Zoeken in blog

Foto
Foto
Over mijzelf
Ik ben Journée Wilfried , en gebruik soms ook wel de schuilnaam PAPOUM.
Ik ben een man en woon in LANDEN (België) en mijn beroep is gepensioneerde , slapen, goed eten en drinken..
Ik ben geboren op 04/06/1944 en ben nu dus 79 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wielersport en tafeltennis, geschiedenis, reisverhalen, chansons, humor..
Inhoud blog
  • EINDE
  • Adieu l'Ami - Au Revoir.
  • De Flandriens uit Limburg.
  • Les soldats russes venus en France en 1916 .
  • HISTOIRE DU TENNIS DE TABLE - FP.
    Foto
      EINDE
     VAN DEZE BLOG

      26 08 2012
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto

    J. BREL

    C'est plein d'Uylenspiegel
    Et de ses cousins
    Et d'arrière-cousins
    De Breughel l'Ancien

    Le plat pays qui est le mien.

    Tous les chemins qui mènent à Rome
    Portent les amours des amants déçus
    et les mensonges des anges déchus.

    Foto
    Foto
    Foto
    Pelgrim

    Wat zich gaande voltrekt
    in de ziel van de pelgrim
    is niet een toenemend verlangen
    naar het bereiken van zijn reisdoel,
    niet het vinden van het heilige
    aan het einde van zijn bedevaart,
    maar zijn overgave aan de ruimte,
    aan de kiezels op zijn pad,
    zijn besef van niet-weten,
    zijn afdalen in de leegte.

    Zijn benen worden zijn vrienden,
    de regen zijn lijden,
    zijn angst wordt gericht
    naar de honden langs de weg,
    het vele legt hij af en hij rust in het Ene.
    Al trekkend komt hij nergens,
    voortgaande bereikt hij niets,
    maar zijn vreugde neemt toe
    om een bloem en een krekel,
    om een groet en een onderdak.

    Zijn reisdoel en zijn thuis
    vloeien samen aan de horizon,
    hemel en aarde vinden elkaar
    op het kruispunt van zijn hart.
    Het heilige verdicht zich
    in de dieren en de dingen.
    Zijn aankomst ligt verborgen
    in de wijsheid van het Zijn.

    Catharina Visser

    Foto
    De Weg.

    In de verte gaat een pelgrim,
    eenzaam over het pad.
    Met een blik voorwaarts,
    eindeloos turen naar het pad.
    Het pad dat hem leidt,
    de wind die hem begeleidt.
    Samen èèn met de natuur,
    de geur,het geluid en omgeving.
    Daar toont de schepping hem,
    nederig dat het pad van zand
    zo hard als steen is.
    Soms ook warm,koud en nat.
    De pelgrim stapt over
    het harde pad,
    met als enige vriend
    zijn schaduw.
    Samen op hun weg.
    When we got to the sea at the end of the world
    We sat down on the beach at sunset
    We knew why we had done it
    To know our lives less important than just one grain of sand.
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    En camino de Santiago
    Sur le chemin de St Jacques
    Iba una alma peregrina
    Allait une âme pérégrine
    Una noca tan obscura
    Une nuit si obscure
    Que ni una estrella lucia ;
    Que ne brillait aucune étoile ;

    Foto
    Foto

    Le patron de toutes les filles
    C'est le saint Jacques des Bourdons;
    Le patron de tous les garçons
    C'est le saint Jacques des Coquilles.
    Nous pouvons tous les deux nous donner un bouquet,
    Coquilles et bourdons exigent que l'on troque;
    Cet échange affermit l'amitié réciproque,
    Et cela vaut mieux qu'un œillet.

    Foto

    Dat een pelgrim bij terugkomst niet wordt herkend door de mensen thuis, is een geliefd thema in middeleeuwse pelgrimsverhalen. Waarschijnlijk wil de legende daarmee aanduiden, dat de pelgrim door zijn bedevaart een ander mens is geworden; hij is op Christus gaan lijken. Dat wordt uitgedrukt door de omstandigheid dat de mensen van vroeger de teruggekeerde pelgrim niet meer herkennen: hij beantwoordt niet meer aan het oude beeld, dat zijn nog hebben; de pelgrim is een nieuwe mens geworden.

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Betrouw geen pelgrim met een baard
    Die met een schooikroes geld vergaart
    Al beed'lend langs de wegen sjokt
    En met een deerne samenhokt.



    Priez pour nous à Compostelle - Barret et Gurgand - 1977.

    Par milliers, par millions, le besace à l'épaule et le bourdon au poing, ils quittaient les cités, les chateaux, les villages, et prenaient le chemin de Compostelle. Gens de toutes sortes et tous pays, ils partaient, le coeur brulant, faire leur salut au bout des terres d'Occident, là où la mer un jour avait livré de corps de l'apotre Jacques.
     
    Foto
    Foto
    Ik had het eerst
    niet in de gaten,
    en opeens
    zàg ik het spoor
    dat jij voor mij
    hebt nagelaten.
    Mon père .

    Assis dans un vieux fauteuil
    Recouvert d'un plaid usé,
    Il rêve de son passé,
    En attendant le sommeil.

    La fumée d'un cigare
    Flottant au-dessus de lui,
    D'une auréole, pare,
    Sa tête grise, de nuit.

    Vêtu d'un pantalon gris,
    Chemise de flanelle
    Sous le tablier bleu sali.
    Sa casquette est belle.

    Il sait déjà que demain,
    Sera le grand jour pour lui.
    Mais il ne regrette rien,
    Et partira seul sans bruit .

             
              ***
    Foto
    La mort .

    Le jour où tu viendras,
    A l'aube d'un matin,
    Me tendre les bras
    Me chercher par la main,
    Entre comme moi
    Par le fond du jardin.

    Tu essuyeras tes pieds
    Sur le grand paillasson,
    Pour ne pas marquer
    Tes pas dans le salon,
    Et n'oublie pas d'ôter
    Ton noir capuchon.

    La table sera mise
    Et le vin bien chambré,
    Quand tu sera assise
    Nous pourrons le goûter,
    Avant que je ne suive
    Ton ombre décharnée .

    Mais si tu préfères
    Par surprise me faucher,
    Au début de l'hiver
    Ou au soir d'un été,
    Pousse la barrière
    Elle n'est jamais fermée.

    Avant de m'emporter,
    De rendre ma valise,
    Laisse-moi griffonner
    Une dernière poésie
    Où je ferai chanter
    La beauté de la vie.

    Ce n'est pas ce matin
    Que je quitterai le port,
    Puisque de mes mains
    J'ai caressé si fort
    Ses lèvres de satin
    Que je t'oublie, la mort.


              +++
    Foto
    Foto
    Foto
    SEUL  SUR  LE  CHEMIN .

    J'ai traversé des villes,
    J'ai longé des cours d'eau
    J'ai rencontré des îles
    J'ai cotoyé le beau !

    Tout au long du voyage
    Rien ne m'a retenu
    Même pas un signe de croix
    Tracé d'une main tremblante.

    Le vent, la mer, la pluie
    M'ont façonné le coeur.
    Je suis leur propre image,
    Immuable douleur.

    Je fais signe aux oiseaux,
    Seuls amis de ce monde,
    Qui m'entraînent dans une ronde
    A m'en crever la peau.

    J'ai traversé des coeurs,
    J'ai rencontré des bras,
    J'ai caressé des fleurs,
    J'en ai ceuilli pour toi.
    Foto
    Foto
    Foto
    卓球
    Настольный теннис
    टेबल टेनिस
    Стони тенис
    เทนนิสโต๊ะ
    Bóng bàn
    탁구
    تنس الطاولة

    TENNIS DE TABLE
     MESATENISTA
    PING PANG QIU
     TISCHTENNIS
    TABLE  TENNIS


      photos courtesy  ITTF 


    乒乓球
    Stolni tenis
    Tenis Stolowy

    ITTF    TABLE   TENNIS 
        Classement mondial 
         26 - 08 - 2012  
    World  Ranking
    Weltrangliste
    Ranking Mundial
    Värlen Rangordning
    Classifica Mondiale 

    MESSIEURS :

    1. ZHANG Jike - CHN
    2. MA Long - CHN
    3. XU  Xin - CHN
    4. WANG  Hao -
    CHN
    5. MIZUTANI Jun - JPN
    6. MA  Lin  - CHN
    7.  BOLL Timo -  GER
    8. CHUANG Chih-Yuan - TPE
    9. OVTCHAROV Dim - GER
    10. WANG  Liqin - CHN
    11.  JOO Se Hyuk - KOR
    12. OH Sang Eun - KOR

    --    DAMES :
    1. DING Ning - CHN
    2. LI Xiaoxia - CHN
    3. LIU Shiwen - CHN
    4. GUO Yan - CHN
    5
    . ISHIKAWA Kasu - JPN
    6. FUKUHARA Ai - JPN
    7. FENG Tianwei - SIN
    8. KIM Kyung - KOR
    9. GUO Yue - CHN
    10. WANG Yuegu - SIN
    11. WU Yang  -  CHN
    12. TIE Yana - HKG

     

    Info  =  www.ittf.com 
    ( anglais,allemand,chinois).

    http://www.ittf.com/_front_page/itTV.asp?category=ittv_New

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    December 1990 - Pantoum.

    De noodklok belt slechts éénmaal
    Komt weldra de ultieme speeltijd
    Ademen voor de laatste maal
    Gelukkig geen haat noch nijd
    Toch af en toe een flater
    Een zorg is dit voor later
    Lopen van os naar ezel
    Toch af en toe een flater
    Niet knikkers tellen, wel het spel
    Lopen van os naar ezel
    Dagelijks goed aan de kost
    Niet knikkers tellen, wel het spel
    Verwachtingen zelden ingelost
    Dagelijks goed aan de kost
    De beste blijft mijn moeder
    Verwachtingen zelden ingelost
    Water is het kostelijkste voeder
    De beste blijft mijn moeder
    Om bestwil een toontje lager zingen
    Water is het kostelijkste voeder
    Op zoek naar de diepte der dingen
    Om bestwil een toontje lager zingen
    Komt het varksken met de lange snuit
    Op zoek naar de diepte der dingen
    Nu is dit pantoumeke bijna uit
    Komt het varksken met de lange snuit
    Ademen voor de laatste maal
    Nu is dit pantoumeke bijna uit
    De noodklok belt slechts éénmaal.

    Tibertyn.    ***
    Foto
    Kleine mensenhand
    strooit op winterse dag
    kruimels voor de mus.

    Schelpen op het strand
    die worden door de branding
    voor ons kind gebracht.

    Molens in de wind
    draaien, draaien, en draaien
    in het vlakke land.

    Kerstman in de straat
    borstelt met grote bezem
    sneeuw weg van de stoep.

    De dode takken
    breken af bij felle wind
    van de avondstorm.

    Kreten in de nacht
    van kikkers in de vijver
    lokken de reiger.

    Hulpeloos jong lam
    verloren tussen struiken
    waar de wolf vertoeft.

    De werkzame bij
    zoekt in de roze bloesems
    lekker naar honing.
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    The country with the biggest population in the world, the People's Republic of China, regards this sport as the most important.”

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    De pelgrim.

    Hij is op de weg alleen 
    al weet hij nog niet waarheen
    maar ergens stond geschreven
    dat hij die richting moest gaan
    en aarzelt hij soms even
    langs de eindeloze baan
    terwijl hij in zijn hart voelt
    dat velen eerder gingen
    mijmerend over dingen
    terwijl een windje afkoelt .
    Verder dan Rome loopt de weg.
    Ervaringen van een pelgrim.
    04-12-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.La Bataille de Steppes du dimanche 13 octobre 1213.
    Je n'avais pu choisir l'endroit où j'étais arrivé sur cette terre. Mais au bout de presque 25.000 journées d'existence je réalise que j'ai eu de la chance d'avoir vu le jour dans une famille bien fixée sur les terres où les provinces belges actuelles du  Limbourg, de Liège et du Brabant-Flamand se rencontrent en un seul point. A l'âge de cinq ans dèjà mon père m'avait amené en haut d'une colline, dans les champs immenses, près des sept sources,  et il m'avait montré les splendeurs et les raretés de notre village . Peu de temps après avec mes jambes maigres j'étais infatigable et j'allais à la découverte des haies, des arbres, des ruisseaux, des prairies, des bois, des chemins profonds et des tumuli de la Hesbaye. Car je me prennais à l'époque pour Winnetou, le chef des Apaches, et ma course à travers champs était celle d'un jeune lièvre bienheureux. A l'âge de mes dix ans, pour la joie de ses enfants mon père avait acheté un âne.  Il attendait de ma part que  d'une ferme de Montenaken je ramènerais à la maison ce nouveau membre de notre famille. La vieille bête, qui avait passé presque toute son existence au fond d'un charbonnage, avait une bonne corde autour du cou et cela devrait me permettre de la conduire sur cinq kilomètres à travers ces chemins de terre que je connaisais si bien à cause de mes vagabondages à pied ou à bicyclette. J'avais mis beaucoup d'heures pour rentrer chez nous. Cette ânesse avait Bella comme prénom et c'était une vieille jeune-fille stérile. Ce jour-là cela avait été un dur combat pour se mettre bien d'accord au sujet de qui serait l'homo sapiens et qui l'asinus aux oreilles trop longues. Mon duel de dressage s'était passé exactement dans la campagne de Steppes où au début du treizième siècle  avait eu lieu la grande Bataille de Steppes.

    Il y a eu plus de cinquante batailles importantes sur le territoire actuel du Royaume de notre Belgique, et dans mon village nous étions fiers que cet évènement du dimanche 13 octobre 1213 s'y était déroulé. Toutefois  peu d'habitants actuels de la région s'intéressent encore à ce glorieux dimanche d'un passé si lointain, et c'est pourquoi j'ai pris la liberté de me documenter un peu pour une modeste présentation sur mon blog. Vous êtes en train de la lire et j'espère que cela ne vous laissera pas indifférent.

    Reculons dans le temps vers cette Europe de l'Ouest de 1212 qui était partagée selon les historiens entre trois forces principales : le Saint Empire , la France, et l'Angleterre. Sur un plan plus régional les dés étaient dans les mains de la Flandre, du Brabant, et de la Principauté de Liège.  On peut presque dire que cela ressemblait à aujourd'hui. C'est exact et c'est aussi faux, car si les noms sont identiques, les intérêts en jeu sont différents, les frontières des territoires ont bien changé, et les innombrables familles nobles de jadis sont moins puissantes et surtout remplacées par d'autres forces capitalistes et politiques. Ce qui dominait la situation au Moyen Age était la voie commerciale qui mène de Bruges ( Mer du Nord) à Cologne ( Rhin). La politique était dictée par les relations entre les grandes familles nobles et s'exprimait par un multiple de mariages et d'héritages, mais elle se modifiait également par les affrontements armés violents et sauvages,  par les alliances et les traités. Il faut ajouter qu'en 1212 on était encore aux temps des croisades, des pélerinages, de la construction des cathédrales, des abbayes, de l'Eglise unique superpuissante de Rome,  et 
    au temps de la naissance d'une troisième force nouvelle composée par les citoyens de nos villes, artisans et commerçants organisés en gildes, métiers, confréries et milices.

    Il n'a pas été possible à bien d'autres que moi d'expliquer exactement l'importance historique de La Bataille de Steppes. Les témoignages directs écrits de l'époque sont très rares et trop différents les uns des autres, selon qu'ils viennent du côté de nos ancètres Limbourgeois, Liègeois, ou Brabançons. Il y a aussi des textes qui datent d'autres époques, y compris la nôtre, venant d'historiens religieux ou laïques, d'écrivains, d'étudiants, ou de Cercles d'Histoire, et qui dans leur ensemble prouvent un mélange de vérités, de légendes, mais aussi d'impossibilités et de doutes .


                     

    Les pas qui allaient conduire aux pires horreurs dans les campagnes d'Hesbaye avaient pris leur départ en 1197 à cause d'un testament fait par le comte Albert de Moha-Les Waleffes en faveur de Henri Duc du Brabant et de Louis Comte de  Looz, en échange d'une grosse somme d'argent, testament modifié ensuite en faveur du prince-évêque. Durant les années du début du XIIIe siècle de grosses tensions existaient entre les pays du Brabant et les pays de Liège à cause de cet héritage. Mais la naissance inattendue de Gertrude von Dachsberg, fille de Mathilde de Moha, enleva tout espoir aussi bien aux Brabançons (Ouest) qu'aux Liègeois (Est), car après avoir changé plusieurs fois ses accords avec ses voisins Belges, Duc et Prince-Evêque, le médiocre Comte de Moha donna sa toute jeune fille en marriage à un voisin du Sud, Thierry de Lorraine .

    Albert III de Moha décède. Il a beaucoup de dettes et c'est manu militari que les uns et les autres vont essayer de se faire rembourser. Fin avril 1212 le Duc du Brabant arrive dans sa nouvelle place forte Landen. Il arrive à la porte de sortie de son duché avec plus de 300 chevaliers en armure. Les jours suivants toute une armée auxiliaire le rejoint et l'affrontement politique se transforme en épreuve de force militaire.

    Depuis des siècles des hommes s'étaient installés dans les vallées avec microclimat et sur les bonnes terres au Nord-Ouest de Huy. Le Comté de Moha avait été beaucoup plus grand, mais compte
    en 1212 toujours 22 villages, 5000 hectares de terres agricoles. Le Duc Henri est sans scrupules, sa volonté d'étendre sans cesse ses frontières ne stoppe jamais, il est selon ses projets à la fois l'ami ou l'ennemi de n'importe qui. Ainsi Hugues de Pierrepont de Liège est le parrain de son fils, et via Philippe, le comte de Namur, il a signé un traité de paix avec les Liègeois.  Le Duc a recruté mille mercenaires à Liège et en Hesbaye qu'il a placés ensemble avec des troupes à lui dans un campement au Nord de Bruxelles en vue de participer à une future guerre entre la Flandre et la France.  Mais il est lié en affaires avec Otton IV Empereur, mais excommunié par Rome, à qui il a promis de corriger une bonne fois les hommes d'église de Liège. Ce vilain Duc du Brabant joue sur tous les tableaux !
    Le Duc veut s'emparer de Moha . Le prince-évêque déplace ses forces de Liège à Huy et laisse la cité ardente quasi sans défense ! Il n'y a ni hommes ni murs pour défendre cette grande cité qui pensait être sans ennemis. Car qui oserait s'attaquer à une ville sacrée qui compte tant d'églises et de couvents. Qui oserait avec des pieds impurs envahir le Palais du Prince-Evêque ?
    Les chevaliers du Brabant ne descendent pas vers la Burdinale et la Mehaigne, mais dans la brume matinale à pas rapide ils prennent le chemin vers le soleil levant qui mène à Liège.

    ( selon Coussement )  - Henri Ier le Guerroyeur, duc de Brabant, voulant se venger du prince-évêque de Liège, Hugues de Pierrepont, qui lui avait disputé avec succès la possession des seigneuries de Moha et de Waleffes, situées au nord de Huy, vint fondre à l'improviste sur la ville de Liége, où l'on n'avait pris aucune mesure pour résister à cette attaque inattendue. Les habitants s'enfuirent de l'autre côté de la Meuse; leurs maisons furent livrées aux soldats et le pillage dura quatre jours.

    Le prince-évêque voulait quitter Huy pour défendre ses biens, mais ses conseillers étaient informés sur l'impossibilité de reprendre possession de leur ville à cause de la terreur inhumaine qui y règnait . C'est pourquoi Hugues de Pierrepont s'est mis en sécurité à Dinant.

    Le  SAC DE LIEGE  de ce mois de mai n'était pas moins terrible que dans d'autres villes frappées à l'époque par le malheur de la guerre. Des milliers d'hommes sans pitié, avec une brutalité sans limite, volaient, incendiaient, violaient, tuaient, buvaient, cassaient ...  et il faut signaler que ce n'étaient pas les chevaliers et fantassins qui étaient les plus actifs après les combats, mais leurs divers compagnons temporaires qui n'étaient que des voyoux et des aventuriers. Vers ce Liège blessé ils allèrent en vue de profiter de la situation. Le Duc du Brabant était visiblement le chef d'orchestre de toutes les atrocités. Heureusement que quelques notables étrangers présents en ville purent intervenir auprès de lui  et ainsi des enfants pris en otage furent rendus à leurs parents, les églises et la ville échappèrent à la destruction totale par les flammes. Le dimanche tous les hommes d'église devaient jurer fidélité devant Dieu à leur Suzerain l'Empereur Otton IV et les survivants devaient signer un Traité de Paix qui les déshonorait. Le duc si rusé faisait comme s'il était venu à Liège sur ordre de l'empereur. Le lendemain l'armée du Brabant avec un butin maximum quittait Liège, s'empara de Les Waleffes, mais fatigués ils préféraient ensuite rentrer à la maison sans encore continuer la guerre à Huy en à Moha , où des défenseurs très coriaces les attendaient.

      

    Suite à cette dévastation de la Cité de Liège, les mois suivants le prince-évêque se mit en action. En cette période de grand deuil il améliora son armée, et poussa les Liégeois à finir les fortifications autour de leur ville, et surtout il faisait des bonnes collectes partout. Son rôle comme chef religieux n'était pas moins important. Henri le Guerroyeur, pour toute une population devint pire que le diable. Sa demande d'excommunication au pape était sollicitée. Un deuil général pour les victimes du Sac de Liège fut proclamé. Dans toutes les eglises des actions avaient lieu visant la damnation du Duc du Brabant. Sur le plan politique le prince-évêque pouvait s'entourer de nombreux amis importants, une coalition contre laquelle Henri I n'était plus capable de se battre. Mais au lieu d'affrontrer ses ennemis groupés,  le duc et ses nobles demandaient le pardon pour leurs crimes. Ils allaient à confesse et remboursèrent de fortes amendes en promettant de laisser Moha à d'autres. Le Duc Henri, temporairement répenti, admettait avoir très mal agi en attaquant un prince-évêque de sa propre dynastie. L'armée hétérogène qui était prête contre lui est dissoute vers la fin de l'année. Le comte Ferrand de Flandre, fin diplomate en ces heures, fut l'artisan d'une courte période heureuse sans vives luttes qui suivit.

    Mais, après l'hiver, déjà en avril 1213 Henri du Brabant change de camp. Il abandonne les Guelfes, son associaton allemande. En se mariant avec la fille du roi de France il devient un joueur des Franco-Staufen. Ceux-là sont en guerre contre les Anglais de Jean-sans-Terre, allié de la Flandre. Celle-ci alors a peur du duo France-Brabant, et pour avoir plus de force elle fait union avec Liège. Dès mai 1213 ces  concurrents s'affontent déjà dans une autre guerre qui ne fait pas partie directement de ce qui nous intéresse en vue de l'affrontement de Steppes, mais c'est un conflict dont il faut savoir l'existence à la même époque  .

    Malgré les bonnes relations de Henri I du Brabant avec les chanoines de Liège, Hugues de Pierrepont et Ferrand de Flandre veulent attaquer le Brabant le 10/10/1213. Au lieu d'attendre pour cette action commune, les guerriers flamands campent déjà avant cette date convenue autour de Bruxelles où ils n'avaient pas le droit de se trouver, et les voilà alors également en guerre et opposés à la couronne de France.  Mais Henri I est au courant des plans pour une grande explication Brabant-Liège. Il attaque lui-même avant le jour convenu, l'attaque étant souvent la meilleure défense selon les experts militaires. Ses troupes s'emparent de Les Waleffes, Tourinne-la-Chaussée et de Waremme, localités situées sur la vieille chaussée romaine. Henri le Guerroyeur passe la nuit à Waremme et continue vers Tongres, ville bien fortifiée.  Le duc diabolique va espionner lui-même la situation à Liège. Il voit des murs et beaucoup de défenseurs. Il se réalise ainsi qu'un deuxième Sac de Liège ne sera pas possible. Il retourne à Tongres et établit son camp sur les bords du Geer. Le samedi après quelques manoeuvres de diversion et des pillages à Tongres, Xhendremael, Donceel, Omal, où il se repose un peu, car en fin de soirée le duc Henri oblige ses hommes à une marche rapide pour passer la nuit sur une hauteur à Steppes, située entre Cras-Avernas, Montenaken, et Houtain l'Evêque, endroit qu'il trouve stratégiquement intéressant et où il y avait bonne eau pour hommes et animaux . Il faut savoir qu'en juillet 1203 aux mêmes endroits un plus petit affrontement armé d'une durée de 8jours avait déjà existé entre les mêmes adversaires.

    IN LOCO QUI STEPS DICITUR.

    Entretemps, les forces du prince-évêque, se rassemblent et partent de trois points, de Borgloon, de Liège, et de Huy. Ces trois forces armées, après un déplacement nocturne, vont s'unir au lever du jour à Montenaken, le dimanche 13 octobre 1213. Selon les principes de la chevalerie chrétienne, le jour du seigneur, le dimanche, il devait y avoir trève pour permettre aux combattants des deux camps chrétiens opposés d'assister aux cérémonies religieuses, pour des obligations familiales, et pour soigner les blessés. Mais ce dimanche 13 octobre, légende ou vérité, les 'bons' seront les Liègeois et les ' mauvais' les Brabançons, car comme leur chef Henri a été frappé d'excommunication, il est non-chrétien, barbare, hors-la-loi.
    -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------                                
    QUELQUES HEROS QUI ONT COMBATTU POUR LIEGE A LA BATAILLE DE STEPPES DE 1213.

    ( Borgloon était une ville importante en ce temps-là, capital d'un comté qui allait jusque Tessenderlo et Hasselt. Pour être protégés contre l'expansionisme du Brabant ces Limbourgeois s'étaient bien associés aux Liègeois.)  

    Le Comte Louis II de Looz, qui venait de la forteresse de Brustem avec 300/400 chevaliers du Pays de Borgloon dont Henri III Comte du Limbourg lié par mariage au Duc du Brabant. - Didier de Walcourt, seigneur important des Ardennes, propriétaire à Walcourt, Rochefort,Clermont,Esneux,Dinant. C'est un ami de Hugues de Pierrepont. Il commande des chevaliers, et des citoyens de Dinant et de Fosse.-  Hugo de Florennes, qui possède beaucoup de terres à Liège, Namur,Hainaut, Flandres.- Arnold de Morialmé , seigneur de Fosse-la-ville, n'est pas très ami des Liègeois ni avec les curés, mais c'est un grand militaire qui aime la bataille. - Hendrik le provost de Notre Dame de Maastricht, entouré de quelques fidèles, prêts à une croisade contre le mal incarné par ce duc excommunié.
    Guillaume de Pietershelm, Otto von Born, Herman van Elslo, Guillaume van Rekem,Godefroid le Lion, Rase de Kortessem,Willem van Gothem,Walthère de Millen,Diederik van Loon, Lambert de Duras, Marin de Corswarem, et beaucoup d'autres chevaliers, sans oublier Lambert de Huy, et Anselme de Fléron qui perdra la vie durant le combat.
    De nombreux seigneurs de la Hesbaye, dont les puissants Dommartin, ne participent pas  parceque 150  d'entre-eux sont en Flandre pour la guerre contre la France. D'autres sont trop âgés ou préfèrent protéger la moisson entassée dans les granges de leurs fermes et chateaux.

    LIEGE  =  700/800  chevaliers   et  3000/4000 infanteristes.

    LE BRABANT ETAIT REPRESENTE  PAR :

    Il faut distinguer les chevaliers  qui étaient très mobiles, ce qu'expliquent leurs mouvements durant les journées
    avant la bataille, et venant derrière ces hommes et ces chevaux, des bandes de piètons, mal armées, ne faisaient rien de bon en route. Cette armée était surtout peuplée par des habitants de Leuven et de Lier. Des mercenaires de toutes les nationalités faisaient partie des troupes du Duc du Brabant.-Guillaume de Perwez , demi-frère du duc Henri I. -Henri de Huldenberg , conseiller du duc Henri I. Il était habillé comme le chef suprème pour faire croire que c'était lui le terrible Henri Le Guerroyeur.- Guillaume Longue Epée et Thibaut de Bar, Comte de Clève, des chefs de mercenaires.
    BRABANT  =   400/500  chevaliers  et 3000/4000 infanteristes. 
    ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
    Pics, lances, épées, couteaux, masses ( goedendags fabriqués par leurs amis de Flandre),cognées de bucherons , lourdes haches des abattoirs'Ardenne, casque  et cottes de mailles, voilà l'équipement dont disposaient les Liègeois. Ils ne portaient pas de boucliers, et on ne signale pas la présence d'arcs .

    Les deux armées se regardant de près au pied de la colline de Steppes, les minutes s'égrènaient lentement tandisqu'un soleil pâle se levait. Les Limbourgeois, les Liègeois, les Hutois et les Dinantais, voyaient dans leurs rangs passer de nombreux moines et prêtres qui bénissaient, distribuaient des communions, entendaient des confessions  et ni plus ni moins que le Prince-Evêque organisait une procession et des prières, transportant vers le champ de bataille une statue de la Sainte Vierge et un reliquaire de l'Abbaye de Saint-Lambert. Dans le silence avant le début des combats mortels si les uns étaient occupés avec des exercices de la foi chrétienne, la plus grande partie des autres, chevaliers et fantassins qui formaient les rangs de Liège, restait concentrée et vigilante en vue de l'affrontement militaire. Cela amusait l'armée du Brabant. Ces mécréants espèraient qu'avant le combat déjà la peur allait pousser les milices communales à prendre la fuite, car ils étaient trop jeunes et sans expérience. S'ils faisaient appel à des réligieux à cette heure-là , il était clair qu'ils pensaient déjà que la fin de leur vie terrestre était arrivée. Pour énerver ceux qui étaient en bas de la colline ceux qui étaient plus haut criaient des injures et des grossièretés. Il y en avait aussi qui employant leurs épées comme leviers bombardaient les lignes opposées avec des déchets, de la terre, des excréments d'humains et d'animaux, des fruits et des objets volés le jour précédent.  La tension était montée. La violence devait éclater. Le Bon Dieu qui voyait tout cela avait pitié des morituri, et le Diable ricanait tout en ouvrant déjà les portes de son enfer où les mécréants étaient attendus .

    Soudain le ( faux) Duc du Brabant mit feu à la bataille en galoppant en armure flamboyante sur son cheval blindé en direction de ses ennemis. Pas plus d'une seconde après déjà le Comte de Looz cria Loon, Loon, Loon, ... le terrible cri de guerre des Limbourgeois. Cette réaction immédiate à fait échouer le plan des chefs Brabançons, car ceux-ci avait prévu une perçée fulgurante qui aurait dû massacrer Louis II Comte de Looz  dès début du combat. Dans ce but cinq mercenaires d'une force physique énorme avaient attaqué le flanc droit des Liègeois. Mais bienque face à ce terrible escadre de la mort pointé spécialement sur lui et dirigé par le vrai Duc du Brabant camouflé en seigneur de moindre importance, le Comte de Looz se retrouva sur le sol rapidement tandis que toute la pression des attaquants écasait sa position sur le flanc gauche du champ de bataille. De justesse, il fut sauvé par la souplesse et le courage des jeunes seigneurs qui étaient autour de lui et qui tous risquérent leur vie pour le protéger, pour le remettre sur un autre cheval. Un bon mouvement des chevaliers de Didier de Walcourt coupa rapidement l'ensemble des belligérants ennemis en deux parties séparées. Il est certain que ce furent des chefs habiles qui allèrent remporter la victoire, des meneurs d'hommes qui ont su calmer les uns et faire combattre les autres au bon endroit et au bon moment. 

    Le fait que des nuages ont empêché les Brabançons de profiter d'une bonne visibilité, que leurs chevaliers en panique ont écrasé certains de leurs auxiliaires à pied, qu'ils ont laissé passer en se retrouvant encerclés des adversaires qui parlaient la même langue qu'eux, et d'autres points néfastes pour ceux qui allaient perdre, sont des bonnes causes qui décidèrent qu'en moins de trois heures la VICTOIRE DE LIEGE était certaine. A 15 heures dèja sur La Place Saint Lambert le moine Jonatos informa toute la cité  . De suite, la joie y était indescriptible. Dans toutes les églises et chapelles les cloches, pourtant silencieuses depuis mai 1212, étaient sonnées au maximum pour informer les populations de l'évènement extra-ordinaire, et le  'Te Deum ' était chanté en de nombreux endroits pour remercier le Bon Dieu ...  !
    Effectivement cela ne c'était pas encore vu alors que des citoyens amateurs avaient eu tellement de courage et d'ardeur qu'ils avaient écrasé une armée féodale de mercenaires professionels. Toutefois dans leur joie les Liègeois ont minimisé sans doute les mérites de leurs alliés qui avaient accompli du travail menant à la victoire sur leurs deux flancs .
    Que ce soit dans les chroniques célèbres et sérieuses, comme DE TRIUMPHE SANCTI LAMBERTI  IN STEPPES  de Renier, prieur des Bénédictins de Saint-Lambert, ou dans les simples récits populaires racontés depuis 27 générations de père en fils  (ceux qui avaient formé la population de la Principauté de Liège ) , ou aussi ailleurs encore pour ceux qui insistent et cherchent , il est possible de trouver d'autres faits concernant le dimanche 13 octobre 1213  et les dix jours qui suivirent.

    Ainsi, certains mercenaires Brabançons se seraient entretués au moment de fuire avec du butin rassemblé le jour précédent ... !  D'autres, des régionaux, des aventuriers, des mendiants, des voleurs et des valets, trainaient comme des vautours dans les parages, sans faire partie d'une des deux armées, mais dès que la victoire souriait aux Liègeois comme des braves ils se mirent à se salir les mains inutilement avec le sang des Brabançons. Si la cavalerie du Brabant avait par deux fois renversé et blessé leurs propres hommes à pied, il avait été vrai aussi que des Hutois avaient tué des alliés Limbourgeois parcequ'ils parlaient une langue proche de celle qu'on parlait à Louvain, et pourtant les eaux du Geer coulaient dèjà vers la Meuse en ce temps-là !   Ils combattaient ensemble mais ils ne se connaissaient pas assez bien !

    Mais j'ai rencontré quelque part ceci et ce ne fut pas sans conséquence. Henri III , noble Limbourgeois de mauvaise réputation avait deserté parcequ'en fait à cause de son mariage il ne pouvait faire partie d'un des deux camps. Ce chef en fuite rencontre vers l'heure de midi une trentaine de cavaliers encore frais qui viennent de la forteresse de Brustem , des hommes d'armes qui arrivent de territoires situés de nos jours hors de la Belgique et ce pour renforcer encore l'armée du Comte de Looz. Ces hommes ayant raté le début de la bataille sont friants de savoir ce qui se passe à Steppes. Le seigneur déserteur explique que les Liègeois sont dans de très mauvais papiers et leur conseille de rentrer à Brustem, endroit calme et sans risque, car ainsi son oncle Duc du Brabant resterait encore leur ami, ce qui serait bien plus intelligent que d'aller mourir pour une cause perdue tard dans l'après-midi  d'un triste jour d'automne ...   ! 
    Ces trente cavaliers venus de loin font demi-tour et attendent à Brustem, où vers 23h00 ils se rendent compte qu'ils ont été trompés car ce menteur de Henri III qui était un fils d'une soeur d'Henri I du Brabant . Aussitôt ils remettent le cap sur Montenaeken et y rejoignent encore dans la nuit ceux qui  épuisés, blessés, en désordre, couverts de joie et de gloire, s'enivrent en chantant des chants de victoire . Mais quand le lundi se pointe les Liègeois et leurs amis auxiliatores, ayant satisfait leur besoins de manger, de boire, de dormir,  s'organisent à nouveau et s'occupent des blessés, des prisonniers, des cadavres. Le prix payé pour l'immense victoire était lourd : 27 chevaliers et plus de 300 combattants à pied sont morts.
    Les Brabançons ont reculé sur Avernas et Hannut, vers l'Ouest et le Sud-Ouest, en fuite et en désordre, mais ils ne sont pas encore bien loin. Les traces de la fuite de leur cavalerie se retrouvent à Grand-Hallet, Chapeauveaux, Tirlemont, et sur la vieille chaussée de Nivelles. Toutefois il est déjà clair qu' ils ne vont pas revenir dans les arènes pour une seconde mi-temps, comme s'il y aurait eu match Standard - Anderlecht  !

    (Selon de Gerlache) - Le lendemain de bonne heure ils atteignirent les terres du Brabant et rendirent avec usure aux malheureux habitants de cette contrée toutes les horreurs de la guerre que le duc avait fait peser sur leur pays. Ils pillèrent et brûlèrent Hannut et la forteresse de Leeuwes; puis, pendant dix jours de suite, et sans rencontrer aucune résistance, ils dévastèrent une quantité de bourgs et de villages, tant du Brabant wallon que du Brabant flamand.


    La Bataille de Steppes était terminée le dimanche soir . La sainte victoire triomphale que Dieu,  Saint-Lambert, et selon certaines légendes aussi Saint Odile,  prirent des Brabançons en la Warde de Steppes , pour la vengeance des Liègeois, fut tellement signifiante qu'elle a écarté un ennemi traditionnel pour toujours et qu'elle a rendu un peuple fier et libre pendant des siècles. A partir de la victoire de Steppes les habitants et les chefs de cette ville libre n'avaient plus peur de personne  !
    Vu le rôle important donné à Hugues de Pierrepont lors de cette bataille à la Custodia , au poste de garde du Pays de Liège, la suite et le souvenir ont donné lieu à des processions, à des pélerinages, à une journée de fête à Liège, au respect des Teutons de l'énorme Empire Germanique pour la vieille cité sur la Meuse. Tout cela est une longue et belle histoire qui va jusqu'en 1795, et une histoire qui nous raconte aussi les conflicts internes qui opposaient à Liège éternellement les bourgeois, les ouvriers, et les religieux. 

    Le lundi 14 octobre 1213 les trente jeunes chevaliers qui étaient venus en retard et quelques autres militaires de rang moyen se remettent en route à la chasse des Brabançons . Ils sont très mobiles sur leurs chevaux et rencontrent bientôt des groupes de battus. Ceux-ci n'opposent que peu de résistance, laissent tomber armes et autres biens et se rendent acceptant déshonneur et défaite. Cette première vague de l'armée du lundi se retrouve en soirée en la forteresse de Hannut ( alors Brabant) qui laisse la porte ouverte. A Hannut hommes d'armes et civils prétendent qu'ils sont des amis. C'est pourquoi d'ailleurs que les chevaliers et certains fantassins Liègeois y passent la nuit, après avoir bien mangé et bien bu comme à chaque fois qu'une armée passait par ce carrefour en Hesbaye . Le jour suivant les trente chevaliers continuent leur nettoyage et leur poursuite, ce pour bien finir comme d'excellents professionnels une guerre ancienne qui est en fait le combat pour la conquète de la grande voie commerciale qui mène de Bruges à Cologne en passant par Maastricht.
    Entretemps des bandes de Liègeois, appartenant à la milice de la cité, des jeunes costauds équipés avec leurs lourdes haches de boucher forment une deuxième vague qui se déploit dans la campagne. Ces hommes ne se contrôlent plus et sont sans chefs. Ils se souviennent trop bien encore des horreurs de mai 1212 lorsque Brabançons avaient pillé leur ville, incendié leurs maisons, violé et tué leurs femmes, leurs soeurs et leurs filles. Ils n'ont qu'un seul but  : LA VENGEANCE  SANS LIMITE !
    Si dans les récits transmis jusqu'à nous par les moines, le Saint Esprit lui-même sous la forme d'une colombe blanche avait visité Steppes lors des moments historiques   et que dans les couvents de Liège, de Saint Trond, de Les Waleffes, les bonnes soeurs avaient prié beaucoup , ... le comportement de ces solides fils de bouchers à la hache lourde est compréhensible mais pas très chrétien . Cette deuxième vague se conduit comme tous les autres qui avant et après se rendirent coupables de crimes et d'horreurs en temps de guerre. Mais il est très difficile à accepter que,  même dans les vertes campagnes que l'on aime tant, que de telles atrocités se soient passées. La deuxième vague , 89 années avant Les Matines Brugeoises, va se venger à fond du Sac de Liège de 17 mois auparavant. Habitués de voir du sang dans les abattoirs ces Liègeois et autres de la même profession  se mettent à couper les pieds, les mains, les langues, les oreilles, les organes sexuels, de tous ceux qui ressemblent à des Brabançons coupables . 
    Une des raisons qui va faire s'enflammer l'horreur est que des habitants de Hannut se sont emparés de chariots qui venaient de Huy et qui étaient chargés avec tout le ravitaillement des troupes alliés. Cela fit de façon inattendue de Hannut une forteresse ennemie et traitre qui pour le jeu de cette guerre sera détruite encore ce même jour-là.  
    Mais c'est la cause aussi que les folles horreurs vont grandir et frapper tout l'Est du Brabant, avec la destruction de Hoegaerden, Landen, Zoutleeuw, et 28 autres hameaux, fermes et villages. Une troisième vague destructrice va en même temps passer.  Il s'agit de non-combattants de Montenaeken qui viennent nettoyer les champs et y ramassant armes, vêtements, chaussures et cuirs, armures, boissons, vidanges, nourritures, objets de valeur, meubles pillés ailleurs et abandonnés par ceux qui étaient en fuite. Ces mêmes personnes n'avaient pas peur de sortir leurs couteaux  pour obtenir ce qu'elles voulaient. Ensuite par le soin de moines et d'hommes chrétiens les morts inconnus seront rassemblés et entérrés en fosse commune.  Le récit est terrifiant . Souvent nus et mutilés, les cadavres attirent loups et chiens sauvages. Des membres de leur famille, des amis, des compagnons d'armes, retournent les morts connus vers leurs paroisses où en terre sacrée ils sont enterrés . Des chroniqueurs ont chiffré le nombre de ces cadavres entre 800 et 2000 . 
    Une quatrième vague de partisans de la victoire et de profiteurs se mit en route à partir de Saint-Trond, de Brustem, et même de Huy. Des commerçants et artisans allaient chercher comme butin de guerre tout ce que leurs concurrents de Zoutleeuw possédaient, alors que leurs milices communales n'avaient pas été opposées en combat militaire à Steppes. Zoutleeuw,  ville où le commerce international était très florissant , transformée en ruïnes suite à une incendie, devint cette semaine-là une ville martyre à cause de la jalousie  de ses concurrents commerciaux.Comme il était écrit dans la Bible beaucoup se prenaient pour les bons Juifs qui avaient pu avec la permission divine massacrer la race maudite des Amalecites .

    Le Comte de Flandre, Ferrand de Portugal, allié de Liège en octobre 1213, constate que les français qui ont pris connaissance de la situation  en Hesbaye, ne sont plus très motivés .C'est pourquoi dès la fin de la semaine il commande à une partie de ses hommes de traverser le Hainaut pour menacer Henri le Guerroyeur dans ses territoires les plus à l'Ouest. Le dimanche 20 octobre 1213  le puissant Duc Henri est etranglé par les deux fronts contre lui, et il doit accepter la défaite.Humblement il demande qu'on lui prépare les conditions pour la paix. Il se présente à Liège le 28 février 1214  pour en prendre possession. Entretemps comme garantie ses fils Henri et Godefroid sont pris en otage et gardés par le Comte des Flandres. Pour les Sac de Liège de 1212 , l'énorme somme  de 15.000 marks est fixée comme amende. Le duc est fauché  et c'est seulement 29 août 1227 que par un paiement de 27.100  livres il pourra rembourser en principal et intérêts . Ses deux fils retrouvèrent déjà la liberté après la belle victoire du Roi de France à la Bataille de Bouvines le 27 juillet 1214 ( échange de prisonniers). Une serie de places fortifiées séparera bientôt la Principauté de Liège du Brabant , et une paix de longue durée a suivi .

    Le 23 octobre 1212, Liègeois, Limbourgeois, Hutois, Flamands et autres alliés, à pied ou à cheval , retournent tous chez eux. Ainsi ils permettent aux habitants des villes et villages du Brabant de retrouver une vie normale et de  reconstruire ce qui avait été détruit. 

    Le Prince-Evêque Hughes de Pierrepont était le chef des vainqueurs . Sa gloire fut de courte durée . Rapidement il a des différends avec les chanoines de Saint Lambert qui lui reprochent qu'il avait été bien trop gentil  avec ceux du Brabant.  Beaucoup d'argent et d'or était passé entre ses mains, mais sa comptabilité n'était pas très en ordre. Sa popularité diminua rapidement . Il fut écarté de son poste. Cet homme important, héros parmi les héros de Steps, est parti en pélerinage à Saint-Jacques de Compostelle , où effectivement il était noté comme un pélerin des plus importants  ayant accompli  le long chemin bénéfique depuis Liège.


                       





    Sur un théatre plus modeste mais non moins intéressant , avec cent ans presque d'avance , les journées  de guerre féodale décrites annoncent déjà cettte Bataille de Courtrai  de 1302. Elle est semblable mais quotée plus importante par nos historiens officiels. Mais, le gamin de Houtain- l'Evêque que j'étais et que je suis resté continue à croire qu' à   'Hachez-Bouchers'  le sang avait coulé bien plus qu' à Groeninghe.  Tout en respectant la dévotion populaire de nos ancètres , je ne prétends pas comme les abbés Boonen et Kaudt de Montenaeken au XIXe siècle ou d'autres clercs et moines auparavant, ont écrit ou publié que la Saint Vierge aurait été présente lors d'un miracle pendant les combats meurtriers à Steppes en ce lointain  dimanche 13 octobre 1213.
    Je certifie cependant qu'une procession en groupe vers Steppes, avec les gens d'un même village à travers les champs, les chemins de terre profonds, entre les cérisiers, de chapelle en chapelle, ont jadis fait la joie et la foi de beaucoup de personnes dans cette région.  Que ce fut au mois vert de mai ou au mois brun-jaune d'octobre, la tarte était bonne à Montenaeken. L'église, la place du marché et les cafés y étaient remplis. En ajoutant que les filles étaient belles, et que l'après-midi il y avait course cycliste et sortie de la fanfare, je ne dois pas vous expliquer plus, qu' à pied ou à bicyclette je suis allé souvent en pélerinage à  Notre Dame de Steps.  .

    04-12-2011 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-09-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Toen er in Wallonië veel wielerkampioenen waren.
    Beste sportliefhebbers, vrienden van het kromme stuur, vroegere dopingzondaars en hedendaagse filosofen aan de toog of achter het computerscherm, mannen van het grote verzet of van het kleine verzet,  laten wij eerlijk zijn. Wie terug wil gaan, niet naar die ellendige septemberdagen van 2001 maar naar die september uit de goede oude tijd toen de Spaanse Griep net was voorbij getrokken in 1921 en de wereld terug op tempo kwam te draaien, die zal daar Louis Mottiat tegen komen.
    Louis Mottiat uit Bouffioulx in Henegouwen, dorp nabij de Samber bekend door de pottenbakkers die daar woonden, was bijgenaamd DE MAN VAN IJZER , omdat hij een atleet was met enorm uithoudingsvermogen. Geboren op 6 juli van het jaar 1889 begon hij vanaf 1910 zich internationaal te tonen als sportman van hoog niveau. Hij was een joviale kerel, die door wispelturigheid en vrolijke levensstijl niet alle dagen alles kon geven met de pedalen en hij was nogal traag van eindsprint. Door de Eerste Wereldoorlog werd zijn sportieve loopbaan gedurende vijf jaren onderbroken. Vooral in lange marathons, ritten in de Tour, en ééndagskoersen, de verschrikkelijk ultraproeven van toen die omwille van hun onmenselijkheid niet meer worden betwist in de moderne wielersport, kon Louis Mottiat een mooi aantal grote overwinningen behalen. Alcyon- La Sportive betaalde het maandloon en de kosten van deze beroepsrenner die in Wallonië leefde tot in 1972.

    Hierna het verhaal van één van die kanjers van wielerkoersen op de weg die op het palmares staan van  " Louis Mottiat, le plus grand des As de la Route, un pédaleur dont les performances n'ont jamais été égalé par les générations qui ont fait du vélo après lui, par les champions de notre pays, qu'ils aient été des provinces de Flandre, de Bruxelles, de nos régions francophones ou allemandes, ou par tous les autres résidents ou  immigrés pratiquant le noble art de la bicyclette en Belgique."  

     



    Vrije hedendaagse vertaling geplukt uit Miroir des Sports van 8 september 1921.

    MIJN OVERWINNING  -  LOUIS  MOTTIAT  LEGT HET ONS UIT     !

    Toen ik de start heb genomen, met mijn kameraden, aan de Westelijke uitgangspoort  van Parijs , Porte Dauphine, op vrijdag 2 september was ik er van overtuigd dat ik de koers zou winuen . Laten we echter goed verstaan dat ik toch ook wel besefte dat ik zou kunnen beperkt worden door eventuele ongelukken, door het lot of door pech en door het onverwachte dat zelfs de dapperste van de wielerhelden in onmacht kan brengen. Zo werd ik al vlug minder zeker , nog voor het bereiken van Dreux, want tussen Houdan en daar moest ik tweemaal  bandbreuk repareren. Dat zou later tijdens de eerste dag van deze Parijs-Brest-Parijs me nog drie andere keren doen stoppen. Uiteraard was het te verwachten dat mijn concurrenten iedere keer vleugels kregen om hun tempo op te drijven !  Uiteindelijk doorspartelde ik nog in goede staat, ondanks die platte banden, de eerste 600 km . Goesting om te slapen overviel me en bleef me tergen. Door mijn zadel heb ik veel pijn gehad aan mijn zitvlak. Ik heb veel dorst geleden. Maar ik kon dit alles verdragen en ik bleef volhouden ! Toen wij te Brest mochten draaien, met nog vijf sterke mannen in de kopgroep, heb ik al begrepen dat ik zou kunnen winnen. Slechts Eugène Christophe bezorgde me nog wat vrees en dat is de waarheid .  Hij is immers een man van staal !

    Na de tweede nacht voelde ik me bekwaam van met aangehouden inspanning het tempo omhoog te drijven. Mijn onzekerheid verdween, ik geloofde in mijn eigen kunnen. Ik twijfelde nog alleen maar om te beslissen waar en wanneer ik Christophe, Heusghem, Masson, en Sellier , zou kunnen losrijden. Ik voelde dat zij bij de eerste gelegenheid zouden afhaken. Later is gebleken dat mijn zelfvertrouwen niet overdreven was. De heren sportjournalisten zullen zich nog wel herinneren dat ik nabij Tillières, een halfuur alvorens ik uit de kopgroep ben weggestormd, ik hen nog ben gaan zeggen dat zij moesten wakker blijven in de wagens van  Miroir des Sports, want dat ik niet lang meer zou wachten om wat te laten zien dat waardig was om over te schrijven.  'De anderen denken dat ik moe ben', heb ik gezegd, 'maar let op want weldra ga ik beginnen te dansen op mijn manier, en dan zullen zij moeten lossen.'
    Toen mijn landgenoot Felix Sellier met zijn vervelende schermutselingen de kopgroep bleef pijnigen, heeft hij kermis in de  brouwerij gebracht.  Ik had maar één kans nodig. Die kwam er nadat onruststoker Sellier het meerdere keren probeerde . Ik was hem in zijn wiel gevolgd . We twijfelden toen de anderen terug schenen te zullen komen, maar dan sloeg ik alleen ten aanval, boog mijn hoofd en kromde mijn rug , zodat ik op volle snelheid  bleef vorderen. Alles wat in mijn spieren en in mijn hart nog was heb ik er toen uitgewrongen.

    Er bleven me nog 100 km af te leggen. Ik vloog zodat de laatste 50 km eigenlijk korter leken  dan alle vorige 50 km die we eerder onder de wielen hadden gekregen, want vele toeschouwers juichten me toe. Zij schreeuwden me op het laatste vooruit !
    Niet wetende wat zich nog in de koers achter mij aan het afspelen was, overviel plots nog een soort paniek me. Ik was zo bang dat zij met hun verenigde krachten en samenwerking terug aan het naderen waren op mijn achterwiel.   Toen ik echter duidelijk te weten kwam dat de sterke Sellier door een bandbreuk langs de weg stilstond  en hoe echt groot de voorsprong was die ik had genomen, was ik  zeer verwonderd. Dit veranderde weldra in een gevoel van geluk en tevredenheid.  Ik wilde deze belangrijke klassieker winnen en heel Parijs was op mij aan het wachten. Dit is het hoogste voor de grote wegrenners. Deze koers winnen  maakt van een wielerkampioen een onsterfelijke held  ! 
    Ik ben zeer gelukkig met mijn overwinning, vooral omdat deze werd veroverd tegen  die vier duivels sterke kerels die ik heb kunnen kloppen  ! .
    Mijn dank wil ik ook betuigen aan die tienduizenden supporters, mensen die ik niet ken maar van wie het sportieve hart voor mij heeft geklopt . Hun aanmoedigingen en hun vrolijke lach maakten het mij tijdens deze zware dagen mogelijk door te gaan tijdens de onbeschrijfelijk  inspanningen die hier aan een winnaar worden gevraagd .

        Louis Mottiat 1921 

    INDRUKKEN  TIJDENS  DE  1200 KM  TUSSEN  PARIJS  EN  BREST.

    Wie zo'n zeer lange koers bij dag en bij nacht volgt, verzamelt in zijn memorie vele merkwaardige beelden , en het is moeilijk daar eentje van tussen uit te halen en daar dan iets voortreffelijk over neer te pennen. In ieder geval was het me duidelijk dat de eindpaal door de deelnemende wielrijders slechts kan worden bereikt na bewijs van uitzonderlijke weerstand.
    Mottiat, die vorig jaar heen en weer op weg naar Bordeaux reeds een groot winnaar was, en de vandaag bij leven reeds legendarische Christophe, waren terecht de favorieten die niemand hebben ontgoocheld. Voegen we daar ook de heren Sellier en Masson bij omdat zij ons hebben bekoord tijdens hun schone prestaties en zij behoren ook tot het ras van de allergrootste kampioenen. Alavoine reed dit seizoen teveel en kwam reeds vlug door vermoeidheid te kort.  Dat was ook het geval bij Barthélemy en Scieur die door maagproblemen moesten lossen. Wie tijdens het rijden niet veel kan eten en goed verteerd is immers kansloos tijdens zo'n  marathon. Ook de vele andere deelnemers zorgden voor mooie sportdagen. Zij zijn dappere mannen die ik bewonder. Halfweg reeds sneuvelde de grote Firmin Lambot wegens ziekte en nog eerder zagen wij Leonard, Steux, Anseeuw, in de gracht gaan liggen en opgeven. Aan het keerpunt met als eerste aan de controle Sellier was even voor zaterdagmiddag geworden. Tijdens de passage van Morlaix, waar Christophe een bad nam en van kledij wisselde, bleven vijf renners samen in een eerste peletonnetje en zij werden onder de stralende zon herkend als zijnde Christophe, Mottiat, Sellier, Masson en Louis Heusghem. Hun schone pedaalstoten waren het bewijs dat zij nog fris waren, zij reden sneller dan het voorziene uurrooster, doch een streling voor ons oog was vooral het soepele benenwerk van Mottiat.
    Emile Forestier, de Touriste-Routier op dat ogenblik aan de leiding , botste tegen een koe . Er was schade aan dat beest, aan de fiets, maar niet aan de man die dapper weer vertrekt. De zenuwachtige Sellier was zijn tochtgenoten voortdurend aan het testen en ook aan het pesten, doch hij deed dit ook toen het tempo te laag was, omdat hij op zijn fiets in slaap riskeerde te vallen.  Met daarna Masson aan de leiding was de vaart van het quintet regelmatiger en ook hard, maar toen brak deze koptrekker zijn wiel, verloor veel tijd en krachten. Te St-Brieuc tekende hij wel terug samen met de vier leiders en dat betekende dat hij veel energie had opgebruikt en sedert Guigamp elf minuten rapper had gereden dan de eerste vier. Dit gebeurde in een Bretoense mist die het zicht van allen beperkte tot 20 m. 
    Te St-Brieuc komt Ernest Paul te voet aan met afgebroken pedaal. De voormalige prof  herstelt dit met moeite en verliest zo meerder uren. Gedurende duizend kilometers zaten die wielrijders op hun zadel, afwachtend, etend, vechtend tegen de slaap, en dat moet zo volgens de taktiek in deze wegkoers van lange adem. Mottiat kon dit , want reeds vanaf Alençon werd gevoeld dat de beslissende stoten van hem zouden komen. Met zijn koelbloedige aanvalsdrift animeerde Sellier nog altijd het gebeuren. De anderen konden steeds een antwoord geven. De vijf vluchters hielden mekaar voortdurend in het oog en niemand toonde zwakte. Om middernacht stopten zij lang om te eten te Rennes aan km 845 . Forestier, Trippier en Hudsyn volgden daar al met 5 uren achterstand, terwijl nog 5 uren later een groepje met Dorfeuille komt. Deze man zou nadien betrapt worden terwijl hij zich aan een auto vastklampte. De hoop van Frankrijk lag weer bij Christophe. Hij lachte en beweerde krampen te voelen.' Waarom is er toch geen betere coureur in mijn land dan de oude man die ik ben geworden ?' dat riep hij met luide stem !  Maar toch zou de Oude Galliër nog tweede worden in deze superkoers  !

    Het gebeurde op de helling van Tillières-sur-Avre . Daar sloeg de kampioen Mottiat toe. Hij had wat eerder zelfs de volgers in de wagens verwittigd dat hij dat zou gaan doen.  Na de zoveelste mislukte poging van Sellier, die andere grote kampioen uit België die een uur later en dichter bij de meet nog veel pech zou krijgen, profiteerde hij van enige aarzeling . Hij spurtte weg als een gek en weldra had hij enige boogscheuten voorsprong. Het was al te laat toen we enige organisatie bij de achtervolgers konden vaststellen. Louis Mottiat was reeds op de lange weg in de verte een punt geworden. Tussen Versailles en Parijs reed hij tussen een dubbele haag sportliefhebbers. Soms liet de menigte in delirium hem amper nog wat plaats om verder naar het Prinsenpark te razen. Auto's en fietsen volgden Mottiat, hetgeen achter hem voor stofwolken zorgde.

    Van alle koersen is het duidelijk  Parijs-Brest-Parijs  die de mensen het meeste boeit. Op alle uren van de dag en van de nacht, in Normandië, in Mayenne, in Bretagne, wachtten zowel de inwoners, burgers en arbeiders van de steden als de boerenfamilies op het platteland, op de doortocht van de geliefde wielrenners. Zelfs jagers met geladen geweer verkozen van naar de auto's en de velo's te blijven kijken. Er waren oude mensen die eerbiedig hun hoofd bogen en God bedankten omdat zij dit nog eens mochten zien op het einde van hun leven. Hele klassen schoolkinderen werden door leerkrachten of door nonnetjes opgesteld met tricolore vlaggetjes om de dappere wielerhelden  en de volgers  te verwelkomen.  Ja, het is duidelijk dat zelfs in het diepste landelijke Frankrijk een gelukkige nieuwe tijd is aangebroken !

    Tijdens de duisternis zorgden de versterkte lampen van de gemotoriseerde vierwielers van de volgers voor licht en veiligheid. Verder naar achteren in deze koers reden de amateurs-wegtoeristen meestal individueel met slechts een kleine lamp op hun tweewieler. Deze dapperen reden nog veel langer dan de beroepsrenners en volgden op vele uren, zelfs op dagen.  Dat betekende dat na halfweg de deelnemers die al uit Brest terugkwamen nog zeer lang de achterblijvers die ook probeerden het keerpunt te bereiken, kruisten en aanmoedigden. Onbegrijpelijk is zeker na  hen gedurende zo lang te hebben gevolgd,  hun inspanningen en hun lijden te hebben gade geslagen, kilometer na kilometer, dat zulke wielrenners wanneer zij met hun voeten in hun lichte schoenen naast je staan, dat zij eerder magere mannetjes zijn, gewone stervelingen gemaakt  uit vlees, been, vel, bloed en andere lichaamsvochten, helemaal niet de supermannen die zij eigenlijk toch wel zijn gezeten op hun stalen paard, met zulke moed en volhouding die zij al rijdend aan ons tonen.

    Zij die beweerd hadden dat door zo'n veel te lange afstand het maar een slaperige bezigheid zou worden tussen Parijs en Brest kregen volledig ongelijk. Want die ongelooflijk sterke kerels, na non-stop  1.100 km zonder slaap noch rust, reden nog met de beste benen een finale zoals er nooit eerder werd gezien in de wielersport. Zij reden, hoe is het mogelijk, nog  35 km per uur toen zij bergop hun beslissende strijd uitvochten. Met oneindige energie en brio verdedigden zij hun kansen tot wanneer ultieme vermoeidheid zichtbaar werd, na 55 uren en meer arbeid, alsof het ging voor een koersje van 200 km .

    Mottiat ging onbesuisd te werk, menend dat zijn achtervolgers nog niet verslagen waren en dichtbij op zijn hielen volgden. Hij reed zijn laatste 100km met recordsnelheid. Dat was alleen mogelijk door zijn schitterende forme, vaardigheid, stielkennis.  Omdat hij de vorige dag in die omgeving vijfmaal platte band leed, gebruikte hij zorgvuldig de diverse verharde wandelpaden en stoepen langs de grote steenweg. Hij zwiepte voorbij hindernissen en gaten, gleuven en scheuren.
    Wat is het bestaan erg moeilijk zo gezeten op een hard en smal  lederen zadel, in de zon, regen, wind, en in het stof en het vuil van de wegen. De kille vochtige ochtendmist in Bretagne, de lage temperaturen in het diepst van de nacht, niets kon deze Azen van de Wielersport klein krijgen.

    Ja, inderdaad, wij hebben wel gezien dat ook zelfs Mottiat het nodig vond van zichzelf te beschermen. De sterke Louis droeg bij momenten een regenjasje en ook wollen knielappen. Zijn laatste drinkbussen waren gevuld met gesuikerde wijn. Het vettige en vieze laagje vuil en snot dat op zijn gelaat plakte veegde hij af en toe weg met zijn vingers en dat ook nog dicht bij de meet om er een beetje fatsoenlijker uit te zien. Zoiets was toch eigenaardig voor zo'n barbaarse gladiator, een wildeman, een stier, die zo vreselijk met de pedalen op zijn fietsketting had getrokken. Hij was zelfs nog een beetje koket, gentleman voor de dames . Nadat hij het vuil had weggeveegd herontdekten wij zijn eeuwige hartveroverende glimlach. Wat een kerel  !  Zijn kop was zo zwart als die van een neger uit Ouagadougou, maar alle mensen die hem hebben gezien bij zijn aankomst te Parijs tijdens zijn triomftocht zullen een onuitwisbare herinnering bewaren.

    Rond de 666 m lange wielerbaan Parc des Princes wachten 20.000 wielerliefhebbers om de winnaar van Parijs-Brest-Parijs te zien binnenrijden. De stayerswedstrijd die het publiek amuseerde wordt afgevlagd.  Plots weerklinkt het geschal van militaire trompetten. Het is zowat 17h  op de eerste zondag van september 1921  en Louis Mottiat komt de velodroom binnengereden.  Alle toeschouwers staan recht en feliciteren zo goed mogelijk de superkampioen uit  België.  Het is alsof donder en bliksem op het XVIe arrondissement van Parijs vallen. Louis geniet en lacht zijn tanden bloot. Een grote pet, een zware stofbril, twee banden rond zijn nek, een volgepropte stuurtas, maar hij laat zich zachtjes uitlopen want voor de premie voor de snelste laatste ronde, laat hij het genoegen aan de mannen die 22 minuten na hem zullen arriveren.  Nadat Christophe deze premie  ( 333  franse franken van toen) heeft gewonnen volgt een overrompeling van de piste door de wielerfans. Alle toeschouwers willen immers de Goden van Parijs-Brest-Parijs benaderen. 

    Dat betekent dat de brave Louis Heusghem die velodrome niet meer binnen geraakt ! Een van zijn broers (Pierre) had in 1911 deze koers gewonnen als Touriste-Routier. 
     
    Mijn vraag om te eindigen :  Is er ooit een grotere  flandrien geweest dan de Waal  Louis Mottiat  ?


    Christophe        
                                                Sellier                                        Masson père
       

    ENKELE  TECHNISCHE GEGEVENS  OVER PARIJS-BREST-PARIJS  1921 :

    Het gaat over de vierde uitgave van deze wedstrijd die slechts iedere 10 jaren was voorzien?

    1891  :  1. Charles TERRONT 
    1901 :   1. Maurice GARIN 
    1911 :   1. Emile GEORGET                

    Aantal deelnemers :
    A.  Coureurs de vitesse =  44  profs  - zwarte rugnummers .
    B.  Touristes-Routiers   =  62 amateurs - rode rugnummers .

    Gangmakers verboden , helpers, verzorgers, alleen toegelaten in de controleposten.
    Profs mogen van fiets veranderen, amateurs niet. Profs mogen eventueel profs helpen, maar amateurs mogen dat niet. Vaste controle km 80 - km 156 - km 215- km 280- km 351- km 451- km 536- km 596 (Brest)-en op de terugweg op dezelfde plaatsen  zijnde dan km 660- km 745- km 845- km 981- km 1040- km 1116-   en ook nog vliegende controles zoals aan  km 1136 .  De  afstand  bedraagt precies 1196 km .    Start  vrijdagvoormiddag 9h 53 .

    EEN ORGANISATIE VAN HET DAGBLAD     L'Auto-Vélo .

    UITSLAG  PROFS   (10 geklasseerden)  :

    1.  Louis MOTTIAT    1196 km in  55h07'06"    gemiddelde 21,698 km/u.
    2.  Eugène CHRISTOPHE     op 23'27"
    3.  Emile MASSON  (vader)  op  23'32"
    4.  Louis HEUSGHEM         op  31' 16"
    5.  Félix SELLIER                op  1h 20'54"
    6.  Robert CONSTANTIN      op 7 h00'
    7.  Charles PAREL
    verder nog Pierre HUDSYN, Camille BOTTE, Maurice PESNIN .
    en disqualificatie van Etienne DORFEUILLE en Jean KIENLEN

    UITSLAG TOURISTES - ROUTIERS (49 geklasseerden ) :

    1.  Ernest PAUL   (halfbroer François FABER) in  62 h 12'  
    2.   Emile FORESTIER   op 4h30'
    3.   Etienne CHERET
    12.  Julien LOOTENS  - alias SAMSON op 39h53'.

    Dit zou de fiets geweest zijn van Mottiat.

    01-09-2011 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-08-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Le nouveau Phinney est arrivé.


       

    De benen en het hoofd .  Taylor Phinney geboren op 27 juni 1990 te Boulder ( Colorado) - 1m93  en 82 kgr .

    Ondanks het slechte weer op deze zomermaandag mogen de wielerliefhebbers toch weer glimlachen, want na een schone Tour de France ging vandaag de ENECO TOUR van start , de belangrijke rittenkoers op het grondgebied van Nederland en van België.  Deze 8ste dag van de 8ste maand van 2011 zal volgens velen, en volgens de senior-wielerfanaat die ik ben, in de sportgeschiedenis als een mijlpaal staan. We zagen op onze televisieschermen één jonge kerel in minder dan zeven minuten de 5,7 km lange proloog winnen. Ja, we kenden al wel zijn naam, maar dat hij zo'n toptalent is dat wisten we niet.  Welkom Taylor Phinney !   We zullen voortaan uw prestaties graag volgen en meeleven als supporters want wij geloven in U als nieuwe superkampioen . Tijdens de komende dagen hopen wij dat deze koers bijzonder aantrekkelijk blijft en volgende donderdag gaan we zeker langs de weg op een helling staan tijdens de zware rit van Heers naar Andenne.

     

    Jasmine Vangrieken overhandigt  de bloemen aan de sterke Taylor wellicht een toekomstige opvolger van haar Johan  als winnaar van Parijs-Roubaix.  Op de andere foto staan de echtgenoten Phinney- Carpenter als fiere ouders van Taylor tijdens de Olympische Spelen 2008.

    De moeder van Taylor Phinney :
    Geboren te Madison in Wisconsin op 26/02/1957 beoefent Connie Carpenter het snelschaatsen en reeds als jong meisje verovert zij in 1972 te Sapporo (Japan) een ereplaats tijdens de Olympische Winterspelen. Veel sterker en nationale kampioene blesseert zij zich echter vier jaren later. Om te revalideren begint zij te fietsen en dat vindt zij weldra toffer dan schaatsen. Op de weg en op de wielerbaan verovert zij spoedig zes nationale titels. Als studente aan de Universiteit van Berkeley munt zij ook  uit in het roeien , want in 1980 wint zij een nationale titel. Deze vrouw met vele talenten wordt in 1983 wereldkampioene in de achtervolging . Op de weg wint zij in eigen land de Olympische Wegkoers 1984 en dat betekende onsterfelijke sportroem. Ondertussen was zij de echtgenote geworden van de in de USA bekende wegrenner Davis Phinney. Dit gezin telt een zoon en ook een dochter die als sport aan langlaufen doet.

    De vader van Taylor Phinney :
    In de schaduw van de wonderboys Greg LeMond en Andy Hampsten lukte Davis Phinney een mooie loopbaan in de wielersport want hij was een sterk sprinter. Een paar honderd overwinningen in kleine USA koersen tijdens zijn jeugd, bezorgen hem eerst een selectie voor de Olympische Spelen 1984 in Los Angeles, en nadien gaan de deuren van het team van 7-Eleven voor hem open. Afkomstig  uit Boulder (  ° 10/7/1959 ) maakt hij naam in de Coors Classic en in de Ronde van Texas. Hij neemt in Europa ook  deel aan de Giro en viermaal aan de Tour de France. Davis veroverde er twee dagzeges en een tweede plaats voor de groene trui in 1988 ( geklopt door Eddy Planckaert). Nadat op veertigjarige leeftijd bij hem de ongeneeslijke Ziekte van Parkinson werd vastgesteld, begint hij zeer dapper aan een nieuw levensdoel. Hij zoekt fondsen voor het Wetenschappelijk Onderzoek op het gebied van deze ziekte.  

    De zoon van Davis en Connie, die de broer is van Kelsey.
    Begenadigd baanspecialist , niet vies van een veldritje, fantastische tijdrijder op de korte afstand, en nog aan het leren op gebied van langere wegritten, won de 21-jarige Phinney nu reeds vijf titels van wereldkampioen, en vier titels van nationale kampioen.  Achter hem staat een ervaren raadgever en dat is niet zijn vader, maar wel  good old Max Sciandri  die de internationale wielerwereld toch zo goed kent. Een jaar geleden lokte Lance Armstrong de jonge Taylor naar RadioShack, maar dan plots tekende Phinney een contract bij BMC tegen voorwaarden die nog géén enkele neoprof ooit kreeg.

    Taylor Phinney won bij de juniors reeds de Tour de l'Abitbi in Canada in 2007 en bij de Beloften in 2010 won hij in Nederland de vermaarde Olympia Tour. Voor ons Vlamingen klinkt echter nog beter dat hij zowel in 2009 als in 2010  Parijs- Rouibaix voor Beloften heeft gewonnen.
    Wat hij tot gisteren had gewonnen is al niet meer belangrijk want het leven loopt snel door.  Morgen start Taylor Phinney in goede forme in de leiderstrui van de ENECOTOUR  en hij heeft nu de kans om te tonen wat hij waard is .  Edvald BOASSON-HAGEN,  Philippe GILBERT, Nick NUYENS, Lars BOOM, Thomas DE GENDT, Johan VANSUMMEREN,  Stijn DEVOLDER, Geraint THOMAS,  Bert HERMANS, André GREIPEL, Tom STAMSNIJDER, Jurgen ROELANDTS, om er maar een dozijn te noemen, zullen deze nieuwkomer niet zo maar toelaten aan de tafel met de schoonste taarten.  Vrijdag te Roermond over 14,7 km komt de tweede tijdrit  waarin de jonge kampioen uit Colorado zijn kunde nogmaals kan laten zien.  
    Te Sint-Willebrord, Ardooie, Andenne, Genk   en Sittard-Geleen liggen de vijf andere eindstrepen .  Mooie wielersport in plaats van mooi weer, waarom niet  .... !

        
    Davis Phinney , bijgenaamd Thor in Colorado. 

    Mama Phinney had echte mooie en sterke sportbenen.    In het midden Connie en Maria Cannins.
     

    08-08-2011 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ACHTERVOLGEND naar COMPOSTELA.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Wilfried Journée en Renaat Grandry.

    Vijftig jaren geleden waren het slechts zotten of zonderlingen die te voet naar Compostela stapten. Dat was de mening in het grootste gedeelte van Spanje. Ook bij ons bij de pastoors en de hoger geplaatsten in de Kerk was dat zo. Slechts enkele tientallen 'pélerins' trokken nog langs La Route de Saint-Jacques. Uiterst rechtse Fransen met hun  Société des Amis de Saint-Jacques bewaarden het uitzonderlijk erfgoed uit wat werd genoemd  ' de duistere Middeleeuwen ' en maakten er een Franse aangelegenheid van.

    In 1980 legden twee bekende wielertoeristen uit Antwerpen de historische pelgrimstocht af via Vezelay. Een kleine maar zeer goede reisgids werd over hun fietstocht gepubliceerd. Plots begonnen meerdere sportieve kerels uit het Vlaamse land dezelfde route te volgen. Al deze herontdekkers van de oude boeteweg kwamen met schone verhalen en zelfs met wild enthousiasme terug, en niet zelden waren zij persoonlijk zeer diep onder de indruk van wat zij hadden ervaren.

    Vanaf 1946 werd in het baanwielrennen de discipline ' achtervolging ' ingevoerd .  Namen van grote wielerkampioenen sieren deze vorm van competitie. Ongetwijfeld is het duel over de 5 km tussen Gerrit Schulte en Fausto Coppi  een bijzonder hoogtepunt geweest in 1948. Persoonlijk was ik in 1963 een van de Belgische supporters die te Rocourt voor de wereldtitel bij de internationale amateurs over 4 km, zeer hard had geschreeuwd om onze Jan Walschaerts te helpen winnen tegen de vertegenwoordiger van de Sovjet-Unie. Ja, achtervolging op de wielerbaan, dat was vaak de moeite waard. Ik  noem geen andere namen van renners of rensters die vroeger hoog hebben gescoord in de achtervolging. Vandaag wordt er te weinig aandacht geschonken in ons land voor het gebeuren op de wielerbaan. Maar het is nog altijd de waarheid dat bijzonder sterke wielrenners op het podium komen van de grote tornooien in de achtervolging.  Ik onderlijn wel dat Bradley Wiggins, de kopman van Team Sky voor de komende Tour,  een grote achtervolger was en dat de huidige wereldkampioen in de achtervolging Taylor Phinney is, de grote belofte van BMC .

    Het was geen waanzin, maar louter toeval of misschien ook wel de wil van de Apostel, hetgeen nu in de komende paragrafen volgt. Op Hemelvaartdag 31 mei 1984, na 2 jaren mentale en fysieke voorbereiding, goed gedocumenteerd  over oude verhalen van pelgrims van weleer, alsook na het uitpluizen van wegkaarten en via het nieuwe boekje van zijn vriend Wilfried Wyn, de pionier van de moderne Vlaamse pelgrims, vertrok Renaat , de anonieme wielrijder op een mistige morgend voor een rit van 2.200 km op de Ruta Xacobea. Terwijl vandaag het oppassen is geblazen om niet op  hielen te trappen van zij die net voor je lopen, of om niet door een valpartij te sneuvelen wegens zigzaggende vermoeide zwakkelingen die de weg versperren, was dat op het begin van de hooimaand in 1984 zeker niet hetzelfde. Er was toen nog bijna niemand op die lange pelgrimsroute naar Compostela, en er waren meer torens van oude kerken dan authentieke peregrinos uit onze tijd. Ik beweer niet dat mijn cijfers de juiste zijn, de boekhouding werd in dat jaar nog niet goed bijgehouden, maar er zouden te paard, per fiets of te voet nog niet meer dan 470 pelgrims geweest zijn, terwijl dat in 2010 meer dan 200.000  zou worden. Bovendien bezoeken in de XXIste eeuw nu jaarlijks ook, komende met gemotoriseerde tuigen, in de wolken, op de zee, in de treinen, en op de snelwegen, minstens 4 miljoen toeristen-pelgrims de stad Santiago de Compostela.
     
    Op 25 mei 1984, eveneens op de route via Vezelay uit het kostbare handboek van Wilfried Wyn , was een andere Wilfried vertrokken uit de Pepijnstad, bakermat van de Karolingers. Op 1 juni 1984 fladderde deze Wilfried Journée, na zijn wegvergissing van de vorige dag, weg uit Aigurande. Op zaterdag 9 juli 2011 zal daar de achtste rit van de Tour de France starten. Op 1 juni 1984 gleed Renaat verder van uit Signy l'Abbaye.  Grote vraag  :  Zou  de sterke eenzame Antwerpenaar, lid van de vermaarde Koninklijke Antwerpse Wielrijdersclub, vereniging met meer dan 200 leden, de solo-rijdende Landenaar, lid van miniclubje  Black Diamond Cyclo Association, met slechts 2 leden, na een lange achtervolging kunnen inhalen ?

    Die ene fietsende pelgrim wist helemaal niets af van het bestaan van die andere fietsende pelgrim, maar toch werden zij, tijdens het afknabbelen van de kilometers, tijdens dorst, tegenwind, bergop,  en zadelpijn voortdurend gekweld door vragen zoals dit  :  ' Ik ben maar een deeltje van een lange ketting !  Wie rijdt of wie stapt juist voor mij ?  Wie zijn die vele anderen geweest die mij zijn voorafgegaan, iets wat al gedurende duizend jaren is gebeurd,  en ook wie zal de man zijn die me binnen een uur ,of een dag,of een week, zal inhalen, een andere eenzaat op een Brooks-zadel die sterker is dan ik, die gemakkelijker over de bergen zal geraken, die minder lang zal stoppen onderweg  ... !   Wie is hij die ik volg, die ik misschien zal inhalen, en wie is hij die na me komt  ? Zullen, in de eeuwen der eeuwen, er nog velen  na mij komen op deze route vol voelbare energie en mysterie ?  Heb ik in een vorig leven , eeuwen geleden, toen iedereen de Apostel eerde of vreesde, ook al niet deze pelgrimstocht gemaakt, want soms kom ik op plaatsen, doorheen landschappen, aan waterlopen, waar ik het vreemde gevoel heb dat ik daar al eerder was, alhoewel dat nooit kan gebeurd zijn volgens de normale logica die nog in mijn kop zit  ?


    Op 4 juni , precies op de veertigste verjaardag van Wilfried, zijnde W.J. en niet W.W. , komt de Antwerpenaar voor het eerst te weten dat er een andere pelgrim niet in gedachten, niet in het boekje, maar in de werkelijkheid ook aan het vorderen is op weg naar de Donejakue Bidea.
    Vele jaren later kunnen we nog lezen wat Renaat Grandry in die dagen optekende .

    cfr. blz 21- Dagboek van de hedendaagse pelgrim :
    Neuilly-en-Dun. Marie-Claude die goed van tongriem is gesneden heeft haar naam zelf gezien in het boek dat werd geschreven. door de Antwerpse pelgrim die vier jaar eerder bij haar kwam schuilen. Want verleden week kwam hier nog een fietser pelgrim en die had het boek bij zich. Wie is deze eenzame fietser die vijf dagen voor me uitrijdt  ?  Zal ik hem inhalen of zal ik hem later ooit ergens op Vlaanderens mooie wegen ontmoeten ?

    cfr. blz 42- Dagboek van de hedendaagse pelgrim :
    Tierra de Campos . Misschien vind ik daar de fietsende pelgrim die bij Marie-Claude overnachtte. We zouden dan een eindje samen door deze uitdrogende hitte kunnen rijden. Enkele kilometers maar want hij zal ook wel een individualist zijn. Veel zullen we met mekaar niet praten want we weten van elkaar hoe lastig het soms was met die verdomde regen in Frankrijk, maar ook hoe mooi het is iedere dag een overwinning op jezelf te halen. Hem nu ontmoeten zou heerlijk zijn. Verder fietsen, verder mijmeren. Ontmoeting met Mme Simone Hauterive die zijn drinkbus met Vichywater vult. Zo geraakt hij op zinderend asfalt toch in Olmillos de Sasamon, zonder zijn vriend de fietsende pelgrim die hij als in een fatamorgana even voor zich uit zag rijden nabij een meer dat onbestaande was !

    cfr. blz 43 - Dagboek van een hedendaagse pelgrim :
    Meson de Villalcazar de Sirga. Vier maal wordt mijn glas gevuld door Don Pablo. Hij en zijn vrienden vertellen me dat verleden week ook een fietser pelgrim voorbijkwam, ' tambien de Belgica'. Als ik hen mag geloven moet het een reus geweest zijn , wel twee meter lang en zeker honderd kilo zwaar en met een zwarte baard. Hij zal niet door de knieën gegaan zijn van vier glazen Sangria of Liquor del Peregrino. M'n onbekende vriend zal zeker de Apostel al omarmd hebben in Santiago, waar hij misschien op me wacht. Mijn stuurtas werd volgepropt met fruit en gebak, en tientallen mensen kwamen mij omhelzen.

    cfr. blz 50- Dagboek van een hedendaagse pelgrim :
    El Acebo. Op de vlucht uit de enge ruimte van onze stopkontaktenmaatschappij wil ik aan het bronnetje van Manjarin mijn drinkbus vullen, maar het water is niet zuiver en daarom moet ik zonder drank verder. In de verschrikkelijke bergaf probeer ik elders water te vinden, maar ik struikel en val languit neer. Zo ontmoet ik een herder die onder de beschutting van een boompje een dutje doet. De tandenloze man  wijst me de 'Fuente de la Trucha' met haar kristalhelder water. De herder vertelt mij over een  'peregrino de Belgica' die hij ontmoette in de nacht van Pinksterenzondag. De Vlaamse pelgrim werd lastig gevallen door zijn hond. Als ik zijn Spaanse woordenvloed goed begrijp heeft hij het over dezelfde pelgrim die me in Neuilly-en-Dun en Villa-Sirga gesignaleerd werd. Wie ben jij Peregrino Flamenco, zullen we elkaar ooit ontmoeten ?

    De Compostelane van Grandry werd overhandigd op zondag 17 juni en die van Journée op 13 juni. Zondag 17 juni 1984 was een speciale datum vermits er toen voor het eerst Europese Verkiezingen waren. De twee achtervolgende pelgrims hebben mekaar dat jaar niet leren kennen noch op de Camino noch in de straten van Santiago omdat de Landenaar reeds op vrijdag de trein naar Irun nam, waarna hij tot zondagavond nodig had om per fiets Bordeaux te bereiken. Een nachtelijke treinrit bracht hem tot Parijs, vanwaar hij in drie dagen terug Haspengouw bereikte. Grandry nam de trein naar Antwerpen en was op maandagavond reeds weer thuis, terwijl zijn onzichtbare tochtgenoot pas op woensdagavond zijn pelgrimsavontuur afvlagde en in het gewone leven terug moest instappen.

    Zij ontmoetten elkaar voor het eerst tijdens een bijeenkomst in de Sint-Andriesabdij van Zevenkerken nabij Brugge, en later kwamen zij mekaar zelfs soms tegen op zondagochtend wanneer zij broodjes gingen kopen bij dezelfde bakker. Hun vriendschap duurde nog jaren. Grandry werd echter ongeneeslijk ziek en stierf op het einde van 2001. Toen reed Journée naar Vung Tau  ( Cap Saint- Jacques) in Vietnam. De Wilfried uit de Pepijnstad schreef van uit het Verre Oosten, van nabij de zee waar de zon opkomt, toen nog in een brief aan Renaat in Edegem dat hij deze keer op weg naar de eeuwigheid, naar  'Costa da Morte', en 'In finibus Terrae', naar de ondergaande zon, maar even na hem aan het rijden was.  Hoeveel dagen dat zal zijn wist op dat ogenblik zelfs ' the apostle Saint James' nog niet .
    ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

    SANTIAGO DE COMPOSTELA.

        Fils du tonnerre
        Lumière de notre historia
      Gloire de la Galice
    Patron de l'Espagne
    Tu as semé la foi
    Sur notre noble terre
    Et ton épée conduit la charge
    Contre l'envahisseur
    Par toi féconde
    l'Espagne fut
    La mère des nations
    et dans le monde le peuple d'Espagne
    lumière resplendissante d'amour .

    ( composé par J.Perez )



    ++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

    14-06-2011 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Op 13 juni 1984 ontving ik mijn eerste Compostelane.
    Wilfredo sacratissum Templum pietatis causa devote visitasse.



        

         

    D. Antonius M-  Ronco Varela  hujus Almae Apostolicae et Metropolitanae Ecclesiae Compostellanae Dignitas Decani et sigilli Altaris Beati Jacobi Apostoli custos, ut omnibus Fidelibus et Peregrinis ex toto terrarum Orbe, devotionis affectu vel voti causa, ad limina Apostoli Nostri Hispaniarum Patroni ac Titularis SANCTI JACOBI convenientibus, authenticas visitationis litteras expediat, omnibus et Singulis praesentes inspecturis, notum facio :  ........... Dr-  JOURNEE Wilfried ( Landen) ... hoc sacratissimum Templum pietatis causa devote visitasse.  I quorum fidem praesentes litteras, nomine meo subscriptas et sigilo ejusdem Sanctae Ecclesiae munitas, ei confero.
    Datum Compostellae die  13 mensis junii anno  Dni  1984 .

    DEL EXMO.DEAN Y CABILDO
    DE LA STA APOPST.METROP. IGLESIA
    DE SANTIAGO
                                                        
                                          con boligrafo azul por el secretario
    ( Ronde stempel met Santiago Matamor)
                                                                                                          Canonicus Deputatus pro Peregrinis

    13-06-2011 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Naer Sente Jacobs in Galissiën.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen     ( vlaams pelgrimslied uit vroegere tijden)

         Ons keelgat is vol stof gevloghen
         van seer te gaen
         so laet ons hier terwijl wij moghen
         wat stille staen
         Laet ons voor dat drooch stof en sant
         ons keelgat spoelen
         al met den roomer in de handt
         den drooghen dorst vercoelen.
    --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
    Reeds op het einde van het eerste millenium trokken ontelbare gelovigen, boetelingen, avonturiers, bedelaars, huurlingen, artiesten van alle soorten, naar de plaats die werd beschouwd als de verst bereikbare van de toen gekende wereld. Daar in het verre Westen waar de zon ondergaat was volgens de beweringen van belangrijke mannen het graf herontdekt van de apostel Jacob de Meerdere. De voetstappen van de miljoenen pelgrims die zich naar dat verre oord hebben begeven lieten langs die weg sporen en tradities na die nooit werden uitgewist.

    In juni 1984 zwierf ik met mijn fiets langsheen de aloude route via Vezelay en Roncevalles tot  Padron waar de schelpen werden gevonden.  Ik kon veel ontdekken en ontmoeten. Ik had mijmeringen doch ook diepe gedachten en ik leerde mezelf beter kennen tijdens mijn tocht van 29 dagen. Mijn droge keel heb ik gespoeld met koele landwijn en mijn lege maag werd gevuld met wat voor de voorbijganger door de Apostel werd voorzien. Toen ik terug thuis was gekomen, begon ik boeken te zoeken over Compostela en te doorbladeren, in alle talen die ik in die tijd machtig was, en ik noteerde veel in mijn schrijfboeken.  Ik had het grootse plan van zelf een dik boek te schrijven over wat ik had gevoeld en meegemaakt tijdens mijn pelgrimstocht. Ik geraakte niet zo ver, want het onderwerp was voor mij te groot geworden nadat ik meer kennis had vergaard. Werk, familie, sport, stoorden voortdurend mijn concentratie om over de Camino een ernstig en waardevol werk af te ronden.  Op zekere dag las ik het volgende :

    L'essentiel vous ne savez pas le dire . Parfois immobile dans votre lit, les yeux grands ouverts sur la nuit, il vous semble encore être sur le chemin comme un chien endormi devant l'atre et qui fait en revant le simulacre de poursuivre quelque gibier superbe. A ces moments-là, quand le chemin vous reprend dans sa houle, quelque chose vous étreint le coeur.

    Later vond ik ook dit lied  :
    ' Devoir des Pélerins - La Grande Chanson des Rossignols de Valenciennes'   
                             
                                Qui fait ce saint voyage
                                peut beaucoup mériter
                                mais si d'esprit volage
                                il s'en voulait vanter
                                ne lui prête l'oreille
                                corrigeant doucement
                                soit qu'il veuille ou ne veuille
                                son coeur très promptement.

    Deze twee oude Franse raadgevingen  deden mij afzien van te grote plannen, van een avontuur in de boekenwereld. Maar toen het weer tijd was om in 1986 mijn bijdrage te schrijven voor  Het Open Venster , het tijdschrift van de Kring van Kunst en Kennis van het personeel van mijn werkgever de ASLK  , leverde ik echter wel dit kortverhaal af dat onder volgende lijn komt :
    ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

    14 januari 1402. Te Lier wordt Jan Bluds wegens  ' onsede en sammenheyt ' veroordeeld door de rechters tot pelgrimage naar  ' Sente Jacobs '. Vermits hij niet beschikt over de 14 geldstukken die hem kunnen vrijkopen , moet hij voor de derde zonsopgang na dit vonnis definitief uit de stad zijn verdwenen, zoniet zal de beul zijn grote teen afhakken.
    Uitgedreven door zijn geboortestad, uit zijn gilde, een doorn geworden in het oog van iedere klerk, handelaar en vakman, heeft Jan Bluds geen andere keuze dan als banneling zich te laten meedrijven op de mensenstroom die in die jaren van stad tot stad trok tussen Vlaanderen en Bourgondië. Hij schuilt zich tussen de reizigers, de bedelmonniken, de meisjes van plezier, de zwermen zwervers allerhande. Het duurt enkele weken eer hij zijn draai kan vinden tussen dat volk van daklozen. Weldra kent ook hij zijn rol, want op de lange voetweg is hij een pelgrim, een beetje vroom, een plantrekker, een ontdekker van nieuwe oorden, andere talen, vreemde mensen. Te Vezelay, waar de kruisvaarders zich vroeger groepeerden, vereert hij de schone Maria-Magdalena, en daar leert hij andere stervelingen kennen die een schelp op hun hoed dragen. De lente ging voorbij en Jan is onderweg. Zijn hoedeken is diep over zijn kop getrokken, zijn palster, zijn scerpe, zijn leerse, slijten met de dag.  Er is nu eelt op zijn voeten. Er zijn geen pijnlijke blaren meer op zijn tenen zoals tijdens het stappen van de eerste dagen. Zon, open ruimte en lucht deden zijn longen goed. Hij voelt zich vederlicht en sterk. Hij is nooit alleen want de natuur is zijn vriend. Hij leert elke dag nieuwe woorden, schone en lelijke, uit vreemde talen. Soms blijft hij wat langer in een boerderij of in een klooster, wanneer hij er wat drank kan verdienen of goed mag eten, na wat werken op het veld, in de stallen, in de keuken, op de daken. Doch, zoals dat moet op strafbedevaart, blijft hij nooit langer dan drie dagen op dezelfde plek. Hij probeert steeds om mee te gaan met een groep andere pelgrims. Zo loopt hij niet op verkeerde wegen, bereikt hij betere slaapplaatsen, en wordt hij niet gepest of bestolen. 

    In het Baskenland krijgt hij een ongevaarlijke maar pijnlijke messteek van een struikrover. Razend door het zien van eigen bloed verdrinkt hij die malle kerel bijna in de rivier. Te Pamplona  wint hij op de jaarmarkt een prijs in een wedstrijd  paalklimmen.  Te Estella helpt hij een boerendochter tijdens de verkoop van haar geiten. Te Burgos dobbelt en drinkt hij met de tempeliers.  Maar zijn voornaamste zorg is telkens op het einde van de dag ergens te kunnen rusten en wat te eten. Dit is  voor de pelgrims van de Camino Frances mogelijk in de passantenhuizen, hospitalen, herbergen, kloosters, alhoewel het bij de boeren, bij de herders, of onder de blote hemel ook soms leuk en heerlijk kan zijn.  Het gebeurt bij te warm weer ook  dat hij gewoon de hele nacht verder stapt, onvermoeibaar, kloek en jong, onder de sterren van de melkweg. Het kan ook wel eens gebeuren dat een paar geldstukken in zijn hand worden gestoken. Hij moet dan kaarsen branden, een gebed doen, in kerken die op zijn weg volgen en hij mag daarmee ook brood, kaas, en wijn kopen voor zichzelf. Hij ontmoet vrome zielen, maar hij ziet ook galgen en brandstapels . Terwijl hij zijn bierbuikje is kwijt geraakt en als een gezond beest over de vele hellingen geraakt, moet hij soms tochtgenoten meeslepen tot aan het volgend hospitaal , en in de ergste gevallen moet hij ze zelfs begraven. 

    In een groot land waar zovele bedden leeg zijn omdat de krijgers niet terugkwamen, vermist of gedood tijdens kruistocht of reconquista, werd hem soep en brood aangeboden aan de blonde jongeling uit het Noorden. Soms was daarbij ook vlees in de pan of onder de lakens. Het ging zelfs zo ver dat hij meegetrokken werd naar een bruiloft, een dansfeest, een vrolijke romeria. Zoals zijn landgenoot Uylenspiegel moest Jantje Bluds dan ook meer dan eens bij dageraad stiekem met zijn  leerse in de hand vertrekken, omdat hij anders nooit in Compostela zou zijn geraakt. Maar het was niet altijd feest, want dikwijls kwelde de honger zijn maag en waren de nachten ijskoud in de bergen, of pikten zijn ogen van het vuile stof van de weg, of was zijn huid rood gebakken door te veel zonnewarmte of door ongedierte gebeten. Meer dan eens vielen lelijke magere honden hem aan, die hij met moeite kon doen weglopen na flinke meppen te hebben uitgedeeld met zijn puntige wandelstok. De nachten, de avonden, waren soms te lang, op rottend stro liggend, of tijdens regenbuien in een stinkende schuur ergens in een van God verlaten oord, in onaangenaam gezelschap van vuile onbekenden.  Dan waren er ook nog die vieze venten uit Navarra die lustgevoelens kregen zowel bij het zien van een vrouw, als van een schaap of een muilezel, als van een jonge buitenlander .

    Vandaag is de Spaanse zon en zijn de Spaanse hoogvlakten zeer mooi. Met zijn geoefende pas vordert Jan Bluds langsheen de Sint -Jabobsweg. Meer dan vijf maanden reeds verliet hij zijn Netestad in Boergondisch Vlaanderen.  Rode klaprozen sieren de rand van zijn weg. Voorbij zijn de dorre landschappen van de Cebreiro, de akkers van de Bierzo, want daar in de verte daagt op het groene land van Galissiën. Zou dit reeds de zeelucht zijn van Finis Terrae die hem de neusgaten prikkelt ? Santiago, de zeer goede en heilige stede, kan niet ver meer zijn. Hij stapt tussen de huizen van Arzua voorbij. Pelgrims, zeer veel pelgrims, voor en na hem, gaan vooruit met hoog tempo. Een zanger uit Hagetmau laat een prachtig liet over de Camino klinken. Een man staat boven op een tafel langs de weg  en speelt op een doedelzak. Vrouwen kijken naar de voorbijgangers en geven water of wijn aan zij die daar nood aan hebben.  Volgens wat Jan ziet zijn er op dat ogenblik wel duizend voetgangers op de weg, en daarom versnelt hij zijn pas. Weldra voert hij met wel twee boogscheuten de hele bende aan van de voetgangers van Santiago .

    Jan arriveert als eerste te Lavacolla, waar de klokken beginnen te luiden. Daar wordt hij verplicht door enkele paters en assistenten om zijn vuile kleren, zijn ransel, zijn hoed, zijn stok, af te geven .  Naakt zoals hij op deze wereld kwam, plonst Jan in de rivier  en hij wordt weldra proper geschrobd door zwaarlijvige nonnen die zelfs zijn hoofdhaar, zijn baard, zijn schaamhaar, en de nagels van zijn handen en zijn voeten knippen, waarna zij hem ook nog met iets uit een welriekend flesje besprenkelen.  Hij krijgt nieuw ondergoed,  nieuwe sokken , en zo moet hij een paar uren lang gaan zitten op harde houten banken, luisterend naar sermoenen die door welsprekende geestelijken worden gegeven , meezingend met de groepen die daar ook plaatsnemen. Ondertussen krijgt hij wel een natje en een droogje van jonge nonnetjes die hem hebben opgemerkt.

    Eindelijk krijgt hij zijn eigen kleren terug. Deze werden in kuipen gekookt, gestoomd, en gestreken, van alle vlooien en bacillen ontdaan. Het is bijna avond als hij de top van de Monte del Gozo , de berg van de vreugde bereikt.  Na tweeduizend driehonderd kilometers staat hij boven op die heuvel, en inderdaad, daar in de verte zijn de torens van de legendarische stad met de welluidende naam zichtbaar voor zijn ogen. Hij kan het niet geloven. Wat een schok !  Zoals vele andere pelgrims stort hij van emotie in mekaar. De simpele ongeschoolde jongeling die hij is, komt pas terug op bewustzijn op een ligplaats in de slaapzaal  waar hij werd gebracht door onbekenden.  

    25 juli 1402.  Het is de grote feestdag van Santiago, patroon van Spanje, overwinnaar van de Islam, apostel, neef en tochtgenoot van Jezus Christus. Tussen de menigte wringt Jan Bluds zich een weg naar de Portico. Er vallen slagen en zelfs stampen, maar onze Jan komt er. Hij laat zich zo dicht bij de kathedraal niet meer wegdrungelen , na vijf maanden avontuur . Met een kniestoot velt hij een Fries die hem nog wilde pesten en zo kan hij in vrede devoot neerknielen in de biechtstoel voor pelgrims uit Polen en Bohemen  - dat was wel een verkeerde keuze -   maar niet erg want de pater van dienst was eigenlijk afkomstig uit  Gent, sprak negen talen, en schonk de algemene vergiffenis in het Latijn.  Nog diezelfde dag benadert Jan Bluds het echte Graf van de Heilige Apostel Jacob de Meerdere, volgt verschillende erediensten, ziet de Botafumeiro door de ruimte zwieren.  Hij bemachtigt daadwerkelijk de belangrijke Compostelane, het officiële certificaat , bewijs van godsvrucht en volharding, die zijn pelgrimstocht bekroont, die van hem terug een waardig en goed man maakt .

    Jan voelt zich als de Lotto-winnaar van de laatste trekking. Zijn heel leven is nu plots geslaagd. Want in die dagen waren goud, diploma's, partijkaarten, en kapitaal, nog niet zo belangrijk als heden. Nog niet verblind door zovele onnodige dingen, vonden de mensen de hoogste rijkdom nog op spiritueel en godsdienstig vlak.  Dag na dag , blijft Jan de kathedraal bezoeken, telkens nieuwe wonderen ontdekkend, en hij is aanwezig tijdens plechtige missen opgedragen door kardinalen en prelaten. Hij stapt ook mee in processies en volgt rituelen die hij niet begrijpt, maar die schoon en belangrijk zijn.  Op het einde van de week heeft hij in zijn bezit bewijzen van drie volledige aflaten, en dan ook nog tweeduizend dagen aflaat, deelbaar door tien. De jonge geslaagde pelgrim van Compostela is een gelukkige kerel. Hij veroverde wat belangrijke mannen nog niet bezaten.  Hij de kleine deugniet, de brouwersgast, die te vaak zat was en dan niet meer wist wat hij uitrichtte, die nooit mocht misdienaar zijn, en zelfs nooit zijn plechtige communie mocht doen, noch het vormsel krijgen, had nu een ransel gevuld met volle aflaten. 

    Na zes maanden op de lange Camino de Santiago, afgeschuurde zolen, een gepolijste ziel, liep hij  even terug naar Lavacolla waar hij als eerste was aangekomen . Daar mocht hij zijn familienaam veranderen.  Hij koos voor  Jean Leroy.  Het was immers ook toen reeds zo dat  wie promotie maakt in het leven niet meer zijn Vlaamse moedertaal gebruikt. Van die Jean Leroy werd verder nooit nog iets vernomen . Zeker is wel dat  Jan Bluds nooit terug te Lier arriveerde. Onder welke naam ook bleef deze pelgrim ergens plakken op een plaats waar hij nog lang en gelukkig heeft geleefd.

    Een kort verhaal zoals dit, over de lange pelgrimsweg, over een succesvolle pelgrimage, werd van mond tot oor graag verteld en gehoord  in de prachtige tijden van vroeger. Deze verhalen waren niet altijd echt waar, maar ongetwijfeld toch schoon en goed verteld, en onze voorouders hebben er van gehouden. Het geloof van onze voorvaderen was enorm . Langsheen de pelgrimsweg, in het centrum van onze oude steden, op vele plaatsen in Europa, liggen nog vele bewijzen van de vroegere betekenis van de Heilige Jacobus de Meerdere. Wie gefascineerd wordt door de tocht naar Galissiën en door de studie van dat verleden, geraakt er nooit meer van los !

    Eens, 27 jaren geleden al, was ik een enkeling die van het voorrecht mocht genieten , me los te maken van thuis, van mijn werk, van mijn lasten en zorgen, en ik legde de aloude weg af die mijn lichaam veredelde, mijn geest heeft verruimd, en wat betreft mijn ziel weet ik dat ik mag tellen op de Heilige Jacobus om die zaak in orde te brengen . 


    Na lang en doelbewust zwerven, zal de hedendaagse pelgrim , in de schaduw van San Martin de Fromista of elders, tijdens het nuttigen van een banaan en een homp brood, wellicht ook beseffen  dat Jan Bluds daar eigenlijk nog niet zo lang geleden was voorbij gekomen, want in de Rio Arga weerspiegelde de Puente nog steeds als in 1402. Naast zijn bestofte rugzak, zijn vuile fiets, krijgt ook nu deze moderne pelgrim wellicht dat eigenaardig gevoel , dat kortstondig inzicht in het tijdloze, in de eeuwigheid.  Dat gebeurt niet omdat hij te lang in de Spaanse zon heeft gewandeld of gefietst.   

    1986. 
    Jacobus, U die zoveel eer werd aangedaan, waarom zijn we U vergeten ?

    Santiago de Compostela, Spaans galjoen met zoveel rijkdom,
    hoe diep ben je gezonken in de oceaan van de onverschilligheid van deze tijd ?

    Journée Wilfried.      

    ( aangepaste versie uit 2011 van wat in 1986 werd gepubliceerd in  Het Open Venster )
      

    10-06-2011 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    31-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.A new guy in our bicycle races . Who is that ?
    Matthew BUSCHE

       
                                                       Ik ben Johan Bruyneel eeuwig dankbaar.


    In de Verenigde Staten werden de wielerkampioenschappen voor profs op de weg in 2011 verschoven van september naar het laatste weekend van mei. Eén week na de sterk aan belang winnende Amgen Tour of California zijn de eliterijders van de USA in forme, is er meer aandacht van media, sponsors, publiek , en ligt de economische bedrijvigheid stil ter gelegenheid van Memorial Day ( maandag 30 mei - de dag van herinnering aan allen die hun leven gaven in militaire dienst), zodat de overheid vlotter wielerkoers toelaat op de openbare weg.
    Voor de titels, individueel tijdrijden en wegkoers in omlopen, werd er gestreden te Greenville City in South-Carolina gelegen in het Zuidoosten. Dit is de thuishaven van George Hincapie. Deze wielerkampioen is door ons allen goed gekend. Hij reed 16X de Ronde van Vlaanderen, 14 X  Gent-Wevelgem, en 14 X Parijs-Roubaix . Hij betwistte 15 X de Tour de France, als meesterknecht van Lance Armstrong.  Hincapie nam ook deel aan 5 Olympische Spelen. Greenville hoopte dus zeker dat haar George in eigen stad voor de vierde maal de belangrijke trui zou in zijn bezit nemen. Een andere bekende from Greenville is de  zeventigjarige dominee Jesse Jackson, voorvechter voor mensenrechten, die tweemaal in de running was voor president van de USA .

    Op zaterdag werd de tijdrit gewonnen door specialist David Zabriskie (zesde titel), voor Tom Zirbel op 31", en voor Matthew Busche  en Brent Bookwalter op 59".  Nazicht van de chrono's en de computers bewees dat Busche  één tiende van een seconde minder nodig had om de 33,3 km af te leggen. Hij kreeg de bronzen medaille.
    Precies één week eerder in de finale van de voorlaatste rit van de Ronde van California , tussen Claremont en Mt Baldy, op een klim van  8,9 % ,  hadden de laat opblijvende wielerfanaten zoals ik op Eurosport Televisie gezien hoe ene ' Bou-Shaye' plots met  ' amazing good legs'  het tempo verhoogde van de kopgroep  zodat de koers werd beslist ten voordele van zijn kopmannen Horner en Leipheimer. Zelfs de klimmer Andy Schleck werd uit de wielen gereden. Wie is die ' Bou-Shaye'  ?  Wel , in beschaafd niet-Amerikaans is dat Busche ! 

    Matthew Busche heet die man. Mogen deelnemen als knecht in het grote Radioshack Team aan de Ronde van California was een enorme ' boost' voor deze wel speciale figuur die in het wielrennen van het hoogste niveau nu pas is verschenen. In de vroegere amateurtijden van de sport was het al een gewoonte geworden dat één jaar voor de Olympische Spelen uit het enorme menselijk potentieel, dat aanwezig is op Amerikaans grondgebied en nog altijd wordt verbeterd door de immigratiegolven van nieuwe witte, bruine, zwarte, en gele jonge mensen, er plots uit het niets als het ware, althans voor ons met de weinige info die we kregen op onze sportbladzijden, uit het universitair milieu plots een lange gespierde slungel verscheen die zeer  'cool and clever '  wereldrecords begon te evenaren of te verbeteren, in het lopen, het springen, het zwemmen, het boksen, het scoren voor een dreamteam.

    In de tijden van vandaag  kunnen wij de sport  ' life' volgen op TV en op PC. Als er een nieuw mannetje of  vrouwtje verschijnt tussen de winners, de revelaties, de ontdekkingen in de bonte sportwereld, dan weten wij het nu direct ook. We houden echter toch altijd nog even het hout van onze tafel vast wanneer we nieuwe prestaties zien die buiten het normale liggen.  Het spook van de doping en omkoperij blijft immers in de hedendaagse sporten rondfladderen. Ik ben nog iermand die gelooft  in de echtheid van alle uitslagen en dit zolang deze niet worden gewijzigd door mensen die dat kunnen en mogen.

    TEAM  RADIOSHACK .    (  www.teamradioschack.com )
    The ' Boss' Armstrong en de manager Bruyneel bouwden vanaf eind 2009 een internationaal PRO-TEAM  samen met de internationaal  bekende ploegleiders Demol, Gallopin, Azevedo, Ekimov,   
    Beppu,Bewley,Brajkovic,Busche,Cardoso,Deignan,Hermans,Horner,Hunter,Irizar,King,Kloden,Kwiatkowski,Leipheimer,Lequatre,
    Machado,McCartney,McEwen,Muravyev,Oliveira,Paulinho,Popovych,Rast, Rosseler.Rovny,Selander,Sergent,Zubeldia, zijn de renners uit alle continenten die in 2011 de kleuren van dit team verdedigen.
    De Texaanse sponsor RADIOSHACK is een keten van 4.400 winkels waar de consumenten alle grote en kleine electronische toestellen kunnen kopen . Vroeger dan het jaar 2000 was de naam TANDY.

    Matthew Busche, geboren op 9 mei 1985, 1m77 en 70 kgr, was reeds als student intens bezig met duursport, maar dan niet met fietsen maar wel met lopen. Hij deed niet zo maar aan wat jogging, maar hij won tweemaal het nationale kampioenschap in het veldlopen en in de 3000m steeple op de piste werd hij  in de nationale ploeg geselecteerd. Problemen met een knie in 2005 verplichtten hem echter van minder te lopen en zo begon hij voor de conditie te fietsen terwijl hij ook vorderde met zijn studies. Met een diploma op zak begon M.B. op het einde van 2007 meer en meer met vrienden te rijden. Deze duwden hem weldra in de koersen voor amateurs. Het talent en de inzet van Busche was zo groot dat hij in twee jaren omhoog jumpte van wielertoerist tot de beste Elite z/c van Wisconsin. Op 14/8/2009 kreeg Busche een telefoontje van Jonas  Carney met de vraag of hij als stagiaire vier dagen in de Tour of Utah wilde rijden voor de ploeg Belly Benefits.  Daar toonde M.B. zijn kwaliteiten als tijdrijder en als klimmer door het behalen van een zevende plaats tussen schoon volk.  Drie maand later kreeg M.B. terug een telefoontje van iemand met een buitenlands accent, blijkbaar een Belg, die zo maar vroeg of hij niet voor Lance Armstrong wilde rijden.  Matthew dacht dat het een studentengrap was van één van zijn vrienden die graag imiteert.  Het bleek achteraf toch de waarheid. Johan Bruyneel viste deze renner uit het niets op en bood hem een profcontract, een ongelooflijke kans.

    EEN OVERWINNING DIE EEN LEVEN WIJZIGT .

    Het was vochtig en warm, ' a soaring temperature'  toen de renners van start gingen, reeds 90° Fahrenheit ( 32,2 C°). Goed eten en drinken, zich afkoelen met wollen sokken waarin ijsblokjes steken, was vitaal in zulke omstandigheden en werd aangeraden door de medewerkers van het Team Radioshack. De moeder en de vrouw van Busche zorgden langs het parkoers voor extra-drinkbussen. Jason McCartney was mee in de vroege vlucht, zodat de twee andere vertegenwoordigers van de ploeg , de titelverdediger Benjamin King en Matthew Busche rustig in de wielen bleven. De koers bedroeg 115 miles ( 186 km) verdeeld over 4 grote rondes van 22,5 miles doorheen het National Paris Mountain Park waar telkens een stevige helling werd beklommen, en daarna volgden 3 kleine rondes van 4,2 miles. Ondanks de hitte werd er 16 minuten sneller gereden dan voorzien op het snelste schema. Toen de vroege vluchters ' the breakaway fellows' even voor in de laatste klim allen werden terug ingelopen kon Jason Mc Cartney nog hulp bieden aan ploegmakkers die volgden, zodat Tejay Van Garderen werd geneutraliseerd op het gepaste moment toen er nog 30 kanshebbers overbleven .
    In het land waar eens de Cherokee Indianen woonden bereikten twee renners samen de rode vod , de ene was in dit sprookje de haas en de andere de schildpad. Het was duidelijk dat Hincapie de begeerde trui met de Stars and Stripes zou gaan winnen. Maar op die magische dag van mei had de Grote Manitoe beslist dat ' Bou-Shaye' mocht winnen. Voor die ongewone sportman werd Memorial Day onvergetelijk, 'with this career-changing and life-changing victory !.)  . Hij beloofde dat hij zijn kampioenentrui nog veel eer zal aandoen; Wel, ik vind dat het de moeite waard is om die Matthew Busche voortaan met interesse te volgen .

    Laten wij nu eens lezen wat hijzelf schreef op zijn leuke blog in het vliegtuig op weg naar Europa :

    http://matthewbusche.blogspot.com
    We sprinted down the right side of the road, tight to the barriers. The crowd noise was deafening. I remember seeing the meter signs coming by for 200, 150, 100 and then 50 meters to go. The line was approaching way too fast. I moved left and sprinted with everything I had left. It came down to a bike throw and neither George or I knew who had won. I waited anxiously to hear the results. Time seemed to stand still. I stood in the middle of the road as the cameras and press began to swarm. I watched as others finished. Time passed soooo slowly until finally the radio crackled through with the numbers of the top three racers. Two, thirteen, thirty two... I had won! I had beaten the legendary, three time US pro champion George Hincapie to win my first US national title. Wow !

    UITSLAG USPRO'11 
    (Roadrace).

    1. Matthew BUSCHE , 2. George HINCAPIE, 3. Ted KING op 2", 4. Tejay VAN GARDEREN op 7", 5. Kyle WANSLEY op 29" , 6. Alex CANDELARIO, 7. Kenneth HANSON, 8. Ben KING, 9. Brent BOOKWALTER, 10. Chase PINKHAM, 11. Danny PATE , 12. Christopher JONES, 13. Oscar CLARK, 14. Jeff LOUDER , 15. Lucas EUSER,  16. Frank PIPP, 17. Tyler WREN, 18. Matthew COOKE, 19. Bernard VAN ULDEN , 20..Timothy DUGGAN  ......
    Er waren 44 finishers, en 66 opgevers ( waaronder Leipheimer, Horner, Farrar, Danielson, Talansky,Zabriskie,Phinney, ...) .

       
    In de Tour of California werd ik een veel beter renner.


     
    De nipte finish tegen George Hincapie.


    31-05-2011 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.THE GREATEST YOUNG LADY FROM BEIJING .
    De linkshandige Ding Ning uit Beijing is in de late namiddag van zaterdag 14 mei 2011 te Rotterdam Wereldkampioene in het Dames Enkelspel geworden. Tijdens een fascinerend duel tegen haar landgenote Li Xiaoxia kon deze felle en snelle meid op het einde een reeks van zeven zegevierende punten scoren waarmee zij bewees van de allerbeste te zijn, de nieuwe koningin van de belangrijkste sport in China. De twintigjarige Ding Ning ( ° 2 juni 1990)stormde aanvankelijk naar een 3/0 voorsprong, maar toen klapte zij plots in mekaar, niets scheen haar nog te lukken, en haar ervaren tegenstreefster kon de partij helemaal omkeren. Het werd een finale om kippenvel van te krijgen. De beste won zeer verdiend en dat is steeds mooi in elke sport. De score : 12/10, 13/11,11/9, 8/11,8/11 en tenslotte 11/7 nadat het 4/7 was geweest.

    Wegens haar oneindig talent werd de vandaag gekroonde Ding Ning reeds als tienjarige aanvaard in de vermaarde Shichahaï Sportschool van de Chinese hoofdstad, de kweekvijver voor de wereldkampioenen. Haar naam werd bekend vanaf 2005 toen zij wereldkampioene werd bij de meisjes-juniores. Naast eeuwige roem in China en aangrenzende Aziatische landen, volgt voor deze jonge sportvrouw ook financieel een schone toekomst door de nieuwe betere economische situaties, de sponsoring en de media in haar land.
    Bravo Ding Ning . Ik heb werkelijk genoten van deze pingpongmatch, en ik was je supporter vanaf de eerste rally.


     

    De oppermachtige Ding Ning versloeg deze week zeven sterke speelsters en werd wereldkampioene.

    14-05-2011 om 21:04 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tussen de Passo del Bocco en Rapallo ligt Chiavari.
      

    Op weg naar Rome en verder, over de Strade Bianche, de Etna, de Grossglockner, de Zoncolan, liggen nog zovele moeilijkheden voor de Giro-renners van 2011 alvorens zij als helden van berg en dal de Piazza del Duomo van Milano bereiken op zondag 29 mei.
    In het dorpje Mezzanego na de Passo del Bocco kwamen een klim, een doortocht en een afdaling die niet vreesaanjagender waren dan een geitje terwijl  nog dinosaurussen, draken, buffels en grizzly's zouden komen tijdens de volgende twee weken, is het nog volledige peleton het noodlot tegengekomen. Een jonge kerel, zo welgekend en graaggezien als W.W. en troef van de flamboyante nieuwe topploeg uit Luxemburg is met zijn kop tegen de rotswand gebotst. De jonge sandwichman van Leopard-Trek was op slag dood, ' ... no ha sofferto  ...' was ons aller enige troost. Ellende, verdriet, angst, volgden na dit fatale drama. Het dorpje Mezzanego kwam plots ook in de geschiedenisboeken te staan want daar verongelukte op 10 mei 2011 de Vlaamse wielrenner Wouter Weylandt.   

               
    De aanvallers bereikten bijna Chiavari. Ik was me al aan het afvragen wat de heren reporters van de televisie zouden gaan vertellen over Chiavari en Rapallo. Zij leren onze kijkers toch zoveel over het diepe Italië, met haar wijnen en haar heiligen, haar zangers, filmsterren, en campionissimi van vroeger, en dit jaar uiteraard over de vrijheidsstrijders van Garibaldi, in hun tijd terroristen maar omdat zij doorbeten en wonnen, vandaag historische helden van de Republica Italiana.
    Onze reporters waren sprakeloos en K.O. want in één flits was niets nog belangrijker in deze Giro dan wat de Goden hadden voorzien voor de gevallen renner, voor de drager van het rugnummer 108,  en wat de volgende dag op de hoofdbladzijde zou komen van La Gazzetta dello Sport.   

      
    Sul lungomare aan de Golf van Tigullio, waar de Entella de zee instroomt, zal het leven verder gaan. Te Chiavari zullen nog steeds mooie stoelen worden gemaakt en verkocht. De Ligurische Zee, de gekleurde huizen, de arcadegalerijen, de vissershaven, de plezierboten, de wijn, de zon, de bloemen en de schone vrouwen, zullen te Chiavari de bezoekers verder doen komen. Slechts enkelen zullen de naam Weyland voor het nageslacht blijven bewaren met een eerbiedige  ' Memento Homo ...' . 

    Chiavari kwam reeds in 1949 in het grote wielerboek te staan. Niet met een bijzondere sombere bladzijde als nu, doch met een bladzijde van vrede, overeenkomst, goede afspraken, kalmte en hoop.  Met  'Il Patto di Chiavari' gesloten door Alfredo Binda tussen Gino Bartali en Fausto Coppi, kwam er in juni 1949 kalmte tussen de aartsrivalen, hun supporters en hun waterdragers in de Ciclismo su Strada .  ' Un accordo de non belligerenzo' werd bereikt zodat de grootste Italiaanse coureurs aller tijden samen in één ploeg zouden samenwerken 'alla conquista della maglia giallo' in de Tour de France. Oudere wielerfanaten weten hoe geweldig die Tour 1949 is geweest, zo prachtig beschreven in de betere wielerboeken van Buzzati, van Nucéra, en van andere penneridders uit de fifties en later. Voor de nog jonge TV-reporters schijnt de wielersport begonnen te zijn in de Merckx-tijd, maar dat is niet waar. Alfredo Binda ' en grand seigneur' bereikte te Chiavari een vredesovereenkomst die niet minder betekende dat wat Garibaldi had gepresteerd .
    Op weg naar Rome ligt ook Rapallo en ik weet niet of het belangrijk is geweest dat Nietsche daar op vakantie was gekomen en er enige tijd zelfs had nagedacht over de zin en de onzin van het menselijk leven. Ik weet wel dat er tijdens de toekomende jaren fietsende pelgrims zullen langs komen niet voor Nietsche en niet voor niets, met enige gedachten over het ongelukkige cijfer 108, maar ook omdat te Rapallo Vredesverdragen zijn geweest in 1920 die de grenzen tussen Italië en het Koninkrijk  der Serven, Kroaten, en Slovenen bepaalden, en  in 1922 toen de Weimar Republiek Duitsland losmaakte van oorlogsschuld en de Bolsjevieken als de nieuwe machtshebbers in het grote Rusland erkenden. 

    Het leven gaat verder, zowel voor de grote denkers, als voor de gewone mensen, als voor de gladiatoren uit de sport. Even stoppen te Mezzanego voor Wouter, en ook voor de plaatselijke Beschermheilige Rochus van Monpellier, zou ik als voorbijtrekkende pelgrim op de weg naar Rome niet vergeten. Indien mogelijk zal ik er een bloemetje leggen, een kaarsje branden, enige eurocenten in de offerblok stoppen. In de jachthaven, aan het strand, tussen de kleurrijke huizen, zou ik wat later wel iets drinken of eten om het goed gevoel van de gelukkige mens te behouden.

    Brood en Spelen eist slachtoffers. De renners van de Giro zijn de helden van de weg en vele helden hebben gemeen dat zij spijtig genoeg te vroeg zijn gestorven. Wij vergeten ze niet.


    10-05-2011 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De dood kwam op de vijfde dag van de vijfde maand.
      NAPOLEONE DI BUONAPARTE 

      

    Napoleone zoon van Carlo Buonaparte en Laetizia Ramolino, werd geboren te Ajaccio ( Corsica) op 15 augustus 1769. Hij  is gestorven, vandaag precies 190 jaren geleden, op het vulkanische eiland St-Helena ( Zuidelijke Atlantische Oceaan) op 5 mei 1821. Die zo belangrijke man stierf daar ontgoocheld en gebroken in zijn 52ste jaar. Het is nooit duidelijk geweest welke de ware doodsoorzaak was, want medische kennis was toen veel minder dan vandaag. Zijn vele vijanden waren maar al te blij dat hij dood was. De Italiaanse dokter-filosoof-chirurgijn die door mama Buonaparte naar St-Helena was gestuurd om zijn gezondheid te verbeteren, had een meningsverschil met de andere aanwezigen betreffende de medische conclusies. Objectieve wetenschappers zouden vandaag de resten van des keizers lichaam eens helemaal goed moeten onderzoeken. Deze worden als relikwie bewaard in de Dome des Invalides te Parijs. Het zou teveel geld, tijd  en discussie kosten aan de Franse Overheid om dat te realiseren. 

    De enkele mensen die de voormalige keizer nog trouw omringden op St.Helena, waar zij door politieke tegenstanders en door 2000 Engelse militairen werden in het oog gehouden, wensten niet naar thuisland Frankrijk terug te varen na de dood van Napoleon. Met eigen have en goed, en in het bezit van talrijke voorwerpen van Napoleon zoals ondermeer zijn bed en zijn laatste uniform, emigreerden in de andere richting naar Haïti, en later naar de Cuba. Napoleon's dokter François Antommarchi zwierf nog een tiental jaren rond in Europa, met zijn boeken en zijn kennis, maar weldra was hij er politiek ongewenst voor de nieuwe machtshebbers. Die trouwe dienaar van de familie Buonaparte emigreerde naar Louisiane, naar Mexico, vervolledigde zijn studies over oogziekten, opereerde met succes cataract. Enkele jaren nadien werd hij gevraagd een blinde dame te helpen op Cuba. Na een zoveelste verhuis met dienstboden, slaven, kostbare meubelen en Empire inboedel, kwam Dr François Antommarchi terecht in Santiago, waar zijn broer een handel in koffie had en waar ook vele andere asielzoekers met een Empire-verleden een nieuw leven hadden opgebouwd. De medische wetenschapper heeft er nog enkele jaren geleefd, doch stierf  in 1838 door gele koorts. Hij liet daar studies en geschriften achter die hem als arts onsterfelijk maakten. 

    Persoonlijk kon ik in januari 2002 zijn gedenkplaat op het kerkhof van Santiago de Cuba terugvinden. Dit nadat ik enige dagen eerder te Havana het Museo Napoleonico had bezocht , waar ik zelfs even ben gaan zitten op het bed waarin Napoleon op 5 mei 1821 zou zijn gestorven

    Het Museum van Napoleon te Havana werd op 30/3/2011  na renovatie terug geopend. Het bevat  8000 authentieke stukken uit de tijd van Napoleon, de nalatenschap van de Corsicaanse arts, de Empire collectie van suikerbaron Lobo ( de rijkste man van Cuba in 1959), andere schenkingen  komende uit meerdere landen van Amerika en die wijzen op de rijkdom van de daar aanwezige Fransen op het begin van de XIXde eeuw, en ook giften van nog bestaande familieleden van Napoleon aan de leiders van het Cubaanse volk,  Fidel en Raoul Castro.

    Bonaparte was een groot militair en een groot staatsman. Alhoewel hij maar gedurende slechts 15 jaren  de absolute leider van Frankrijk en van een groot deel van Europa is geweest, wordt hij beschouwd als een van de grootste figuren uit de wereldgeschiedenis. Tot vandaag zijn er voor ons allen nog gevolgen door beslissingen, wetten, organisatie, die dateren uit die periode. Meer zal ik daarover hier niet schrijven. Ik kan geen bewonderaar van de Franse keizer zijn. Omwille van macht en glorie van hemzelf, van La Grande Armée, en van la France, zijn vele jonge mannen van bij ons gesneuveld op de slagvelden. Over de machtige Napoleon, over zijn genie en over zijn fouten, over zijn sexleven en zijn familie, over zijn tijd, werden ongeveer 200.000 boeken geschreven, en werden ook talrijke films gemaakt . 

    Na een rampzalige veldtocht om Rusland te veroveren, met 500.000 man en 100.000 paarden, werd hij op 6 april 1814 gevangen genomen en verbannen naar het eiland Elba. Toekomende woensdag 11 mei 2011 start de vijfde rit van de Giro d'Italia te Piombino aan de kust van Toscanië. Het is uit deze haven dat verliezer, de tiran,  het monster, was gebracht naar zijn gevangenis op Elba. Hij zou daar tien maanden later ontsnappen om nog eens terug te keren via La Route Napoleon naar Grenoble. Onverbeterlijk en gevaarlijk als hij was, begon hij daar terug een leger te vormen om aan het laatste hoofdstuk van zijn heldenleven te beginnen, de 100 dagen die later zouden eindigen dans le feu et le sang de la morne plaine de Waterloo.  

    -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
    Vita e leggenda di
    GINO BARTALI.

    De zwijgzame, de vrome, de mystieke, de monnik, de renner met gewijd water in zijn bidon, de winnaar die na de koers ging overleggen met zijn biechtvader indien hij had gevloekt, gespuwd, of  ploegmakkers die zijn naasten waren slecht had behandeld, soms haalde hij een schurkenstreek uit om de koers te winnen doch daarna had hij altijd berouw en ging hij zelfs in een kerk of een kapel wat bidden   ....  . Is er ooit een misdienaar geweest die zo goed kon bergop fietsen als de Gino ?
    Gino Bartali zoon van Torello en Giulia, geboren op 18 juli 1914  en gestorven op 5 mei 2000  te Ponte-a-Ema nabij Firenze. Om de Kerk van Rome te redden zou het Vatikaan weldra best, na Johannes Paulus II , ook nog Gino Bartali mogen zalig verklaren.
     O, ja, het is waar,  ... Bartali kan niet zalig worden verklaard omdat hij zijn leven lang zondigde, en dagelijks  meer dan een pak sigaretten heeft gerookt, zeer ongezond, een slecht voorbeeld. Zonder zoveel rook te hebben in- en uitgeblazen zou de sterke Bartali nu nog altijd tegen 30km/u over de Strade Bianche hebben gereden, terwijl die gedopeerde Coppi al vijftig jaar zou dood zijn geweest. Foei Gino !  Het vagevuur zal je goed doen  !   ...  In welke koers is er een vagevuur  ?  ...  in elke koers ! 

    Gino Bartali, l'Uomo de ferro, le Lion de Toscane, is een bijzondere kerel geweest uit de interbellum tijd die niet meer zal terugkomen, uit een prachtig deel van de wereld met een blauwe hemel zoals er maar één is, en hij heeft gereden tegen renners (°) die zo verschrikkelijk goed waren in de Gouden Tijd van het Cyclisme. De tweede wereldoorlog heeft echter de loopbaan van deze wielerkampioen verdeeld in twee delen. Ondanks dit staan op het palmares van Bartali zovele grote overwinningen, en droeg hij 23 dagen de gele trui en 50 dagen de roze trui.  Hij speelde 'n hoofdrol in 17 Milaan- San Remo, 13 Ronde van Lombardije, 13 Giro d'Italia, en 8 Tour de France. Hij was viermaal campione d'Italia . Op het einde van zijn leven werd hij Cavaliere di Gran Croce Ordine al Merito della Republica Italiana. 

    De schone stad op de Arno, Firenze , waar zoveel beroemde mensen leefden en werden geboren, wil Gino Bartali eren   - omdat het in 2014 zijn 100ste verjaardag wordt -  en zal uitpakken met een nooit geziene stunt , een geweldige handdruk van Frankrijk aan Italië, 
    LE GRAND DEPART DU TOUR DE FRANCE aura lieu en Toscane au pays de Bartali.

      
       

    Dante is een groot dichter, maar Bartali is een zeer groot atleet werd door de tifosi op de muren geverfd.

    (°) tegenstrevers van Gino Bartali = Fausto Coppi, Fiorenzo Magni, Louison Bobet, Raphael Geminiani, Ferdi Kubler, Hugo Koblet, Stan Ockers, Raymond Impanis, Briek Schotte, Rik Van Steenbergen, Félicien Vervaecke, Sylvère Maes, Wim Van Est, Mariano Canardo, Miguel Poblet, ...  enz.

    05-05-2011 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Enige uitleg over dubbelspel, overspel, dobbelen, dubbelgangers, enz. .
            TAFELTENNIS

    De  W.J. POPE TROPHY 1948  -   Dubbelspel Dames.
    Knappe beker, ook omdat mijn initialen er op staan (W.J. = Wilfried Journée). De

    De Zdenek Heydusek Cup 1948 is voor Mixed Doubles, en de Iran Cup 1947 voor Men's Doubles. 

    In de snelste balsport ter wereld is het dubbelspel zoals het wordt betwist door de Aziatische tafeltennistoppers een specialiteit waar de ploegen jarenlang voor trainen. Terwijl in het tennis de spelers de keuze hebben om de bal terug te spelen op een groter veld, moeten de tafeltennissers dat om de beurt doen, hetgeen veel vraagt van hun benen.
     Zowel bij de mannen als bij de vrouwen zullen de Chinezen domineren. Voor de rest kan men verwachten dat veel koppels leuke momenten zullen meemaken tijdens de kwalificatiewedstrijden op dit wereldtornooi. Toch gebeurde het in het verleden dat ploegen die niet werden verwacht wereldkampioen werden, zoals Rosskopf-Fetzner in 1989, en Secrétin-Bergeret in 1977, maar nu zal dit waarschijnlijk niet meer gebeuren.  

    Mijn kleine Van Dale uit 1995  maakt het duidelijk met volgende woorden : 

    Dubbelspel = partij van twee tegen twee .
    Gemengd Dubbelspel = partij tussen twee teams, elk bestaande uit een man en een vrouw.
    Overspel = Geslachtsgemeenschap van iemand met een vaste relatie, met een ander dan zijn vaste partner.
    Dubbelspion = spion die voor twee elkaar bespiedende of bestrijdende partijen werkte.
    Dubbelganger = iemand die zozeer op een ander lijkt, dat hij voor deze kan doorgaan.
    Dobbelen = met teerlingen werpen om daarvan winst of verlies te laten afhangen.

    Maar laten we vandaag toch maar zoeken op het internet want daar staat meer dan in onze woordenboek.

                           
    Jean-Mi , de grote gladiator, een oude grizzly die nog kan vechten.    De jonge  Lily Zhang uit het land van Mickey Mouse.  



    De grootmeesters spelend voor The Iran Cup . De duo's zijn samengesteld uit één linkshandige en één rechtshandige . De witte lijn verdeelt de tafel in twee gelijke delen en bepaalt de zone's voor de opslag.

    03-05-2011 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.The Geist Prize for Women's Singles 2011.

        

     
    In de periode 1950/1955 veroverde Angelica Rozeanu-Adelstein de wereldtitel zesmaal. Zij had het hoofd en de benen, maar moest zich toen nog niet meten met de geweldige speelsters uit Azië. 

    De sterkste pingpongspeelster uit het begin van de XXIste eeuw, komende uit de Volksrepubliek China, de prachtige sportvrouw ZHANG Yining,  nam vorig jaar afscheid van de topsport. Door de enorme druk die op de schouders van haar opvolgsters kwam, verloor één jaar geleden de grote nationale damesploeg tegen het kleine Singapore, team samengesteld met uitgeweken Chinese speelsters die van nationaliteit waren veranderd. Ook Japan werd een bedreiging, doch recent werd  vastgesteld dat de coaches en de trainers ervoor hebben gezorgd dat de vertegenwoordigsters van de Volksrepubliek, het China van Peking, Sjanghai en Guangzhou, nog sterker werden en nu sterker zijn dan ooit. 

      
      张怡宁  -  ZHANG Yining - 2005 - 2009                               郭 跃  -    GUO Yue - 2007  -          郭 跃 -   LI Xiaoxia  2011 ?

    In de Topsportstad Rotterdam loopt de countdown voor het wereldkampioenschap van volgende week en liggen in de coulissen van de Ahoy Arena  10.000 pingpongballetjes klaar voor de spelers en speelsters uit 121 landen.  Op twee jonge dames geboren in 1988 op dezelfde plaats Anshan in het verre China  ligt de enorme druk om te moeten winnen in het enkelspel, want miljoenen Chinezen zullen de wedstrijden via de televisie kunnen volgen. De wat in gestalte kleinere en linkshandige Guo Yue zal zich wellicht tevreden stellen met twee of drie schone medailles want zij heeft al zeer veel gewonnen voor haar prijzenkast, vooral als dubbelspeelster. Daarom wordt verwacht dat de nummer één op de wereldranglijst Li Xiaoxia de kroon op haar kopje zal plaatsen. Toch is dit niet meer zo zeker als vroeger toen het steeds de hoofdcoach van de nationale ploeg was die op voorhand besliste wie als eerste het glorierijke laatste punt van een finale mocht scoren.

    Naast de geciteerde namen is het rijke deelnemersveld samengesteld uit de ervaren Guo Yan die ook de plaats op de top waard is en vier andere leden uit de Volksrepubliek China, maar dan zijn er de directe concurrenten Korea, Japan, Singapore, Taipeh, Hongkong, Macao, Mongolië,  en ook de speelsters uit de Chinese gemeenschappen die zich overal elders in de wereld hebben ingeplant of daarmee flink bezig zijn in alle sectoren. Zo zullen  speelsters van het gele ras meespelen met de  nationaliteit van  Nederland, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg, Polen, Oostenrijk, USA, Turkije, Dominikaanse Republiek, Nieuw-Zeeland, Australië, Congo-Brazzaville, Trinidad, Canada, en El Salvador. Vertegenwoordigen zij het gele gevaar, of  het terrorisme  ?  Zeker niet !  Pingpong is vredelievend, brengt alle mensen samen , en wordt gespeeld met fairplay door goed volk.

        
    Ariel HSING uit Californië, de jonge kampioene,  heeft als levensdoel te bewijzen dat de Chinezen uit USA  ' the Best of  the World '  zijn en dat is dan ook de lat zeer hoog leggen, een ' challenge' die de moeite waard is, volgens haar supporters Billy Gates en Warren Buffett .  

    02-05-2011 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.The St.Bride Vase for Men's Singles 2011.
    De St.Bride Vase is de wereldberoemde Wisselbeker die voor een periode in het bezit blijft van de speler die de individuele WERELDKAMPIOEN TAFELTENNIS werd tijdens een tornooi ingericht door de Internationale Federatie gedurende enkele opeenvolgende dagen in dezelfde sportzaal.  Deze trofee voor de wereldkampioen werd een eerste maal overhandigd aan de legendarische kampioen FRED PERRY in 1929.  De toekomstige winnaar van de GAC GROUP  WK te Rotterdam zal binnen twee weken deze trofee mee naar huis mogen nemen. Deze St-Bride Vase ging in 2009 te Yokohama naar WANG HAO, eerder te Zagreb in 2007, te Shangaï in 2005, te Osaka in 2001 naar WANG LIQIN, en in 2003 te Parijs naar WERNER SCHLAGER.

        

       
    Wang Hao verdedigt zijn titel tegen Timo Boll, maar nog vele Chinezen zullen ook te Rotterdam wezen.

    De inschrijvingen voor de WK 2011 overtroffen alle verwachtingen. Rotterdam hoopte op 700 spelers en speelsters. Er zullen er meer dan 800 komen, en zij zullen ook nog vergezeld zijn van meer coaches, leiders van federaties, familieleden en supporters. Van de 440 spelers die van plan waren te komen, bevestigden 19 niet. Zij werden geschrapt. Omdat zij medisch niet in orde zijn moeten twee kampioenen forfait geven, en enkele Chinezen en een Koreaan treden slechts aan in dubbelspel. Dat betekent dat de strijd voor de St.Bride Vase wordt betwist door 417 spelers, waarvan de 64 best genoteerden op de wereldranking zorgvuldig op de hoofdtabel worden geplaatst voor de eerste ronde. Voor een talrijk publiek en voor het oog van de camera's wordt trapsgewijze geloot  zodat de allersterksten mekaar niet in een te vroege fase zouden uitschakelen. De minder sterke 353 spelers betwisten de kwalificatiematchen  die ook 64 tornooispelers in de hoofdtabel brengen. De hoofdscheidsrechters zorgen dat spelers met dezelfde nationaliteit niet tegen mekaar in het strijdperk komen tijdens de aanvangsronden. Zij die verliezen moeten hun palet nog niet weggooien, want Dubbelspel Heren en Dubbelspel Gemengd behoren ook nog tot het WK  programma, alsook op woensdag-donderdag een WK Rotterdam Troosting Tornooi van hoog niveau.

    Onze landgenoot Jean-Michel SAIVE speelt als 41 op de ranking (zie linksboven op deze blog) en . moet zich niet doorheen de voorronde wringen, smashen en pingen. Na lottrekking krijgt hij zijn plaats toegewezn tussen 33 en 64 op de hoofdtabel.

    Onze Jean-Mi zal maar één enkel puntje moeten spelen en dan zal hij officieel in zijn sport aan twintig wereldkampioenschappen hebben deelgenomen (*). Dat is een wereldrecord ! Hij overtreft dan zelfs qua deelnames de legendarische Victor BARNA.

    Via enige echte prestaties op deze  GAC GROUP WORLDCHAMPIONSHIPS 2011 zal de Luikse topspinner zich misschien kunnen handhaven op de wereldrangschikking N° 6 die volgt op de grote krachtmeeting van volgende week. Door het feit dat maar maximum twee Chinezen, twee Koreanen, twee Duitsers, twee Japanners, twee Zweden, twee Russen, twee Oostenrijkers, twee van Hongkong, ... door het gewijzigde reglement op de Londen Olympics zullen mogen deelnemen, staat Jean-Mi  voorlopig op de 26ste plaats van de 28 spelers die reeds op 1 juni 2011 een recht op deelname in tafeltennis zullen verwerven voor hun nationaal Olympisch team.

    Met enige irritatie las ik vorige week ergens in een domme krant dat maar 28 tafeltennissers naar de Olympische Spelen mogen. Dit is volledig fout. Tafeltennis is een grote sport in Azië en wordt Olympisch als zeer belangrijk aanzien vooral omdat in de armere landen van de Derde Wereld deze sport zowel voor jongens als meisjes helemaal open staat en goedkoop is voor de beoefenaars. Ook voor gehandicapten en ouderen biedt tafeltennis schone mogelijkheden. 

    Het  I.O.C. , nog altijd onder de leiding van Dr Jacques Rogge, voorziet 172 plaatsen voor de tafeltennissers op de Spelen van Londen, 86 mannen en 86 vrouwen uit meer verschillende landen als voorheen, omdat deelnemen belangrijk is. Een eerst selectie volgend op het WK geeft  28/86  plaatsen. Tussen 1/6/2011 en 22/4/2012 worden er Olympic Qualifications betwist op de 6 continenten  voor een tweede trein met 40/86 plaatsen  ( Africa 6, Asia 11, Europa 11, Latijns America 6, Noord-Amerika 3, Oceanië 3). In derde instantie wordt er een Finale Wereldqualificatie betwist met nog 2 spelers die mogen aanzetten in enkelspel, maar ook nog met 14 bijkomende spelers die slechts als derde pion in de 16 landenteams zullen aantreden. Ten slotte zijn er ook nog twee invitaties, één voor iemand uit het gastland en één verdienstelijke speler uit de rest van de wereld. Voor de vrouwen loopt dezelfde procedure.

    Hopelijk kan de veteraan Saive zich weldra plaatsen, want voor Peking liep dit vier jaar geleden helemaal niet vlot.  Een zevende deelname aan de Olympische Spelen zou natuurlijk iets fantastisch zijn voor deze Grote Globetrotter uit de bij ons nog altijd kleine tafeltennissport.

    (*)  Jean-Michel SAIVE  20  ( Tokyo, New Delhi, Dortmund, Chiba, Gothenburg (2), Tianjin, Manchester, Einhoven, Kuala Lumpur, Osaka, Parijs, Doha, Shangai, Bremen, Zagreb, Guangzhou,Yokohama, Moscou, Rotterdam, ... )
    Victor BARNA 19 (Wembley (4), Bucharest, Bombay, Wenen, Stockholm, Parijs (2), Cairo , Baden (2) , Praag (2), Budapest (3), Berlijn .)

    01-05-2011 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Chez Laurette 1965
       

    In 1965 scoorde ene Michel uit Courbevoie onvoorstelbaar hoog met een eerste liedje dat hij toen bracht  Chez Laurette. In 2011 beseffen de senioren die we zijn maar al te goed hoe schoon die jaren van toen wel zijn geweest. Alles is verdwenen , onze jeugd, het kleine café op de hoek waar we op de flipper konden spelen en onze centen in de gleuf van de juke-box staken.  Die moederlijke bazin van toen, vrouwen zoals er waarschijnlijk geen meer achter de tapkast staan, zij hebben ook geleefd maar dan in een tijd toen de biertjes nog minder dan één euro kostten en alle jonge kerels rookten omdat dit nog niet schadelijk was voor de gezondheid.

    Plots, na een lang leven met hoogten en laagten,  dook Michel de zanger van toen weer op . Deze zestigplusser zingt beter dan ooit  en er zijn nu in la France de la Chanson ernstige personen die beweren hij eigenlijk zo goed was en zo onsterfelijk is ....   als Brassens, Brel, Bécaud, Ferré, enz.  ...  .  Op internet Youtube is het mogelijk terug naar de liedjes van Michel Delpech te luisteren. Wat een klasse heeft die man toch  !


    MICHEL  DELPECH
    Paroles de Chez Laurette
    :
                                               Bij Loretta

    À sa façon de nous app'ler ses gosses
    Op haar manier noemde zij ons 'haar studentjes'
    On voyait bien qu'ell' nous aimait beaucoup
    En zo zagen wij dat zij veel van ons hield
    C'était chez ell' que notre argent de poche
    Het was bij haar dat ons zakgeld
    Disparaissait dans les machines à sous
    Verdween in de geldmachines.
    Après les cours on allait boire un verre
    Na de lesuren gingen we een pint drinken
    Quand on entrait Laurette souriait
    Als we binnenkwamen glimlachte Loretta
    Et d'un seul coup nos leçons nos problèmes
    En meteen verdwenen lessen en vraagstukken
    Disparaissaient quand ell' nous embrassait
    Uit onze kopjes na een zoentje van haar
    C'était bien, chez Laurette
    Het was goed bij Loretta
    Quand on faisait la fête
    Wanneer we plezier maakten
    Elle venait vers nous.. Lau - rette
    Kwam zij tussen ons zitten .... Loretta.

    C'était bien, c'était chouette
    Quand on était fauché
    Elle payait pour nous.. Lau - rette

    Et plus encore afin qu'on soit tranquille
    Dans son café y avait un coin pour nous
    On s'y mettait pour voir passer les filles
    Et j'en connais qui nous plaisaient beaucoup

    Si par hasard on avait l'âme en peine
    Laurette seule savait nous consoler
    Ell' nous parlait et l'on riait quand même
    En un clin d'œil ell' pouvait tout changer

    C'était bien chez Laurette
    On y retournera
    Pour ne pas l'oublier Iaurette

    Ce s'ra bien ce s'ra chouette
    Et l'on reparlera,
    Des histoir's du passé
    Chez Laurette

    Ce s'ra bien ce s'ra chouette
    Et l'on reparlera,
    Des histoir's du passé
    Chez Laurette
    À sa façon de nous app'ler ses gosses
    On voyait bien qu'ell' nous aimait beaucoup
    C'était chez ell' que notre argent de poche
    Disparaissait dans les machines à sous

    Après les cours on allait boire un verre
    Quand on entrait Laurette souriait
    Et d'un seul coup nos leçons nos problèmes
    Disparaissaient quand ell' nous embrassait

    C'était bien, chez Laurette
    Quand on faisait la fête
    Elle venait vers nous.. Lau - rette

    C'é tait bien, c'était chouette
    Quand on était fauché
    Elle payait pour nous.. Lau - rette

    Et plus encore afin qu'on soit tranquille
    Dans son café y avait un coin pour nous
    On s'y mettait pour voir passer les filles
    Et j'en connais qui nous plaisaient beaucoup

    Si par hasard on avait l'âme en peine
    Laurette seule savait nous consoler
    Ell' nous parlait et l'on riait quand même
    En un clin d'œil ell' pouvait tout changer

    C'était bien chez Laurette
    On y retournera
    Pour ne pas l'oublier Iaurette

    Ce s'ra bien ce s'ra chouette
    Et l'on reparlera,
    Des histoir's du passé
    Chez Laurette

    Ce s'ra bien ce s'ra chouette
    Et l'on reparlera,
    Des histoir's du passé
    Chez Laurette


             

     

    24-04-2011 om 05:10 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Le Jacquet qui pédalait.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Cela s'etait passé il y a 27 ans déjà. Immobilisé pendant trois mois suite à une opération, les médecins m'avaient obligé à ne pas faire de la bicyclette ce printemps-là. C'est seulement après Pâques qu'il m'était permis de pédaler à nouveau. J'avais remis moi-même ma bicyclette en ordre , mais maladroitement, car un nouveau rayon dépassait un peu trop la jante et le ruban protecteur était trop mince, ce qui fut rapidement déjà la cause de trois crevaisons lors de ma première sortie du lundi de Pâques.
    Me voilà donc avec un pneu plat dans la campagne entre Cras-Avernas et Walshoutem. Avant de mettre une Rustine pour réparer une troisième fois, après 50 km ce qui était déjà bien pour une reprise. J'ai enlevé mon tricot et mon maillot, et torse nu je me suis étendu dans l'herbe d'une prairie pour profiter du magnifique soleil de ces moments-là. Couché sur le dos, le visage face au soleil du ciel  et les yeux fermés, je me suis mis à penser à mes projets de cycliste et à mes vacances de 1984, et c'est là et alors que j'ai pris la décision de faire à bicyclette en solitaire pendant un mois la Route de Saint Jacques de Compostelle.  Je me trouvais au coeur de la Hesbaye où les provinces de Liège, Limburg et Vlaams-Brabant se rencontrent en un seul point. C'était donc dans cette campagne où en une année lointaine, en 1213, le Prince-Evêque de Liège Hugues de Pierrepont avait remporté la Bataille de Steppes qui serait très importante dans l'histoire de la Ville Ardente. Ce bon Prince y fit alors la promesse de faire le grand pélerinage de Compostelle pour remercier la Vierge, les Saints, et le Bon Dieu, pour la victoire remportée et pour la sauvegarde de la vie de beaucoup de citoyens, chefs de famille, artisans,  amis et alliés de la Cité de Liège.
     
    C'est ainsi que ma route vers le Finisterre de l'Espagne débuta. Environ mille jours après ce lundi de Pâques, par mon pélerinage, j'étais devenu un homme bien transformé et meilleur. C'est alors que l'idée m'était venu d'écrire en alexandrins antiques ce qui ressemble à un poème. Regardez. Lisez ce qui suit.

    Le Jacquet qui pédalait.

    Un beau matin un Hesbignon prit la route
    Il mit dans sa besace un casse-croûte
    Et vers le Sud remonta le fleuve Meuse
    Jusqu'en ce bois vert où source il se creuse
    Des pluies fortes au pays de Vercingétorix
    L'obligèrent à bien se frictionner au Vicks
    Après avoir rencontré le serpent T.G.V.
    Son pneu-avant soudainement a éclaté
    Vezelay, beauté perchée sur la colline
    Au coeur du Morvan, qualité de vie fine

    A l'hôtel des bons cyclistes de Limoges
    En vue du réveil il mit tôt ses horloges
    Sa grande distraction en cette matinée
    Causa un demi-tour pour remettre la clé
    Bon anniversaire il eut en Gascogne
    Mais coups de pédales furent sa besogne
    Son superbe maillot noir de joyeux coucou
    Au Musée de Massie fut pendu à un clou
    De jour en jour il poursuivit son avance
    Sur départementales de belle France

    Son but était les terres de Don Quichotte
    Contre les vents il luttait à la Briek Schotte
    Enfin  il arriva aux portes  d''Espagne
    Pays des conquistadores, pays de cocagne
    Coquille au guidon, béret très bizarre
    A grand braquet il traversa la Navarre
    Ce n'est certes pas un mensonge de gamin
    Saint Jacques a voulu qu'il suivit Indurain
    Ses pneus Michelins écrasaient la poussière
    Et vin du Bierzo était moins bon que bière

    N'ayant pas de bourdon pour écarter les chiens
    Il les frappa avec sa pompe et ses mains
    Près de bien mille années après tant d'autres
    Cet homme se rapprocha du grand Apôtre
    Pour la simple raison qu'un lundi de Pâques
    A Steppes il jura d'aller à Saint-Jacques
    Si mauvais sujet de l'Eglise de Rome
    Dans les couvents il n'était guère welcome
    Pourtant de ce vrai pèlerin grand et barbu
    Les pas étaient bénis par l'ami de Jésu

    Estella, Santo Domingo, Foncebadon
    C'était l'antique chemin roman du pardon
    Que jadis des Flandres, de Xanten, de Paris
    Des milliers de nos ancètres avaient suivi
    L'Aigle de Tolède dans le Col du Poyo
    En danseuse avait grimpé comme un sot
    Ce cyclo a souffert comme une bête
    Jusqu'en Galice il fit course en tête
    A Monjoie un compagnon lui dédia chanson
    Un air bien connu dans le Nord plein d'émotion

    Portique de la Gloire et Cathédrales
    Pèlerin du Chemin au Champ des Etoiles.

    Tibertyn .

    23-04-2011 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De grote sportzak van Nancy Wu .
    FICTIE.

       Een pingpongbal .

    Nonkel Ping vertelt :  ' Onlangs heb ik terug Nancy Wu ontmoet. Dat gebeurde per toeval eigenlijk , doch ons wederzien was heerlijk. '
     
    叔叔平说:“我最近又见面了胡定欣真的发生意外我们的团聚是美好的 '

       Shūshu píng shuō:   “Wǒ zuìjìn yòu jiànmiàn le húdìngxīn. Zhè zhēn de fǎ shēng yìwài, dàn wǒmen de tuánjù shì měihǎo de. '

    Het was reeds veertien jaren geleden immers dat ik haar de Hsu Shao Fa Opslag had geleerd die zij sedert Sydney 2000 perfect kon uitvoeren van uit ontelbare posities. Vele uren brachten wij in die tijd samen door in de Opperman Tischtennis Club van Adelaïde waar ik vrijwilligerswerk deed voor mijn Kerk en aan de jongeren iedere avond vanaf  18.00  uur onderricht gaf in het tafeltennis. Nancy was mij nooit vergeten want mijn lessen en mijn goede raad hadden haar leven bijzonder boeiend gemaakt. In plaats van dienster in Restaurant The Rising Sun van haar familie was zij een internationale sportvrouw geworden, een kampioene uit Australië bekend van Tuvalu tot Qatar,  en van Cape Town tot Séoul.
    Zij wist zelfs nog dat ik haar had geleerd hoe een pingpongbal ongezien met zweet of speeksel kan worden nat gemaakt zodat hij op het palet van de tegenstreefster gewoonweg uitritst of dood valt.
    Nee, zij was mijn geduld, mijn aandacht, mijn inzet, mijn tijd, niet vergeten. Toen ik haar op de stoep tegenkwam en zij uit een taxi stapte met twee andere jonge dames, huppelde zij speels naar me toe, en toen zij echt zeker was dat geen persoonsvergissing mogelijk was en wij de tijd hadden, nodigde zij me uit om in de bar van het hotel een glaasje champagne te drinken. Terwijl Wang Yining en Zhang Yue zorgden voor alle bagage zaten wij weldra heerlijk samen, ik met mijn grijs wordende baard en zij met haar onvergelijkbare glimlach.

    Wij zijn drie dagen samen gebleven in dat Pullman Airport Hotel van Guangzhou. Daarna moest de grote speelster het vliegtuig nemen naar Singapore waar zij de volgende zondag als halve finaliste een prijs van 10.000 $ zou veroveren. Voor haar vertrek schonk zij me echter haar Tibhar sportzak, een dozijn Friendship balletjes, en een schone foto van haar waarop zij aan de achterkant haar handtekening plaatste en en een aantal lieve woorden schreef die voor mij alleen waren bedoeld. ( Hieronder deze foto van Nancy de knappe pingpongster die me nog altijd graag ziet ... ! ) .

    20-04-2011 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Ronde van Toscane voor Beloften.
    1. Tuesday, April 19 2011-  Grosseto - Grosseto - 148 km
    2. Wednesday, April 20 2011-  Follonica - Casciana Alta - 162 km
    3. Thursday, April 21 2011-  Lucca - Montecatini - 140 km
    4. Friday, April 22 2011- Capannori - Subbiano - 165 km
    5. Saturday, April 23 2011- Subbiano - Gaiole in Chianti - 145 km


             



    Na zijn overwinning in de Ronde van Vlaanderen voor Beloften in terra fiamminga , werd Salvatore PUCCIO door zijn tifosi de nieuwe Magni, Ballerini, Tafi, Bartoli, ... genoemd. Hij moet het nu opnemen tegen een zeer sterk deelnemersveld in eigen Toscane in de vierde proef voor de Beker der Naties voor wegrenners die in 1989, 1990, 1991 of 1992, werden geboren.Vijfentwintig teams stonden vandaag aan de start van deze rittenkoers. De senioren wielerfans die nog met nostalgie terugdenken aan de oude  tijd van de landenploegen in de Tour de France, zullen ongetwijfeld wakker worden en interesse hebben voor de strijd tussen de nationale ploegen in Toscane, regio met schitterende landschappen, culturele erfenissen, sfeervolle oude steden, fantastische wijnen en streekgerechten, maar ook Terra di ciclismo en land van dichters en mooie vrouwen.

     
    Sean De Bie en Martijn De Baene
    kregen het vertrouwen van bondscoach Dubois voor editie 2011 van De Ronde van Toscane voor Beloften.


    Tim Wellens, 1m83 en 62 kgr, de klimmer en aanvaller uit Aalst-bij-Sint Truiden  moet nog 20 jaar oud worden.

    Deelnemende landenploegen.  Partenti.
    Frankrijk - België- Groot Brittanië- Rusland- Italië- Denemarken-Nederland- USA - zijnde de besten in het algemeen klassement na de drie ééndagskoersen van april  (Ronde van Vlaanderen, La Côte Picarde en France, ZLM Tour Nederland) en voor de komende rittenkoersen ( Toscane-  Ville de Saguenay Canada-  Tour de l'Avenir France).  De andere teams  : Australië, Canada, Oostenrijk, Tsjechië, Duitsland, Polen, Wit-Rusland, Ukraïne, Roumenië,  Luxemburg, Zwitserland, Slovenië, Kazakstan, Spanje, Portugal, Eritrea, en tenslotte nog het opleidingscentrum van de U.C.I. te Aigle met haar stagiaires uit Iran, Ethiopië Korea, Uzbekistan, Mongolië, Algerijë.  Prachtig deelnemersveld ongetwijfeld.

    De Belgische ploeg onder leiding van Jean-Pierre Dubois treedt aan met een sterke kern van Omega Pharma Lotto Davo en dat zijn Tosh Van der SandeTim Wellens, en Zico Waeytens. Zij worden aangevuld met Sean De Bie van Koninklijk  Balen CT,  Eliot Lietar van Beveren 2000, en Martijn De Baene van Ovyto Eijssen Acrog CT.
    Ik meen dat Tosh Van derSande uit Wijnegem mag beschouwd worden als de kopman en ook in de Italiaanse pers wordt zijn naam geciteerd. Reeds gewezen wereldkampioen op de wielerbaan, en dit jaar sterk in de Triptyque des Monts et Chateaux, in de Ronde van Normandië, in de Schelde Prijs voor Beloften, en vooral winnaar ( nog maar geleden van zaterdag) in de kleine Luik-Bastenaken-Luik. De Limburgers en Luikenaars weten echter wel over welk potentieel Tim Wellens beschikt op hellende vlakken. Een gunstig koersverloop kan deze jonge kerel naar de top van de rangschikking brengen. Zico Waeytens, ook met reeds veel internationale ervaring, is zaterdag gevallen doch zal toch in de ploeg blijven. De drie andere renners zijn vaste waarden voor de toekomst. Zij zullen ongetwijfeld bewijzen dat zij hun selectie voor deze reis naar Toscane waard zijn en verdienden.

    Eerste rit  :  een fantastische Sean De Bie wint in de sprint tegen 40 man en grijpt drie leiderstruien.

    Organisator Giancarlo Brocci is een gelukkig man op deze 19de april 2011 want hij brengt ' un ciclismo bello' op deze zonnige dag in Toscane. 147 jonge renners uit 30 naties nemen de start en zullen deze koers rijden met een gemiddelde snelheid van 43,063 km/u.
    Ploegleider Dubois is ook tevreden want in een schone kopgroep van 12 vluchters zit Eliot Lietar en zo werd het voor alle thuisblijvers duidelijk dat Eliot op zijn plaats is in de selectie. De vluchters worden ingelopen en dan laat Tim Wellens zien dat hij de nieuwe Lucien Van Impe is. La maglia arancione (classifica Gpm)e' endata a Tim Wellens, che ha attacato sulle pendenze di Scansana , unica salita di giornato. Tim komt eerste boven met 18" voorsprong. Bravo. Deze eerste rit eindigt te Grosseto op vlakke wegen . In de finale scheurt de groep in twee stukken. Russen en Kazakken schijnen te domineren, maar de snelle Sean De Bie weet maar al te goed dat het op de lijn zelf is dat de prijzen worden verdeeld.   Te volgen tot en met zaterdag op volgende websites :

    www.italiaciclismo.it
    www.girobio.com           http://pianetagiovani.ciclismo.info/

    Il belga Sean De Bie ha vinto allo sprint la prima tappa di Toscana, Terra di ciclismo, disputata oggi da Grosseto a Grosseto .

    1. Sean De Bie (Belgio) , 2. Youcef Reguigui ( UCI- Algerie), 3. Alexey Lutsenko ( Kazak) , 4. Alexey Tsatevich ( Rusland), 5. Christian Delle Stelle ( Italia), 6. Philipp Ries ( Duitsland), ...   en in dezelfde groep ... 22. Tosh Van der Sande (Belgio), ... 40. Zico Waeytens (Belgio) ... op 45" volgt 71. Tim Wellens (Belgio).... 97. Eliot Lietar ( Belgio)....  op  3'13" volgt 119.  Martijn De Baene (Belgio) ... 

    19-04-2011 om 23:39 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    18-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.LE VELO DU BON DIEU.
    C'est au printemps de 1954, qu' Emile-Joseph Glibert découvrit la joie de la grande liberté que la bicyclette offre à l'individu qui s'élance sur les routes et les sentiers. Mais avant d'en arriver à cet instant, ce jeune garçon sacrifia bien des dimanches, empruntant le chemin austère de l'église, en délaissant le plaisir des jeux.

    Le petit Jo, comme il était surnommé, avait déjà depuis un certain temps envie d'une vraie bicyclette et il  n'arrêtait pas d'en demander une à ses parents et même à sa tante de sucre. Déjà beaucoup de ses camarades faisaient des tours sur leurs bécanes. Lui restait condamné à une immobilité qui lui donnait le cafard. Chaque jour donc, et certainement quand il y avait du soleil, il renouvelait sa demande, mais une fois en plus les refus catégoriques de son père et de sa mère lui étaient opposés. Pourtant il avait déjà plus de huit ans et il était très adroit dans tous les domaines. Donc, également il se sentait capable de pédaler honorablement.  Dans sa collection d'images et de photos, il y avait Fausto Coppi en neuf exemplaires et Stan Ockers en quatre. Bien sûr, petit Jo était loin encore de vouloir déjà les égaler, mais il faut un début à tout.

    Entendre tous les jours la même litanie finit par irriter la personne la plus calme. Un jour sa mère, cette sainte femme, en eut assez et il lui proposa un marché. C'était un peu du chantage. Elle proposa à son fils qu'il aurait un vélo d'occasion à la prochaine brocante de Hannut s'il accepterait d'aller au mois de juillet en colonie de vacances avec les jeunes de la paroisse. La colonie de vacances n'inspirait pas notre Jo. Un instituteur et le vicaire, entourés par quelques joueurs de football et coureurs à pied, y dictaitent des règles spartiates et militaires. Vivre pendant les belles vacances avec ces gens-là n'enchantait pas le fils Glibert, ni l'idée rouler avec une bicyclette de peu de qualité d'ailleurs.    





    ' Alors tu n'auras pas de vélo...! ' précisa sa mère. Cette sentence était prononçée et irrémédiable.
    Quelque temps plus tard, une autre décision allait être prise à l'encontre d'Emile-Joseph Glibert,  pour le bien de son éducation. Sous le prétexte de l'éloigner des activités dangereuses pour son esprit et pour son corps,  mais aussi pour augmenter la respectabilité de sa famille, il fut décidé qu'il serait enfant de coeur. Très croyante et pratiquante maman Glibert avait inscrit son fils à la sacristie et y avait plaidé et obtenu son admission. Il n'etait pas vrai qu'il aurait la vocation sacerdotale, mais l'idée n'était pas si mauvaise que cela à cause de quelques profits existants en religion catholique.

    Tous les dimanches, il fallait servir deux messes et les vêpres l'après-midi. De plus, il y avait les mariages, les baptèmes et les enterrements, les processions, les communions, et quelques autres évènements. La maman de Jo constata une belle assiduité pour la nouvelle fonction de la part de son fils et était très fière de lui. Il arrivait souvent le premier et servait en surplis et chasuble rouge avec beaucoup de détermination. Tous ceux qui avaient connu avant ce gamin s'étonnaient de son brusque changement, et de sa bonne conduite. Il est vrai que le vieux curé de ce village ne grondait pas souvent les enfants de coeur, il ne voyait même pas qu'ils buvaient régulièrement du vin de messe.

    Emile-Joseph trouvait que le meilleur moment de la messe était celui où le curé demandait à ses honorables paroissiens d'avoir un geste pour le denier du culte et que les fidèles, fouillant dans leurs poches et leurs saccoches, sortaient les pièces de monnaie pour l'offrande. Les enfants de coeur qui assuraient le service ramenaient le trésor récolté à la sacristie. Si pas trop de boutons, ni saintes médailles et ni  pièces d'avant-guerre se trouvaient dans les corbeilles, directement après prestation dès la fin de la messe les jeunes assistants du curé étaient bien payés pour leur âge, et ces petits épargnants pouvaient ainsi remplir rapidement leurs tirelires.

    La cagnotte du petit Jo au bout de quelques mois, dans un silence complet, capitalisait si bien qu'il comptait et qu'il recomptait ses avoirs en arrivant à la même conclusion :  l'achat d'une bicyclette de sport devenait possible !  Il faut ajouter au crédit de ce gamin chrétien qu'il ne dépensait aucun franc de ce qu'il gagnait à l'église, car ces pièces étaient un don du Bon Dieu.

    C'est ainsi que Pâques ce cette année-là se présenta, sainte année de son dixième anniversaire. Enfin Emile-Joseph fit à sa mère la révélation des raisons de sa dévotion pour les exercices religieux, et petit Jo, expliquant que le chocolat fait trop grossir les femmes et les cyclistes, expliqua qu'il préférait recevoir un beau billet au lieu de ses oeufs de Pâques, juste le peu qu'il lui fallait encore pour, avec ce que Monsieur le Curé lui avait donné après les quêtes à l'église, s'acheter le vélo rouge et noir avec selle Brooks qui se trouvait dans la vitrine du marchand de cycles. Surpris par les dons de comptable et de trésorier de son fils si jeune encore, Madame Glibert disait enfin ' Oui ' à son gamin , ' Oui' pour cet objet dont il rêvait depuis presque trois ans.

    C'est ainsi que le Jour de Pâques de l'Année 1954,  le Bon Dieu qui créa le ciel,  la terre, la montagne, les pavés, les routes de France et de Navarre, les sables et les océans, avait aussi permis à un champion cycliste en herbe de se mettre position pour pédaler. Depuis ce jour, à l'heure où les cloches des églises, et même des cathédrales, sonnent un cycliste en maillot rouge et cuissard noir,  laissant porter la soutane à ceux qui ont cette vocation-là, préfère aller faire ses bonnes dévotions le long des chemins. Il fait entendre aux filles, aux pélerins, aux paysans, aux militaires, le bruit de la sonnette de son guidon. C'est une musique aussi sainte que le ton cristallin des clochettes de l'Elévation lors de la messe du dimanche.


    18-04-2011 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nos adorables champions de jadis.
    Firmin LAMBOT                                          Leon SCIEUR

     

    Quelques lignes cyclopoétiques
    avant le départ de la Doyenne.

    Ces hommes vinrent du pays vert des collines
    des champs,de nos mines et profondes vallées
    ou parfois des quartiers tristes des usines
    têtes dures, jambes belles et bien musclées.

    Certains aussi avaient les coudes très pointus
    des poignets gros, des mains qui étaient des pattes
    et avec leur courage ils tiraient bien plus
    sur leur guidon maudit comme des diables.

    De La Rochelle, Luchon et de Grenoble
    aux parents, frères, amies, ils ont expédié
    des timbres de France sur cartes postales
    jamais dans le Tour ils voulaient abandonner.

    De Paris ils revinrent poches pleines d'or
    qui servit à acheter cochons et vaches
    pour bien vivre, être heureux jusqu'à la mort
    buvant bières aux cafés de nos villages.

    Bourgeois sont devenus d'autres,riches marchands
    de cycles et  meubles qui du Peyresourde
    si souvent encore parlaient les yeux brillants
    de leur vie au grand air de mémoires lourde.

    Héros du peuple lors des soirées de fête
    il leur arriva de pleurer, de se soûler
    les souvenirs les plus mauvais dans la tête
    car douleurs en surface peuvent remonter.

    Au fil du temps anges ou démons un à un
    dernière ligne droite, puis enterrement
    les pédaleurs qui nous ont charmé sont défunts
    et hélas les jeunes les oublient maintenant.

     (Tibertyn, pélerin cycliste )



    Louis MOTTIAT.





    14-04-2011 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Vrede van Utrecht van 11 april 1713.
       

    Het is de moeite waard om op 11 april terug eens de schijnwerpers te brengen op een belangrijke overeenkomst die de geschiedenis van Europa in een nieuwe richting had gestuurd. Ik wil het hebben over de Vrede van Utrecht van 1713 die nooit mag verward worden met de Unie van Utrecht van 1579.
    De Unie was de laatste stap die na talrijke pogingen steden en gewesten uit het huidige Nederland en Vlaanderen tot samenwerking bracht tegen de Spaanse overheersers. Het ging over een regionaal conflict . De Vrede van Utrecht verwijst naar dezelfde stad, kwam in een verdere eeuw na vele oorlogen met partners en tegen concurrenten  na een strijd om machtsverhoudingen op wereldvlak.

       

    De Vrede van Utrecht 1713 is een bijzondere historische gebeurtenis, omdat deze vrede tot stand kwam na diplomatieke besprekingen en niet niet na een bloedbad op een slagveld wanneer de verliezers de wet van de sterksten moeten ondergaan. De onderhandelingen te Utrecht duurden 15 maanden en besloten  de Spaanse Successieoorlog en ook de koloniale oorlog aan de Oostkust van Canada en de Verenigde Staten die zich hadden afgespeeld tussen 1701 en 1713.
    De tegenstanders in deze oorlog waren aan de ene kant de Koninkrijken van Frankrijk en Spanje, en aan de andere kant de coalitie van Het Verenigde Koninkrijk van Groot Brittanië en  De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, Het Hertogdom van Savoye, en Het Koninkrijk Portugal. Ongeveer twee eeuwen was er een reeks verwoestende oorlogen geweest tussen de grote mogendheden in Europa, alsook in India, Afrika en Aerika. Op 11 april 1713 kwam een vredesregeling op wereldniveau, na dialoog tussen culturen die thans nog in Europa naast mekaar bestaan. Deze belangrijke gebeurtenis van toen zal in 2013 te Utrecht worden herdacht op gepaste wijze. Het is niet mijn bedoeling hier een lange bespreking te laten volgen . Ik wil alleen even onderlijnen hoe belangrijk de datum van 11 april 1713 is geweest. Louis XIV kreeg een eervol einde , maar hij was wel de grote verliezer van de Vrede van Utrecht en door de wijzigingen in Noord Amerika zou de Franse taal daar plaatsmaken voor de Engelse taal . 
    Meer daarover op internet en in de geschiedenisboeken.



    Europa in 1713.



    11-04-2011 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)



    EINDE
    VAN DEZE BLOG
    26 08 2012

    Foto

    Foto

    Hoe sterk is de eenzame fietser
    Die krom gebogen over z'n stuur tegen de wind
    Zichzelf een weg baant


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Zoeken in blog


    Foto

    Foto

    Foto

    Een bescheiden blik in de geschiedenis van de wielersport is vaak al voldoende om de fascinatie te proeven.
    OLYMPIA 1981 YVES MONTANT   A BICYCLETTE
    http://www.youtube.com/watch?v=lOZPWpiNUWQ&feature=related



    La bicyclette

    Quand on partait de bon matin
    Quand on partait sur les chemins
    A bicyclette
    Nous étions quelques bons copains
    Y avait Fernand y avait Firmin
    Y avait Francis et Sébastien
    Et puis Paulette

    On était tous amoureux d'elle
    On se sentait pousser des ailes
    A bicyclette
    Sur les petits chemins de terre
    On a souvent vécu l'enfer
    Pour ne pas mettre pied à terre
    Devant Paulette
    Faut dire qu'elle y mettait du cœur
    C'était la fille du facteur
    A bicyclette
    Et depuis qu'elle avait huit ans
    Elle avait fait en le suivant
    Tous les chemins environnants
    A bicyclette


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    NATHALIE.

    La place Rouge était vide
    Devant moi marchait Nathalie
    Il avait un joli nom, mon guide
    Nathalie...
    La place Rouge était blanche
    La neige faisait un tapis
    Et je suivais par ce froid dimanche
    Nathalie...
    Elle parlait en phrases sobres
    De la révolution d'octobre
    Je pensais déjà
    Qu'après le tombeau de Lénine
    On irait au café Pouchkine
    Boire un chocolat...
    La place Rouge était vide
    Je lui pris son bras, elle a souri
    Il avait des cheveux blonds, mon guide
    Nathalie... Nathalie
    Dans sa chambre à l'université
    Une bande d'étudiants
    L'attendait impatiemment
    On a ri, on a beaucoup parlé
    Ils voulaient tout savoir, Nathalie traduisait
    Moscou, les plaines d'Ukraine
    Et les Champs-Élysées
    On a tout mélangé et on a chanté
    Et puis ils ont débouché
    En riant à l'avance
    Du champagne de France
    Et on a dansé...
    La, la la...
    Et quand la chambre fut vide
    Tous les amis étaient partis
    Je suis resté seul avec mon guide
    Nathalie...
    Plus question de phrases sobres
    Ni de révolution d'octobre
    On n'en était plus là
    Fini le tombeau de Lénine
    Le chocolat de chez Pouchkine
    C'était loin déjà...
    Que ma vie me semble vide
    Mais je sais qu'un jour à Paris
    C'est moi qui lui servirai de guide
    Nathalie... Nathalie


    Foto

    Foto

    Foto

    Marianne de ma jeunesse
    Ton manoir se dressait
    Sur la pauvre richesses
    De mon rêve enchanté

    Les sapins sous le vent
    Sifflent un air étrange
    Où les voix se mélangent
    De nains et de géants

    Marianne de ma jeunesse
    Tu as ressuscité
    Des démons des princesses
    Qui dans moi sommeillaient

    Car ton nom fait partie
    Marianne de ma jeunesse
    Du dérisoire livre
    Où tout enfant voudrait vivre

    Marianne de ma jeunesse
    Nos deux ombres enfuies
    Se donnèrent promesse
    Par-delà leurs joies et leur vie

    Marianne de ma jeunesse
    J'ai serré sur mon cœur
    Presque avec maladresse
    Ton mouchoir de pluie et de pleurs

    Foto

    http://nl.youtube.com/watch?v=lgUrlO6hku8
    Les Baladins
    http://nl.youtube.com/watch?v=75lFwcGucOA&feature=related
    Marie Marie
    http://nl.youtube.com/watch?v=AaXY59mg9QE
    Nathalie   - Spaanse versie

    http://fr.youtube.com/watch?v=27eWewocQm4&feature=related
    Nathalie mon guide avait des cheveux blonds

    Foto

    MON ARBRE
    Louis Amade 1964

    Il avait poussé par hasard
    Dans notre cour sans le savoir
    Comme un aveugle dans le noir
    Mon arbre
    Il était si petit
    Que c'était mon ami
    Car j'étais tout petit
    Comme lui
    J'attendais de lui le printemps
    Avec deux ou trois fleurs d'argent
    Un peu de vert, un peu de blanc
    Mon arbre
    Et ma vie s'accrochait
    A cet arbre léger
    Qui grandissait
    Comme je grandissais


    Foto

    Chanson de
    GILBERT BECAUD

    Quand tu n'es pas là
    Tous les oiseaux du monde
    Quand tu n'es pas là
    S'arrètent de chanter
    Et se mettent à pleurer
    Larmes de pluie au ciel d'été
    Quand tu n'es pas là
    Le silence qui gronde
    Me donne si froid
    Qu'un jour ensolleillé
    Me fait presque pleurer
    Larmes d'ennui malgré l'été
    La ville fait de grâces 
    La lune des grimaces
    Qui me laissent sans joie
    Les cantiques d'églises
    Malgré tout ce qu'ils disent
    Me font perdre la foi
    Quand tu n'es pas là
    Tous les oiseaux du monde
    La nuit sur mon toit
    Viennent se rassembler
    Et pour me consoler
    Chantent tout bas
    ' Elle reviendra ' 
    Quand tu reviendras
    De l'autre bout du monde
    Quand tu reviendras
    Les oiseaux dans le ciel
    Pourront battre des ailes
    Chanter de joie
    Lorsque tu reviendras !


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Le Pianiste de Varsovie
    Gilbert Bécaud

    Je ne sais pas pourquoi
    Cette mélodie me fait penser à Chopin
    Je l`aime bien, Chopin
    Je jouais bien Chopin
    Chez moi à Varsovie
    Où j`ai grandi à l`ombre
    A l`ombre de la gloire de Chopin
    Je ne sais pas pourquoi
    Cette mélodie me fait penser à Varsovie
    Une place peuplée de pigeons
    Une vieille demeure avec pignon
    Un escalier en colimaçon
    Et tout en haut mon professeur
    Plus de sentiment
    Plus de mouvement
    Plus d`envolée
    Bien bien plus léger
    Joue mon garçon avec ton coeur
    Me disait-il pendant des heures
    Premier concert devant le noir
    Je suis seul avec mon piano
    Et ça finit par des bravos
    Des bravos, j`en cueille par millions
    A tous les coins de l`horizon
    Des pas qui claquent
    Des murs qui craquent
    Des pas qui foulent
    Des murs qui croulent
    Pourquoi?
    Des yeux qui pleurent
    Des mains qui meurent
    Des pas qui chassent
    Des pas qui glacent
    Pourquoi
    Le ciel est-il si loin de nous?
    Je ne sais pas pourquoi
    Mais tout cela me fait penser à Varsovie
    Une place peuplée de pigeons
    Une vieille demeure avec pignon
    Un escalier en colimaçon
    Et tout en haut mon professeur
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    What does not destroy us makes us stronger.
    Foto

    Foto

    Rondvraag / Poll
    Wie wordt wereldkampioen 2012 bij de profs ?
    Philippe Gilbert
    Greg Van Avermaet
    Ryder Hesjedal
    Johan Vansummeren
    Giovanni Visconti
    Alejandro Valverde
    Samuel Sanchez
    Joaquin Rodriguez
    Maxime Monfort
    Roman Kreuziger
    Vincenzo Nibali
    Peter Sagan
    Damiano Cunego
    Diego Ulissi
    Bradley Wiggins
    Rigoberto Uran
    Edvald Boasson Hagen
    Chris Froome
    Thomas Voeckler
    een andere renner ....
    Bekijk resultaat


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    À la claire fontaine

    M'en allant promener,
    J'ai trouvé l'eau si belle,
    Que je m'y suis baignée.

    Il y a longtemps que je t'aime
    Jamais je ne t'oublierai.

    Sous les feuilles d'un chêne
    Je me suis fait sécher,
    Sur la plus haute branche,
    Un rossignol chantait.

    Il y a longtemps que je t'aime
    Jamais je ne t'oublierai.

    Chante, rossignol, chante,
    Toi qui as le coeur gai,
    Tu as le coeur a rire,
    Moi, je l'ai à pleurer.

    Il y a longtemps que je t'aime
    Jamais je ne t'oublierai.

    J'ai perdu mon ami
    Sans l'avoir mérité,
    Pour un bouquet de roses,
    Que je lui refusai.

    Il y a longtemps que je t'aime
    Jamais je ne t'oublierai.

    Je voudrais que la rose
    Fût encore au rosier,
    Et que mon doux ami
    Fût encore à m'aimer


    Foto

    Archief per jaar
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008

    Foto

    Foto

    Engelbert Humperdinck
    Les Bicyclettes De Belsize

    Turning and turning, the world goes on
    We can't change it, my friend
    Let us go riding now through the days
    Together to the end
    Till the end

    Les bicyclettes de Belsize
    Carry us side by side
    And hand in hand, we will ride
    Over Belsize
    Turn your magical eyes
    Round and around
    Looking at all we found
    Carry us through the skies
    Les bicyclettes de Belsize

    Spinning and spinning, the dreams I know
    Rolling on through my head
    Let us enjoy them before they go
    Come the dawn, they all are dead
    Yes, they're dead

    Les bicyclettes de Belsize
    Carry us side by side
    And hand in hand, we will ride
    Over Belsize
    Turn your magical eyes
    Round and around
    Looking at all we found
    Carry us through the skies
    Les bicyclettes de Belsize


    Foto

    Foto

    Julia Tulkens .

    Hebben wij elkaar
    gevonden in dit land
    van klei en mist
    waar tussen hemel
    en aarde ons leven
    wordt uitgewist  ?

    Ben ik nog schaduw,
    ben ik al licht,
    of is d'oneindigheid
    mijn aangezicht ?

    Treed ik in wolken of
    in hemelgrond ?
    Er ruist een hooglied aan
    mijn lichte mond.
    In uw omarming hoe
    ik rijzend ril ...
    Mijn haren wuiven en
    de tijd valt stil .
     
                                Julia Tulkens.

    Foto

    Foto

    SONNET POUR HELENE

    Quand vous serez bien vieille, au soir, à la chandelle,
    Assise auprès du feu, dévidant et filant,
    Direz, chantant mes vers, en vous émerveillant :
    Papoum me célébrait du temps que j’étais belle.

    Lors, vous n’aurez servante oyant telle nouvelle,
    Déjà sous le labeur à demi sommeillant,
    Qui au bruit de mon nom ne s’aille réveillant,
    Bénissant votre nom de louange immortelle.

    Je serai sous la terre et fantôme sans os :
    Par les ombres myrteux je prendrai mon repos :
    Vous serez au foyer une vieille accroupie,

    Regrettant mon amour et votre fier dédain.
    Vivez, si m’en croyez, n’attendez à demain :
    Cueillez dès aujourd’hui les roses de la vie.

    Regretting my love, and regretting your disdain.
    Heed me, and live for now: this time won’t come again.
    Come, pluck now — today — life’s so quickly-fading rose.


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Laatste commentaren
  • Coach Factory Outlet (Holder)
        op De teloorgang van de kleine waterhoek.
  • Nike Air Force 1 (Barbara)
        op De teloorgang van de kleine waterhoek.
  • Na een drukkende en zwoele nacht kom ik u een fijne nieuwe week wensen (Jeske )
        op De Flandriens uit Limburg.
  • Wens je een fijne zaterdag (Nikki)
        op De Wielersport in Denemarken.
  • Lieve midweekgroetjes . (bompa harry)
        op Charles Aznavour.
  • SPORTIEF HOOR MIJN TANDARTS RACED OOK (Ton)
        op Een eeuw geleden werd de Primavera 1911 gereden.
  • Maar dat is leuk (Ton)
        op Fietstocht naar Itzehoe - ( Week 1 ) .
  • Norbert Vande Walle (JP VANSTEENKISTE)
        op Une page d'histoire - Le tennis de table d'il y a 40 ans.
  • Lieve zaterdaggroetjes (Nikki )
        op Een stukje Zwembad Olympia nostalgie .
  • De beste wensen voor 2011 (Nikki )
        op Exode des forces russes de Sebastopol -  Bizerte 1920.
  • Foto

    Archief per maand
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Gastenboek
  • Wandelgroetjes uit Borgloon
  • Genieten!!!!!
  • Genieten!!!!!
  • Verder dan Rome
  • Hier ben ik weer gr. van Koos mengelmoes

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Foto

    Foto

    Will Tura:
    Eenzaam Zonder Jou songtekst

    Ik ben zo eenzaam zonder jou
    Niets kan mij binden bij mijn vrienden
    Bij hen kan ik het niet meer vinden
    Het liefste ben ik dicht bij jou

    Ik ben zo eenzaam zonder jou
    Ook als het dansorkest gaat spelen
    Want dansen gaat mij gauw vervelen
    Als ik jou niet in m'n armen hou

    Ik ben zo eenzaam zonder jou
    Jij weet dat ik op jou zou wachten
    Maar leef ik ook nog in jouw gedachten
    En ben je mij nog altijd trouw

    Ik kan niet verder zonder jou
    Mijn leven zou ik voor jou geven
    In al mijn brieven staat geschreven
    Ik ben zo eenzaam zonder jou

    Ik ben zo eenzaam zonder jou



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!