij zwom, en ze bemerkten dat het slechts een arme, weerloze zeemeermin was, en ze kon niets dan plassen en ploeteren in het water.

    Eindelijk hadden ze moed genoeg om heel dichtbij haar te komen, en met sterke armen hieven ze haar, hoe ze zich ook verzette, binnenboord. Ze voeren met haar in de stad Edam, en iedereen verwonderde zich over haar wezen. Ze trachtte zich verstaanbaar te maken, en men deed moeite haar woorden te begrijpen: deze waren echter zo vreemd, dat het geen taal van mensen kon zijn.

    Men maakte haar schoon van het wier en het mos, dat haar als een lange, golvende mantel dekte, en men trok haar vrouwenkleren aan. Ook leerde men haar het voedsel der mensen eten: zij verzadigde er zich aan. Toch verlangde zij ernaar, om weer in het vrije water te leven, en met wind en golven, haar vrienden te spelen. Telkens liep ze naar buiten, om zich in het meer te werpen met grote moeite hield men haar tegen.

    Veel volk kwam haar bezien, en men sprak allerwegen van haar. Ook de bewoners van Haarlem - een machtige stad - hoorden van het wonder vertellen en ze zonden burgers uit, om haar in levende lijve te aanschouwen. Ze keerden terug en zeiden: "Het is een mooie zeemeermin, die men ons in Edam getoond heeft." - "Wanneer het een mooie zeemeermin is," mompelde een burger, "dan komt ze Haarlem méér toe dan Edam."

    Toen keerden zij, die haar gezien hadden, naar het kleine stadje aan de Zuiderzee terug, en ze vroegen, of Haarlem de zeemeermin bezitten mocht.

    De Edammers waren hierover zeer bedroefd. Zij gingen tot de burgers der trotse stad en vroegen: "Wilt ge haar hebben?" - "Ja. " - Er was geen keus. De Haarlemmers voerden de blanke buit met zich mee, en ze deed haar intocht in Sint Bavo's veste.

    Daar leerde men haar spinnen op een spinnewiel... rrr! deden de raderen. Ze leefde er vele jaren lang, en nadat ze was gestorven, begroef men haar op het kerkhof der mensen, want dikwijls had ze het teken van het Kruis gemaakt.


                                          * * * EINDE * * *
    Bron : - "Nederlandsche sagen en legenden" door Josef Cohen met 32 illustratiën in kleurendruk en zwart door Pol Dom.
               Eerste deel, derde gewijzigde druk. Zutphen, W. J. Thieme & Cie, 1921.
               - www.beleven.org

    04-09-2010 om 00:20 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:sagen
    » Reageer (4)
    03-09-2010
    nieuwsgierig héStrohalm, boontje en kooltje vuur
    Strohalm, boontje en kooltje vuur
    - ontsnapt aan de dood -
    In een dorp woonde eens een arme oude vrouw, ze had een maaltje bonen bij elkaar en wilde ze koken. Ze maakte dus een vuur in de haard, en om het sneller te laten branden, stak ze het aan met een handvol stro.
    Toen ze de pot met bonen schudde, viel er ongemerkt één op de grond, hij kwam naast een strohalm terecht; en toen sprong nog een kooltje vuur uit de haard en kwam er vlakbij. Toen begon de strohalm te praten en zei:

    "Vrienden, waar komen jullie vandaan?" De kool antwoordde: "Ik ben tot mijn geluk het vuur ontsprongen, als ik dat niet met moeite gedaan had, was ik zeker dood: ik zou tot as verbranden." De boon zei: "Ik ben ook heelhuids ontkomen, want als de oude vrouw mij weer in de pot had gestopt, dan was ik onbarmhartig tot brij gekookt, net als mijn kameraden!" - "Denk je dat het mij beter was vergaan?" zei de strohalm, "de oude heeft al mijn broeders in rook en vuur laten opgaan; zestig heeft ze er tegelijk gepakt en verbrand. Gelukkig ben ik haar tussen de vingers doorgeglipt." - "Wat zullen we nu gaan doen?" vroeg het kooltje. "Ik vind," zei het boontje, "nu we de dood zo gelukkig zijn ontsprongen, moesten we als trouwe gezellen bijeen blijven, en opdat ons hier niet nog eens een ongeluk gebeurt, moesten we maar wegtrekken en met zijn drieën verhuizen naar een vreemd land."

    Dat voorstel beviel de twee anderen, en ze gingen samen op weg.

    Weldra kwamen ze bij een beekje, en daar er geen brug was, wisten ze niet hoe ze er over moesten komen. Het strootje wist raad en sprak: "Ik zal er dwars over gaan liggen, dan kunnen jullie over me heen lopen als over een brug."
    Zo gezegd zo gedaan. De strohalm strekte zich van de ene oever tot de andere, en de kool die een hete aard had, trippelde heel vurig over de nieuw gebouwde brug. In het midden gekomen hoorde het onder zich het water bruisen, toen werd het bang; het bleef staan en durfde niet verder. Maar nu begon het strootje te branden, brak in tweeën en viel in de beek; het kooltje tuimelde eveneens, en toen het in het water viel, gaf het de geest.
    Boontje, die voorzichtig op de rand was blijven staan, begon vreselijk te lachen, kon er niet mee ophouden en lachte zo verschrikkelijk hard, dat hij barstte. Nu zou het ook met hem gedaan zijn, als niet tot zijn geluk, een kleermaker, die aan het reizen was, juist bij de beek was gaan rusten. Hij had een goed hart en haalde naald en draad te voorschijn en naaide boontje weer dicht.

    Boontje was hem hartelijk dankbaar, maar omdat hij zwart garen gebruikt had, hebben sindsdien alle bonen een zwarte naad.


                                          * * * einde * * *
    Bron : - "De sprookjes van Grimm; volledige uitgave" vertaald door M.M. de Vries-Vogel.
               Unieboek BV - Van Holkema & Warendorf, Weesp, 1984.
               Oorspronkelijke titel : Strohhalm, Kohle und Bohne
               - www.beleven.org

    03-09-2010 om 00:11 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:sprookjes
    » Reageer (17)
    02-09-2010
    nieuwsgierig héVan Keetje en Eine en de aangelengde melk
    Van Keetje en Eine en de aangelengde melk
    - Een Zeeuwse sage over een verliefd melkmeisje -
    Er was eens een melkboer, die had maar vier koetjes en erg rijk was hij ook al niet. Hij had één dochter, die heette Keetje en die leurde de melk uit in Middelburg. Iedere dag ging ze met de hondenkar naar de stad en omdat ze nogal een knappe meid was, was er niemand, die nu eigenlijk een hekel aan d'r had. Maar hoe gaat dat met die jonge meisjes, nietwaar? Ze willen er steeds maar mooier uitzien en zo was het ook bij Keetje. Er zat natuurlijk nog wat anders achter, want onderweg kwam ze Eine wel eens tegen. Dat was een zoon van een grote boer uit de buurt. En als dat gebeurde, dan kwam ze wel eens een uur te laat in de stad aan, weet je.

    Maar één ding, daar had Keetje erg last van en dat was dat ze maar koperen krullen droeg en dat haar vader geen gouden krullen kon betalen. Als ze andere meisjes tegen kwam, dan was het net of die haar uitlachten en zij had nog wel verkering met de rijkste boerenzoon uit de hele buurt.

    Toen kwam Keetje op de gedachte, de melk met water aan te lengen, om zó aan geld te komen voor gouden krullen. Haar vader was echter een rechtschapen man, die dat nooit goed zou vinden. En zo werd het Ronde Putje een grote verzoeking voor dat meisje. Op het laatst kon ze het niet meer uithouden en schonk ze, zomaar voor de aardigheid, eens een paar liter water bij de melk, toen ze bij het Putje kwam om te drinken.

    Nu ontving ze ook een paar stuivers meer voor de melk en die durfde ze niet aan vader te geven. Van het ene kwaad komt het andere en het duurde niet lang of Keetje kwam in de stad met melk die voor de helft uit water bestond. Het geld dat ze extra kreeg, hield ze voor zichzelf en zo duurde het niet lang, of ze begon een aardig spaarpotje aan te kweken.

    De mensen in de stad zeiden wel eens: "Maar Keetje! De melk is zo blauw! Is die wel goed?" Maar dan zei ze: "Och, ik zou 't wel denken, vrouw, maar de bonte is niet erg in orde en met dat schrale weer is de melk ook niet zo vet, weet je." En meer van die uitvluchten.

    Op het laatst had ze voldoende geld bij elkaar gestolen om gouden krullen te kunnen kopen en dus deed ze dat. Toen ze met de kar naar huis toe reed, had ze de krullen aangedaan en ze dacht: "Als ik Eine nu maar eens tegenkom!" Nou, natuurlijk kwam ze Eine tegen en die vond de krullen heel mooi.

    Maar toen ze onderweg voorbij het Ronde Putje kwam, wilde ze toch zelf ook wel eens zien hoe de nieuwe krullen haar stonden, want ze kon ze thuis niet aandoen. Dan zou vader meteen vragen: "Keetje, hoe kom je aan die gouden krullen?" En dan was het goed mis.

    Daarom ging ze naar het Ronde Putje om zichzelf in het water te kunnen zien. Jong jonge, wat stonden die krullen haar mooi: het zonnetje blonk er in. Ze draaide haar hoofd in alle richtingen en lachte tegen zichzelf.

    En toen gebeurde het. Ineens schoten de krullen los en vlogen in het water. Ze was er een ogenblik beduusd van, maar toen begreep ze wat er gebeurd was. Ze nam een stok en begon in het water te vissen, maar de krullen waren en bleven zoek. Toen kwam er een stem uit het water:
    Wat van mij kwam, keert tot mij weer.
    Nooit dijt gestolen goed!
    Die les heeft Keetje goed begrepen, al viel het ook niet mee. Ze heeft geen water meer bij de melk gedaan en ze heeft haar Eine toch gekregen.


                                          * * * EINDE * * *
    Bron : - "De opgeverfde haan. Bekende & onbekende verhalen over schelmen & vagebonden, tovenaars & heksen, boze moeders & ontaarde zonen, ezels & schapen, reuzen & dwergen, kluizenaars & molenaars, tempeliers & wonderdokters, spoken & weerwolven, juffers & bruiden, zeemeerminnen & nachtmerries, bokken & egels, soldaten & jagers, katers & eksters, knechten & meesters, kooplieden & dieven & vele andere eeuwige stuiverzoekers" samengesteld door Willem de Blécourt.
               Uitgeverij Spectrum, Utrecht/Antwerpen, 1982. ISBN: 90-274-7115-0
               - www.beleven.org

    02-09-2010 om 00:08 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:sagen
    » Reageer (7)
    01-09-2010
    nieuwsgierig héEen spiegel en een bel
    Een spiegel en een bel
    - Een Japans verhaal over een nieuwe bel voor een boeddhistisch klooster
    Toen de priesters van Mugenyama voor hun tempel een grote bel nodig hadden, vroegen ze de vrouwen in de omgeving om hun oude bronzen spiegels te geven, zodat ze die konden omsmelten.

    Honderden spiegels werden voor dit doel geschonken, en allemaal waren ze van harte gegund, behalve één: die spiegel was afkomstig van een boerenvrouw. Direct nadat ze haar spiegel aan de priesters had gegeven kreeg ze daar spijt van. Ze bedacht hoe oud de spiegel was, hoe hij de lach en de tranen van haar grootmoeder had weerkaatst, en zelfs die van haar overgrootmoeder. Elke keer dat de boerenvrouw naar de tempel ging, zag ze haar afgedankte spiegel in een grote hoop achter een hekje liggen. Ze herkende hem aan de tekening op de achterkant, die bekend staat als de Sho-Chiku-Bai, oftewel de drie emblemen van de pijnboom, de bamboestengel en de pruimenbloesem. Ze wilde dolgraag haar arm uitstrekken door het hek om haar beminde spiegel terug te stelen. Haar ziel was in de spiegelende voorzijde, en vermengde zich met de zielen van degenen die erin gekeken hadden nog voor zij geboren was.

    Toen ze bezig waren om de bel voor Mugenyama te maken, ontdekten de belgieters dat een van de spiegels maar niet wilde smelten. Ze zeiden dat dat kwam omdat degene die de spiegel had geschonken daar achteraf spijt van had gekregen, waardoor het metaal hard geworden was, zo hard als het hart van de zelfzuchtige vrouw.

    Al gauw wist iedereen wie de geefster was van de spiegel die niet wilde smelten. Boos en beschaamd verdronk de boerenvrouw zichzelf, maar eerst schreef ze een briefje met de mededeling: "Als ik dood ben zullen jullie de spiegel kunnen smelten, en je bel kunnen gieten. Mijn ziel zal komen tot degene die de bel zo hard slaat dat hij breekt, en aan hem zal ik grote rijkdom brengen."

    Toen de vrouw dood was smolt haar spiegel onmiddellijk, de bel werd gegoten en opgehangen op de gebruikelijke plaats. Veel mensen hadden gehoord van de laatste geschreven boodschap van deze overleden boerenvrouw, en massa's mensen kwamen naar de tempel, en één voor één beukten ze zo hard als ze maar konden op de bel, in de hoop dat die zou breken, om daardoor een enorme rijkdom te verwerven.

    Dag na dag ging het door, en uiteindelijk werd de herrie zo onverdraaglijk, dat de priesters de bel in het moeras gooiden, waar hij nog altijd aan het zicht onttrokken ligt.


                                        * * * EINDE * * *
    Bron : - "Japanse sprookjes" samengesteld en vertaald door drs. L. Oosterhout.
               Uitgeverij Elmar, Rijswijk, 1997. ISBN: 90-389-0646-3
               - foto : www.museumkennis.nl
               - www.beleven.org

    01-09-2010 om 00:00 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:volksverhalen
    » Reageer (14)
    31-08-2010
    nieuwsgierig héDe kracht van het willen
    De kracht van het willen
    - Een boeddhistisch verhaal over Tipoerna en Sri Tunmpa -
    Tipoerna was een jongeling van 16 jaren uit Domba, gelegen in oost Tibet. Zijn vader was een welgestelde boer en de plannen voor een aanstaand huwelijk waren al in volle gang. Tipoerna was voorbestemd het familiekapitaal over te nemen en zijn vaders rol in de toekomst over te nemen. Tipoerna zelf had andere plannen.

    Vlakbij, aan de oostkant van de landerijen stond het Lum Dunga Klooster. Een klein klooster met 20 monniken die altijd vrolijk waren. Tipoerna had vriendschap gesloten met Lama Kisanda, een oude man die niet zelf meer kon lopen en daar hielp Tipoerna hem dan bij.

    Tegen Kisanda durfde de jongeling zijn dromen te vertellen. Hij wilde de wereld intrekken om spirituele kennis op te doen. Hij wilde niet trouwen, niet het familiekapitaal overnemen en geen boer worden.

    Kisanda vertelde na een jaar deze verhalen aangehoord te hebben over Sri Tunmpi, een yogi die in centraal Tibet woonde en soms jongelingen aannam om deze op te leiden. Uiteindelijk besloot de jongen van huis weg te keren, en Tunmpi te bezoeken.

    Na een reis van twee maanden kwam de jongeling in het dal waar Sri Tunmpi huisde. Om er achter te komen wat voor man Tunmpi was, vroeg hij de plaatselijke verkoper wat hij moest doen om in de gunst van de yogi te komen. "Koop jezelf nieuwe kleren en een band voor je haar. Was je en koop een ceremonieel kleed voor de yogi."

    De volgende morgen ging hij op weg. Echter aangekomen bij de yogi, toonde deze geen enkele interesse in de jongen. Teleurgesteld trok deze weer naar het pension waar hij verbleef en bekommerde zich bij de vrouwe des huizes.

    "Weet je wat je moet doen," zei de vrouw, "je moet hem laten zien dat je uit een welgestelde familie komt. Schenk hem een geit, een os en een zak tsampa (gemalen gerst), dan zal hij je wel aannemen."

    De volgende dag ging de jongeling met zijn giften wederom op weg. Maar weer toonde de yogi geen enkele interesse. En weer keerde de jongen somber terug. Eenmaal thuis beklaagde hij zich bij een paar andere gasten.

    "Weet je wat je moet doen," zeiden deze, "je moet laten zien dat je een belezen figuur bent. Dat je al een heel eind op weg bent, dat je van veel dingen afweet."

    Maar ook de volgende morgen was de yogi niet geïnteresseerd naar de intellectuele redevoeringen van de jongen. En ook die dag daarop gaf de yogi geen krimp toen de jongeling hem een uitgebreide maaltijd serveerde, en ook toen hem verteld werd dat de jongen veel arme mensen een aalmoes gegeven had, bleef Sri Tunmpi in diepe meditatie.

    Na weken proberen gaf de jongeling het op. Hij pakte zijn spullen om naar het ouderlijk huis te gaan. Hij zou de wens van zijn vader accepteren. Hij had het geprobeerd, maar verloren.

    Op de dag van vertrek, hoorde Tipoerna zijn naam roepen. Hij keek om en was verbaasd Lama Kisanda te zien. Geholpen door vier novicen deed de Lama een laatste pelgrimage naar Lhasa.

    "En hoe gaan de vorderingen bij de geliefde Goeroe," lachte de Lama.

    Toen deze de verhalen van de jongeling hoorde moest hij nog harder lachen tot verbazing van zijn jonge vriend.

    "Dus als ik het goed begrijp heb je de yogi laten zien dat je goed kan koken, dat je rijk bent, dat je smaak voor mooie kleren hebt en dat je wat boeken hebt gelezen. Maar heb je de yogi ook verteld waarom je zelf meester wilt worden?" Toen zag de jongen in dat hij dom was geweest.

    Alleen de intentie van het waarom zal een meester overhalen een jongeling als zijn leerling aan te nemen.


                                          * * * EINDE * * *
    Bron : - http://www.dharma-lotus.com/

    31-08-2010 om 00:15 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:volksverhalen
    » Reageer (18)
    30-08-2010
    nieuwsgierig héDe schat te Muiden
    De schat te Muiden
    - Een Noord-Hollandse sage over een bedrogen Muidenaar -
    Het is 1810. Nederland is ingelijfd bij het Franse rijk van keizer Napoleon. De gevolgen daarvan beginnen langzaam merkbaar te worden. Het geld wordt schaarser, de ambtenaren talrijker, en de jongemannen worden ingelijfd bij het Franse leger.

    In Muiden houdt zich een Duitser op, die zich Von Slenderhenk noemt, professor in de Philosophia Occulta, ofwel Verborgen Wijsbegeerte. Op een avond in september bevindt zich een aantal gasten in het logement waar hij verblijft en hij raakt met hen aan de praat. Na het uitwisselen van een paar algemene wetenswaardigheden en het bespreken van de mislukte inval van de Engelsen op Walcheren, het jaar daar voor, komen ze op de benarde financiële toestand. Eén der Muidenaars ziet het somber in, maar gelukkig heeft hij nog wat achter de hand. De Duitser glimlacht als hij dat hoort.

    "Ik heb vernomen," zegt hij, "dat er hier in de buurt, op de Papelaan om precies te zijn, een schat in de grond steekt."

    De Muidenaar heeft daar wel oren naar. "Dat zou een welkome meevaller zijn," antwoordt hij, terwijl hij op zijn slappe geldbuidel klopt. "Hoe halen we die eruit?"

    "Ah," zegt de Duitser, "voor iemand die de Verborgen Wetenschappen heeft bestudeerd, is dat niet zo zwaar." "En u bent daar bedreven in?"

    "Jazeker, zeven jaar heb ik in Krakau vertoefd, waar mij de geheimen der sterrenwichelarij, duivelbezwering en alchemie openbaard werden."

    De Muidenaar schrikt even. Met duivelbezweerders wil hij zich liever niet inlaten. Maar het geld lonkt. "U weet dan wel middelen, om die verborgen schat te ontdekken?" vraagt hij de professor.

    "Mijn hazelaar," antwoordt deze.

    Dat komt de Muidenaar bekend voor. Hij heeft wel meer gehoord van lieden die met behulp van zo"n gevorkte tak zaken hebben opgespeurd.

    "En nog een zakje dukaten," vervolgt de geleerde, "om een beter resultaat te verkrijgen is het absoluut noodzakelijk een zakje dukaten toe te wenden. Geld trekt geld aan, zoals de ouden reeds leerden."

    Zij spreken af de volgende avond wederom samen te komen om dan de schat op te graven.

    "Hier zijn de dukaten," zegt de Muidenaar, terwijl hij aanstalten maakt om het zakje aan de professor te overhandigen. "U kunt het zelf houden, beste vriend, de aanwezigheid is voldoende," is het antwoord. "Bezorgt u mij nog slechts een paard met een aangestoken lantaarn aan de hals gebonden, en een kluwen touw, daar kan ik mee volstaan."

    De avond daarop treffen zij zich voor het logement. De Duitser heeft zich in een wijde mantel gewikkeld, een breedgerande hoed bedekt zijn trekken. Hij bestijgt het gezadelde paard, dat voor hem gereed is gezet, en rijdt stapvoets heen. De Muidenaar met een paar vrienden, en vier arbeiders met spaden op de schouder, volgen hem. Bij de Papelaan aangekomen, springt Von Slenderhenk van het paard.

    "Ik heb hier een bezweringsformule. Wanneer u mij een ogenblik uw zakje dukaten ter hand kunt stellen, dan kan ik deze daarin doen." Vervolgens geeft hij het zakje weer aan de eigenaar terug, steekt zijn hazelaar in de grond, en bindt er het ene eind van de kluwen touw aan vast. Met het andere eind in zijn hand zet hij zich weer op het paard en instrueert: "Zodra de ganse kluwen is afgerold, zal er een krachtige beweging door de hazelaar en het zakje dukaten varen. Zij zullen dan naar een plek getrokken worden, waar ik u aanraad onverwijld de spade in de grond te steken." Hij rijdt weg, en allen, in het bijzonder de eigenaar van de dukaten, wachten vol spanning tot het merkwaardige ogenblik daar is.

    Lang wachten ze. Roerloos ligt het touw op de grond, afgewikkeld in de richting waarin de Duitser is verdwenen. Hun wachten blijkt vruchteloos. De professor in de Philosophia Occulta keert niet terug, noch worden de hazelaar en de geldbuidel door vreemde krachten beroerd. Uiteindelijk begint men te geloven, dat er bedrog in het spel is.

    "Mooie professor," zegt de Muidenaar, "maar ik heb tenminste mijn dukaten nog."

    "Maar je paard ben je kwijt," antwoordt een van zijn vrienden, "en laat mij dat zakje eens zien?"

    Hij maakt het open en schudt wat van de inhoud in zijn hand. "Dat moesten dukaten zijn, hè? Nou je bent goed beetgenomen, in dit zakje zitten alleen maar duiten. En laat die bezweringsformule eens kijken. Ha! Maak eens licht, dan kan ik lezen wat erop staat:
    Vergeefs schuurt men de moor,
    En haalt de zotten door.
    De moor blijft zwart, de zot blijft dom;
    Dat is hun privilegium!
    De Muidenaar kan nog slechts zuchten. Dertig dukaten en een paard op een avond verloren, dat is te veel voor hem.


                                          * * * EINDE * * *
    Bron : - "Volksverhalen uit Utrecht en het Gooi" samengesteld door Willem de Blécourt.
               Uitgeverij Het Spectrum, Utrecht/Antwerpen, 1979. ISBN: 90-274-7083-9
               - www.beleven.org

    30-08-2010 om 00:10 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:sagen
    » Reageer (12)
    29-08-2010
    nieuwsgierig héDe leeuw en zijn raadsleden
    De leeuw en zijn raadsleden
    - Een fabel uit Zambia over verleiden tot opoffering -
    Lang geleden leefde er een leeuw die drie raadsleden had: een wolf, een jakhals en een raaf. Koning leeuw regeerde en jaagde, zijn raadsleden adviseerden hem en aten alles wat de leeuw hen gaf. Allemaal waren ze tevreden.

    Op een dag kwam een kameel aan in het koninkrijk. Koning leeuw had nog nooit zo'n dier gezien en was nogal nieuwsgierig. "Wie ben je en wat zoek je hier vreemdeling?" vroeg de leeuw. "Ik ben een kameel en ik zoek bescherming," was het antwoord. De leeuw vond hem wel aardig en zei: "Blijf bij ons als een gast. Je zal hier veilig zijn." De kameel aanvaardde de uitnodiging met plezier en bleef van toen af aan bij de leeuw. Hij was er zeer tevreden. Hij had weiden om te grazen, water om te drinken en bescherming van de sterke koning.

    Maar op een dag werd de leeuw verslagen door een olifant. Gewond lag hij op de grond, hij kon zich niet meer bewegen en dus ook niet meer jagen. De raadsleden die van de leeuw afhankelijk waren voor hun voedsel, kregen honger. "Wat zullen we doen?" vroegen ze elkaar. "We zullen nooit zelf kunnen jagen," gaapte de luie wolf. "Laten we de kameel opeten," stelde de jakhals voor. "De koning zal dat nooit goedvinden," zei de wolf, "de kameel was zijn gast." - "Laat mij hem ompraten," zei de raaf en vloog naar de koning.

    "Oh, machtige heerser," sprak hij, "we zijn bezorgd om u. U eet en drinkt niets en we zijn bang dat u zo zal sterven van zwakheid." - "Je hebt gelijk," antwoordde de leeuw, "maar wat kan ik doen als ik zelf niet kan jagen?" - "Waarom zou je moeten jagen als een goed maal vlakbij is?" kraaide de raaf. "Jij denkt zeker aan mijn vriend de kameel, verrader," sprak de leeuw boos. "Wil je dat ik mijn erewoord breek?" - "U zult het niet hoeven te breken, u zult zien dat de kameel zelf zal komen om zijn eigen vlees te geven. Dan bent u vrij om hem op te eten," antwoordde de kraai. "Nou, goed dan," murmelde de leeuw.

    De raaf vloog weg naar zijn vrienden de raadsleden en smeedde een complot. Hij vertelde hen wat ze moesten zeggen en hoe ze het moesten zeggen. Toen vroegen ze de kameel om met hen mee te gaan op bezoek bij de koning.

    Toen ze bij de koning waren aangekomen, nam de raaf als eerste het woord. "Oh, allermachtigste koning," vleide hij: "Ik zie dat u zal sterven van zwakheid als u niets eet. Maar wij, uw dienaars, geven onze levens voor u. Eet mij en wordt weer sterk." Nog voor de raaf uitgesproken was riep de jakhals: "Nee, machtige koning, de raaf heeft maar weinig vlees onder zijn veren en het zal u niet smaken, neem mijn vlees." Nog voor de jakhals was uitgesproken huilde de wolf: "Nee, waardevolste koning, de jakhals is niet schoon, zijn vlees zal u schaden, eet mij toch."

    Maar toen begonnen de raaf en de jakhals door elkaar te schreeuwen. "Nee, nee, neem het wolvenvlees ook niet, het zal u geen goed doen."

    De kameel had staan luisteren en dacht: "Dit is mijn kans om de koning mijn dankbaarheid te tonen, maar hij zal het nooit goed vinden." Zodoende sprak de kameel tegen de koning: "Oh, heerser, als u geen wolvenvlees, ravenvlees of jakhalsvlees kunt eten, neem dan mijn vlees."

    Toen spraken de wolf, de raaf en de jakhals als één stem: "Ja koning, neem hem als maaltijd," en ze sprongen allemaal op de kameel en verscheurden hem.


                                          * * * EINDE * * *
    Bron : - "Dierensprookjes" uitgegeven door Rebo Productions BV, Sassenheim. ISBN: 90-36600-766
               - www.beleven.org

    29-08-2010 om 00:56 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:fabels
    » Reageer (12)
    28-08-2010
    nieuwsgierig héDe mooiste droom
    De mooiste droom
    - Een grappig Toscaans verhaal over een gewonnen weddenschap -
    Drie vrienden namen eens hun intrek in een eenzame herberg. Toen ze voor het naar bed gaan afspraken gezamenlijk te ontbijten, zei de waard: "Het spijt me, heren, ik ben door mijn voorraad heen. Ik heb nog wel een stuk brood, een brok Mortadella Bologna en een slok wijn in huis, maar dat zal alleen genoeg zijn voor één van u."

    De vrienden lieten hun plezier hierdoor niet bederven. Ze. sloten onder elkaar de volgende weddenschap af: wie van hen drieën de volgende ochtend de mooiste of de akeligste droom kon vertellen, die zou het ontbijt winnen. De twee verliezers moesten dan samen de rekening betalen. De waard kreeg hierbij de rol van scheidsrechter toebedeeld.

    Nog voor het aanbreken van de dag stond een van het drietal op. Hij ging naar de keuken en at met smaak de restjes op die als ontbijt waren bedoeld.

    Uren later kwamen de vrienden bijeen in de gelagkamer. "Stel je voor," begon de eerste, "ik droomde dat ik in het paradijs was. O, wat een vreugde, wat een verrukking en gelukzaligheid. Geen sterfelijke tong kan zoveel heerlijkheid beschrijven. Kan er een mooiere droom bestaan?"

    "Wat zijn de zegeningen van de hemel in vergelijking met de verschrikkingen van de hel?" zei de tweede. "Mijn droom bracht me naar het diepste inferno, waar de zielen van de verdoemden tot in alle eeuwigheid gruwelijk jammeren. Ik heb zulke afgrijselijke kwellingen gezien, dat mijn lippen zouden verschrompelen als ik erover zou spreken. Werkelijk, welke droom zou akeliger kunnen zijn?"

    "Jullie hebben allebei voortreffelijk gesproken," was de reactie van de waard, "de derde zal het bepaald niet gemakkelijk hebben."

    De man die aan de beurt was liet zich niet in het minst van zijn stuk brengen. "Ik droomde," zo begon hij, "dat jullie allebei waren gestorven. De een ging naar het paradijs en de ander moest naar de hel. Nu weet ieder fatsoenlijk christenmens dat noch van de ene, noch van de andere plek ooit een sterveling is teruggekeerd. Daarom ging ik beneden mijn ontbijt opeten. Jullie hadden het toch niet meer nodig."

    Daar moesten ze allemaal hartelijk om lachen. Het was duidelijk wie de weddenschap had gewonnen. Zo kon het gebeuren dat twee vrienden met een knorrende maag de rekening betaalden, terwijl de derde verzadigd en tevreden op zijn paard stapte.
    Ja, zo kan het volgens zeggen gaan.
    Wie het begrijpt,
    mag het leuk noemen.


                                          * * * EINDE * * *
    Bron : - "Toscaanse sprookjes" verzameld door Herbert Boltz.
                Uitgeverij Elmar, Rijswijk, 2001. ISBN: 90-389-1231-5
                - www.beleven.be

    28-08-2010 om 00:08 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:volksverhalen
    » Reageer (9)


    Welkom bij saagje !
    Foto


    Laatste commentaren
  • Harden vol 1 (Rodolfo)
        op De mythe van Stinsterloo
  • Cheap Jerseys From China (Anthony)
        op De mythe van Stinsterloo
  • Lieve groetjes vanwege DEWESTHOEK (Annie & Rogier)
        op De boer en de duivel
  • Hallo Saagje,heel mooie story, (paolo)
        op De boer en de duivel
  • Piepelou Saagje (Jeske)
        op De boer en de duivel
  • Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Kribbelboekboek
  • Fijne midweek toegewenst
  • Lieve midweekgroetjes blogmaatje
  • Het blijft hier stil
  • Een fijne Donderdag gewenst
  • Voor alle Papa's en Opa's een fijne vaderdag gewenst

    bedankt voor de trouwe bezoekjes
    saagje


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    E-mail mij


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per week
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 05/12-11/12 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 20/09-26/09 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 02/08-08/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 12/07-18/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 14/06-20/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 26/10-01/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 31/08-06/09 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 22/06-28/06 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Welkom bij
    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!