Het TAS schorste Alberto Contador (Saxo Bank) begin deze week voor twee jaar. Weliswaar met terugwerkende kracht. Een vervuild voedingssupplement is volgens de rechters de meest waarschijnlijke oorzaak van de clenbuterol in de urine van Contador. Hoe zit dat nu eigenlijk met die mogelijke oorzaken? Wat met de theorie van de biefstuk? U bent benieuwd, maar ziet het niet zitten om het 98 pagina's lange vonnis te lezen? Geen probleem! Uw reporter deed dat voor u.
Op de persconferentie van 30 september 2010 zei Alberto Contador dat de 50 picogram clenbuterol die op 21 juli in zijn urine zat te wijten was aan het eten van een vervuilde biefstuk. Op 25 januari vorig jaar kreeg hij initieel een schorsing van één jaar opgelegd door de Spaanse Wielerbond. In beroep werd Contador echter vrijgesproken. Daar gingen de UCI en het WADA niet mee akkoord en zij spanden een zaak in bij het TAS, het allerhoogste sporttribunaal. Als alternatieve hypothesen voor het binnendringen van clenbuterol in het lichaam van de renner openden UCI en WADA de pistes van bloeddoping en een vervuild voedingssupplement.
Hypothese 1: Vervuild vlees
Op 20 en 21 juli at Contador naar eigen zeggen een stuk rundvlees dat gekocht werd in Spanje. Een andere renner van Astana, zijn toenmalige team, die ook werd getest op 21 juli had iets anders gegeten en dat zou verklaren waarom bij hem geen sporen van clenbuterol te vinden waren. De bewuste biefstuk is uiteraard niet meer te onderzoeken. De voedselketting van het bewuste stuk vlees ging men wel na: van de slager via het slachthuis tot de veeboer. Contador vindt dat men niet met volle zekerheid kan zeggen dat het rund van die welbepaalde boerderij afkomstig was. Volgens hem kan het evengoed van elders uit Spanje komen of zelfs uit Zuid-Amerika. Daar worden vaak hoge concentraties van clenbuterol bij runderen gemeten. In Spanje blijkt uit onderzoek, gebruikt door UCI en WADA, dat de kans dat in Spanje en bij uitbreiding Europa een rund clenbuterol toegediend kreeg, uiterst miniem is. Er zijn zo goed als geen positieve gevallen. Het kamp van Contador voert aan dat er echter heel weinig stalen genomen worden. Nog niet één procent (0,01%) van alle runderen wordt getest. Daarenboven vroegen de advocaten van Contador of UCI en WADA zouden concluderen dat een atleet geen doping heeft genomen of niet het slachtoffer is geworden van besmette voedingssupplementen omdat hij al 500 negatieve dopingtests heeft afgelegd? Neen dus.
Vervolgens richtte het kamp Contador zich op het onderuit halen van de efficiëntie van de regelgeving in Spanje. In principe moet in elk slachthuis erkende veeartsen aanwezig zijn. Er kunnen op elk moment van de voedselketting onaangekondigde controles plaatsvinden en men moet bij runderen en rundvlees steeds de afkomst kunnen achterhalen. Aangezien het aantal tests op clenbuterol zeer laag zijn, is het volgens de verdediging niet enkel mogelijk, maar zelfs zeer waarschijnlijk dat veeboeren hun toevlucht nemen tot clenbuterol. Dat WADA en UCI stellen dat geen clenbuterol meer gebruikt wordt omdat het verboden is, is volgens hen niet realistisch. Een andere aanwijzing die El Pistolero heeft, is dat de broer van de bewuste veeboer in 1996 betrokken was bij een affaire met clenbuterol en daar in 2000 voor veroordeeld werd.
WADA en UCI halen aan dat maar liefst tien keer meer clenbuterol in het vlees zou moeten gezeten hebben dan toegestaan om een gehalte van 50 picogram terug te vinden in de urine van Contador. Bovendien zou het dier vrijwel onmiddellijk na de toediening moeten zijn geslacht. Dat zou betekenen dat de clenbuterol geen voordelen, voor de veeboer, heeft kunnen opleveren. Vanaf 2004 zou er in Spanje slechts één positief geval van clenbuterol bij runderen geweest zijn. WADA geeft toe dat het uiteraard niet kan bewijzen dat er geen enkel stuk besmet vlees is in Europa, Spanje of Baskenland.
De rechters van het TAS vinden het zeer onwaarschijnlijk dat het vlees geïmporteerd zou zijn uit Zuid-Amerika. Ze vinden het dan weer zeer waarschijnlijk dat het vlees uit de bewuste boerderij afkomstig is, hoewel een andere locatie in Spanje niet kan worden uitgesloten. Daarom is de kans dat het vlees besmet was met clenbuterol fel verminderd. Het aantal positieve gevallen van clenbuterol bij runderen is zeer laag. Het slachthuis waarvan de biefstuk afkomstig was heeft nog geen enkele positieve clenbuteroltest gehad. Ze achten het ook zeer onwaarschijnlijk dat een dier geslacht zou worden kortelings na het toedienen van het verboden product. Het TAS is het eens met UCI en WADA dat de kans dat een stuk vlees in de EU besmet is, zeer klein is. En wat met de broer van de veeboer? Het TAS noemt dit onterechte associaties. De man is overigens gestorven in april 2010. De conclusie over de hypothese van een besmette biefstuk is de volgende: de rechters zijn niet bereid om vanuit een loutere mogelijkheid dat het vlees besmet zou kunnen zijn met clenbuterol te concluderen dat een effectieve besmetting zich heeft voorgedaan. Het is enkele een remote possibility. Het gaat om een mogelijke hypothese, maar afgaande op het bewijs is de kans zeer klein dat dit zich voltrokken heeft.
Hypothese 2: Bloedtransfusie
Het scenario van een bloedtransfusie werd door UCI en WADA opgeworpen als tegengewicht tegen de theorie van Contador. Ze achten het mogelijk dat de renner een transfusie met rode bloedcellen onderging op 20 juli. Om zijn waarden normaal te doen lijken en het dopinggebruik te maskeren zou hij op 21 juli plasma toegediend gekregen hebben. Dat plasma zou dan gecontamineerd zijn geweest met clenbuterol. Welke aanwijzingen hebben ze hiervoor?
Eerst en vooral is er de omgeving van de Tourwinnaar. Ze doelden daarmee onder andere op zijn samenwerking met Manolo Saíz (teammanager bij Liberty Seguros) en het feit dat verschillende van zijn ploegmaten over de jaren betrapt zijn. En dat het team Astana, waar hij tijdens de Tour 2010 voor reed, in een dopingonderzoek is. Er werd ook aangehaald dat zijn initialen gevonden werden in documenten van de beruchte dokter Eufemiano Fuentes. Bij zijn huidige ploeg Saxo Bank werkt hij samen met Bjarne Riis en die was tijdens zijn carrière niet vies van doping. Net zo min als de associatie met de broer van de veeboer wenst het TAS hiermee rekening te houden. Het is wel opvallend wat Contador hierover heeft te zeggen:"[...] not only have I not taken doping substances, but I have always been surrounded by people (cyclists, doctors, trainers, etc.) who categorically reject the use of doping substances." Hij zegt dus dat hij nooit doping genomen heeft en dat hij altijd omringd is geweest door mensen die resoluut gekant zijn tegen doping.
WADA en UCI kwamen ook met concretere aanwijzingen naar voren. Volgens hen waren de bloedparameters van Contador abnormaal. De expert die ze aanstelden, dokter Ashenden, maakte de volgende resultaten van zijn onderzoek bekend: zijn waarden waren hoger dan zijn natuurlijke waarden, terwijl ze in competitie lager zouden moeten zijn. En ze zijn significant hoger dan de waarden opgemeten tijdens zijn vorige Tourzeges (2007 en 2009), zijn overwinning van de Vuelta (2008) en zijn Girowinst (2008). Ashenden geeft wel aan dat de waarden alleen geen indicaties van transfusie of manipulatie verschaffen. De expert die het kamp van Contador heeft aangesteld gaat daar uiteraard mee akkoord en geeft ook aan dat de waarden van de renner juist niet atypisch waren tijdens de Tour 2010. De UCI zegt dat de waarden van Contador dan wel binnen de afgesproken ruimte mogen zitten, maar dat dat juist de bedoeling is van manipulatie. Het TAS concludeerde dat de bloedparameters alleen onvoldoende en te speculatief waren. Een bloedtransfusie kan echter niet worden uitgesloten. Het is inderdaad, zoals de UCI aanhaalde, immers de bedoeling van dopingzondaars om zo weinig mogelijk schommelingen in hun bloedwaarde te laten opmeten. Een analyse van het gehalte aan ftalaten (additieven die worden gebruikt in plastic materiaal, zoals bloedzakjes) leek het TAS interessanter.
Op 20 juli werden in het urinestaal van Contador een heel hoge concentratie aan ftalaten gemeten. Volgens WADA en UCI is de piek consistent met waarden na een bloedtransfusie. Het meten van het gehalte aan ftalaten is geen geldig bewijs daarvoor, maar kan als indicatie dienen. De clenbuterol die een dag later gevonden werd, zou dan te wijten zijn aan het toedienen van gecontamineerd plasma van een donor. Contador ontkent een bloedtransfusie en onderging een test met de leugendetector. De verdediging haalt aan dat ftalaten aanwezig kunnen zijn in voeding. Het is wereldwijd de grootste oorzaak van blootstelling aan deze stof. In het staal van 21 juli was er overigens een laag niveau aan ftalaten te vinden. UCI en WADA zeggen dat de zak waar het plasma inzat mogelijks vrij was van die stof. De experts uit het kamp van Contador stellen dat het dan nog mogelijk zou zijn ftalaten te vinden doordat bij de intubering het plamsa die stof in de plastic zak is geraakt.
Het zou volgens hen ook nogal gek zijn dat plasma van een donor wordt gebruikt die een hoog gehalte van clenbuterol in het lichaam heeft. Om 50 picogram terug te vinden in de urine van Contador zou de donor bovendien een zodanige hoeveelheid van die stof in zich moeten hebben dat er gevaar is voor zijn gezondheid. WADA en UCI stellen dat het echter om een opbouwende kuur kan gaan. De persoon komt dan terecht in een steady-state: een staat waarbij het niveau van clenbuterol stabiel blijft, zelfs als de clenbuterol nog steeds wordt ingenomen voor een dopingkuur. Volgens de expert van Contador zou een kuur van 21 dagen betekenen dat de donor wel heel roekeloos is geweest en niet bang was voor een positieve controle. WADA werpt hierbij op dat die persoon mogelijk minder kans had om getest te worden.
Het TAS stelde vast dat WADA en UCI blijkbaar niet genoeg vertrouwen hadden om een aanklacht van bloeddoping in te dienen. De rechters kunnen een bloedtransfusie niet uitsluiten en gaan mee met de stelling dat het plasma in een zak werd bewaard vrij van ftalaten. Bloeddoping is een mogelijke verklaring zeggen ze, maar heel onwaarschijnlijk. Net zoals de hypothese van de biefstuk. Dat de plasmadonor een opbouwende kuur volgde is mogelijk volgens het TAS. Maar als hijzelf geen sportieve prestaties moet neerzetten waarom neemt die persoon dan clenbuterol in? Als hij wel sport waarom is hij dan donor en kiest Contador voor hem? Zo een kuur is theoretisch mogelijk, maar eerder onwaarschijnlijk. Waarom zou men zo een uitgedokterd plan op het spel zetten door plasma ingediend te krijgen van een donor die zoveel clenbuterol in zich heeft? Hoewel fouten en misrekenen altijd kunnen acht het TAS dit toch zeer onwaarschijnlijk.
Hypothese 3: Besmet Voedingssupplement
De laatste stelling is die van een vervuild voedingssupplement. Volgens Contador is dat onmogelijk omdat hij enkel hetzelfde inneemt als zijn ploegmaten. Daarvan testte niemand positief op clenbuterol tijdens de Tour of het seizoen 2010. Dat Contador geen andere supplementen heeft ingenomen kan niet bewezen worden, stellen WADA en UCI. El Pistolero geeft ook aan dat hij tussen de test op 20 juli en die op 21 juli geen voedingssupplement innam, dat gebeurt immers alleen op koersdagen. De 21ste was een rustdag. Om meer zekerheid te geven liet hij een uitgebreid onderzoek voeren. Geen enkele van de leveranciers gebruiken of bewaren clenbuterol of andere verboden middelen in hun opslagplaatsen. Geen van hen werd ooit beschuldigd van het veroorzaken van een positieve dopingtest. Allen laten externe en onafhankelijke controles uitvoeren op hun producten, nog nooit werd daarbij clenbuterol gevonden.
Volgens het TAS is deze hypothese mogelijk. Zelfs als Contador enkel de supplementen nam die hij heeft opgelijst. Net zoals dat de stalen die genomen worden in de veesector niet kunnen uitsluiten dat besmet vlees de consument bereikt, kunnen de controles van de leveranciers en de controles op de ploegmaten van Contador niet uitsluiten dat de renner een besmet voedingssupplement innam. Contador kan bovendien een ander supplement hebben ingenomen.
Conclusie TAS
Het TAS acht de hypothese van een vervuild voedingssupplement het meest waarschijnlijk. De renner neemt een aanzienlijke hoeveelheid supplementen, er zijn voorbeelden uit het verleden van besmette supplementen en atleten hebben al verscheidene keren daardoor positief getest. Clenbuterol was daarbij één van de gevonden producten. De rechters vinden het zeer onwaarschijnlijk dat de biefstuk besmet zou zijn met clenbuterol. Het is meer waarschijnlijk dat een vervuild voedingssupplement aan de basis ligt van de positieve test dan een stuk vlees of een bloedtransfusie. Zeker zijn dat dit de oorzaak is, kan het TAS niet, maar van de drie naar voor gebrachte scenario's is dit het meest waarschijnlijke.
Waarom is Contador niet geneigd mee te stappen in de theorie over het supplement? Mogelijk wilde hij dit niet, zeggen WADA en UCI, omdat dit meestal geen reden is voor vrijspraak. In Reyers Laat (6/02/12) opperde Michel Wuyts dat de renner de leveranciers niet naar het hoofd wil stoten omdat hij nu eenmaal goed verdient door reclame te maken voor hun voedingssupplementen.
Alberto Contador: Twee jaar schorsing met terugwerkende kracht (deel 2)
Gisteren kon u al een artikel lezen in verband met de uitspraak van het TAS in de zaak Contador (Saxo Bank). Ondertussen zijn er al meer reacties. En lijken er ook gevolgen te zijn voor het team. Tenslotte nemen we het vonnis van het TAS even onder de loep.
Alberto Contador kreeg gisteren door het Internationaal Sporttribunaal TAS een schorsing van twee jaar opgelegd met terugwerkende kracht. De Spanjaard mag op 6 augustus van dit jaar opnieuw deelnemen aan wedstrijden. De overwinningen die hij vanaf 25 januari 2011 behaalde, waaronder de eindzege in de Giro, is hij kwijt. Net als de Touroverwinning van 2010. Hij verliest ook alle gesprokkelde World Tour-punten en dat zou wel eens nefaste gevolgen kunnen hebben voor zijn team Saxo Bank. Het aantal punten bepaalt immers of een ploeg in aanmerking komt voor een World Tour-licentie, één van de belangrijkste redenen waarom Lotto - Belisol de Iraniër Mehdi Sorabi binnenhaalde. Nu de punten van Contador geannuleerd worden, oppert de UCI dat ze het statuut van Saxo Bank zal herbekijken.
Overwinningen geschrapt
De punten die Contador bijeensprokkelde heeft hij onder meer te danken aan zijn eindoverwinning in de Giro d'Italia, hij zette er bovendien de negende en zestiende etappe op zijn naam. In die Giro 2011 eindigde hij eveneens op één in het regelmatigheidklassement en dat van de strijdlust. El Pistolero was vorig jaar de beste in de Ronde van Murcía (met winst in rit 2 en 3) en die van Catalonië (met winst in rit 3). In de Ronde van Castilly y León won hij de vierde rit. Hij moet ook de twee overwinningen van dit jaar inleveren, namelijk zijn zeges in de 3de en 5de etappe van de Ronde van San Luis in Argentinië. De Giro van 2011 komt nu op naam te staan van de Italiaan Michele Scarponi (Lampre). Girobaas Michele Acquarone liet weten dat een nieuwe trofee moet worden gemaakt. Daarop prijken immers de namen van alle Girowinnaars.
Ook voor de Tour, waar de basis lag van deze affaire, is dit alweer een jammerlijke zaak. De zege van 2010 gaat nu naar Andy Schleck (Radio Shack), toen renner bij Saxo Bank. Denis Menchov (toen Rabobank, nu Katusha) schuift op van plaats drie naar één en Samuel Sanchez (Euskaltel) stijgt naar plaats drie. Dat wil zeggen dat Jurgen Van den Broeck (toen Omega Pharma - Lotto, nu Lotto - Belisol) vierde wordt in het klassement. Ongetwijfeld is elke wielerfan het ermee eens dat dit geen leefbare manier van sport is: Anderhalf jaar na datum wordt de uitslag omgetoverd. Met deze nieuwe resultaten kan je ook niet echt rekening houden. Andy Schleck liet gisteren al verstaan dat hij pas zal vinden dat hij de Tour gewonnen heeft als hij in Parijs op het hoogste schavotje staat en de tegenstanders sportief verslagen heeft. Michele Scarponi reageerde gelijkaardig.
Van den Broeck wil niet veel zeggen over deze zaak. Hij geeft mee dat hij er zich niet mee bezighoudt. Of hij nu blij is met de vierde plaats? "Neen. Die koers is gereden en ik was toen vijfde, voor mij blijft het vijfde. Ik weet het fijne niet van de zaak, dus ik kan er ook geen oordeel over vellen. In het verleden zijn er al mannen geweest met sporen van besmet vlees en als dat zo is dan vind ik dat heel erg voor die jongen." En wat met het feit dat Contador volgend jaar niet mag deelnemen aan de Tour? "Ik ben niet bezig met wie er wel of niet zal zijn, ik ben gewoon bezig met die Tour en met mezelf."
Steeds meer reacties dus op de veroordeling van Contador. Tegen vijf uur gisterenmiddag plaatste Saxo Bank een bericht op haar site. Daarin werd teammanager Bjarne Riis geciteerd: "Het resultaat is uiteraard niet waar we op hadden gehoopt, maar op dit ogenblik zijn we nog bezig met het bekijken van het vonnis en de documentatie opdat we de beslissing beter kunnen begrijpen." Meer reacties vanuit het team én van Alberto Contador zelf zullen volgen op een persconferentie die de renner vanavond omstreeks 19u30 zal houden in zijn thuishaven Pinto. Contador heeft de mogelijkheid om beroep aan te tekenen bij het Zwiters Federaal Hof, maar dat kan enkele op basis van procedurefouten. Het Hof gaat niet over de grond van de zaak. In principe zou Contador ook naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens kunnen stappen. De rechtsgang is dus mogelijk nog niet ten einde.
Het vonnis
Laten we nu even het vonnis doornemen. Er wordt gesteld dat Alberto Contador een inbreuk heeft gepleegd tegen de dopingregels. Dat hij bewust doping gebruikte, stelt het TAS echter niet. De opgelegde sanctie voor Contador is twee jaar schorsing met terugwerkende kracht. Hij mag pas vanaf 6 augustus opnieuw koersen, dat betekent dat hij niet kan deelnemen aan de Tour en de Olympische Spelen in Londen. Mogelijk richt hij nadien zijn pijlen op Vuelta (18/08 - 9/09) en WK (19/09 de tijdrit en 23/09 de wegrit). De schorsing gaat overigens pas in op 25 januari 2011, want vanaf 26 augustus werd Contador voorlopig geschorst. Dat duurde tot 14 februari toen hij werd vrijgesproken door de Spaanse bond. Daardoor mogen vijf maanden en 19 dagen van de definitieve schorsing worden afgetrokken. Alle resultaten vanaf 25 januari 2011 worden geschrapt. Contador krijgt ook een boete opgelegd van 2,5 miljoen euro. Veel? Op zich wel, maar Contador heeft wel een jaarloon van 6,5 miljoen euro!
Nog even de feiten recapituleren. Op 21 juli 2010, de tweede rustdag van de Tour, werden na een controle verboden middelen in het lichaam van Contador aangetroffen. Bij analyse van het A-staal op 26 juli werd in zijn urine 50 picogram van het verboden clenbuterol gevonden. Een minimale hoeveelheid. Hij wijt dit aan het eten van een vervuilde biefstuk. Zowel de avond voordien als die middag had hij van eenzelfde stuk vlees gegeten. Een andere renner van Astana die ook werd gecontroleerd op 21 juli is niet betrapt, hij had volgens Contador niet hetzelfde genuttigd. Een ongeloofwaardig verhaal volgens UCI en WADA. De Spaanse Wielerbond sprak de renner echter vrij op 14 februari 2011, nadat ze hem eerst een schorsing van één jaar had opgelegd. UCI en WADA trokken naar het TAS. Zij brachten twee andere hypothesen naar voren: die van de bloedtransfusie en die van een gecontamineerd voedingssupplement. De procedure liep tal van vertragingen op: vertaling van documenten, betwisten van getuigen, het in vraag stellen van de TAS-rechters en overvolle agenda's van experten. Op 6 februari 2012 velde het TAS haar definitieve oordeel.
De hypothesen
Laten we de drie hypothesen eens toelichten. Alberto Contador blijft stellen dat de positieve test te wijten is aan een stuk vlees gekocht Spanje. Hoewel de hele voedselketen werd uitgepluisd tot bij de veeboer, blijft Contador de stelling naar voor brengen dat het dier mogelijk afkomstig was uit Zuid-Amerika. Dat achten de rechters van het TAS echter zeer onwaarschijnlijk. Net als de kans dat het geconsumeerde vlees clenbuterol bevatte. Zo zou het inspuiten van die substantie geen effect hebben gehad als het dier zo snel nadien was geslacht. Toch volhardde de verdediging van de renner tot het einde. Het feit dat de broer van de bewuste Spaanse veeboer in 1996 in een affaire rond clenbuterol betrokken was, werd als bezwarend feit aangehaald door het kamp Contador.
Daar wilde het TAS geen rekening mee houden. Evenmin deed ze dat als het WADA en de UCI aanhaalden dat de omgeving van Contador een aanwijzing kan zijn dat hij zich dopeerde. Ze doelden daarmee onder andere op zijn samenwerking met Manolo Saíz en het feit dat verschillende van zijn ploegmaten over de jaren betrapt waren. En dat het team Astana voorwerp van een dopingonderzoek was. Er werd ook aangehaald dat zijn initialen gevonden werden in documenten van Eufemiano Fuentes. WADA en UCI kwamen ook met concretere aanwijzingen naar voren. Volgens deze partijen waren de bloedparameters van Contador abnormaal. Het kamp van Contador probeerde tijdens het proces die bevindingen onderuit te halen. Het TAS concludeerde dat de bloedparameters onvoldoende en te speculatief waren. Een bloedtransfusie kan echter niet worden uitgesloten. Het is inderdaad, zoals de UCI aanhaalde, immers de bedoeling van dopingzondaars om zo weinig mogelijk schommelingen in hun bloedwaarde te laten opmeten. Een analyse van het gehalte aan ftalaten (additieven die worden gebruikt in plastic materiaal, zoals bloedzakjes) leek het TAS interessanter.
Op 20 juli werden in het urinestaal van Contador een heel hoge concentratie aan ftalaten gemeten. Dat kan wijzen op een bloedtransfusie. Het meten van het gehalte aan ftalaten is geen geldig bewijs daarvoor, maar kan als indicatie dienen. De clenbuterol die een dag later gevonden werd, zou dan te wijten zijn aan het toedienen van gecontamineerd plasma van een donor. De verdediging haalt aan dat ftalaten ook aanwezig kunnen zijn in voeding. Het zou volgens hen ook nogal gek zijn dat plasma van een donor wordt gebruikt die een hoog gehalte van clenbuterol in het lichaam heeft. Om 50 picogram terug te vinden in de urine van Contador zou de donor bovendien een zodanige hoeveelheid van die stof in zich moeten hebben dat er gevaar is voor de gezondheid. WADA en UCI stellen dat het echter om een opbouwende kuur kan gaan. Het TAS stelde vast dat WADA en UCI blijkbaar niet genoeg vertrouwen hadden om een aanklacht van bloeddoping in te dienen. Volgens het panel van rechters is bloeddoping een mogelijke verklaring, maar heel onwaarschijnlijk. Net zoals de hypothese van de biefstuk.
De laatste stelling is die van een vervuild voedingssupplement. Volgens Contador is dat onmogelijk omdat hij enkel hetzelfde inneemt als zijn ploegmaten waarvan niemand positief testte op clenbuterol tijdens de Tour of het seizoen 2010. Toch acht het TAS deze hypothese het meest waarschijnlijk. Er zijn namelijk voorbeelden uit het verleden van besmette supplementen, waarvan ook met clenbuterol. Zeker zijn dat dit de oorzaak is, kan het TAS niet, maar van de drie naar voor gebrachte scenario's is dit het meest waarschijnlijke. Mogelijk wilde Contador dit niet naar voren brengen zeggen WADA en UCI omdat dit meestal geen reden is voor vrijspraak. In Reyers Laat (6/02/12) opperde Michel Wuyts dat de renner de leveranciers niet naar het hoofd wil stoten omdat hij nu eenmaal goed verdient door reclame te maken voor bepaalde voedingssupplementen.
Wat nu? De relatief milde -gezien het salaris van de atleet- geldboete en het feit dat hij pas zes maanden effectief aan de kant zal staan, zijn mogelijk bedoeld om te verhinderen dat Contador naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens stapt. Benieuwd naar het vervolg. In al deze heisa is één ding duidelijk: de rechtsgang moet worden versneld. Deze zaak sleept al veel te lang aan. Dat het TAS Contador veroordeelt is jammer, aangezien het om één van de spilfiguren van de laatste jaren gaat. Alweer een Tourwinnaar die geschrapt moet worden uit de Touruitslag. Anderzijds is het wel een goed teken dat er geen angst bestaat om de grote namen te straffen en men niet enkel achter de kleine garnalen durft aan te gaan. Wat Lance Armstrong betreft zijn daar wel eens vragen omtrent gerezen. Toen na de persconferentie van EL Pistolero bleek dat Contador al in augustus op de hoogte werd gesteld van zijn positieve plas werd hier en daar geopperd dat de UCI de zaak mogelijk in de doofpot wilde stoppen. Door de beslissing van de Spaanse federatie aan te vechten bij het TAS, poetste de UCI haar blazoen wat op.
Alberto Contador: Twee jaar schorsing met terugwerkende kracht (deel 1)
"Cero coma cero cero cero cero cero cero cero cero cero cero cinco" U herinnert zich ongetwijfeld nog deze legendarische woorden van Alberto Contador toen hij eind september 2010 bekendmaakte dat tijdens de Tour, die hij gewonnen had, clenbuterol in zijn urine gevonden was. Er zat slechts een hoeveelheid van 50 picogram in zijn bloed. El Pistolero en zijn entourage verklaarden de aanwezigheid van die stof aan het eten van een vervuilde biefstuk. De Spaanse bond sprak hem begin 2011 vrij. De UCI en het WADA stapten echter naar het TAS. Dat bevond de Spanjaard schuldig en legde hem een schorsing van twee jaar op, met terugwerkende kracht weliswaar. Zijn Tourzege van 2010 is hij kwijt aan Andy Schleck.
Op 30 september 2010 gaf Alberto Contador, die toen voor Astana reed, een persconferentie. Hij deelde mee dat in zijn urinestaal van 21 juli - een rustdag in de Tour- sporen van clenbuterol gevonden waren. Hij benadrukte de minieme hoeveelheid door het als volgt te verkondigen: "Cero komma cero cero cero cero cero cero cero cero cero cero cinco." Dat staat gelijk met 50 picogram. Contador wijt de gevonden clenbuterol aan het eten van een besmette biefstuk. Voor het afleveren van het besmette staal had hij een biefstuk uit Spanje gegeten. Het is al bewezen dat vlees clenbuterol kan bevatten, maar hoe groot is de kans dat juist Alberto Contador een besmet stuk vlees naar binnen speelde? Buiten het kamp-Contador gingen stemmen op dat de minieme hoeveelheid kan wijzen op bloeddoping. Alweer kwam er dus een waas van twijfel over een Tourwinnaar. Na 2007 en 2009 had Contador pas zijn derde Tourzege binnengerijfd. Andy Schleck (toen Saxo Bank) strandde op plaats twee, Denis Menchov (toen Rabobank) mocht mee op het podium in Parijs. Het feit dat de buitenwereld pas in september op de hoogte werd gesteld, deed vragen rijzen. Wilde de UCI de zaak soms in de doofpot stoppen? Ook in het geval van Lance Armstrong werd al geopperd dat de UCI de grote mannen geen pijn wil doen.
Vrijspraak door Spaanse Bond
In het voorjaar van 2011 sprak de Spaanse wielerbond haar toprenner vrij. Dat bracht herinneringen naar boven aan de zaak van die andere Spanjaard: Alejandro Valverde. Ook hij werd in eigen land vrijgesproken, maar Italiaanse onderzoekers beten zich vast in de zaak en achtten zijn betrokkenheid in Operación Puerto ofwel de affaire Fuentes, bewezen. Later werd zijn schorsing uitgebreid naar de rest van de wereld. Contador zou dus maar best nog niet op zijn lauweren rusten. En inderdaad, de UCI (de Internationale Wielerunie) en het WADA (het Wereldantidopingagentschap) stapten naar het TAS, het sporttribunaal in Lausanne. De UCI bewees dat ze, toch wat Contador betreft, tot op het bot wil gaan. De zaak sleepte echter lang aan en dat was zeer frustrerend. De wielerwereld wilde gewoonweg uitsluitsel in deze zaak. Contador fietste ondertussen immers voort, bij Saxo Bank, en sleepte in mei vorig jaar de Giro in de wacht. In de Tour kwam hij krachten tekort. Hij eindigde op plaats vijf. Dat er geen einde aan de zaak leek te komen, had onder meer te maken met het feit dat voor de zaak voor het TAS kon verschijnen het hele dossier vertaald diende te worden. Ook waren er vragen omtrent de objectiviteit van de rechters bij het TAS.
Veroordeling door TAS
Nu is er dus eindelijk een oordeel van het TAS. Hoewel het sporttribunaal stelt dat dopinggebruik niet bewezen is, legt het Contador een schorsing op van twee jaar, zij het met terugwerkende kracht. Concreet is Contador geschorst tot en met 5 augustus 2012, de zesde augustus van dit jaar mag hij dus weer in competitie treden. Hij mist de Tour en de Olympische Spelen. El Pistolero is alle zeges kwijt die hij sinds 25 januari 2011 behaalde. Waarom pas vanaf dan? Het TAS houdt rekening met het feit dat Contador vanaf augustus 2010 niet meer heeft gekoerst wegens een voorlopige schorsing. Eén van de overwinningen die hij kwijtspeelt is de Giro van 2011. De eindzege is nu voor de Italiaan Michele Scarponi (Lampre). De Tour van 2010 komt op naam te staan van Andy Schleck (RadioShack). Na Floyd Landis in 2006, toen de eindzege via de groene tafel aan Oscar Pereiro werd gegeven, is dit weer een zwarte bladzijde in de Tourgeschiedenis, een triestige dag voor het wielrennen in het algemeen. We zeiden het al na de affaire van Landis. Hopelijk is dit de laatste keer, maar nu is er dus de schrapping van het resultaat van Contador. Ook rond Armstrong blijft de onzekerheid hangen. Het is wederom geen reclame voor de wielersport. Afgezien van de grond van de zaak doet ook de lengte van de rechtsgang geen goed. Het duurt veel te lang vooraleer een uitspraak wordt geveld. Ondertussen moet ook de uitslag van andere wedstrijden worden herzien. En het verhaal is mogelijk nog niet helemaal rond. Contador heeft dertig dagen om beroep aan te tekenen bij het Zwitsers Federaal Hof. Dat buigt zich echter niet over de grond van de zaak, maar enkele over procedurefouten.
Reacties
De UCI plaatste een bericht op haar website waarin ze stelt dat ze geen voldoening haalt uit het verdict, maar het ziet als het einde van een lang aanslepende zaak die heel pijnlijk is geweest voor het wielrennen. Dit zijn de woorden van UCI-voorzitter Pat McQuaid: "Dit is een trieste dag voor onze sport. Sommigen zien het misschien als een overwinning, maar dat is niet het geval. Er zijn geen winnaars als het om doping gaat: elke zaak, ongeacht de kenmerken, is altijd een zaak te veel."
Andy Schleck, vanaf nu de winnaar van de Tour 2010, reageerde evenmin euforisch: "Er is geen reden om nu gelukkig te zijn. In de eerste plaats voel ik mee met Alberto. Ik heb altijd geloofd in zijn onschuld. Het is enkel een heel droevige dag voor het wielrennen. Het enige positieve is het feit dat er eindelijk een oordeel is na 566 dagen van onzekerheid. Vanaf nu kunnen we verder." Over zijn Tourzege zegt de Luxemburger het volgende: "Ik streed met Contador en verloor. Mijn doel is de Tour te winnen op een sportieve manier, de beste te zijn van alle deelnemers, niet via gerechtelijke weg. Als het me dit jaar lukt, zal ik het zien als mijn eerste Tourzege."
Tenslotte nog even de reactie van Eddy Merckx. De Kannibaal is helemaal niet te spreken over de schorsing van Contador: "Er zijn blijkbaar mensen die de sport dood willen. Alleen in onze sport kan zoiets gebeuren. Dit is voor niemand goed, ook niet voor sponsors. Contador verdient dit niet. Dopingtesten zijn nodig, maar in de koers gaan ze te ver, vind ik. Er waren geen duidelijke bewijzen voor dopinggebruik, want anders hadden ze Contador al vroeger geschorst."
Vorige zondag was een echte hoogdag voor het Belgische veldrijden. Onze ploeg bezette de eerste zeven plaatsen van het WK. Middenin alle euforie rezen op dat moment al enkele kritische bemerkingen: dat dit geen reclame is voor de sport in het buitenland bijvoorbeeld. En of het veldrijden niet gewoon een randverschijnsel is waar enkel in Vlaanderen veel tamtam om wordt gemaakt? Een analyse.
Op het WK kenden de Belgen inderdaad geen enkele tegenstand van buitenaf. Dat ze in de Koksijdse duinen een parcours tegenkwamen waar zij specialist in zijn was ongetwijfeld een factor die meespeelde. Net als het niet te versmaden thuisvoordeel. Het overgrote deel van de meer dan 60.000 toeschouwers supporterde voor de Belgen en dat moet ongetwijfeld vleugels hebben geven. Aan onze landgenoten dan toch. Buitenlanders als Zdenek Stybar kan het weleens vleugellam hebben gelegd. Rob Peeters opperde dit als één van de redenen waarom Styby zo slecht presteerde. Angst voor het publiek dat misschien wel eens venijnig uit de hoek zou kunnen komen. Vraag maar aan Richard Groenendaal die in Zolder 2002 niet op zijn gemak rondreed en blij was dat de koers erop zat. Hij kon toen wel beslag leggen op plek vier. Styby zakte afgelopen zondag naar plaats dertien en volgde op meer dan drie minuten van Niels Albert. Eerste niet-Belg was die andere Tsjech, Radomir Simunek. Hij werd achtste en kreeg meer dan twee minuten aangesmeerd door Albert en was een flinke minuut trager dan Sven Nys, de laatste Belg.
Aantrekkingskracht buiten België
Wat moet men in het buitenland wel niet gedacht hebben? Kan een sport waarin één land domineert wel aantrekkingskracht uitoefenen in de rest van de wereld? Ex-wereldkampioen veldrijden Roger De Vlaeminck zegt daar het volgende over: "Als ik naar het WK veldlopen kijk, zie ik daar na twee rondes ook 7 Ethiopiërs, 4 Kenianen en een verdwaalde Marokkaan" (HLN, 30/01/12). Nochtans probeerde hij enkele jaren terug zelf zijn steentje bij te dragen tot het internationaler maken van het veldrijden door enkele Zimbabwaanse jongens op te leiden. De Vlaeminck heeft echter wel een punt; wij kijken immers als Belgen vaak naar sporten waar niemand van onze landgenoten een rol van betekenis speelt. Het veldrijden lijkt die aantrekkingskracht niet te hebben. Het is zelfs frappant dat de NOS de wedstrijden van de juniores en beloften niet live uitzond, terwijl ze met respectievelijk Mathieu van Der Poel en Lars van der Haar telkens de uitgesproken topfavoriet hadden. Dat onze noorderburen, bij wie het bulkt van het talent, geen grote interesse hadden voor die wedstrijden is niet echt hoopgevend. Misschien dat daar verandering in zal komen eens de jongeren doorstoten naar de elite en daar potten breken. De vraag is echter of dat zal lukken en of hun ambitie niet naar de weg verschuift.
De buitenlandse interesse mag dan wel miniem zijn, zeker in vergelijking met de aandacht die cyclocross bij ons krijgt, maar ze is er. Zo zal het WK volgend jaar over de plas gehouden worden, meer bepaald in Louisville, Kentucky in de Verenigde Staten. In de VS is een heus veldritcircuit aanwezig. Bart Wellens en Rob Peeters (Telenet-Fidea) trokken vlak voor de Belgische start van het veldritseizoen naar ginder om het WK-parcours van 2013 te verkennen en er enkele races te betwisten. Het WK-parcours was dan wel nog niet te bespeuren, aan belangstelling voor het veldrijden was er in de VS geen gebrek. Weliswaar heerst er rond het parcours een andere sfeer. Zo zwaaiden de toeschouwers in Las Vegas met geldbiljetten naar de renners, aan hen om ze vast te grijpen. Geld rondstrooien? Dat haalde in Koksijde zelfs niemand met een pintje teveel op zich in het hoofd. Buiten Jonathan Page en Ryan Trebon zijn er bij ons geen bekende Amerikaanse veldrijders. De meesten willen de oversteek niet maken en beperken zich tot races in eigen land. Ook dichter bij huis, in Frankrijk bijvoorbeeld, focussen de meesten zich op nationale wedstrijden. Francis Mourey en John Gadret geven vaak de voorkeur aan die koersen en plaatsen ze zelfs boven een Wereldbekerwedstrijd. In een Franse wedstrijd zijn ze zo goed als zeker van de overwinning én van de daarbij horende premie. Er is in het buitenland dus wel interesse in deze sporttak, maar op kleinere schaal. En de meesten spelen op veilig door in eigen land te crossen, want tegen de toppers valt toch niets te beginnen. En die toppers zijn voor het grootste deel Belgen. Om de top te bereiken is een lange weg van training en opleiding nodig. In België wordt alles al van bij de jeugd professioneel aangepakt. David Quist, een tot Noor genaturaliseerde Amerikaan, wilde in Koksijde alvast leren hoe je het best door het zand rijdt en vroeg daarvoor raad aan specialist Paul Herygers, de wereldkampioen van 1994. Quist wil zijn opgedane kennis doorgeven aan Noorse jeugdrenners.
Nederland boven
Wat de jeugd betreft lijkt het alvast goed te zitten in Nederland. Mathieu van der Poel en Lars van der Haar losten de verwachtingen in. Echter niet zonder fel weerwerk van de Belgen. Laten we even kijken naar het wedstrijdverloop en de uitslag van beide categorieën. De wedstrijd van de juniores opende op zaterdagochtend de feestelijkheden. In de eerste ronde ging de Belg Wout Van Aert er als een pijl vandoor. Topfavoriet van der Poel had het in de eerste wedstrijdhelft behoorlijk moeilijk. Maar hij zou zich herpakken. De zoon van Adrie en kleizoon van Raymond Poulidor mocht zoals voorspeld de felbegeerde regenboogtrui aantrekken. Van Aert was zichtbaar tevreden met de zilveren plak. De derde trede op het podium werd bezet door een Fransman: Quentin Jauregie. Vorig jaar bezetten de Fransen nog de volledige top drie. Jauregie won de sprint voor het brons en versloeg daarbij twee Belgen, namelijk Quinten Hermans en Daan Soete. Alle vijf Belgen finishten in de top tien. Yorgen Van Tichelt kon beslag leggen op plaats zes, Daan Hoeyberghs werd achtste. Dus ook bij de juniores was er een collectief sterke prestatie van onze landgenoten. Het seizoen wordt echter volledig overheerst door Van der Poel die tot voor het WK 21 van de 24 gereden wedstrijden had gewonnen.
In de namiddag was het de beurt aan de beloften. Lars van der Haar maakte veel kans om zichzelf op te volgen, hij domineerde de beloftecategorie het hele seizoen door. In ronde één kon hij al een kloof slaan op de Herygersduin. Belgisch kampioen Wietse Bosmans maakte de aansluiting met de titelverdediger. Onze landgenoot gaf de hele wedstrijd een sterke indruk. Jammer genoeg voor hem kreeg het kopduo het gezelschap van een tweede Nederlander: Michiel van der Heijden. Bij de laatste passage op de Herygersduin zetten ze Bosmans letterlijk in de tang. Van der Haar dook in een gat dat er niet was en Bosmans moest voet aan grond zetten. Daarna haakte hij aan van der Heijden, wat deels zijn eigen fout was. Bosmans kon de achterstand op de uitredende wereldkampioen toch nog dichten. Op de X-duin, sinds zondagmiddag even na vier omgedoopt tot de Albertduin, dook hij als eerste in de afdaling. Dat bleek niet voldoende om van der Haar af te houden. Die behaalde zijn tweede wereldtitel op rij. Bosmans kaapte na een knappe race het zilver mee, maar was zichtbaar ontgoocheld. Van der Heijden stond met een bronzen medaille op het podium. Wat de Belgen betreft, zette ook Laurens Sweeck een puike prestatie neer. Vanuit een verloren positie behaalde hij uiteindelijk toch de vijfde plaats. Gianni Vermeersch werd tiende, vlak voor Vinnie Braet. De piepjonge Michael Vanthourenhout werd pas 26ste. Hij had zich echter een tijdje aan de kant moeten stellen met krampen. Knap dat hij de wedstrijd uitreed.
De lokroep van de weg
Ondertussen raakte bekend dat van der Haar een profcontract voor drie seizoenen heeft getekend bij Rabobank. Enkel de UCI moet nog haar fiat geven. Dat de beloftewereldkampioen doorgroeit naar de profs is echter nog geen garantie dat de suprematie van de Belgen zal doorbroken worden. De overstap van belofte naar prof is geen evidentie en dan zal hij bovendien voluit moeten gaan voor een carrière in het veld en de weg laten schieten. Vooral dat laatste blijkt een heikel punt. Eerst verloor de cross al de Nederlandse topveldrijder Lars Boom. Hij wil zich toeleggen op de voorjaarsklassiekers. Nu trekt ook Zdenek Stybar voluit de kaart van de weg. Vanwaar telkens die overstap? Zit de traditie en liefde voor het veld er bij ons Belgen meer ingebakken? Ongetwijfeld speelt het feit dat er op de weg meer poen te rapen valt ook wel een rol. Zeker voor Stybar (Omega Pharma - Quick Step) die het paradepaardje moet worden van de Tsjechische geldschieter Zdenek Bakala. Zijn goudhaantje zal veel meer opleveren als hij in beeld komt bij een wegwedstrijd die een veel grotere kijkdichtheid heeft wereldwijd dan de wekelijkse crossen in ons land.
Voor België ziet het er alvast goed uit wat de toekomst betreft. Lokale clubs blijven zich graag inzetten om een cross te organiseren. Zoals bijvoorbeeld de VZW Wielercel Maldegemse Jonge Krachten die afgelopen woensdag instond voor de organisatie van de Parkcross in de gemeente. Ook Belgische merken zullen ongetwijfeld geneigd blijven om het veldrijden te sponsoren aangezien ze via deze sport een groot deel van hun afzetmarkt kunnen bereiken. Het WK bij de profs op Sporza had gemiddeld 1.500.621 kijkers. Bij de aankomst van Albert bedroeg dat aantal 1.655.711. Koksijde is daarmee het best bekeken WK veldrijden ooit en behaalde een gemiddeld marktaandeel van 77,1%. Of de UCI echter zal blijven investeren in deze sport valt af te wachten. Zij hamert alvast op een groter draagvlak voor het veldrijden. De termen mondialisering en internationalisering vliegen ons om de oren. In het baanwielrennen is de Wielerunie alvast steeds minder aan het investeren, een groot deel van de olympische nummers werd reeds geschrapt. Van aanwezigheid op het grootste sportfestijn ter wereld kunnen veldrijders alleen maar dromen. Tenzij ze een zijsprongetje maken naar het mountainbiken, zoals Sven Nys in 2008, of hun kans wagen op de weg.
Laten we nu alvast genieten van de drie laatste crossweekends. Er moeten nog twee manches van zowel de Superprestige als de GVA gereden worden. Kevin Pauwels lijkt de GVA-trofee op zak te hebben, als hij van pech gespaard blijft tenminste. In de Superprestige staat Sven Nys aan de leiding. Door zijn ziekte en de aard van het parcours, zou Pauwels hem echter nog het vuur aan de schenen kunnen leggen. Het lijken dus nog boeiende tijden te worden tijdens deze barre winterdagen. Maar buitenlandse tegenstand mag gerust. Misschien dat we binnen enkele seizoenen opnieuw kunnen genieten van een sportieve - en faire - België-Nederland als de beloftevolle noorderburen hun weg vinden naar de top en zich daar voor de komende jaren posteren. En hoewel we Stybar alle geluk toewensen op de weg is hij altijd weer welkom in het veld.
Zondag 29 januari 2012: Het wereldkampioenschap veldrijden voor profs in Koksijde. Al het hele veldritseizoen werd naar deze hoogdag toegeleefd. Na achttien jaar zou Paul Herygers een opvolger krijgen. En voor het gros van de maar liefst 61.000 toeschouwers moest en zou dat wederom een Belg worden. De buitenlandse concurrentie leek enkel van de Tsjech Zdenek Stybar te kunnen komen. Een sfeerverslag van uw reporter ter plaatse. Met een terugblik op dag één.
Zilver bij juniores en beloften
Zondagmiddag om 15 uur startte het sluitstuk van de feestelijke tweedaagse in de Koksijdse duinen. Op zaterdag hadden de Belgen echter al mogen vieren. Bij de juniores behaalde Wout Van Aert zilver. Van bij de aanvang was hij er als een pijl vandoor gegaan. Topfavoriet Mathieu van der Poel had het in de eerste helft moeilijk, maar de zoon van Adrie en kleinzoon van Raymond Poulidor zou zich herpakken. Zoals verwacht mocht onze noorderbuur de felbegeerde trui aantrekken. In de spurt klopte de Fransman Quentin Jauregie onze landgenoten Quinten Hermans en Daan Soete. Alle vijf Belgen finishten overigens in de top tien. Yorgen Van Tichelt legde beslag op plaats zes, Daan Hoeyberghs werd achtste. Bij de beloften was alweer een Nederlander favoriet: Lars van der Haar. Hij kon zichzelf opvolgen. In ronde één kon van der Haar al een kloof slaan op de Herygersduin. Belgisch kampioen Wietse Bosmans maakte de aansluiting met de titelverdediger. Onze landgenoot gaf de hele wedstrijd een sterke indruk. Jammer voor ons Belgen kreeg het kopduo het gezelschap van een tweede Nederlander, namelijk Michiel van der Heijden. Bij de laatste passage op de Herygersduin zetten ze Bosmans letterlijk in de tang. Van der Haar dook in een gat dat er niet was en Bosmans moest voet aan grond zetten. Daarna haakte hij aan van der Heijden, wat deels zijn eigen fout was. Bosmans kon het gat op van der Haar toch nog dichten en op de X-duin dook hij als eerste in de afdaling. Dat was echter niet voldoende om van der Haar af te houden. Die behaalde zijn tweede wereldtitel op rij. Bosmans kaapte na een knappe race het zilver mee, maar was zichtbaar ontgoocheld. Van der Heijden stond met een bronzen medaille op het podium. Na een dominant seizoen en de kroon op het werk in Koksijde is het zo goed als zeker dat van der Haar een elitecontract krijgt bij Rabobank. Wat de Belgen betreft, zette ook Laurens Sweeck een puike prestatie neer. Vanuit een verloren positie behaalde hij uiteindelijk toch de vijfde plaats. Gianni Vermeersch werd tiende, vlak voor Vinnie Braet. Michael Vanthourenhout werd pas 26ste. Hij had echter een tijdje aan de kant moeten blijven staan met krampen. Knap dat hij de wedstrijd uitreed.
Goud voor Marianne, brons voor Sanne
Op de tweede dag was ondergetekende zelf aanwezig op het parcours. Om tien uur postgevat in de afdaling van de X-duin. Na de koers van de profs zou deze duin de naam krijgen van de wereldkampioen bij de mannen. 's Ochtends hadden we daar dus nog het raden naar. Om elf uur gingen de dames van start. De grote favoriet was de Nederlandse Marianne Vos. Zij kon haar vijfde WK in het veld winnen en de vierde regenboogtrui op rij behalen. Het zou een mooie toevoeging zijn aan het reeds indrukwekkend lijstje van wereldtitels dat de 24-jarige Vos al bij elkaar reed. Op de baan behaalde ze al twee wereldtitels en werd ze olympisch kampioene. Ze werd wereldkampioen op de weg bij de juniores en één keer bij de profs. Dat laatste dateert al van 2006. Sindsdien werd ze telkens tweede. In de eerste ronde van het WK in Koksijde had Vos al een kloof geslagen en ze zou haar voorsprong nooit meer afstaan. Die groeide zienderogen. Aan de streep had ze een voorgift van 38". Na de aankomst gaf ze toe dat ze het technisch niet zo goed had gedaan in het zand. Toch was het best indrukwekkend om haar te zien rondrijden. Voor de overige twee medailles bleef het spannend tot aan de meet. De Nederlandse Daphny van den Brand was in het begin weggereden van de tegenstand, maar een aantal rensters kon terugkeren, waaronder onze Sanne Cant. Op de X-duin reed Cant aan de leiding. Ze zou met van den Brand strijden voor zilver. In de sprint werd Cant geklopt door de dame met de vlechtjes. Toen door de speakers weergalmde dat Cant brons had gepakt volgde gedurende één seconde even een glimp van ontgoocheling, maar daarna barstte het applaus los. Ze is de allereerste Belgisch die een medaille wint op het WK veldrijden. De tweede landgenote die meereed was Joyce Vanderbeken. Zij werd pas 24ste na een slechte start en valpartij.
Groot volksfeest
Na de honger te hebben gestild, moest er nog een plaatsje worden gezocht om de cross van de mannen te volgen. Toen we terug op het parcours wilden geraken via de Herygersduin en we de mededeling kregen dat de duin verzadigd was, vreesde uw reporter even niets van de wedstrijd te kunnen zien. Gelukkig konden we ons posteren aan de materiaalpost, aan de zijde waar de renners voor het eerst passeren. Het was dan nog twee uur aftellen tot de start. Ondertussen was het genieten van de sfeer en rondkijken. De mensenmassa was echt indrukwekkend. Het zag zwart van het volk zoals men dat zegt. Al zaten daar wel heel wat tinten geel en rood tussen. Mensen posteerden zich zelfs in bomen en bovenop containers om niets van het spektakel te moeten missen. In de materiaalzone kwam er langzaamaan meer beweging. Eén van de eersten die zich daar vertoonde was Marc Herremans, die zijn poulain Kevin Pauwels van daaruit wilde aanmoedigen. Onder andere Mario De Clercq, Danny de Bie, Jurgen Mettepenningen, Wilfried Peeters en Paul Van Den Bosch bekeken daar de wedstrijd. Opvallend waren de roze reservefietsen van Stybar.
België mocht zeven renners afvaardigen voor het WK. Daarbij hoorden drie van de vier topfavorieten, namelijk Niels Albert, Sven Nys en Kevin Pauwels. De vierde getipte winnaar was de Tsjech Zdenek Stybar. Met Klaas Vantornout was er voor Pauwels een ploegmaat van Sunweb-Revor bij. Ook Telenet-Fidea had met Rob Peeters en Tom Meeusen twee ijzers in het vuur. De zevende man die de eer van België mocht verdedigen was Bart Aernouts. Nys had graag maatje Sven Vanthourenhout in de selectie gezien, maar net als neef Dieter werd hij door bondscoach Rudy De Bie niet opgenomen in de selectie. Zeven Belgen mochten dus ons land vertegenwoordigen op de belangrijkste cross van het jaar. En dit voor het oog van maar liefst 61.000 enthousiaste toeschouwers.
Onemanshow van Albert
Een groot applaus volgde nadat op de grote schermen de start te zien was. In de materiaalzone hielden de renners er een razendsnel tempo op na. Al in de eerste ronde sprong Niels Albert weg als een duivel uit een doosje en begon hij aan zijn solo. Stybar kon het langst in zijn wiel blijven hangen. Kevin Pauwels probeerde nadien om de kloof met Albert te dichten en kwam zelfs redelijk dichtbij, maar na een tijd brak de veer. Nys maakte de aansluiting met de winnaar van de Wereldbeker, maar ook hij slaagde er niet in naar Albert toe te rijden. Hij zou de moed verliezen en uiteindelijk pas zevende worden. Stybar zakte ook door het ijs. Hij moest zijn landgenoot Radomir Simunek laten voorgaan en nog vier anderen. Styby bekleedde slechts de dertiende plaats op 3'17". Dat de Belgen de eerste zeven plaatsen zouden bezetten werd gauw duidelijk. Nog voor halfweg was de spanning voor plaats één al helemaal verdwenen. De voorsprong van Albert was zo groot dat hij zich een foutje kon permitteren. En in de materiaalpost had hij de luxe even te lonken naar het tv-scherm. Maar wie zouden de twee andere medaillewinnaars worden? Het leek er op dat dat Pauwels en Meeusen zouden zijn, maar in het slot demonstreerde Rob Peeters een knap staaltje veldritkunst. Dat was goed voor de zilveren plak. Meeusen en Pauwels zouden moeten sprinten voor brons, maar buiten beeld was Meeusen over kop gegaan. Brons dus voor Pauwels. Aernouts vervolledigde de top vijf. Vantornout finishte als zesde, Nys volgde een paar secondjes verder op 1'11" van Albert. Na de aankomst liet Nys vallen dat hij misschien geen WK's meer moet rijden. Ongetwijfeld waren dat de emoties van het moment.
Niels Albert zette een prachtprestatie neer in het Koksijdse zand. Hij maakt zo zijn seizoen meer dan goed. Door een breuk van de pols was hij enkele weken buiten strijd en mocht hij de klassementen vergeten. Nu reed hij zich alvast de geschiedenis in door wereldkampioen te worden in eigen land. Hij was al eens de beste in het Nederlandse Hoogerheide in 2009. De X-duin heette vanaf even over vier zondagmiddag de Albertduin.
Bartje Wellens heeft ons doen schrikken vorige week. De ochtend van het BK in Hooglede-Gits werd het nieuws de wereld ingestuurd dat veldrijder Bart Wellens (Telenet-Fidea) de avond voordien in allerijl naar het ziekenhuis was gevoerd met hoge koorts. Hij verkeerde zelfs enige tijd in levensgevaar. Gelukkig redde de 33-jarige renner het. Sinds vrijdagavond is hij terug thuis.
In de aanloop naar het BK had Bart Wellens al laten weten dat hij zich wat zwakjes voelde. Daags voor de grote dag in het West-Vlaamse Hooglede-Gits kreeg de Kempenaar koorts. Hij besloot vroeg in bed te kruipen. Tegen tien uur 's avonds verergerde de situatie. Zijn temperatuur steeg richting 40°C. Lentel, echtgenote van Bart en zwanger van hun tweede kind, besloot hem naar het ziekenhuis in Geel te voeren. Daar werd vastgesteld dat de situatie zodanig kritiek was dat men Wellens liet overbrengen naar het Universitair Ziekenhuis van Antwerpen. De koorts sloeg over op de hartspier. In de nacht van zaterdag op zondag vocht Wellens voor zijn leven, want ook zijn lever en nieren vielen uit. Gelukkig keerde de situatie en zou Bart het redden.
Wat was nu de oorzaak van die zware koortsaanval? Eerst was er sprake van een griepaanval. Later bleek het om een virale of bacteriële infectie te gaan die een bloedvergiftiging teweegbracht. Volledig uitsluitsel moet nog komen. Wellens bleef tot dinsdag op de afdeling intensieve zorgen, waarna hij mocht verhuizen naar een gewone kamer. Vrijdagavond mocht hij zichtbaar vermoeid het ziekenhuis verlaten. Juist op tijd om zaterdag de derde verjaardag van dochter Lily te vieren. Bij het verlaten van het ziekenhuis sprak Wellens kort de pers toe. Hij bedankte het personeel van Geel en Antwerpen. Wellens zegt zelf nooit beseft te hebben hoe kritiek de situatie was. Hij deelde ook mee dat hij het erg vond dat er geruchten over doping de kop op staken. Op de persconferentie morgen zal daar over uitgewijd worden.
Toen het nieuws over Wellens bekend werd gemaakt stelden velen zich de vraag hoe een gezonde jongeman dit kan overkomen. Volgens verscheidene specialisten, waaronder viroloog Marc Van Ranst, kan een koortsaanval bij eender wie op het hart slaan. Jammer genoeg staken speculaties de kop op over mogelijk gebruik van ongeoorloofde middelen. Peter T'Seyen, de dokter van Wellens, zegt dat Bart geen doping heeft genomen. Hij werd bijgetreden door Hans Cooman, dopingarts van de Vlaamse Gemeenschap, die stelde dat het niet nodig was om verdachtmakingen rond te strooien. Wellens wordt net zoveel gecontroleerd als andere renners en zijn biologisch paspoort doet geen vragen rijzen. Een mooi statement omtrent de dopinggeruchten kwam van Lentel: "Als er 's nachts gevreesd wordt voor je leven, zou het wel heel dom zijn om niet de volledige waarheid te vertellen aan de dokters. Ik ben getrouwd met een speelvogel, niet met een oen."
Hoe moet het nu verder met de carrière van Wellens vragen velen zich af. Vele medici die in de media werden geconsulteerd, lieten verstaan dat een terugkeer geen probleem zou mogen zijn. Het belangrijkste is echter dat Wellens er volledig bovenopkomt. Hoe de rest van zijn toekomst verloopt, zien we dan wel. Gelukkig is hij nog bij ons. Langs deze weg wil ik in ieder geval veel beterschap wensen aan Bart Wellens.
De Ronde van Lombardije voorbije zondag luidde het einde in van het wegseizoen. Philippe Gilbert kon zijn slag daar niet meer slaan. De Belgisch kampioen sluit het jaar echter wel af als nummer één in de World Tour. Het is zeker dat hij veel trofeeën in de wacht zal slepen, dat was dit weekend al het geval met de Flandrien. Voor de Belgen was het in het algemeen een sterk seizoen, we wonnen bijna alle voorjaarsklassiekers en in het najaar kaapte Greg Van Avermaet nog Parijs-Tours weg. We speelden dit jaar ook mee in het gebergte. Er is echter een groot verdriet dat dit wielerjaar voor ons Belgen overschaduwt: het overlijden van Wouter Weylandt.
Hoewel het een wervelend wegseizoen is geworden waarbij de Belgen heel vaak de hoofdvogel afschoten, maakten we een aarzelende start in het openingsweekend. De Nederlander Sebastian Langeveld (Rabobank) was de beste in een druilerige Omloop Het Nieuwsblad. Daags nadien sprintte de Australiër Christopher Sutton (Sky) naar de zege in Kuurne-Brussel-Kuurne. Bij aanvang van dit wielerjaar was er veel te doen omtrent het afschaffen van de oortjes - de communicatieapparatuur - in de wedstrijden die niet behoren tot de World Tour. Het zou meer spektakel opleveren zeiden de voorstanders, het zou gevaarlijke situaties opleveren zeiden de tegenstanders. Het overgrote deel van de renners was tegen dergelijk verbod en ze zouden de Ronde van Peking boycotten op het einde van het jaar. Deze koers is een stokpaardje van de UCI. Die loste het euvel echter op door de wedstrijd in handen van ASO te geven. Jawel, de organisator van de Tour. Geen enkele ploeg die het nu nog in het hoofd zou halen om deze wedstrijd als inzet te gebruiken. Het debat is echter nog niet ten einde. In plaats van het oortjesverbod volgend jaar te veralgemenen, zal de huidige situatie voorlopig gehandhaafd blijven.
Belgen aan het feest in voorjaarsklassiekers
De eerste klassieker is uiteraard Milaan-Sanremo ofwel La Primavera. Daar boekte de Australiër Matthew Goss (HTC) de mooiste overwinning uit zijn carrière. Later op het jaar zou hij die bijna overtreffen in Kopenhagen. Na de exploten in Italië en Frankrijk, met onder meer de rittenwedstrijden Tirreno-Adriatico en Parijs-Nice, verschoof het centrum van de wielerwereld zich naar de Vlaamse wegen. In de aanloop naar de Ronde van Vlaanderen toonde Fabian Cancellara (Leopard) zijn supervorm in de E3 Harelbeke. Zou hij zijn kunstje van vorig jaar kunnen overdoen? Toen won hij de E3, de Ronde en Parijs-Roubaix. Tom Boonen (QuickStep) schreef dan weer Gent-Wevelgem op zijn naam. De derde april was het zover: de Ronde van Vlaanderen, een hoogdag voor alle wielerliefhebbers. Toen was niemand er zich van bewust dat de Muur van Geraardsbergen er volgend jaar niet meer bij zal zijn. Meerbeke fungeerde voorlopig voor het laatst als aankomstplaats. Geraardsbergen was dit jaar nog het toneel van de totale omwenteling in de koers. Fabian Cancellara reed samen met Sylvain Chavanel (QuickStep) op kop. Bij het binnenrijden van de stad van de mattentaarten hadden de twee vijftig seconden voorsprong, dat was op de Grote Markt al met tien seconden geminderd. Op de Vesten was het verval spectaculair en bij de aanvang van de Muur hadden Cancellara en Chavanel nog een handvol seconden over. Gilbert demarreerde daar, maar raakte niet weg. Op de Bosberg, volgend jaar evenmin op het parcours, slaagde hij daar wel in. Met nog twaalf kilometer tot de finish was zijn verschil echter te klein oordeelde hij en liet zich inlopen. In de slotkilometers plaatste Cancellara een demarrage. Chavanel en Nick Nuyens (Saxo Bank) pikten aan. Nuyens bleek de sterkste in de sprint. Tien dagen eerder was hij overigens ook al de beste in Dwars door Vlaanderen. Volgend jaar wordt de Ronde van Vlaanderen dus volledig omgetoverd. De aankomst ligt vanaf 2012 in Oudenaarde. De Muur en de Bosberg verdwijnen en in de plaats daarvan worden zowel de Oude Kwaremont als de Paterberg drie maal beklommen. Of dit nieuwe parcours een waardige opvolger is zal nog moeten blijken. De wijziging laat alvast niemand onberoerd. Is het een positieve evolutie voor renners, alle volgers en kijkers of toch enkel voor de VIP's zoals nu vaak geopperd wordt?
Met Nick Nuyens kende Ronde een outsider als winnaar. Iemand die door sommigen al was afgeschreven en vaak kritiek te verwerken krijgt omwille van zijn manier van koersen. Hij zou teveel volgen en te weinig aanvallend zijn. Een week na de Ronde was er ook in Parijs-Roubaix een onverwachte winnaar, namelijk Johan Vansummeren (Garmin-Cervélo). Op de kasseien van Arenberg trok Vansummeren mee in een vlucht die zich bij de kop van de koers aansloot. Summie plaatste een demarrage op Carrefour de l'Arbre en trok van daaruit solo naar de vélodrome van Roubaix. Daar kende de Limburger zijn moment van glorie. Een meesterknecht als Vansummeren, verdient het bekroond te worden. Het is een man die het waard is de kassei boven zijn hoofd te steken. Alsof zijn overwinning in de Helleklassieker nog niet voldoende emoties teweeg bracht, vroeg hij zijn vriendin Jasmine nog ten huwelijk naast het podium.
Het Waalse goudhaantje
Vooraleer koers te zetten richting Wallonië was er een niet zo belangrijke omweg langs Nederlands Limburg voor de Amstel Gold Race. Op de Cauberg was niemand opgewassen tegen Philippe Gilbert. Dat belooft voor het WK dat daar volgend jaar gereden wordt. Het hoofddoel van Gilbert dit jaar was het winnen van Luik-Bastenaken-Luik. Dat hij in opperste conditie verkeerde om zijn droom waar te maken bewees hij in de Amstel. En ja, ook de Brabantse Pijl had Phil al op zijn naam geschreven, waar hij won van Björn Leukemans. Vooraleer op zondag Luik te rijden, staat op woensdag traditioneel de Waalse Pijl op het programma. Van het drieluik Amstel-Waalse Pijl-Luik was dit volgens Gilbert de moeilijkst haalbare kaart. De Muur van Huy was niet echt zijn ding zei hij. Maar dit jaar rekende hij af met zijn zwarte beest. Het leek nu zo goed als zeker dat Gilbert op 'zijn' wegen zou winnen. Met zijn superconditie zou hij in La Doyenne inderdaad iedereen aftroeven. De gebroeders Schleck (Leopard) beenden Gilbert bij tot de laatste meters, maar ze waren kansloos. Gilbert slaagde er in zijn grote droom waar te maken.
In de aanloop naar de Tour, waar Gilbert absoluut de openingsrit wilde winnen, werd hij eerst nog Belgisch kampioen. Hoewel op voorhand werd gezegd dat het parcours wellicht niet selectief genoeg zou zijn. De driekleur stond het Waalse goudhaantje goed. De nieuwe haarkleur die hij zich erbij liet aanmeten was minder geslaagd. In augustus zou hij ook nog de titel van Belgisch kampioen in het tijdrijden op zijn palmares bijschrijven. Gilbert bereikte zijn doel in de Tour. Hij won inderdaad de openingsetappe met aankomst op de Mont des Alouettes en reed zich zo voor even in het geel. Phil streed lange tijd mee voor het groen, maar dat was te hoog gegrepen.
Verdriet om Wouter
De vreugde in het voorjaar voor ons Belgen staat in schril contrast met de klappen die de wielerwereld te verwerken kreeg in de maanden mei-juni. Op 9 mei liet Wouter Weylandt het leven in de derde etappe van de Giro. Hij viel in de afdaling van de Passo del Bocco en overleed ter plaatse. Weylandt werd amper 26 jaar. Bij het begin van dit jaar leek alles WW Special nog voor de wind te gaan. De flamboyante Gentenaar maakte de overstap van QuickStep naar het nieuwe Leopard. Maar vooral, hij zou voor het eerst vader worden. Op 1 september beviel zijn vriendin An-Sophie van hun dochtertje Alizée, Wouter heeft de naam nog mee gekozen. De dag na zijn overlijden werd de etappe in de Giro geneutraliseerd. Elke ploeg reed tien kilometer aan kop. Als laatste was zijn ploeg Leopard aan de beurt. Samen met Tyler Farrar, zijn boezemvriend, overschreden ze de meet waarbij de tranen over hun wangen rolden. Leopard en Farrar verlieten na deze etappe de Giro. De hele tocht door Italië was de herdenking aan Wouter Weylandt alomtegenwoordig. Het parcours was bezaaid met spandoeken met daarop zijn naam en rugnummer 108. Het contrast met een jaar eerder kon niet groter zijn. Toen was er nog grote vreugde op 10 mei, want Weylandt won de sprint in het Nederlandse Middelburg.
Het noodlot bleef toeslaan. Exact een week na het overlijden van Weylandt bereikte ons het nieuws van de tragische dood van Xavier Tondo (Movistar). Op stage in de Sierra Nevada, waar de Spanjaard zich voorbereidde op de Tour, kwam hij vast te zitten tussen zijn wagen en een garagepoort. Ook hij was op slag dood. De onfortuinlijke Tondo werd 32 jaar. In de Ronde van Zwitserland, in juni, werd Movistar alweer getroffen. Juan Mauricio Soler liep bij een val een schedelbreuk en een bloeduitstorting in de hersenen op. Soler werd drie weken in coma gehouden. In juli mocht de Colombiaan overgeplaatst worden van een Zwitsers ziekenhuis naar Pamplona. Momenteel gaat het al veel beter met hem. Hij kan zich zelf scheren en zijn tanden poetsen. Het duurde heel lang voor hij weer kon spreken, maar ook dat lukt nu. Op eigen kracht stappen gaat nog niet door duizeligheid, maar met hulp kan dat wel al een halfuur.
Belgen in de bergen
In Parijs-Nice, voorbereidingswedstrijd op Milaan-Sanremo, maakte het grote publiek voor het eerst kennis met Thomas De Gendt (Vacansoleil). Hij won er een rit en droeg enkele dagen de leiderstrui. Hij zou opnieuw demonstreren in de Ronde van Zwitserland. De Gendt won er een bergrit. Niemand minder dan Andy Schleck (Leopard), een Tourfavoriet, beet zijn tanden stuk in de achtervolging. Dat de Belgen weer meedoen in het hooggebergte zou in de Tour pas echt duidelijk worden.
De Tour, één van de hoogtepunten van het jaar. Jurgen Van den Broeck (Omega Pharma-Lotto) boekte in de Dauphiné Libéré zijn allereerste profzege. En of hij klaar was voor een goede Tour. Vorig jaar werd hij vijfde, zou hij beter kunnen doen? Cadel Evans (BMC) leek ook klaar, hij werd tweede in het eindklassement van de Dauphiné, na Bradley Wiggins (Sky). Over Andy Schleck rezen enkele twijfels in de aanloop naar La Grande Boucle. Alberto Contador (Saxo Bank), drievoudig Tourwinnaar, stond ook aan de start. Bij zijn staat van paraatheid werden vraagtekens geplaatst aangezien hij in mei nog de loodzware Giro had gewonnen. Bij de ploegvoorstelling werd El Pistolero uitgefloten. Het Franse publiek was het er blijkbaar niet mee eens dat de Spanjaard aan de start stond terwijl zijn clenbuterolzaak nog niet was afgehandeld. In de Tour van 2010 werd Contador betrapt op een teveel aan clenbuterol in het lichaam (herinner u de cero cero cero ...).
De eerste week van de Tour werd geteisterd door tal van valpartijen waarbij heel wat klassementsrijders betrokken raakten waaronder Robert Gesink (Rabobank) en Bradley Wiggins. Van den Broeck maakte in die eerste dagen een vlotte indruk en was steeds recht kunnen blijven. Maar op zondag ineens het beeld van een pijn lijdende Van den Broeck die op het asfalt zit. Game over. Medisch bulletin: breuk van het schouderblad, een klaplong en gebroken ribben. Ook Alexander Vinokourov (Astana) hoorde die dag bij de slachtoffers. De Kazach brak een dijbeen. De miserie was nog niet gedaan die dag. Een wagen van de Franse televisie reed Juan Antonio Flecha (Sky) en Johnny Hoogerland (Vacansoleil) aan. De Zeeuw belandde in de prikkeldraad en moest maar liefst 33 hechtingen krijgen. Flecha hield er vooral een pijnlijke nek aan over. Enkele dagen eerder was Nicki Sorensen (Saxo Bank) al aangereden door een motor. De organisatie zal tegen volgende editie best eens goed nadenken over het beperken van het aantal volgers in de koers.
Wij Belgen leken met Jurgen Van den Broeck gebeiteld te zitten voor een rol in de strijd om de top vijf en wie weet zelfs het podium. Hij viel dus weg na één week. Dat maakte het mogelijk dat zijn ploegmaat Jelle Vanendert de rol van meester-helper kon overstijgen en voluit zijn eigen kans gaan. En wat een succes was dat! In de twaalfde etappe met aankomst boven op Luz Ardiden werd hij nog tweede na Olympisch kampioen Samuel Sanchez (Euskaltel). Twee ritten later echter was het wel prijs voor onze landgenoot. Hij won met glans de etappe naar Plateau de Beille. Dit keer moest Sanchez het onderspit delven. Vanendert zou eveneens de bolletjestrui in zijn bezit krijgen. Hij kon die behouden tot de laatste vrijdag, waar hij de trui verloor op weg naar Alpe d'Huez. In het eindklassement werd Vanendert 20ste. Kevin De Weert (QuickStep) stond in Parijs op een 13de plaats. In 2010 werd hij 18de, hij realiseerde dus zijn doel: beter doen dan vorige editie. Ook Thomas De Gendt maakte indruk. In de eerste twee weken kwam hij niet in het stuk voor, door de naweeën van een val. Op Alpe d'Huez kwam hij boven water en werd knap zesde. In de afsluitende tijdrit op zaterdag legde hij beslag op plaats vier. De Tour zal volgend jaar niet op zijn programma staan, want hij trouwt op de eerste dag. Hij kan uiteraard wel zijn kansen gaan in Giro of Vuelta. We kijken uit naar de verdere ontbolstering van deze 25-jarige landgenoot.
Voor de eindzege deden de Belgen niet meer mee na de opgave van Van den Broeck. De strijd om de Tourzege brak pas echt los in de slotweek. Andy Schleck boekte er een indrukwekkende ritzege met z'n raid in de etappe met aankomst op de Galibier. Daar maakte hij heel wat tijd goed op zijn concurrenten. Dat was nodig aangezien hij in een overgangsetappe meer dan een minuut verloren was op Alberto Contador en Cadel Evans. De jongste Schleck kreeg die dag heel wat hulp van ploegmaat Maxime Monfort. Cadel Evans knapte in de achtervolging het meeste werk op. Schleck kon iets meer dan twee minuten uitlopen op hem die dag. Contador zakte door het ijs en zou dit jaar niet zijn vierde Tour winnen. Opeens stond Andy het best geplaatst van de favorieten. Enkel Thomas Voeckler (Europcar) ging hem nog voor. In de rit naar Alpe d'Huez zou de Franse chouchou het geel dan toch kwijtraken. Andy Schleck startte in het geel aan de afsluitende tijdrit met 53" voorsprong op zijn broer en 57" op Cadel Evans. Evans is de betere tijdrijder en over 42 km moest hij die tijd kunnen goedmaken tegen de Luxemburgse broers. En dat deed hij ook. Evans kon als eerste Australiër de Tour op zijn naam schrijven. Andy werd tweede op 1'34" en Fränk derde op 2'30". Voor het eerst stonden twee broers op het podium van de Tour. Volgend jaar zullen er 96 km tijdritkilometers opgenomen zijn in de Tour, dat belooft dus niet veel goeds voor de Schlecks.
Najaar
De Vuelta startte al in augustus. Maxime Monfort eindigde in de top tien. Hij werd zesde. De eindzege ging naar Juan José Cobo van Geox. Zo reed dat nieuwe team zich in extremis nog in de kijker. Twee mannen van Sky stonden mee op het podium. Chris Froome, een nieuwe ontdekking, werd tweede op slechts 13" en Bradley Wiggins derde. De vraag is waar Froome was geëindigd als bij de ploeg vroeger zijn kaart was getrokken. Na de Vuelta volgden nog drie grote afspraken: het WK, Parijs-Tours en de Ronde van Lombardije.
Het WK was één grote demonstratie van Britse team spirit. De ploeg met onder meer Froome, Wiggins en David Millar loodste hun kopman Mark Cavendish naar de overwinning. In de slotkilometer werden ze wat overspoeld, maar Cav koos het juiste wiel, namelijk dat van de Australiër Matthew Goss en mag nu voor één jaar de regenboogtrui omgorden. In juli sleepte hij al die andere fel begeerde trui in de wacht: het groen in de Tour. Cavendish kon zijn wereldkampioenentrui misschien al showen in Parijs-Tours. Het werd echter geen massasprint. Robbie McEwen (RadioShack) zal dat ook wel jammer gevonden hebben aangezien hij in goede doen was. Zo won hij twee etappes en het eindklassement in de Ronde van Wallonie Picarde, de vroegere Franco Belge. De zege in Parijs-Tours was echter voor een Belg. Greg Van Avermaet (BMC) won het duel met Marco Marcato (Vacansoleil). Volgend jaar krijgt Van Avermaet opnieuw Gilbert bij hem in de ploeg. Met deze zege maakt Greg duidelijk dat ook hij zijn kansen moet krijgen. En dat Gilbert toch niet alles wint wat hij wil, bleek in Lombardije. Op de laatste klim moest eerst Van Avermaet lossen en daarna ook Phil. Oliver Zaugg (Leopard) werd de onverwachte winnaar.
Het wegseizoen zit er op. Nu is het tijd voor de sportprijzen. Dit weekend kreeg Philippe Gilbert al de Flandrien. Zeker is dat nog vele trofeeën zullen volgen. De Belgen streden dit jaar op alle fronten mee: de klassiekers en de grote ronden. De wielerwereld kreeg dit jaar ook enkele klappen te verwerken. Hopelijk openen die de weg naar maatregelen die meer veiligheid garanderen voor de renners. Zo moet worden nagedacht over het beperken van de volgers in wielerwedstrijden. Dat is nodig voor het veilige verloop van deze sport.
Stipt om tien uur begonnen meer dan tweehonderd renners aan het WK. Dat vond dit jaar plaats in het Deense Kopenhagen. Na 28 km, waarvan 6 km geneutraliseerd, zouden de renners aankomen op het circuit in Rudersdal, dat buiten het stadcentrum is gelegen. Er moesten in totaal zeventien ronden van 14 km worden gereden. Na de WK's van de voorbije dagen was duidelijke geworden dat een massasprint moeilijk zou te ontlopen zijn. De kopman bij de Belgen was Philippe Gilbert, de beste renner van het seizoen. Dat is uiteraard geen garantie op succes, zeker niet op een parcours dat eigenlijk niet het zijne is.
Gilbert werd bijgestaan door Olivier Kaisen, Björn Leukemans, Klaas Lodewyck, Nick Nuyens, Jürgen Roelandts, Greg Van Avermaet en Johan Van Summeren. Kevin De Weert moest, in een WK zonder oortjes, de functie van wegkapitein op zich nemen. Onze landgenoten maakten het best de koers hard, aangezien we niet over een sprinter beschikten. Daarna moest Italië een bondgenoot worden, want Daniele Bennati zou tekort komen tegen een rassprinter als de Brit Mark Cavendish. Over hem waren na zijn teleurstellende Vuelta, waarin hij vroegtijdig opgaf, twijfels gerezen over zijn staat van paraatheid. In de Ronde van Groot-Brittannië vorige week won Cav wel twee ritten. Van bij het begin van de race zou blijken dat zijn team alle vertrouwen had in The Manx Express.
Vlak na het officiële startsignaal trok de Oekraïener Oleg Chuzda ten aanval. Hij kon een kloofje slaan, maar dat was niet definitief. Het waren de Kroaat Tomislav Danculovic en de Brazilinaan Otavio Bulgarelli die als eersten de aankomststreep passeerden. Het tweetal beschikte echter over een geringe voorsprong van tien seconden. Achter het duo viel het niet stil, onder meer Johan Van Summeren maakte enkele bokkensprongen, en na dertig minuten wedstrijd was er eigenlijk nog niets gebeurd. Alhoewel, het gemiddelde van die eerste dertig minuten bedroeg meer dan vijftig kilometer per uur! Hoewel de Belgen hoopten op een harde koers kon in de eerste ronde een groep van zeven renners ontstaan die lange tijd op kop zouden rijden. Daarbij geen landgenoten. Wel present waren de Fransman Anthony Roux, de Spanjaard Pablo Lastras en de Kazak Maxim Iglinskiy. Naast deze bekende namen maakten ook deze vier minder beroemde renners deel uit van de vlucht: de Est Tanel Kangert, de Kroaat Robert Kiserlovski, de Luxemburger Christian Poos en Oleg Chuzhda, die de debatten had geopend in de eerste kilometer.
Nog even de namen vermelden van vier renners die verwikkeld raakten in een chasse patate. De Braziliaan Bulgarelli en de Colombiaan Ivan Mauricio Casas Buitrago geraakten het dichtst, tot op ongeveer drie minuten. Mohamed Said El Ammoury, een Marokkaan, en Hossein Akari, uit Iran, waren twee andere exoten die het probeerden. De zeven leiders hadden tot maximaal acht minuten voorsprong op het peloton. Daar namen Duitsland, voor André Greipel, en Groot-Brittannië het heft in handen. Vooral Bert Grabsch verrichte berewerk. Vanaf de zesde ronde begon het grote pak te knagen aan de voorgift van de zeven koplopers. Een opflakkering van de wedstrijd volgde vlak voor het ingaan van de tiende ronde. Johan Van Summeren stak het vuur aan de lont. Olivier Kaisen sprong mee met de winnaar van Parijs-Roubaix. Voor Frankrijk ging Yoann Offredo mee, Luca Paolini deed hetzelfde voor Italië en Simon Clarke verdedigde de kleuren van Australië. Zij gingen op zoek naar de zes leiders - Poos was immers net gelost - die nog meer dan vijf minuten vooruit reden. In het peloton zetten de Verenigde Staten een man mee op kop. Zij trokken voluit de kaart van Tyler Farrar.
Een ronde later waren Summie en Kaisen, samen met hun drie medevluchters, genaderd tot op drie en een halve minuut. De andere renners volgden driekwart minuut later. In de groep met de Belgen zat wel één sleper, namelijk Offredo. Hij wilde de vlucht van zijn landgenoot Roux beschermen. In de twaalfde ronde was er een belangrijk kantelmoment. In het peloton gingen enkele renners tegen de vlakte. Spijtig voor ons zat daar ook een Belg bij: Greg Van Avermaet. Het duurde lang vooraleer hij op een nieuwe fiets kon stappen om zijn tocht verder te zetten. Zijn wedstrijd zat er op. Hetzelfde gold voor de regerende wereldkampioen Thor Hushovd. De Noor kwam samen met Van Avermaet terecht in een achtervolgend peloton dat nooit meer de aansluiting zou maken met het eerste. Ook voor Duitsland waren de gevolgen groot. Hun kopman Greipel was ongedeerd, maar zijn gedoodverfde loods Tony Martin zou achterop blijven.
In deze twaalfde ronde smolt de kopgroep samen met de achtervolgers. De achterstand van het peloton was ondertussen reeds geslonken tot minder dan een minuut. Daar bevonden de Britten zich nog steeds op de eerste rij. Vooral Steve Cummings en Christopher Froome, nummer twee in de Vuelta, reden al een hele tijd de ziel uit hun lijf. De hele dag waren de Britten, ook Cavendish zelf voorin te vinden. Cav kon rekenen op een superploeg met hardrijders David Millar en Bradley Wiggins en de jonge Gerraint Thomas. Aan het werk van zijn ploeg zou het zeker niet liggen. Nu en dan sprongen enkele renners even weg uit het peloton. Ook de Belgen trachtten mee te gaan. Nuyens, Leukemans en Lodewyck toonden zich even. Alle pogingen werden echter snel teniet gedaan. In de vijftiende ronde sprong Roux vooraan weg. De Deen Lars Bak deed hetzelfde vanuit het peloton. Hij raapte bij het ingaan van de laatste ronde Van Summeren op die vooraan de rol had moeten lossen! Thuisrijder Bak volgde op een halve minuut van Roux. De grote groep had een achterstand van vijftig seconden. Nog even meegeven dat Marcel Kittel, ritwinnaar in de Vuelta, gelost was uit het eerste peloton. Voor de jonge Duitser was de afstand wellicht te lang.
Edvald Boasson Hagen had zijn zinnen ook op dit WK gezet. Nu Hushovd was weggevallen, moesten de twee Noren niet meer uitmaken wie de kopman zou zijn. In de voorlaatste ronde zetten hun enige twee landgenoten in koers, Kurt-Asle Arvesen en Gabriel Rasch, zich mee aan kop van het peloton. Op 20 km van de finish werd Roux gegrepen. Hij werd afgelost door zijn landgenoot Thomas Voeckler. En door onze Klaas Lodewyck en de Deen Nicki Sorensen. Meer dan twintig seconden zou dit drietal echter niet bijeen kunnen sprokkelen. De Nederlander Johnny Hoogerland overbrugde de kloof tussen het peloton en het koptrio. Hij zette even alleen door, maar tevergeefs. Vervolgens deed Voeckler een ultieme poging om uit de greep te blijven. Ook hij faalde.
Zes kilometer voor het einde was het duidelijk: het zou een sprint worden. Tenzij Fabian Cancellara of Philippe Gilbert op de stijgende aankomststrook een demarrage zouden plaatsen. Neen, zij zouden meestrijden in het grote pak. In de laatste kilometers ontstond er chaos. Van overal kwamen landen om hun mannetje naar voor te brengen. Spanje wilde Oscar Freire naar een vierde wereldtitel leiden. Australië bracht Matthew Goss naar voor en ook Duitsland en Groot-Brittannië wilden hun plaats verdedigen. En dan was er nog Italië voor Bennati. Cavendish plantte zich in het wiel van Goss. De Australiërs trokken de sprint aan. Hun kopman Goss hinderde Jürgen Roelandts waardoor hij een mogelijke derde plaats verkeek. Die ging nipt naar de Duitser André Greipel. Het verschil tussen hem en de vierde man, Cancellara was zelfs op de fotofinish nauwelijks te zien. De regenboogtrui die gaat meer dan verdiend naar Mark Cavendish. De snelste man op aarde maakte zijn droom waar, na een voorbereiding van drie jaar. Een WK met kansen op een massasprint komt immers niet zoveel voor. Deze kans moest hij grijpen. Zijn hele team heeft daarbij geholpen. Goss moest vrede nemen met de tweede plaats.
Het verloop van dit WK was saai, maar de ontknoping was adembenemend. De chaos in de aanloop naar de spurt, renners die van allerlei kanten komen om hun geluk te beproeven. Slechts één man mocht op het podium de zo gegeerde trui van wereldkampioen omgorden. Als 26-jarige maakt Cavendish zijn tweede droom waar, nadat hij in de Tour het groen mee naar huis mocht nemen. Op het podium kon hij zijn tranen bedwingen, zijn geliefde Peta Todd echter niet. De zege is vandaag gegaan naar een fantastisch renner die nu al een indrukwekkend palmares heeft. Als hij zijn hoofd er bijhoudt gaat hij een uitzonderlijke carrière tegemoet. Vandaag mocht hij het op één na snelste WK ooit op zijn naam schrijven. Meteen na de aankomst stelde hij al een volgende doel: de Olympische Spelen in Londen volgend jaar. Het zou hem gegund zijn.
In de Deense hoofdstad Kopenhagen mochten de mannen elite vandaag hun WK-tijdrit afhaspelen. Twee vlakke ronden van 23,2 km moesten worden afgelegd. Om niet in elkaars vaarwater terecht te komen, startten de 65 renners in vier blokken. Vijfenzestig min één zou het uiteindelijk worden, want de Algerijn Azzedine Lagab zou niet aan de finish verschijnen. Azzedine wie zegt u? In een WK staan nu eenmaal een aantal exoten aan de start zoals ook de Eritreeërs Semere Mengis en Ferekalsi Debesay. Alle favorieten voor de overwinning waren in blok vier gegroepeerd. Daarbij titelverdediger Fabian Cancellara en zijn grootste uitdager Tony Martin. De Zwitser versus de Duitser, dat was het verwachte duel. Voor België streden Thomas De Gendt en Dominique Cornu tegen de klok.
Over het WK van de Belgen kunnen we kort zijn. Hun prestatie was ronduit teleurstellend. Thomas De Gendt, die vooraf hoopte op een plaats bij de top tien, zou pas vijftigste worden op bijna zes en een halve minuut van de winnaar. Te weinig kracht zei De Gendt na afloop. Zijn vierde plaats in de tijdrit op de voorlaatste dag in de Tour liet nochtans beter verhopen. Hij eindigde toen op 1'29" van Tony Martin. Wellicht begint ook het lange seizoen door te wegen voor de ritwinnaar uit Parijs-Nice. De tweede man uit de Belgische selectie, Dominique Cornu, deed het beter dan De Gendt. Een 29ste plaats kan echter niet denderend genoemd worden. Op een parcours dat iets lastiger had mogen zijn volgens de wereldkampioen bij de beloften van 2006, finishte Cornu op net iets meer dan vijf minuten van de winnaar. Dan mogen de Nederlanders veel meer tevreden zijn. Lieuwe Westra werd immers knap achtste. Waren het voor ons Belgen dan wel de best mogelijke renners die werden geselecteerd? Maxime Monfort reed een minder goed BK vanwege een tube die was afgesprongen. Zijn uitstekende Vuelta, waar hij zesde werd in het eindklassement, zou hem ook niet per definitie hebben belet een mooi resultaat neer te zetten. Dat bewezen Jakob Fuglsang en Bradley Wiggins, respectievelijk elfde en derde in de Ronde van Spanje, die in het WK beiden top tien reden.
De eerste bekende naam die enige tijd aan de leiding stond was de Nieuw-Zeelander Jesse Sergent. De winnaar van de Driedaagse van West-Vlaanderen deed beter dan de onbekende Griek Ioannis Tamouridis. De 23-jarige Sergent is nog iets te groen achter de oren om al een grootse prestatie van hem te verwachten op dit WK. Hij zou pas 18de worden. De eerste die onder de tijd van de Kiwi ging was de Kazak Aleksandr Dyachenko die in het tweede blok van start ging. De Kazak was meer dan een minuut sneller. De eerste twee hot seats zouden voor lange tijd worden ingenomen door Dyachenko en de Spanjaard Jonathan Castroviejo. Tijdens dit WK was er even opschudding toen vlak voor de Fransman Laszlo Bodrogi, die vroeger als Hongaar door het leven ging, een man door enkele agenten in bedwang werd gehouden. Het is nog niet duidelijk wat de reden was. Vervolgens was er even paniek toen uit het grijze wolkendek enkele druppels begonnen te vallen. Gelukkig kon iedereen toch onder zo goed als droge omstandigheden rijden. En onder een grote publieke belangstelling, dat toch ook even meegeven.
In het laatste blok zat de jonge Australiër Jack Bobridge, de wereldkampioen tijdrijden bij de beloften uit 2009. Hij knalde uit de startblokken en zette overal de beste tussentijd neer. Hij deed Dyachenko van de eerste plaats verdwijnen en reed als eerste onder de 56 minuten. Hij zou vijfde eindigen op 2'13. Dat is 16" sneller dan zijn landgenoot Richie Porte. Voor de medailles zou het gaan tussen de Duitsers Tony Martin en Bert Grabsch, de Zwitser Fabian Cancellara en de Brit Bradley Wiggins. Cancellara was de regerende kampioen, die ook al had gewonnen in 2006, 2007, 2009 en 2010. In 2008 had Bert Grabsch gewonnen in afwezigheid van Spartacus die datzelfde jaar wel de tijdrit won op de Olympische Spelen in Peking. Net als Bobridge vertrok ook Martin als een speer. Hij startte als voorlaatste, voor Cancellara, en had het geluk mikpunten te hebben onder de vorm van David Millar en Mikhail Ignatiev. Twijfel er echter niet aan dat hij anders ook uitstekend zou gepresteerd hebben! Cancellara had bij het eerste tussenpunt, na 10,8 km, een achterstand van 10" op Martin. Geen nood er waren nog dertig kilometer te rijden, dus alles was nog mogelijk voor de Zwitserse krachtpatser. Aan punt twee, ongeveer vijf kilometer verder, was de achterstand van Cancellara ongeveer status quo.
Even kijken naar de balans bij de eerste doortocht aan de finish. Martin dook 47" onder de tijd van Bobridge. Cancellara verloor toen al 19", de Duitser liep dus verder uit. Grabsch volgde op 20" van Cancellara, Wiggins op nog een drie seconden. Dat Cancellara zichzelf niet zou opvolgen en dat Martin op weg was naar een eerste wereldtitel werd langzaamaan duidelijker. Na 34 km had Martin al meer dan veertig seconden voor op Cancellara. Met overwicht pakte Tony Martin de wereldtitel. Hij legde het 46,4 km lange parcours af in 53'43". Dat betekent een gemiddelde van 51,8 km per uur. De Duitser is in elk geval een grote aanwinst voor het nieuwe team Omega Pharma-QuickStep. Bert Grabsch had lange tijd de hoop gekoesterd het brons mee naar huis te nemen, maar Bradley Wiggins was uiteindelijk 16" sneller aan de eindmeet. Verwacht werd dat Cancellara zilver zou wegkapen. Maar in de slotfase schatte hij een bocht verkeerd in en reed zich in de nadar. Hij kon recht blijven, maar verloor wel de tweede plaats met vijf seconden.
De knoop is doorgehakt. Vanaf 2012 komt de Ronde van Vlaanderen voor ten minste zes edities aan in Oudenaarde. Daarmee komt een einde aan een traditie van 38 jaar waarbij Vlaanderens Mooiste arriveerde op de Hallebaan in Meerbeke. Deze deelgemeente van Ninove was vragende partij om aankomstplaats te blijven, ook Ronse en Oudenaarde hadden hun kandidatuur ingediend. Oudenaarde kreeg dus de voorkeur. Naast de verplaatsing van eindmeet komt er nog eens bij dat zowel de Bosberg als de Muur van Geraardsbergen verdwijnen uit het parcours van de Ronde. De Oude Kwaremont en de Paterberg, elk drie maal te beklimmen, moeten de nieuwe scherprechters worden. Een ware revolutie waar heel wat gemengde reacties op komen.
Sinds 1973 fungeerde Meerbeke, deelgemeente van het Oost-Vlaamse Ninove, als aankomstplaats. Na 38 jaar komt daar een einde aan. Een harde klap voor de inwoners en ook vele volgers vinden het jammer. Aan de andere kant is er uiteraard vreugde in Oudenaarde. Al jaren lobbyen ze voor de aankomst van Vlaanderens grootste klassieker. De stad huist al het Centrum Ronde van Vlaanderen en vindt dit de ultieme bekroning. De burgemeester Marnic De Meulemeester toonde al trots de nieuwe aankomststrook van Vlaanderens Mooiste. De streep zal getrokken worden op ongeveer 400 meter van de Grote Markt. Ietwat euforisch vergeleek de trotse burgervader de arrivé al met de Champs-Elysées.
Niet alleen de aankomst verandert, ook het parcours wijzigt drastisch. De Muur van Geraardsbergen en de Bosberg verdwijnen. Twee sleutelpunten uit de Ronde. Wie herinnert zich niet hoe Fabian Cancellara vorig jaar wegreed van Tom Boonen op de flanken van De Muur? Of hoe Edwig 'Bosberg' Van Hooydonck de basis voor zijn zeges in '89 en '91 telkens legde op de slothelling. De nieuwe glansrol is weggelegd voor de Oude Kwaremont en de Paterberg die beide drie maal beklommen moeten worden. De laatste doortocht op de Paterberg ligt op 12 km van de finish. De nieuwe Ronde omvat drie lussen. Dat ontlokte de burgemeester van Geraardsbergen, Freddy De Chou, trouwens de uitspraak dat het om een veredeld criterium gaat. Wedstrijdorganisator Wim Van Herreweghe verdedigt deze keuze door te stellen dat het de toeschouwers ten goede komt doordat zij de renners nu drie keer kunnen zien passeren en niet meer van hot naar her moeten rennen om de koers meerdere malen te zien passeren. Keerzijde van de medaille is natuurlijk dat anderen de kans niet krijgen om de Ronde voor hun deur te zien passeren. Elk verhaal heeft immers twee kanten.
En dat blijkt ook uit de reacties van de wielerwereld. Nick Nuyens, de laureaat van dit jaar, vindt dat we het parcours een kans moeten geven. Stijn Devolder, winnaar in 2008 en 2009, is het helemaal niet eens met de vernieuwing. "Ik mag nog tien keer winnen in Oudenaarde, het zal nooit hetzelfde gevoel zijn als finishen in Meerbeke." Devolder geeft wel mee dat de drie beklimmingen van de Kwaremont en de Paterberg in zijn voordeel kunnen spelen. Fabian Cancellara vindt het jammer dat de Muur verdwijnt. Hij vergelijkt het met het wegnemen van de Poggio uit Milaan-Sanremo, het bos van Wallers uit Parijs-Roubaix of de Saint-Nicolas uit Luik-Bastenaken-Luik. Hoewel er nu veel ophef is rond de wijziging zijn zowel Eddy Merckx als Rik Van Walleghem, directeur van het Centrum Ronde van Vlaanderen, overtuigd dat binnen enkele jaren iedereen aan het nieuwe parcours gewend zal zijn.
Een oproep op de website van Sporza om deel te nemen aan de quiz op Radio 1. Waarom niet? Wie niet waagt, niet wint! Na de inschrijving begin je wel eens te mijmeren over hoe het zou kunnen zijn als je het VIP-pakket naar de Champs-Elysées zou winnen, maar ja het zou al moeten lukken. En dan na vier dagen is het zover. De telefoon gaat over. Of je wil deelnemen aan de quiz die namiddag. Natuurlijk! Je wint, met een tikkeltje geluk, en je mag naar Parijs. Een prijs geschonken door de Nationale Loterij. De volgende weken droom je over hoe het zou kunnen zijn. Je stoutste dromen worden echter overtroffen.
Afspraak aan de Heizel om halfzeven. Na een rit van vier uur aankomst in Parijs. Door de kwakkelzomer die we tot nu toe al gehad hebben, zat de regenvest in de zak. Gelukkig zou die daarin mogen blijven. Naarmate we de Lichtstad naderden kwamen er meer en meer gaten in het wolkendek. Eerst even uitstappen aan Trocadéro voor een kiekje van de Eiffeltoren. Nadien een wandelingetje rond en onder hét Parijse symbool vooraleer op een boot te stappen voor een tocht op de Seine. En wat voor een boot, een echte luxeboot. Met het Louvre, de Notre Dame en het Musée d'Orsay als decors konden we genieten van een uitgebreid middagmaal. Met livemuziek in de achtergrond. Klassiekers als Paris s'éveille en Aux Champs-Elysées passeerden de revue. Bij het horen van dat laatste nummer steeg de spanning. Rond drie uur reden we met de bus richting de beroemde Parijse avenue.
We namen plaats op de tribune Grand Palais, 150 meter voor de meet. Recht tegenover ons stond een scherm waarop we de BMC-ploeg op kop zagen rijden met uiteraard Cadel Evans in de gegeerde gele trui. Op het ogenblik dat we toekwamen was het nog 70 km tot de streep. Binnen 20 km zou het Tourpeloton voor een eerste keer de finish overschrijden! De zenuwen gierden door de keel. Na drie weken de Tour intens volgen, zouden de renners nu voor onze neus passeren. In een golfbeweging bereikte het geschreeuw en handgeklap onze tribune. Uiteraard werden ook de fototoestellen bovengehaald. En daar waren de renners. Een onbeschrijflijk gevoel als de Tourhelden eindelijk voor de tribune verschijnen. Acht ronden lang is het genieten! Telkens is het twee keer kopjes kijken, zoals Michel Wuyts dat zo mooi kan zeggen. De snelheid die de renners ontwikkelen is indrukwekkend, doordat ze op een lint reden viel het echter beter mee dan verwacht om ze te herkennen. Klassementsruien? Check! De gele van Cadel Evans, de groene van Mark Cavendish, de bollen van Samuel Sanchez en de witte trui van Pierre Rolland. Andere opvallende verschijningen waren de wereldkampioen Thor Hushovd en de nationale kampioenen Fabian Cancellara, Sylvain Chavanel en onze Philippe Gilbert.
Zoals verwacht volgde een massasprint. De mooiste spurt van het jaar zou zich voor onze ogen afspelen. Hoewel Lotto de gulle schenker was van deze prijs, supporterde ondergetekende toch volop voor Mark Cavendish en niet voor André Greipel. En jawel, op 150 meter voor de streep was het al duidelijk dat The Manx Express zijn twintigste etappe zou winnen. En voor het eerst zou de Brit het groen mee naar huis mogen nemen. Na de aankomst maakten verschillende renners rechtsomkeer en konden we ze van dichtbij bewonderen. Zij konden genieten van een oorverdovend applaus. Eén van hen was de oude krijger Jens Voigt. Op het scherm volgden we de podiumceremonie. We waren getuige van het slot van een unieke editie met een dubbele primeur. Voor het eerst stonden twee broers op het podium en Cadel Evans is de eerste Australiër die de Tour op zijn naam schrijft. Het volkslied van Down Under werd live gebracht. Er volgde een indrukwekkende stilte over de hele Champs-Elysées die enkel doorbroken werd door enthousiaste Aussies die nu en dan een stukje meekeelden.
Ten slotte was er het defilé van de renners. Voor dat begon nog eens het Luxemburgse broederpaar zien passeren. Toen vertrok Movistar als eerste voor een ereronde. Aangezien de renners die heel traag afleggen, konden we maar zes ploegen - waaronder Omega Pharma-Lotto en QuickStep - aan onze kant zien. Tegen zeven uur moesten we immers bij de bus staan. Jammer, maar de vreugde om de buitengewone dag overheerste. Bij het uitrijden van Parijs nog enkele ploegbussen gespot. En Mark Cavendish! Een betere afsluiter kon niet.
Mark Cavendish pakt twintigste Tourrit en het groen
Cadel Evans (BMC) fietste zich tijdens de afsluitende tijdrit in het geel. Het enige dat de Australiër en de rest van het peloton nog te wachten stond was een paradetocht richting Parijs waar nog acht rondes op de beroemde Champs-Elysées zouden worden gereden. Voor de start waren er enkele serene momenten. In Créteil werd een monument onthuld ter ere van Laurent Fignon. De tweevoudige Tourwinnaar overleed in augustus vorig jaar aan de gevolgen van kanker. Het peloton hield dan weer een minuut stilte te nagedachtenis van de slachtoffers van de tragedie in Noorwegen. De enige Noren in de Tour, Edvald Boasson Hagen (Sky) en Thor Hushovd (Garmin-Cervélo), stonden op de eerste rij.
In de aanloop naar Parijs konden de fotografen zoals gewoonlijk overvloedig kiekjes maken. Uiteraard van Cadel Evans en de nummers twee en drie: Andy en Fränk Schleck (Leopard). Ook de andere truidragers traden op de voorgrond. Samuel Sanchez (Euskaltel) reed rond in de bollen, Pierre Rolland (Europcar) in de witte trui en Mark Cavendish (HTC-Higroad) in het groen. De Brit was de enige die nog niet met zekerheid zijn trui mee naar huis zou mogen nemen. José Joaquin Rojas (Movistar) volgde op 15 punten. Philippe Gilbert (Omega Pharma-Lotto) stond derde in het puntenklassement met 50 punten achterstand. In theorie kon hij nog winnen, want er konden maximaal 65 punten gewonnen worden in deze laatste rit. 20 aan de tussensprint in de tweede ronde op de Champs-Elysées en 45 aan de aankomst.
Zonder ongelukken bereikte het peloton Parijs. Al scheelde het niet veel wat Evans betreft. Toen hij aan de volgwagen met een glaasje champagne poseerde kon hij nauwelijks het evenwicht bewaren. Enkele kilometers verder zou hij zijn nieuwe gele fiets omruilen voor zijn origineel model. BMC draaide als eerste de Champs-Elysées op. De renners, en het publiek, waren klaar voor acht ronden keihard knallen. Gianni Meersman (FDJ) zat klaar om mee te gaan in een ontsnapping, maar de Belg raakte niet weg. Zes renners slaagden daar wel in: Lars Bak (HTC-Higroad), Kristjan Koren (Liquigas), Sergio Paulinho (RadioShack), Christophe Riblon (AG2R), Jérémy Roy (FDJ) en Ben Swift (Sky). De Fransman Roy ging tijdens deze Tour al ontelbare keren in de aanval, hij krijgt meer dan verdiend de prijs van de superstrijdlust.
De zes passeerden aan de tussensprint. Koren was de snelste voor Roy en Paulinho. Uit het peloton werd Cavendish perfect gepiloteerd door zijn teamgenoten. Hij raapte negen punten. Rojas en Gilbert respectievelijk zeven en zes. HTC loodste Cavendish perfect richting tussensprint, maar dankzij Bak moest de ploeg geen kopwerk doen in het peloton. Gilbert nam die taak wel op zich in dienst van André Greipel. Andere ploegen die de vluchters in het vizier hielden waren Garmin-Cervélo voor Tyler Farrar, Lampre voor Alessandro Petacchi en QuickStep voor Gerald Ciolek. De zes vluchters kregen maar iets meer dan 40" voorsprong. Bij het ingaan van de slotronde hadden ze nog 15" over. Swift besliste om alles op alles te zetten en sprong vooraan weg. Bak ging achter de Brit aan en liet hem meteen achter zich. Toen gebeurde er iets opmerkelijk, het was HTC dat achter de eigen renner reed.
Bak werd door zijn eigen ploegmakkers gegrepen. In de voorlaatste kilometer verscheen Belgisch kampioen Gilbert nog een laatste keer op kop. Daarna was het tijd voor de Cavendish-show. Zijn treintje stond op de rails. Mark Renshaw zette zijn kopman perfect af. The Manx Express reed naar zijn twintigste Tourzege. Voor het derde jaar op rij wint hij op de Champs-Elysées. Het is wel de eerste keer dat Cav het groen mee naar huis mag nemen. Boasson Hagen sprintte naar de tweede plaats in de slotrit, voor Greipel. Farrar en, verrassend genoeg, Fabian Cancellara (Leopard) vervolledigen de top vijf. Voorbij de finish vierden ook de renners van BMC feest. Zij vielen hun kopman om de nek. Evans had Parijs bereikt zonder kleerscheuren.
Twee welverdiende winnaars op het podium. Mark Cavendish mocht de bloemen voor de dagzege in ontvangst nemen, en even later de groene trui. Die knuffelde hij overigens uitgebreid. Evans kon met de Arc de Triompe in de achtergrond de laatste gele trui in deze Tour om de schouders hangen. Als de Australiër opzij keek zag hij langs beide kanten een Luxemburger. Twee broers dan nog wel. Dit was een unieke editie, want nog nooit stonden twee broers op het Tourpodium. Een andere primeur was de eerste Tourwinst voor een Australiër. Met trots hing Evans de vlag van zijn geboorteland om zich. Tijdens de ceremonie werd het volkslied live gebracht. Een indrukwekkend moment en vooral een mooie afsluiter van een adembenemende Tour.
Het monument ter ere van Laurent Fignon in Créteil
Cavendish zegeviert op de Champs-Elysées
Evans is de eerste Australische Tourwinnaar
Het podium: v.l.n.r.: Andy Schleck (2de), Cadel Evans (1ste) en Fränk Schleck (3de)
De truien: v.l.n.r.: Pierre Rolland, Samuel Sanchez, Mark Cavendish en Cadel Evans
De laatste rit in deze Tour komt traditioneel aan op de Champs Elysées. Omstreeks tien voor drie wordt de paradetocht richting Parijs op gang getrokken in Créteil. Cadel Evans (BMC) mag in de fel gegeerde gele trui rondrijden. Andy Schleck en Fränk Schleck (Leopard) vervolledigen de top drie. In het algemeen klassement zal, zonder pech, niets meer veranderen. Enkel de strijd om groen moet nog beslecht worden. Mark Cavendish (HTC-Highroad) gaat van start als leider in het puntenklassement.
Na 44 km gezellig bijpraten arriveert het peloton in Parijs. Daar worden acht ronden gereden op de Champs Elysées. In de derde ronde ligt een tussensprint. Hier zal Mark Cavendish (HTC-Highroad) al even de beentjes moeten uitslaan. Er zijn maximaal twintig punten te verdienen. In het puntenklassement volgt José Joaquin Rojas (Movistar) op vijftien punten. Philippe Gilbert (Omega Pharma-Lotto) staat derde. Hij heeft een achterstand van vijftig punten op Cavendish. De Belgische kampioen lijkt uitgeteld. Aan de meet krijgt de winnaar 45 punten. Daar zal Cav naar alle waarschijnlijkheid sneller zijn dan Rojas. De Brit maakt de meeste kans op groen. Als hij wint, behaalt hij zijn twintigste ritzege in de Tour. Uitdagers van The Manx Express zijn ritwinnaars André Greipel (Omega Pharma-Lotto) en Tyler Farrar (Garmin-Cervélo).
Ondergetekende zal de aankomst volgen op de Champs Elysées zelf. Maandag volgt een uitgebreid verslag!
Vandaag was de dag van de waarheid in de Tour. De afsluitende tijdrit zou beslissen over winst en verlies. Andy Schleck (Leopard) mocht starten in het geel, maar had slechts een voorsprong van 57" op nummer drie Cadel Evans (BMC). Broer Fränk stond tussen de twee in, op 53" van Andy, maar hem werden geen kansen meer toegedicht op eindwinst. De tijdrit, 42,5 km lang, was dezelfde uit de Dauphiné Libéré. Evans had hem daar al in competitie gereden en bovendien apart verkend. Deze ochtend legde hij het traject nog een keer af. De Schlecks maakten deze ochtend voor het eerst kennis met het parcours. Ze legden het één keer per fiets af en een keer met de wagen. Dit verschil in voorbereiding zou wel eens fataal kunnen zijn.
Wereldkampioen tijdrijden Fabian Cancellara (Leopard) was bij de eerste starters. Hij schreef de voorlopig beste tijd op zijn naam, maar zou pas achtste worden. De hele Tour presteerde de Zwitser al onder zijn niveau. Wie boven zichzelf uitstijgt is Thomas De Gendt (Vacansoleil). De eerste twee weken raakte hij na een val niet meer vooruit, maar dat maakte hij de laatste dagen goed. Op Alpe d'Huez werd hij knap zesde. Vandaag liet hij zien dat hij kan tijdrijden. Aan de meet ging hij één seconde onder de voorlopige besttijd van Richie Porte (Saxo Bank). In de eindafrekening staat hij vierde op 1'29" van de winnaar. Tony Martin (HTC-Higroad) won deze tijdrit in de Dauphiné en deed ook nu een gooi naar de ritzege. De Duitser reed bijna tegen een volgwagen van Sky, maar kon een aanvaring net ontwijken. Martin dook aan de meet bijna anderhalve minuut onder de tijd van De Gendt. Op het einde van de dag zou zijn tijd - 55'33" - voldoende blijken voor de ritzege. Edvald Boasson Hagen (Sky) was goed onderweg en was aan de tussenpunten sneller dan De Gendt. De jonge Noor had echter stukken en moest van fiets wisselen. Hij werd pas twaalfde op 2'10" van de winnaar. Zonder pech zou hij wellicht ook niet gewonnen hebben. Zowel Boasson Hagen als Thor Hushovd (Garmin-Cervélo) zaten tijdens de tijdrit uiteraard met hun gedachten bij de tragedie die zich in hun thuisland Noorwegen gisteren heeft afgespeeld.
Alberto Contador (Saxo Bank) deed niet meer mee voor het podium, maar top vijf zat er wel nog in. En inderdaad, in het algemeen klassement springt hij over Damiano Cunego (Lampre), die 24" voor de Spanjaard stond. De drievoudig Tourwinnaar zal dit jaar als vijfde eindigen. Cunego zakte overigens meteen naar de zevende plaats. Samuel Sanchez (Euskaltel) springt naar de zesde plaats. Contador eindigde in de tijdrit overigens derde, op 1'06". Niet alleen de ereplaatsen stonden op het spel, ook de witte trui voor beste jongere. Pierre Rolland kon zijn leidersplaats vasthouden. Rein Taaramae (Cofidis) blijft tweede in dit klassement. De kloof van 1'33" kon hij maar terugbrengen tot 46".
Uiteraard was de gele trui datgene waar het vandaag allemaal om draaide. Al in in de eerste tien kilometer had Andy Schleck een halve minuut moeten prijsgeven op Evans. Aan het eerste tussenpunt na 15 km was het verlies 36". Evans zette aan dat tussenpunt overigens de tweede tijd neer. Hij was dus ook in de running voor de etappezege. Niet lang na deze officiële tijdsopname reed Evans tot op 5" van Andy. Dit kon Andy nog even vasthouden, maar het was duidelijk dat het kalf verdronken was. De achterstand van Andy op Evans bleef groeien en aan tussenpunt twee, op 15 km van de meet, bedroeg die al 1'41". Dat betekende al een voorsprong van 44" voor Evans in het algemeen klassement. De jongste Schleck bleef maar tijd verliezen. Hij zou uiteindelijk 2'31" moeten prijsgeven. Evans reed een uitstekende tijdrit en kwam amper 7" tekort voor de dagzege. Maar wat geeft dat. Het geel is binnen voor Cadel. Andy moet zich voor de derde opeenvolgende keer tevreden stellen met een tweede plaats. Het verschil met Evans bedraagt 1'34".
Beide Schlecks zullen in Parijs op het podium staan. Fränk Schleck reed zoals verwacht een nog zwakkere tijdrit van zijn broer. Hij wordt derde op 2'30" van Evans. Aan de houding van Fränk te zien, leek het op het eind alsof hij er volledig zou doorzakken en eventueel een podiumplaats zou moeten vergeten, maar dat gebeurde niet. Thomas Voeckler (Europcar) valt net naast het podium, met een verschil van 50" op de oudste Schleck. Kevin De Weert (QuickStep) blijft dertiende in het klassement. Daarmee doet de Belg vijf plaatsen beter dan vorig jaar. Jelle Vanendert (Omega Pharma-Lotto) behoudt zijn twintigste plaats. Onze klimrevelatie blijft Rob Ruigh (Vacansoleil), de beste Nederlander, voor met 1'22".
Cadel Evans strandde zowel in 2007 als 2008 op de tweede plaats. In 2007 werd hij verslagen door Alberto Contador en een jaar later door Carlos Sastre. De 34-jarige Australiër maakt zijn grote droom waar. De stugge Evans, die na zijn wereldtitel in 2009 heel bedeesd even zwaaide, kwam ook nu heel rustig over de streep. Op dat ogenblik was hij echter al zeker. Maar goed, nooit te vroeg victorie kraaien zeker. Nadat de Schlecks waren aangekomen, begon hij toch een lach op het gezicht te krijgen. Hij kreeg zelfs de tranen in de ogen. Dit is het mooiste moment uit zijn carrière. Het moet gezegd: Evans heeft de eindzege niet gestolen. De voorbije dagen nam hij zijn verantwoordelijkheid op. In de rit donderdag, leidde hij tien kilometer lang in zijn eentje de achtervolging op de ontketende Andy Schleck. Gisteren hielp zijn ploeg, en ook hijzelf, in de achtervolging op Andy schleck en Contador. Op Alpe d'Huez liet hij zijn defensieve stijl achterwege en probeerde weg te rijden van de Schlecks. Dat lukte echter niet. In elk geval verdient hij het om morgen in het geel Parijs binnen te rijden. Hij behaalde ook een ritzege in deze Tour. Evans versloeg Philippe Gilbert (Omega Pharma-Lotto) op diens verjaardag in de vierde etappe. De aankomst lag toen op de Mûr-de-Bretagne.
Na drie weken Tour is nog steeds niet beslist wie in Parijs het geel mag omgorden. Andy Schleck (Leopard) begint als leider aan de tijdrit van 42,5 km in en rond Grenoble. Zijn broer Fränk staat tweede op 53". De grootste concurrent voor Andy is echter Cadel Evans (BMC). De Australiër moet 57" goedmaken op de jongste van het broederpaar. In 2007 en 2008 maakte Evans ook kans om in de afsluitende tijdrit het laken naar zich toe te trekken. Telkens zou hij tweede eindigen in het algemeen klassement. In 2007 kwam hij amper 23" tekort om Alberto Contador van zijn eerste Tourzege af te houden. Een jaar later moest Evans de duimen leggen voor Carlos Sastre, die de Tour met 58" won.
Andy Schleck eindigde de voorbije twee edities op de tweede plaats na Alberto Contador. Vorig jaar begon hij de tijdrit op zaterdag met 8" achterstand op El Pistolero. In de aanvangsfase kon Andy gelijke tred houden. Daarna begon hij tijd te verliezen op Contador. Toch reed hij een heel sterke tijdrit, de beste van zijn leven. Hij moest slechts 31" prijsgeven op zijn rivaal en zou de Tour verliezen met 39". Exact de tijd die hij op de Port de Balès was verloren door een kettingincident. De jongste Schleck kan dus wel wat meer op cruciale momenten. Vandaag mag hij dan ook nog eens de tijdrit rijden als allerlaatste mét het geel om de schouders. En dat geeft vleugels. Kijk maar naar wat Thomas Voeckler (Europcar) allemaal presteerde in de Pyreneeën en de Alpen.
In normale omstandigheden is Cadel Evans echter de beste tijdrijder, maar dit is de Tour. Daarbij komt dat het parcours niet echt vlak is. Er zitten dan wel geen hellingen in, de weg gaat toch op en af. Na 15 km krijgen we een eerste indicatie aan het tussenpunt in Vizille. 15 km voor de meet volgt weer een tijdsopname. Het laatste tussenpunt ligt op 5 km van de streep. Ofwel weten we op dat ogenblik al met zekerheid wie de Tour op zijn naam kan schrijven, ofwel blijft het spannend tot op de meet en komen we in de buurt van de historische acht seconden van Greg Lemond en Laurent Fignon in 1989.
We stevenen dus af op een duel tussen Andy Schleck en Cadel Evans voor het geel. Fränk Schleck zou dan de derde plaats moeten bekleden in Parijs. Tenzij dat Thomas Voeckler nog een allerlaatste keer alles uit de kast haalt. De Franse publiekslieveling volgt op 1'17" van Fränk. Naast het podium staan nog heel wat ereplaatsen op het spel. Alberto Contador (Saxo Bank) bijvoorbeeld staat 24" achter op Damiano Cunego (Lampre), hij zou dus nog in de top vijf kunnen finishen. Al zeker als Voeckler geen begenadigde dag heeft. Kevin De Weert staat momenteel dertiende en dat lijkt zo te blijven. Daarmee bereikt hij zijn doel: beter doen dan vorig jaar. Toen was hij achttiende. Jelle Vanendert (Omega Pharma-Lotto) staat twintigste. De Nederlander Rob Ruigh (Vacansoleil) is zijn dichtste concurrent op 1'23".
Uiteraard wordt er ook gestreden voor ritwinst. Vorig jaar won Fabian Cancellara (Leopard) de afsluitende tijdrit. Deze Tour gaf hij geen heel sterke indruk. Hij moest in de bergen heel vroeg lossen. Toch mag Spartacus niet onderschat worden. De voorbije twee jaar ontpopte Tony Martin (HTC-Highroad) zich als uitdager van de Zwitser. Ook bij zijn staat van paraatheid zijn er vraagtekens. Een andere hardrijder die nog in deze Tour rondrijdt is David Millar (Garmin-Cervélo). De tijdrit is dezelfde als in de Dauphiné Libéré. Toen was Martin de beste. Maar op het einde van de Tour zijn de verhoudingen helemaal anders dan gewoonlijk. Het zou dus wel een verrassende winnaar kunnen zijn.
Pierre Rolland is verrassende winnaar op Alpe d'Huez
Een korte, maar krachtige etappe stond de renners te wachten daags voor de tijdrit. Het peloton moest in deze korte afstand over volgende Alpenreuzen: Col du Télégraphe (1ste categorie), Col du Galibier (buiten categorie) en Alpe d'Huez (buiten categorie). Naast de ritzege en het algemeen klassement stond ook het bergklassement op het spel waarvoor de allerlaatste keer punten verdeeld werden. Maximaal 70 punten konden gewonnen worden. Jelle Vanendert (Omega Pharma-Lotto) stond op kop met een totaal van 74. Samuel Sanchez (Euskaltel) en Andy Schleck (Leopard) volgden op respectievelijk vier en twee punten. Om kans te maken zou Vanendert het beste meegaan in een ontsnapping.
Een vlucht kwam al onmiddellijk tot stand nadat de vlag naar beneden was gegaan omstreeks twintig voor drie. Johnny Hoogerland (Vacansoleil) sprong als eerste weg. Veertien renners sloten bij de Nederlander aan. Vanendert was daar niet bij. Wel aanwezig: Mickaël Buffaz (Cofidis), Marcus Burghardt (BMC), Alberto Rui Costa (Movistar), Leonardo Duque (Cofidis), Imanol Erviti (Movistar), Juan Antonio Flecha (Sky), André Greipel (Omega Pharma-Lotto), José Iván Gutierrez (Movistar), Maxim Iglinskiy (Astana), Gorka Izagirre (Euskaltel), Kristjan Koren (Liquigas), Jérôme Pineau (QuickStep), Christophe Riblon (AG2R) en Pablo Urtasun (Euskaltel). Tegen de Télégraphe hadden ze 2'45" voorsprong. Dan gebeurde er bij de favorieten iets onverwacht. Alberto Contador (Saxo Bank) viel aan! Wilde hij een nummertje opvoeren zoals Andy Schleck de dag voordien? Contador vertrok zelfs op meer dan 90 km van de finish. In tegenstelling tot Andy zou El Pistolero niet alleen wegraken. Andy Schleck, Cadel Evans (BMC) en Thomas Voeckler (Europcar) sprongen mee. Voeckler dichtte in zijn eentje de kloof overigens op zeer indrukwekkende wijze. Ook Fränk Schleck was eerst mee met Contador, maar hij stond ineens geparkeerd toen de Spanjaard een tweede keer versnelde.
Contador zette zich nog verschillende keren recht op de trappers en dat werd ook Voeckler teveel. Evans stond eveneens aan de kant. De Aussie sukkelde vervolgens wat met zijn materiaal en wisselde enkele keren. Of dat de oorzaak was dat hij niet meekon is twijfelachtig. Hij zou terechtkomen in het peloton met daarin Fränk Schleck, Ivan Basso (Liquigas) en Damiano Cunego (Lampre). Basso liet enkele van zijn mannen aan de kop sleuren, net als Evans. Contador en Schleck raapten de gelosten één voor één op en fietsten naar de leiding van de race. Op de top had de groep Evans 1'35" achterstand op de kopgroep. Voeckler bleef tussenin hangen op iets meer dan een halve minuut. Wellicht had hij zich op dat ogenblik beter laten uitzakken. Op de Télégraphe werd hij bijgestaan door Pineau die hij onderweg opraapte. Boven gaf Voeckler zijn landgenoot een schouderklopje.
Na een dalende strook van vijf kilometer begon de Galibier. Hier werd de kopgroep uitgedund tot vijf man: Contador, Costa, Izagirre, Riblon en Schleck. Contador vroeg aan zijn medevluchters om over te nemen, daar werd eerst aarzelend op gereageerd door Andy Schleck. Uiteindelijk zou de Luxemburger toch meedraaien. In de groep Evans bleven BMC en Liquigas het tempo bepalen. Voor Vanendert ging het te snel. Onze landgenoot zou de bollen dus niet mee naar huis nemen. Hij heeft echter een prachtige Tour achter de rug, vooral door zijn overwinning op Plateau de Beille. Halfweg zouden ook Rein Taaramae (Cofidis) - de witte trui - en Kevin De Weert (QuickStep) lossen. Zij zouden echter in de afdaling weer kunnen aansluiten. Enkele kilometers voor de top zette niemand minder dan Evans zich op kop. Door zijn tempoversnelling werd Voeckler bij de lurven gegrepen. Basso hing tegen het einde van de col aan de staart en zou hij uiteindelijk moeten lossen. Door prikken van Samuel Sanchez (Euskaltel) en Evans zou ook Voeckler moeten afhaken. Hij liet het niet na wat show te verkopen. Zo ketste hij een drinkbus keihard tegen de grond.
Op de top passeerde Andy Schleck als eerste en pakte 20 punten. Dat bracht hem op een totaal van 98 punten, want op de Télégraphe was hij tweede, goed voor acht punten. De voorsprong op de achtervolgers was wel fel verkleind. Sanchez kwam boven na 25", Evans en Fränk Schleck na 34" en Basso na 1'09". Voeckler volgde op anderhalve minuut. Als excellente daler vond Sanchez de aansluiting bij de kopgroep. Er zou een grote hergroepering komen 25 km voor de aankomst. Alle favorieten zaten opnieuw bij elkaar: Basso, Contador, Cunego, Evans, Sanchez en de Schlecks. In de achtergrond reden enkele ploegmaten van Voeckler de ziel uit hun lijf om hun kopman terug te brengen. Eén mannetje van de ploeg zat wel in de eerste groep: Pierre Rolland. Hij voelde zich zo goed dat hij op 20 km van de streep demarreerde. Ryder Hesjedal (Garmin-Cervélo) ging als enige mee. Twee kilometer voor de klim naar Alpe d'Huez begon, kreeg de groep favorieten het gezelschap van Voeckler en co. Bij de gele trui zaten ook Kevin De Weert en Thomas De Gendt (Vacansoleil). De tussensprint van de dag lag aan de voet van de Alp. Hesjedal passeerde als eerste voor Rolland. Ze hadden 55" voorsprong. Cofidis bepaalde het tempo, want Rolland stond maar 33" achter hun witte trui Taaramae.
Op Alpe d'Huez vloog Jakob Fuglsang (Leopard) er meteen in. Een beetje te enthousiast, want de broertjes Schleck zaten achterop en er viel een gaatje. Fuglsang hield in, maar Evans en Bauke Mollema (Rabobank) zetten door. Fuglsang zou zijn kopmannen echter terugbrengen. Na één kilometer prikte Contador. Andy Schleck en Evans gingen eerst nog gezwind mee. Door de versnelling werden de koplopers ingelopen op 12 km. Contador prikte nog eens. Dit keer moesten Schleck en Evans passen. Deed El Pistolero enkel een gooi naar de ritzege, of hoopte hij op meer?
Evans en Schleck zouden worden bijgehaald door een groep met Fränk Schleck. Voeckler was niet mee en zou zijn gele trui nu echt moeten afstaan. Om beurten namen de broers de kopbeurten voor hun rekening. Hun tempo lag niet voor iedereen hoog genoeg. Rolland ging in de achtervolging. Peter Velits (HTC-Higroad) demarreerde. Samuel Sanchez sprong er naartoe en zette alleen door. Ook De Gendt versnelde, hij zou tot bij Velits rijden. Sanchez vormde een duo met Rolland. De Schlecks volgden op iets meer dan een minuut van Contador op 4 km van de top. Zijn klassement redden zat er niet meer in voor Contador. De ritzege zou ook niet makkelijk worden, want Rolland en Sanchez zaten op slechts 12". Op 2,5 km haalden ze de Spanjaard bij. Rolland haalde direct alles uit de kast en demarreerde. De jonge Fransman reed naar de ritzege op Alpe d'Huez! Winst en verlies bij Europcar op één dag: geel kwijt, maar een ritzege én de witte trui. Rolland blijft Taaramae met 1'33" voor. Sanchez werd tweede op Alpe d'Huez en pakt de bollen mee naar Parijs. Contador werd derde. Aan zijn escapades houdt El Pistolero wel de prijs van de strijdlust over. Bij de favorieten viel Evans tot twee keer toe aan. Andy volgde, maar zelf aanvallen zat er niet meer in. Ze raapten Velits en De Gendt op, maar uit de achtergrond konden Fränk en enkele anderen terugkeren. De Gendt zou knap zesde worden. Andy kwam doodop over de streep, maar het geel maakte ongetwijfeld alles goed. Met 53" voorsprong op broer Fränk en 57" op Evans begint hij aan de tijdrit. Voeckler staat na deze etappe vierde. Hij volgt op 2'10" van de jongste Schleck. Wie weet zit een podiumplaats er nog in.
De bus kwam net als in de vorige alpenrit buiten tijd. Dit keer met slechts enkele seconden. Opnieuw werden ze opgevist, en verloren ze twintig punten. Dit keer was dat niet zo erg voor Mark Cavendish (HTC-Higroad), want nu zat ook José Joaquin Rojas (Movistar) in de gruppetto. Eén man kwam nog na de bus over de eindmeet, en voor hem had de organisatie geen genade: Björn Leukemans (Vacansoleil). Hij moet zijn eerste Tour noodgedwongen op twee dagen van Parijs verlaten. Hij zal niet meer terugkeren. De Belg gaf eerder al mee dat de Tour niets voor hem is. Zijn ploegmaat De Gendt deed het dus veel beter met een zesde plaats. De Weert werd dan weer achttiende op 2'46" van Rolland. In het algemeen klassement blijft hij dertiende. Vanendert zakt van de achttiende naar de twintigste plaats.
De etappe gisteren was werkelijk genieten. Tot ieders verbazing plaatste Andy Schleck (Leopard) een demarrage op de Col d'Izoard. Pas meer dan 60 km verder lag de meet. Die was ook nog eens getrokken op de Col du Galibier: met 2644 m de hoogste aankomst ooit. Op de Izoard bouwde hij al een voorsprong van twee minuten uit. In de afdaling en de vallei kon hij die zelfs vergroten, ondanks de tegenwind. Ploegmaat Maxime Monfort speelde daar een cruciale rol in. Medevluchter Dries Devenyns (QuickStep) deed ook wat kopwerk. Tegen de voet van de Galibier waren alle koplopers gevat door Schleck. Tegen de Lautaret reed hij nog alleen. Een solo richting de top van de Galibier, waar de bevrijding wachtte. De jongste Schleck boekte zijn derde Tourrit, maar met voorsprong de mooiste. Het geel zat er niet in. Die dekselse Thomas Voeckler (Europcar) bleef standhouden en heeft nog 15" over. Schleck doet wel een belangrijke zaak door tijd uit te lopen op Cadel Evans (BMC), die een veel betere tijdrijder is. Evans zette gisteren ook een knappe prestatie neer door in 10 km in zijn eentje de achterstand op Andy met twee minuten te verkleinen.
Er doen nog vier mensen mee voor de Tourzege. De gebroeders Schleck en Evans. De vierde man is Voeckler. Wat tijd betreft staat hij nog steeds op kop. Normalerwijze wordt hij geacht te breken, maar dat wordt nu al een week gezegd. Hij kraakte niet in de Pyreneeën en totnogtoe overleefde hij ook in de Alpen. Het podium lijkt alvast niet langer een onmogelijke zaak. Voeckler staat dus op één, gevolgd door Andy op 15". Broer Fränk staat 1'08" achter. Evans staat vierde op 1'12". De eerste vier staan dus werkelijk op een zakdoek bijeen. Het valt af te wachten of Andy en Evans de inspanningen van gisteren goed verteren. Mogelijk wordt Fränk de winnaar van de dag.
De rit vandaag wordt een korte, maar heel krachtige. Slechts 109 km lang, maar wel bezaaid met volgende kleppers: Col du Télégraphe (1ste cat.), Col du Galibier (buiten categorie) en Alpe d'Huez (buiten categorie). Vanuit de startplaats Modane gaat het de eerste tien kilometer in dalende lijn om in Saint-Michel-de-Maurienne aan de Télégraphe te beginnen voor een tocht van 11,9 km aan een gemiddeld stijgingspercentage van 7,1 %. Na de top wordt de renners weinig of geen rust gegund, want daar doemt al de Galibier op. Die wordt vandaag langs een andere kant beklommen dan gisteren. Dit keer is de beklimming 16,7 km lang met een gemiddeld stijgingspercentage van 6,8 %. Vanaf boven af gaat het via een afdaling van om en bij de 50 km naar de voet van Alpe d'Huez. Deze slotklim is 13,8 km lang. Het gemiddeld stijgingspercentage bedraagt maar liefst 7,9 %. De eerste twee stroken stijgen aan meer dan 10 %. Tussen kilometer negen en tien ligt een strook van 11,5 %. De laatste drie kilometer stijgt het dan weer niet meer boven de 5,5 %.
Niet alleen het geel en de etappezege staan op het spel vandaag. Ook de andere truien. Te beginnen met het groen. Gisteren kwam Mark Cavendish (HTC-Highroad) buiten tijd, samen met meer dan tachtig andere renners! De grupetto werd opgevist, maar iedereen verloor wel twintig punten. Ook Philippe Gilbert (Omega Pharma-Lotto) zat in die bus, hij is uitgeteld voor groen. José Joaquin Rojas (Movistar) daarentegen was wel intijds binnen, waardoor hij nu maar vijftien punten achterstand op Cav heeft. De tussensprint ligt aan de voet van Alpe d'Huez, dus die zal geen rol spelen.
In deze Alpenrit staat ook de bolletjestrui op het spel. Jelle Vanendert (Omega Pharma-Lotto) staat momenteel nog aan de leiding met een totaal van 74 punten. Samuel Sanchez (Euskaltel) volgt nog steeds op twee punten. Door zijn overwinning op de Galibier, goed voor veertig punten, is Andy Schleck geklommen tot de derde plaats. De Luxemburger heeft 70 punten. Ook de andere favorieten hebben gisteren heel wat punten gesprokkeld. Fränk Schleck en Cadel Evans hebben respectievelijk 56 en 50 punten. Vandaag is het de beslissende dag voor het bergklassement, want in de twee laatste ritten zijn geen punten meer te winnen. Vanendert gaat het beste mee in de ontsnapping, want op Alpe d'Huez zal hij meer dan waarschijnlijk na de favorieten eindigen. Op de Télégraphe liggen tien punten klaar voor de eerste, op de Galibier zijn dat er twintig. Op Alpe d'Huez liggen voor de winnaar 40 punten klaar. Er wacht ons Belgen een spannende dag. Ook voor het algemeen klassement overigens. Kevin De Weert (QuickStep) staat momenteel dertiende en Vanendert zestiende. Het verschil tussen beide Belgen is 1'47". Ten slotte wordt er ook gestreden om de beste jongere te zijn. Rein Taaramae (Cofidis) heeft een voorsprong van amper 33" op Pierre Rolland (Europcar). Hij is degene die Voeckler in de bergen bijstond. Rigoberto Urán (Sky) zakte gisteren van de eerste naar de derde plaats. De Colombiaan heeft een achterstand van 3'10".
Rit 18: Pinerolo (Italië) - Galibier Serre-Chevalier (200,5 km)
donderdag 21 juli 2011
Andy zet Tour op z'n kop
Vandaag stond de koninginnenrit van deze Tour op het programma. Er moesten drie hellingen buiten categorie beklommen worden: Col Agnel, Col d'Izoard en de Col du Galibier. Er werd een grote strijd verwacht tussen de kanshebbers op de eindzege. En alweer zou Thomas Voeckler (Europcar) het geel verliezen. Deze rit verliep echter op een geheel andere manier dan alle scenario's die vooraf geopperd waren. Dankzij Andy Schleck (Leopard), die met veel lef al zestig kilometer voor de aankomst demarreerde. Een verslag van een gekke dag in de Alpen.
Negentien renners lieten zich niet afschrikken door het loodzware parcours en kozen resoluut voor de aanval. Daarbij twee Belgen. Dries Devenyns (QuickStep) was één van hen. De andere was Maxime Monfort (Leopard) die samen met Joost Posthuma vooruit was gestuurd als luitenant van de Schlecks. Cadel Evans (BMC) had eveneens twee mannen in de leidersgroep: Brent Bookwalter en Marcus Burghardt. Ook onze noorderburen lieten zich niet onbetuigd. Twee Nederlanders zaten mee in de kopgroep: Maarten Tjallingii (Rabobank) en Johnny Hoogerland (Vacansoleil). Dit zijn de namen van hun medevluchters: Mickaël Delage (FDJ), Anthony Delaplace (Saur-Sojasun), Leonardo Duque (Cofidis), Imanol Erviti (Movistar), Danilo Hondo (Lampre), Maxime Iglinskiy (Astana), Markel Irizar (RadioShack), Ramunas Navardauskas (Garmin-Cervélo), Ruben Perez (Euskaltel), Nicolas Roche (AG2R), Egor Silin (Katusha) en Pablo Urtasun (Euskaltel). Ze kregen een maximale voorgift van meer dan acht minuten. Deze vluchters kaapten alle punten weg aan de tussensprint na 40 km. Duque was daar de snelste.
De eerste col van de dag was de Agnel (23,7 km en 6,5 % gemiddeld). Of liever de Agnello, want hij werd beklommen via de Italiaanse kant. Met zijn 2744 m is de Agnello het hoogste punt in deze Tour. Een groepje met onder meer Robert Gesink (Rabobank), Levi Leipheimer (RadioShack) en Lieuwe Westra (Vacansoleil) reed er weg van het peloton. Dat werd gemend door Stuart O'Grady (Leopard). Enkele van zijn ploeggenoten moesten vroegtijdig lossen: Fabian Cancellara en Jakob Fuglsang. Ook Alberto Contador (Saxo Bank) verloor met Benjamin Noval een belangrijk mannetje voor het vervolg van de etappe. Contador zelf zat verdacht ver achteraan. Was dat een teken aan de wand? Voorin reed Iglinskiy dan weer als eerste over het dak van deze Tour en streek er de Souvenir Henri Desgrange op.
In de afdaling verscheen Philippe Gilbert (Omega Pharma-Lotto) in beeld. Hij nam ploegmaat Jelle Vanendert, Kevin De Weert (QuickStep) en gele trui Thomas Voeckler op sleeptouw. Ze reden tot bij de groep met Gesink, waardoor deze ontsnapping meteen teniet werd gedaan. Het peloton volgde immers in het zog. Bij aanvang van de Col d'Izoard ( 14,1 km en 7,3 %) reden nog tien renners op kop: Devenyns, Erviti, Hoogerland, Iglinskiy, Irizar, Monfort, Posthuma, Roche, Silin en Urtasun. Posthuma bepaalde het tempo tijdens de beklimming. De Leopards deden dat eveneens in het peloton. Jens Voigt en opnieuw O'Grady namen die taak op zich. Daardoor moesten enkele van hun teamgenoten echter de rol los. Wederom Fuglsang, maar verrassend genoeg ook Linus Gerdemann. Noval moest voor de tweede keer afhaken. Leipheimer, die even voordien nog mee in de aanval was, kon evenmin nog volgen. Maxime Bouet (AG2R) voelde zich wel nog goed en liet het peloton achter zich. Ver zou zijn onderneming echter niet dragen. Bij de koplopers voelde Iglinskiy zich opperbest en plaatste een demarrage op 5,5 km van de top. Juist nadat Posthuma was gelost.
Dan gebeurde het! Zes kilometer voor de top viel niemand minder dan Andy Schleck (Leopard) aan. Geen enkele renner volgde hem, want het leek een onbegonnen onderneming met nog meer dan 60 km tot de aankomst. Waaronder nog de slotklim naar de Galibier. De demarrage van Schleck getuigde wel van lef. Daar leek het de broers in de Pyreneeên wat aan te ontbreken. Schleck fietste onmiddellijk een mooie voorsprong bijeen. Voor de top haalde hij Posthuma in, die hem niet heel lang meer van dienst kon zijn. Op de top kwam Schleck 1'50" na Iglinskiy boven. Het peloton volgde op twee minuten van de Luxemburger. In het peloton was het Europcar die het kopwerk deed. Saxo Bank zette met David Navarro wel een man mee aan het werk. Toch leken de favorieten er gerust in te zijn dat Schleck zijn vlucht niet tot een goed einde zou brengen.
Op de top was Iglinskiy dus als eerste gepasseerd. Anderhalve minuut later volgden Devenyns, Monfort en Silin. Tussenin reed Roche. Monfort wachtte in de afdaling zijn kopman op. Samen reden ze dan het gaatje op Devenyns en Silin dicht. Ook Roche moest er aan geloven. In de vallei, waar tegenwind stond, moesten Monfort en Schleck aanvankelijk het werk alleen opknappen, maar uiteindelijk zou Devenyns overstag gaan en mee kopwerk doen. Het vijftal haalde Iglinskiy in op 30 km van de streep. Dat is zeven kilometer voor de voet van de Galibier. In het peloton volgde er overleg tussen Alberto Contador en Samuel Sanchez (Euskaltel) die de voorbije dagen al lieten zien dat ze elkaar graag met raad en daad bijstaan. Euskaltel hielp de Saxo's dan ook in de achtervolging. Tegen de vallei kwamen veel mannen terug uit de achtergrond, zoals Rigoberto Urán (Sky) die op de Izoard had moeten lossen en in de afdaling tegen de vlakte ging. Contador maakte van de vallei gebruik om zijn fiets te wisselen. Het feit dat zoveel mannen terugkeerden, duidde er op dat er geen haast was om Schleck bij te halen. Andy had aan de voet van de Galibier een voorsprong van meer dan drie minuten.
Dan kon men beginnen aan de slotklim. De top van de Col du Galibier ligt op 2645 m waardoor dit meteen de hoogste aankomstplaats ooit was. Men herdenkt dit jaar dat 100 jaar geleden deze col voor het eerst werd beklommen. Morgen staat de Galibier nog eens op het programma. De lengte van deze mythische col is 23,0 km en het gemiddeld stijgingspercentage bedraagt 5,0 %. De eerste helft zijn er geen stroken van meer dan 5,5 %. Ook hier hadden de renners nog wind tegen. Dat zou het geval zijn tot aan de top van de Lautaret op 9 km van de streep. Toch weerhield de wind Schleck er niet van om op 20 km van de aankomst al een voorsprong van 3'48" bijeen gereden te hebben. Dat was voor een groot deel ook te danken aan het berewerk van onze Monfort. Drie kilometer verder moesten Monfort en Devenyns afhaken. Niet veel later volgde Silin.
Andy Schleck bleef maar van de andere favorieten wegrijden. 15 km voor de top hadden zij al een achterstand van vier minuten. Het sein voor Contador om zelf op kop te beginnen rijden. Voor even toch. Cadel Evans (BMC) sprong bij. Hij vroeg hulp aan Pierre Rolland (Europcar) maar hij mocht niet overnemen van zijn kopman Voeckler. Contador liet Navarro dan nog maar wat kopwerk verrichten. Echte organisatie van alle klassementsrijders kwam er niet. De voorsprong bleef echter oplopen tot 4'30". Evans trok het tempo nogmaals op. Van af dat ogenblik zou hij de koppositie niet meer verlaten tot 3 km voor de top.
Roche moest Schleck en Iglinsky laten gaan op 10 km van de top. Bovenop de Lautaret liet Andy ook Iglinskiy achter zich. De faviorieten kwamen hier door op 3'34". Nog steeds een mooie voorsprong voor de jongste Schleck. Bij de favorieten volgden geen aanvallen. Evans bleef maar mennen. Voor Samuel Sanchez werd het allemaal te veel. Hij moest lossen. dat zou goed kunnen zijn voor Jelle Vanendert (Omega Pharma-Lotto) die slechts twee punten voor stond in het bergklassement. Vanendert moest even verder echter zelf lossen en zou niet voor de bergpunten kunnen meespelen. Vier kilometer voor de top was dit de samenstelling van het groepje onder leiding van Evans: Basso (Liquigas), Contador, Cunego (Lampre), Fränk Schleck, Rolland en Voeckler. Nog steeds had Andy meer dan drie minuten voorsprong. Op drie kilometer voor de top gebeurde iets heel verrassend: Contador moest lossen! Na wat hij de voorbije dagen had laten zien, was dat geheel oneverwacht. Het beeld van Contador die aan de staart bengelde op de Agnello was dus wel degelijk een teken aan de wand. Contador was niet goed (genoeg). Toen Basso zag dat Contador loste, nam hij het werk van Evans over. Ook Rolland mocht meerijden van Voeckler. Die maakte immers kans zijn gele trui te redden, want Schleck stond in het klassement 2'36" achter op de Fransman en het was nog mogelijk de trui te redden. In de laatste twee kilometer had Andy nog drie minuten over.
In elk geval bracht Andy Schleck een heroïsche vlucht tot een goed einde. Hij boekte zijn mooiste zege ooit. Het is lang geleden dat een favoriet voor het eindklassement zo een onderneming heeft durven opzetten. Eddy Merckx keek mee in de wagen van de Tourdirectie en zag dat het goed was. Broer Fränk maakte het familiegeluk copmleet en finishte als tweede. Voor Evans en Basso. En jawel, Voeckler redde voor de zoveelste keer zijn trui. Hij heeft nu nog 15" voorgift op Andy Schleck. Die naast de ritzege binnen te rijven ook een goede zaak doet in het algemeen klassement en terug in de running is voor de eindzege. Andy staat nu derde in het bergklassement met slechts vier punten minder dan Vanendert. Het gevaar voor onze landgenoot lijkt dus vanuit Luxemburgse hoek te komen. De grote verliezer is Contador. El Pistolero kwam 3'50" na Schleck binnen. Die kreeg overigens meer dan verdiend de prijs van de strijdlust.
De bus met sprinters Mark Cavendish (HTC-Higroad) en Tyler Farrar (Garmin-Cervélo) kwam buiten tijd aan. De tijdslimiet lag op 33'07" en de grupetto kwam binnen op 35'40". De renners werden opgevist, maar verloren wel 20 punten. Dat betekent dat José Joaquin Rojas (Movistar), die in een eerdere groep binnen was gekomen, nu maar 15 punten achterstand meer heeft op Cav. Ook in het jongerenklassement waren er verschuivingen. Rein Taaramae (Cofidis) neemt de witte trui over van Urán. Hij staat 33" voor op Rolland, de meester-helper van Voeckler.
Nog even meegeven dat Vanendert 14de werd op 3'50" van Schleck. De Weert finishte als 22ste op 5'35". In het algemeen klassement staat De Weert nu 13de en Vanendert 16de.
Rit 18: Pinerolo (Italië) - Galibier Serre Chevalier (200,5 km)
De koninginnenrit in de Alpen vertrekt in het Italiaanse Pinerolo waar de rit gisteren aankwam. De eindstreep ligt 200 km verder op de top van de Galibier (2645 m). Nog nooit was de Galibier het decors voor een aankomst, nog nooit lag de finish zo hoog. Vooraleer de renners aan de Galibier kunnen beginnen, moeten ze eerst nog over twee andere cols buiten categorie: de Agnel en de Izoard. Alsof het parcours op zich nog niet loodzwaar genoeg is, zal ook het weer een rol spelen. Vooral over de omstandigheden op de Galibier was veel te doen, nadat deze week tweehonderd wielertoeristen moesten worden geëvacueerd doordat ze werden verrast door de sneeuw. Vandaag zal het weer eveneens grillig zijn. Aan de voet van de Galibier is het open weer, maar naarmate de top nadert kunnen de renners in regen- en sneeuwbuien terechtkomen.
Vooraleer het grote klimwerk begint, ligt er een tussensprint na 46,5 km in het Italiaanse Verzuolo. Hier zal Mark Cavendish (HTC-Highroad) ongetwijfeld nog wat punten willen pakken vooraleer hij aan een lange dag in de achterste gelederen van het peloton begint. Vanaf de sprint is het nog veertig kilometer tot de voet van de Col Agnel, maar ook op dat stuk loopt de weg al omhoog. De Col Agnel (buiten categorie) is 23,7 km lang en het gemiddeld stijgingspercentage bedraagt 6,5 %. Met een hoogte van 2744 m vormt deze berg het dak van de Tour. Degene die als eerste bovenkomt passeert krijgt de Souvenir Henri Desgrange, een extra premie. Het zwaartepunt ligt in de tweede helft van de klim waar stroken liggen van meer dan 10 %. Voorbij de top rijdt het peloton Frankrijk binnen. Na een afdaling van 20 km kunnen de renners zich bevoorraden in de vallei. Hier kunnen ze krachten opdoen vooraleer de beklimming van de Col d'Izoard (buiten categorie) aan te vatten. De Izoard heeft een lengte van 14,1 km met een gemiddeld stijgingspercentage van 7,3 %. Ook hier is de tweede helft steiler, met stroken van 10 %.
Daarna is het dalen tot even voorbij Briançon. Vervolgens gaat het weer bergop. De slotklim naar de top van de Galibier (buiten categorie) is 22,8 km lang. Het gemiddeld stijgingspercentage is niet zo hoog: 4,9 %. Het is wel een slopende klim vanwege de lengte en het feit dat de hele etappe al loodzwaar is geweest. In de eerste acht kilometer stijgt het nooit meer dan 5,0 %, dus wellicht zullen de favorieten hier nog even afwachten. Het is pas in de laatste negen kilometer dat er stroken zijn van 8 en 9 %. Dat is voorbij de top van de Lautaret.
Wellicht zullen de klassementsrijders voor de ritzege strijden. Ook onze Jelle Vanendert (Omega Pharma-Lotto) zal zich in de debatten moeten mengen op de slotklim wil hij zijn bolletjestrui deze avond opnieuw om de schouders hebben hangen. Momenteel heeft hij maar twee punten voorsprong op Samuel Sanchez (Euskaltel). Op cols buiten categorie zijn maximaal twintig punten te verdienen, maar dat wordt verdubbeld als de aankomst boven is. Aan de streep is dit de puntenverdeling: 40, 32, 24, 16, 8 en 4. Opdracht voor Jelle: finishen voor Sanchez. Naast de bolletjestrui en de etappezege staat vooral de gele trui op het spel. Thomas Voeckler (Europcar) mag voor de negende keer starten in het geel. Zijn voorgift op nummer twee Cadel Evans (BMC) bedraagt 1'18". Fränk Schleck (Leopard) is derde op 1'22". Zijn broertje Andy (Leopard) staat nog meer dan een minuut verder. In de Pyreneeën prikte de jongste Schleck enkele keren, maar kon hij nooit wegrijden. Fränk Schleck kon dat wel op weg naar Luz-Ardiden. Beiden moesten echter lossen op de Col de Manse, twee dagen terug. Daar maakte Alberto Contador (Saxo Bank) een sterke indruk. Samen met Samuel Sanchez en Cadel Evans kon hij afstand nemen van de concurrenten. Gisteren vormde hij alweer een tweespan met landgenoot Sanchez in de afdaling, maar voor de streep werden ze bijgehaald onder impuls van de Schlecks. De voorbije dagen leken de Schlecks zwakker en Contador sterker dan in de Pyreneeën. El Pistolero zou wel eens genadeloos kunnen toeslaan op de Galibier.