Teelt en Oogst
Algemeen Champignons groeien alleen in de juiste voedingsbodem. Ze groeien het best op een compost van paardenmest en stro. Voor manegebedrijven en paardenfokkers een uitkomst, want in tegenstelling tot varkens- en rundveehouders komen zij op een natuurvriendelijke manier van hun mest af. De kwaliteit van de voedingsbodem is bepalend voor de kwaliteit van de champignon. Daarom stellen champignonkwekers hoge eisen aan de kwaliteit van de mest. In 1953 besloot een aantal telers om gezamenlijk compost te gaan produceren. En dat bleek een gouden greep. Want daardoor werd een hoge en uniforme kwaliteit mogelijk, die voor een doorbraak van de champignon zorgde. Door centrale composteringsbedrijven op te zetten met mensen die een wetenschappelijke studie maakten van een juiste compostsamenstelling kon niet alleen de kwaliteit van het eindproduct geoptimaliseerd worden, maar ging ook de kostprijs aanzienlijk omlaag, waardoor de champignon kon uitgroeien tot een betaalbaar, smakelijk en populair product.
Compostering Bij de centrale composteringsbedrijven wordt paardenmest aangevoerd. Deze mest - afkomstig uit paardenboxen - bevat stro en wordt gemengd met kuikenmest, tarwestro en gips. Dit mengsel wordt gedurende enkele minuten gemengd met water en vervolgens in tunnels geplaatst, waarin het 3 tot 4 dagen fermenteert. Dit gehele proces vindt in een gesloten ruimte plaats. Dit is verse compost. Daarna wordt de verse compost gedurende 6 dagen gepasteuriseerd bij een temperatuur van 60-70 graden. Hierdoor worden alle ziektekiemen gedood. Dit proces wordt ook wel ?uitzweten? genoemd. De compost wordt nu ?entbare compost? genoemd.
Broedgereed maken van compost Zodra de entbare compost gereed is kunnen de sporen worden ingezaaid. Sporen zijn echter veel te fijn om gelijkmatig over de compost te kunnen verspreiden. Ze worden daarom eerst op gesteriliseerde graankorrels uitgezet. Dit wordt ?broed? genoemd. De graankorrels worden gemengd door de compost. Vanaf de graankorrels groeit het mycelium in de compost. Dit proces duurt 2 weken en vindt plaats in gesloten tunnels. De compost, die dan ontstaat, noemt men ?doorgroeide compost?. Deze compost wordt vervolgens in gesloten vrachtauto?s bij de champignonkweker afgeleverd.
Snelle groei Zodra de doorgroeide compost bij de champignonkweker is afgeleverd wordt deze naar de cellen vervoerd. Cellen zijn grote rechthoekige geconditioneerde afgesloten ruimten. Bacteriele en temperatuursinvloeden van buitenaf worden hierdoor zoveel mogelijk uitgesloten. In de cellen staan ?stapelbedden? opgesteld in lange rijen, vier of vijf lagen hoog en gescheiden door gangpaden. Een bed is een rechthoekige bak - veelal van gegalvaniseerd plaatstaal - waarin de doorgroeide compost wordt verspreid. Over deze compost wordt vervolgens een laagje dekaarde aangebracht, dat bedoeld is om de juiste vochtigheidsgraad van de compost vast te houden. Een kwekerij heeft gemiddeld zes tot acht gescheiden cellen. In elke cel bevindt de teelt zich namelijk in een andere fase. Zo kan continu worden geoogst en kunnen de werkzaamheden worden gespreid. Bijkomend voordeel is dat het ontstaan van ziekten en plagen hierdoor kan worden beperkt. De teelt op doorgroeide compost duurt ongeveer zes tot acht weken. Een champignon groeit razendsnel. Als de compost met de dekaarde eenmaal goed is doorgroeit, staat het bed binnen een week vol met de smakelijke witte bolletjes, die klaar zijn om geoogst te worden. De champignons zijn niet allemaal tegelijk plukrijp. Daarom moet elk bed drie tot vijf maal worden geoogst. De eerste opkomst van oogstklare champignons noemt men de eerste vlucht. Daarna volgen er nog meer vluchten soms tot drie of vier per bed. Elke vlucht duurt ongeveer een week. Per teelt wordt gemiddeld 30 kg champignons per vierkante meter geproduceerd.
Beeindiging van de teelt Na ongeveer 6-7 weken, waarvan 3-4 oogstweken, wordt de teelt beeindigd. Er is dan zo?n 30 kilogram champignons per vierkante meter geproduceerd. De cellen en de compost worden gedurende enkele uren gestoomd teneinde er zeker van te zijn dat alle champignonsporen en nog levende organismen worden gedood. De cellen worden daarna ontruimd en schoongemaakt. De compost wordt daarna als ?champost? door tuin- en akkerbedrijven gebruikt als bodemverbeteraar.
Oogst Champignons worden zowel met de hand als machinaal geplukt. Voor de versconsumptie worden champignons met de hand geplukt. Vervolgens wordt met een mesje het voetje van het hoedje gesneden. Een precies werkje dat grote vaardigheid en vakmanschap vereist. Bij het oogsten vindt ook meteen de selectie plaats. Champignons worden op het oog gesorteerd op grootte en kwaliteit en meteen daarna in de definitieve consumentenverpakkingen gelegd. Champignons zijn zeer kwetsbaar en ondergaan van bed tot consument op deze manier dus slechts een handeling: het plukken en in de verpakking leggen. Hoe schoner en witter de champignon des te hoger ook de waardering van de consument. Met de hand kan men zo?n 20 tot 30 kilo champignons per uur plukken.
Champignons, bestemd voor blik, pot en diepvries worden voor het overgrote deel machinaal geoogst. Op deze manier kan wel 6000 kilogram champignons per uur worden geoogst.
Alternatieve teelt- en oogstwijze Het Nederlandse teeltsysteem dient vaak als voorbeeld voor bedrijven in het buitenland. Naast dit systeem bestaat ook een teeltsysteem dat gebruik maakt van losse kisten. Deze kisten worden gevuld met compost en dekaarde en door een machine als bedden vijfhoog op elkaar gestapeld in een teeltruimte. Het verschil met de reguliere teelt is dat de kisten bij het verwijderen van de oude compost van elkaar worden gehaald en opnieuw na het vullen worden opgestapeld. Het plukken vindt net zoals bij het reguliere systeem plaats in de teeltruimte. Er zijn in Nederland enkele bedrijven die deze methode hanteren. Deze bedrijven halen de kisten ook bij het plukken van elkaar af en plaatsen deze op een band. De plukkers kunnen dus op 1 plaats blijven staan, terwijl de kisten met champignons langs komen. De ?kisten?-methode heeft wat betreft techniek en hygiene nadelen. Door het verplaatsen van de kisten neemt het risico op ziekten toe. Voordeel is besparing op de oogstkosten, omdat de plukkers efficienter hun werk kunnen doen. Smaak en kleur van beide teelttechnieken zijn gelijk.
Indeling in klassen Nederlandse champignons worden in verschillende klassen ingedeeld. Het sorteren in de cellen ? Het op het oog sorteren op kwaliteit en grootte en in de definitieve verpakking leggen - is dan ook van groot belang. Bij het beoordelen van de klassen wordt onder meer op de volgende aspecten gelet: vorm, witheid, stevigheid, lamelkleur, interne vochtigheid, grootte, beschadigingen, kneuzingen en open/gesloten hoed.
Verpakken Champignons worden direct na het oogsten in de consumentenverpakking gelegd. Op deze manier wordt de kwetsbare champignon slechts een keer door mensenhanden beroerd. Zo vinden de producten ook hun weg naar de consument: in kleine verpakkingen van 250 en 500 gram in de welbekende met folie of deksel afgesloten blauwe bakjes, per acht of twaalf op tray verpakt. Daarnaast zijn er grootverpakkingen voor de losse verkoop.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
|