- Zet op de bodem van de oven een platte (lasagne)schaal met water (dit zorgt ervoor dat het brood straks niet te hard wordt) en verwarm de oven voor op 200ºC. Vet een cakeblik in met olijfolie.
- Meng alle benodigdheden goed door elkaar met een mixer met deeghaken.
- Doe het deeg in de ingevette cakevorm en plaats onmiddellijk in het midden van de oven op een rooster.
Vrij van koemelkeiwit, kippenei, soja, noot, pinda
Ingrediënten
- 500 g bloem
- 10 g zout
- 20 g gist (of 1 zakje droge gist)
- 210 ml water
- 30 g kristalsuiker
- 50 g olie
- 10 g honing of moutstroop
Werkwijze
- Kneed een deeg van alle ingrediënten.
- Verdeel dit deeg in 9 stukjes en leg ze 45 minuten onder een doek en plastic folie te rusten.
- Vorm ze dan als volgt: rol de deegbolletjes met de hand tot slierten, doe deze om de hand en rol de sluiting vast tegen het aanrecht. Leg ze op bakpapier en laat ze 30 minuten rijzen.
- Breng een pan met water aan de kook en verwarm de oven voor, zeer heet (ca 260°C). Pocheer ze in de pan met zachtjes kokend water tot de bagels gaan drijven (ca 1 minuut per kant). Schep ze uit het water en leg ze terug op het bakpapier. (Indien toegestaan en gewenst kunnen de bagels nu worden gedecoreerd met sésamzaad, maanzaad of ei voor een mooie glans; dit is echter niet nodig!)
- Bak de bagels in de voorverwarmde oven en haal ze eruit wanneer ze kleur beginnen te krijgen (na ongeveer 8 à 10 minuten. Hoe korter ze bakken, hoe beter het is!).
- Doe de bloem in een grote kom en roer er het zout en de suiker doorheen.
- Brokkel de gist erover.
- Voeg de yoghurt en voldoende warm water toe voor een soepel deeg.
- Kneed het deeg 5 minuten op een licht bestoven werkblad totdat het zacht en elastisch aanvoelt.
- Leg het terug in de kom, dek af met doek en plastic folie en laat ca 1 u op een warme plaats rijzen tot het deeg in omvang is verdubbeld.
- Leg het deeg op een licht bestoven werkblad en kneed het goed door.
- Vorm er een platte cirkel van en maak in het midden een gat dat u met uw vuist vergroot tot het ca 12 cm breed is, terwijl de broodring zelf 20 cm in diameter is. (Maak in het midden met uw wijsvinger een kuiltje. Maak het langzaam groter door het deeg rond uw gebalde vuist te draaien die u goed met bloem hebt bestoven.)
- Leg het brood op een ingevette bakplaat en snijd het desgewenst 3 of 4 keer in. Vet de onderkant van een kleine ronde bakvorm in en zet die in het gat zodat de ring niet krimpt.
- Dek het deeg af met doek en plastic folie en laat het op een warme plaats 30 minuten rijzen totdat het anderhalf keer zo groot is.
- Verwarm de oven voor op 220°C.
- Verwijder de bakvorm, bestrooi het deeg met bloem en bak het in 20 à 25 minuten totdat het goudbruin van kleur is en hol klinkt als u erop tikt. Om te verhinderen dat het verbrandt kunt u na 15 minuten het brood bedekken met aluminiumfolie.
- Van al de ingrediënten een deeg maken, met de mixer eerst even op de laagste, dan op de hoogste stand in ongeveer 5 minuten tot een soepel deeg kneden. Is het te kleverig voegt u wat meer bloem toe. Het moet goed zacht blijven.
- Het deeg op een warme plaats 30 minuten laten rijzen.
- Opnieuw met de mixer op de hoogste stand doorkneden.
- 150 g rozijnen even met de mixer op de middelste stand erdoor kneden en uit 2/3 van het deeg 3 ca 40 cm lange rollen vormen, deze vlechten en op een ingevet bakblik leggen. Met een deegroller in de lengte een gleuf drukken.
- 1 eierdooier met 1 cl melk loskloppen. De gleuf ermee bestrijken en van de rest van het deeg 3 lange rollen vormen van ca 35 cm. Deze vlechten en boven op de grote vlecht leggen. Eveneens met de losgeklopte eierdooier bestrijken. De vlecht op een warme plaats laten staan tot hij goed gerezen is (30 minuten).
- De oven voorverwarmen op 175 à 200°C.
- Het bakblik in de oven schuiven en in ca 35 minuten afbakken.
- Maak een putje en stort daar de gist en het lauwe water in.
- Doe er de olie bij en begin met uw vingers alles goed te mengen.
- Bestrooi een werkblad met meel en kneed 5 minuten tot u een soepel deeg bekomt.
- Bedek met doek en plastic folie en laat 1 u rijzen.
- Meng het gedroogde basilicum en de tomaten onder het deeg. De geschilde tomaten snijd u in kleine stukjes. Het deeg zal plakkerig worden. Voeg daarom lepel per lepel meel toe.
- Kneed zorgzaam tot de tomaten goed vermengd zijn met het deeg.
- Verdeel het deeg in 12 stukjes van ca 85 g. Bol de stukjes op en leg ze op een bakblik dat u met bakpapier hebt bedekt.
- Afdekken met doek en plastic folie en 1 u laten rijzen.
- Verwarm de oven voor op 200°C.
- Strooi n weinig bloem over de broodjes en maak enkele inkervingen naar eigen smaak.
- Zie recept Brood met Sésamzaadjes tot na de eerste rijs (Blog 17/11/09).
- De amandelen voorbereiden: verbrijzel met een deegrol of met de mixer de amandelen. Verdeel de amandelen op een groot bord. Maak een plat deeg en smeer de bovenkant met olijfolie in.
- Rol de platte koek op en kneed de amandels goed door gans het brood. Maak een mooi rond brood.
- Neem een scherp mes. Maak aan de zijkant van het brood inkervingen. Bedek het brood en laat het voor de tweede maal tussen 1u en 1u30 rijzen.
- De oven voorverwarmen op 210°C. Smeer het brood in met melk of eigeel. Het brood gedurende 20 à 30 minuten afbakken.
- Gist oplossen in de melk, suiker aan toevoegen. Bloem toevoegen, even goed kneden.
- Eieren en boter toevoegen. Zout toevoegen Gladde deeg van kneden.
Voor de chocoladebroodjes
- 30 minuten onder doek en plastic folie laten rijzen.
- Stukjes van 40 g afsnijden. Gladde bolletjes van maken: voor 12 broodjes breekt u 2 repen fondant chocolade in stukjes; 12 gladde bolletjes platdrukken tot rechthoeken zodat ze om de stukken chocolade passen. Druk de randen zorgvuldig samen; met de sluiting naar onderen op bakpapier (of siliconen vel) op een bakplaat leggen. Bestrijk de broodjes met melk. Laat 20 minuten rijzen tot de juiste vorm en volume.
- 20 minuten bakken op 200 °C.
Voor de Vlaamse brioches
- Zoals hierboven tot de gladde bolletjes.
- De gladde bolletjes op het bakpapier (siliconen vel) op de bakplaat plaatsen. Instrijken met geklutst ei (behalve 1 bol op 5).
- Na 10 minuten de grote bollen 4x diep inknippen met de schaar. 1 bol op 5 verdelen in 4 delen; elk deel rollen tot een bolletje en in het midden plaatsen van de ingeknipte bollen, opnieuw instrijken.
- Niet te vol gerezen inovenen op 200°C.
- 20 minuten laten bakken.
- Ondertussen klopt u het eiwit met de poedersuiker tot een stijf glazuur.
- Na het bakken bestrijkt u de bovenkant met het nog zachte glazuur. Laat het glazuur hard worden.
- 1 tl rietsuiker - 60 g bloem, extra, voor het kneden
- 1 kg bloem - 1 eierdooier, voor het glazuren
- 1 tl zout - 1 el room
- 2 el rietsuiker, extra
Werkwijze
- Vet 6 kleine briocheblikjes (of gebruik een siliconenvel met briochevormen) en een broodblik van 21 x 11 cm in met gesmolten boter of olie.
- Los gist op in warme melk, roer suiker erdoor; afdekken met plastic en 5 minuten op een warme plaats laten staan tot het mengsel schuimt.
- Zeef in een grote kom bloem, zout en extra suiker; maak een kuiltje in het midden. Giet geklopte eieren en het gistmengsel erin. Klop met een houten lepel tot alles goed gemengd is en een ruwe bal ontstaat.
- Leg deze op een met bloem bestoven werkblad en kneed 5 minuten tot het deeg glad en stevig is. Voeg geleidelijk kleine hoeveelheden van de zachte boter aan het deeg toe. Trek het deeg uit elkaar met een spatel tot alle boter is toegevoegd. Dit duurt ca 10 minuten en het deeg wordt zeer plakkerig.
- Kneed het deeg 10 minuten tot het glad en elastisch is. Doe het in een grote, ingevette kom, smeer de bovenkant in met olie.
- Afdekken met plastic en 1½ à 2 u laten staan op een warme plaats tot het deeg goed is gerezen.
- Sla het deeg door en verdeel het in twee porties. Dek een portie af met doek en plastic folie.
- Verdeel de andere in 6 gelijke stukken. Haal van ieder deel een kwart af. Maak de grotere stukken mooi rond en leg ze in de 6 vormpjes (of in de vormen van het siliconenvel). Smeer ze in met glazuur gemaakt van eierdooier en room. Maak ook de kleine stukjes mooi rond en leg ze bovenop de broodjes. Duw een met bloem bestoven spies door het midden van het broodje; haal de spies eruit. Weer insmeren, afdekken en 45 minuten laten rijzen.
- Verwarm de oven voor op 210°C en bak de brioche 10 minuten tot ze goudbruin en gaar zijn.
- Haal ze direct uit hun vorm en laat ze op een rooster afkoelen.
- Doe ondertussen de andere helft van het deeg in het blik en smeer er glazuur op. Afdekken en 1 u laten staan tot het deeg goed is gerezen.
- 15 minuten afbakken op 210°C. Oven op 180°C zetten en 15 minuten verder bakken tot het brood gaar is.
- Direct uit het blik halen en op een rooster laten afkoelen.
- De gist verbrokkelen en de suiker toevoegen. Geleidelijk de bloem toevoegen en ondermengen. Het ei en de kaneel ondermengen en kneden (redelijk warm want de rozijnen koelen het deeg). Het zout laatst bijvoegen.
- De rozijnen onder het deeg mengen. Zeer goed kneden.
- 25 à 30 minuten laten rijzen.
- Platdrukken, in vieren vouwen en in stukjes van ca 60 g verdelen. Opbollen en het kopje in de witte bloem duwen.
- Laten rijzen op een bakplaat. De bolletjes moeten elkaar raken als ze gerezen zijn.
- 25 minuten bakken op 180°C.
- Laten afkoelen op een rooster.
TIPS
- Rozijnen nooit wassen
- Geen rozijnen uit doosjes gebruiken. De bewaarproducten daarvan verhinderen het rijzen van het deeg.
- Reken op 1 per persoon.
- Blijft ca 3 dagen vers, dus ideaal voor op reis.
- Zeef een derde van de bloem in een grote kom en druk een kuiltje in het midden. Doe hierin het water, de gist en de suiker en vermeng het geheel met de vingers. Zout toevoegen.
- Bedek het kuiltje met de rest van de bloem en laat het geheel ca 5 minuten rusten.
- Kneed het mengsel vervolgens 5 à 6 minuten lang heel stevig tot u een soepele, gladde deegbal bekomt.
- Doe de deegbal in een langwerpige vorm, bedek deze met een doek en laat het deeg 10 minuten rusten.
- Snijd het deeg daarna met een mes in ca 10 gelijke stukken. Vorm van deze stukken deeg ronde broodjes of puntbroodjes.
- Voor de ronde broodjes moet u van de stukken deeg eerst bollen maken en deze vervolgens enigszins platdrukken. Leg ze op de bakplaat op bakpapier of siliconenvel en laat ze ca 25 minuten bedekt en bij gelijkmatige warmte rusten.
- Voor de puntbroodjes moet u van de stukken deeg langwerpige broodjes vormen en deze nog 10 minuten laten rijzen. Snijd ze daarna in de lengte in met een scherp mes en leg ze met deze ingesneden zijde op de bakplaat. Laat ze vervolgens nog 15 minuten bedekt op een gelijkmatig warme plek rusten. Daarna kunt u de ingesneden zijde weer omdraaien.
- Verwarm de oven voor op 190°C. Belangrijk: vergeet niet een schaaltje met heet water op de bodem van de oven te zetten, voor de juiste vochtigheidsgraad. Alleen zo springt de buitenkant van het broodje open, waardoor het zijn karakteristieke knapperige korst krijgt. Schuif de broodjes op een bakblik in de oven en bak ze 18 à 20 minuten tot ze goudbruin zijn.
- Doe de geraspte appel en de suiker in een kom. Pers de citroen, giet het sap in de kom en roer alles goed door elkaar. Vermeng de rozijnen en de rum in een andere kom. Dek beide kommen af met aluminiumfolie en laat ze 4 à 6 u staan.
- Verwarm daarna de oven voor op 180 °C (heteluchtoven 160°C en gasoven 150°C). Giet de rozijnen af, maar gooi de marinade niet weg. Zeef de bloem over het appel-suikermengsel. Voeg bakpoeder, rozijnen, noten, specerijen, cacao en 1 el van de marinade toe. Kneed het geheel op het werkblad totdat u een soepel deeg hebt. Leg het deeg in een ingevet langwerpig blik (30 cm) en bak het brood 60 à 70 minuten.
- Haal het brood uit de vorm en laat het afkoelen op een taartrooster.
Variatie
U kunt naast of in de plaats van rozijnen ook andere gedroogde vruchten gebruiken. In plaats van hazelnoten zijn ook andere soorten noten, zoals walnoten, macadamianoten en amandelen heel geschikt.
- Zeef de bloem in een grote kom. Voeg het zout en de suiker toe. Maak een putje in het midden.
- Neem de gist en het lauwe water.
- Giet een weinig water in het putje en strooi er de gist over. Strooi er een lepel bloem op. Wacht 10 minuten tot er bellen verschijnen.
- Begin het meel te verzamelen en doe er water bij tot u een soepel deeg verkrijgt.
- Begin het deeg te kneden: men trekt n deel van het deeg naar zich toe en met de muis van de hand drukt men het krachtig neer. Men draait het deeg n kwart en herbegint.
- Neem het deeg met beide handen vast. Hef het op en klop het met n harde tik op tafel. Terug n bol maken en herhaal dit gedurende minstens 15 minuten. Het deeg moet lucht krijgen om goed te kunnen rijzen. U moet afwisselend kneden en slaan.
- Maak een bol. Leg het deeg op het werkblad en bedek het met doek en plastic folie en laat het ca 2 u rijzen tot het verdubbeld is in volume.
- Bestrooi het werkblad goed met meel alvorens u het deeg erop legt.
- Leg bakpapier op de bakplaat of inoliën en met meel bestrooien.
- Duw het deeg plat.
- Doe de helft van het zaad op het brood en rol het deeg op. Kneden om de graantjes goed te mengen onder het brood.
- Met een kwast wrijft u het brood in met water.
- Doe de rest van de zaadjes in een bord. Draai het brood in alle richtingen in het bord en plaats het brood op de bakplaat.
- Met een scherp mes maakt u inkervingen.
- Bedek het brood met doek en plastic folie en laat opnieuw 1u à 1u30 rijzen.
- Verwarm de oven voor op 210°C.
- Bak het brood af in ca 30 minuten tot het gaar is.
- Stort de melk, de boter, de eerste hoeveelheid suiker en het zout in een grote kom. Verwarm al roerend tot het begint te koken. Laat afkoelen.
- Los de tweede hoeveelheid suiker in het lauwe water in een kleine kom. Verbrokkel de gist op het water. Laat 10 minuten rusten. De gist eronder roeren. Giet het mengsel van de lauwe melk in een grote kom. Voeg er de opgeloste gist bij. Mengen. Zeef de bloem erbij en meng goed.
- Mengen tot het deeg van de wanden loslaat.
- Leg het deeg op een bebloemd werkblad en kneed ca 10 minuten tot u een glad en soepel deeg bekomt.
- Laat onder doek en plastic folie ca 1 ½ u rijzen.
- Platdrukken tot de helft van het volume.
- Rondjes van 3 cm diameter uitsnijden.
- Rek ze lichtjes uit om ze te verlengen.
- Leg ze op een ingevette bakplaat ½ cm van elkaar.
- Laat ze in de oven met het licht aan ca 45 minuten rijzen tot dubbele volume.
- Het laatste kwartier de oven voorverwarmen op 180°C.
- Smeer ze in met de tweede hoeveelheid boter.
- In ca 20 minuten afbakken en laat daarna op een rooster afkoelen.
Voorbereiding: 25 min. Rusttijd: 2u45 min. Afbakken: 30 min.
Ingrediënten
Voor het rijzen van de gist
- 15 gr verse gist of droge gist
- 55 gr lauw water
- 10 gr cassonade suike
- 65 meel T65 (wit biomeel)
Voor het deeg
- 345 gr lauw water
- 30 gr zonnebloemolie
- 10 gr zout
- 500 gr meel T65
Voor de versiering
- 20 gr papaverzaadjes
Werkwijze
- Voor het gistmengsel: Stort de gist, het water en de suiker in een grote kom.
- Zeef de bloem erbij en meng alles. Laat dit ca 15 minuten rusten.
- De gist is goed gerezen al er belletjes verschijnen.
- Voor het deeg: Zeef de bloem erbij, doe er de olie en het zout bij.
- Doe er een deel van het water bij (niet alles!). Uw deeg moet glad blijven maar mag niet aan uw vingers plakken.
- Deeg kneden, indien nodig water toevoegen.
- Opbollen en onder doek en plastic folie ca 1u30 laten rijzen naargelang de omgevingstemperatuur.
- Plaats het deeg op de licht bestoven werkplaats.
- Met uw hand het deeg platdrukken en 15 minuten laten rusten.
- Snij 7 stukken van 25 gr af. Met de rest maakt u een worst om het hoefijzer te vormen.
- Met n stok, of met de zijkant van uw hand duwt u in het midden over gans de lengte die u bebloemd hebt.
- Leg bakpapier op de bakplaat.
- Geef uw worst de vorm van n hoefijzer en leg het op het bakpapier. Met een stukje deeg vormt u een driehoek, bevochtig de plaats in het midden van het hoefijzer en plaats uw driehoek daar.
- Neem een bol deeg, afplatten en de boorden omvouwen om te sluiten.
- Maak een punt aan de bol zo kunt u ze gemakkelijk in de papaverzaadjes rollen.
- Doe dit met alle zes bollen.
- Vul één bord met water en één met papaverzaadjes.
- Strijk de plaats waar u de nagels gaat zetten in met water.
- Rol de bollen in de zaadjes.
- Plaats de bollen en laat alles ca 45 minuten rijzen.
- Het laatste kwartier de oven voorverwarmen op 210°C.
Voorbereiding: 30 min. Rusttijd: 3u20 min. Afbakken: 30 min.
Ingrediënten
Voor het rijzen van het gistmengsel
- 16 gr verse of droge gist
- 10 gr semoule suiker
- 20 gr meel T55
- 60 gr water
Voor het brood
- 620 gr meel T55
- 7 gr zout
- 50 gr olijfolie
- 260 gr water
- 20 gr speltmeel
Voor het bebloemen van het werkvlak
- 40 gr meel
Werkwijze
- Voor het gistmengsel: In een grote kom mengt u met een spatel de gist, de suiker, het meel en het water. Laat afgedekt 20 minuten staan.
- Voor het deeg: Zeef het meel erbij, doe er het zout en de olie bij.
- Doe er de helft van het water bij en begin te kneden tot u een soepel en stevig deeg hebt dat niet meer kleeft. Doe er desnoods nu en dan wat water bij.
- Opbollen en onder doek en plastic folie ca 2u30 laten rijzen.
- Weeg 7 stukken van 40 gr af voor de eieren. Verdeel de rest in twee: voor de nest en de kip.
- Vorm een bol en vorm vervolgens de nest. Bedek deze met speltgranen.
- Voor de eieren plat u het deeg , sla de boorden om en breng ze in één punt, omdraaien, een bol vormen, lichtjes drukken om een ovaal te bekomen.
- In het deeg van de kip neemt u een deel voor de kop, de nek en de kam.
- Maak een bol voor het lichaam en verleng het een beetje.
- Maak een geplooide kraag, snij hem in met een schaar en plak hem aan één uiteinde: de kop zal erop geplakt worden. Verleng het andere uiteinde voor de staart.
- Maak een bol voor het hoofd, kleef de kam er bovenop, vorm de bek en voor de ogen kleeft u peperbolletjes.
- Plaats de nest op een bakplaat belegd met bakpapier
- Leg de kip in het midden van de nest en de eieren rond de nest.
- Laat 30 minuten rijzen.
- Verwarm het laatste kwartier de oven voor op 210°C.