Voor 8 personen:
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
8 mooie zeewolffilets van 100 gr - 100 gr boter - bloem - 250 gr verse, ontriste spinazie - 50 g ontriste zuring - 50 gr basilicumblaadjes - 1 eetl fijngehakte koriander - 1 eetl. fijngehakte kervel - 1 eetl. fijngehakt citroenkruid - 1 eetl. fijngehakte peterselie - 4 fijngehakte sjalotjes - 2 dl droge witte wijn - 2 limoenen (de helft van de schil fijnhakken en blancheren) - 50 gr boter - 8 blaadjes filodeeg - enkele geblancheerde preiblaadjes - 8 blaadjes jonge groene savooikool (geblancheerd en goed gedroogd) - peper en zout
Voor de saus:
4 eierdooiers - sap van 1 citroen - 1 dl hagelander - 200 gr geklaarde boter - 1 dl room - peper en zout
Stoof de sjalotjes aan in boter en giet er de witte wijn overheen. . Laat inkoken en voeg de spinazie, de zurkel en groene kruiden toe. Laat 10 min zacht stoven. Voeg de fijngehakte limoenschillen toe. Breng op smaak met limoensap, peper en zout. Giet in een zeef en pers het vocht eruit.
Wentel de vis door de bloem en bak hem in geklaarde boter langs één kant aan. Plaats de vis op een stukje keukenpapier en kruid met peper en zout.
Leg op een stukje koolblad wat groenten en een stuk vis. Verpak het geheel in filodeeg. Maak een buideltje en bind dicht met een reepje geblancheerde prei.
Maak de hagelandersaus door de eierdooiers met citroensap en witte wijn op te kloppen. Dat kan au bain-marie. Roer er, wanneer u een homogene massa hebt, druppelsgewijs de geklaarde boter door. Kruid met peper en zout en houd warm au bain-marie.
Bak de buideltjes gedurende 15 min. in een oven (180°) en laat rusten. Schik de buideltjes op warme borden en lepel de saus er rond.
|