Zoeken in blog

Foto
Foto
Over mijzelf
Ik ben Journée Wilfried , en gebruik soms ook wel de schuilnaam PAPOUM.
Ik ben een man en woon in LANDEN (België) en mijn beroep is gepensioneerde , slapen, goed eten en drinken..
Ik ben geboren op 04/06/1944 en ben nu dus 80 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wielersport en tafeltennis, geschiedenis, reisverhalen, chansons, humor..
Inhoud blog
  • EINDE
  • Adieu l'Ami - Au Revoir.
  • De Flandriens uit Limburg.
  • Les soldats russes venus en France en 1916 .
  • HISTOIRE DU TENNIS DE TABLE - FP.
    Foto
      EINDE
     VAN DEZE BLOG

      26 08 2012
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto

    J. BREL

    C'est plein d'Uylenspiegel
    Et de ses cousins
    Et d'arrière-cousins
    De Breughel l'Ancien

    Le plat pays qui est le mien.

    Tous les chemins qui mènent à Rome
    Portent les amours des amants déçus
    et les mensonges des anges déchus.

    Foto
    Foto
    Foto
    Pelgrim

    Wat zich gaande voltrekt
    in de ziel van de pelgrim
    is niet een toenemend verlangen
    naar het bereiken van zijn reisdoel,
    niet het vinden van het heilige
    aan het einde van zijn bedevaart,
    maar zijn overgave aan de ruimte,
    aan de kiezels op zijn pad,
    zijn besef van niet-weten,
    zijn afdalen in de leegte.

    Zijn benen worden zijn vrienden,
    de regen zijn lijden,
    zijn angst wordt gericht
    naar de honden langs de weg,
    het vele legt hij af en hij rust in het Ene.
    Al trekkend komt hij nergens,
    voortgaande bereikt hij niets,
    maar zijn vreugde neemt toe
    om een bloem en een krekel,
    om een groet en een onderdak.

    Zijn reisdoel en zijn thuis
    vloeien samen aan de horizon,
    hemel en aarde vinden elkaar
    op het kruispunt van zijn hart.
    Het heilige verdicht zich
    in de dieren en de dingen.
    Zijn aankomst ligt verborgen
    in de wijsheid van het Zijn.

    Catharina Visser

    Foto
    De Weg.

    In de verte gaat een pelgrim,
    eenzaam over het pad.
    Met een blik voorwaarts,
    eindeloos turen naar het pad.
    Het pad dat hem leidt,
    de wind die hem begeleidt.
    Samen èèn met de natuur,
    de geur,het geluid en omgeving.
    Daar toont de schepping hem,
    nederig dat het pad van zand
    zo hard als steen is.
    Soms ook warm,koud en nat.
    De pelgrim stapt over
    het harde pad,
    met als enige vriend
    zijn schaduw.
    Samen op hun weg.
    When we got to the sea at the end of the world
    We sat down on the beach at sunset
    We knew why we had done it
    To know our lives less important than just one grain of sand.
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    En camino de Santiago
    Sur le chemin de St Jacques
    Iba una alma peregrina
    Allait une âme pérégrine
    Una noca tan obscura
    Une nuit si obscure
    Que ni una estrella lucia ;
    Que ne brillait aucune étoile ;

    Foto
    Foto

    Le patron de toutes les filles
    C'est le saint Jacques des Bourdons;
    Le patron de tous les garçons
    C'est le saint Jacques des Coquilles.
    Nous pouvons tous les deux nous donner un bouquet,
    Coquilles et bourdons exigent que l'on troque;
    Cet échange affermit l'amitié réciproque,
    Et cela vaut mieux qu'un œillet.

    Foto

    Dat een pelgrim bij terugkomst niet wordt herkend door de mensen thuis, is een geliefd thema in middeleeuwse pelgrimsverhalen. Waarschijnlijk wil de legende daarmee aanduiden, dat de pelgrim door zijn bedevaart een ander mens is geworden; hij is op Christus gaan lijken. Dat wordt uitgedrukt door de omstandigheid dat de mensen van vroeger de teruggekeerde pelgrim niet meer herkennen: hij beantwoordt niet meer aan het oude beeld, dat zijn nog hebben; de pelgrim is een nieuwe mens geworden.

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Betrouw geen pelgrim met een baard
    Die met een schooikroes geld vergaart
    Al beed'lend langs de wegen sjokt
    En met een deerne samenhokt.



    Priez pour nous à Compostelle - Barret et Gurgand - 1977.

    Par milliers, par millions, le besace à l'épaule et le bourdon au poing, ils quittaient les cités, les chateaux, les villages, et prenaient le chemin de Compostelle. Gens de toutes sortes et tous pays, ils partaient, le coeur brulant, faire leur salut au bout des terres d'Occident, là où la mer un jour avait livré de corps de l'apotre Jacques.
     
    Foto
    Foto
    Ik had het eerst
    niet in de gaten,
    en opeens
    zàg ik het spoor
    dat jij voor mij
    hebt nagelaten.
    Mon père .

    Assis dans un vieux fauteuil
    Recouvert d'un plaid usé,
    Il rêve de son passé,
    En attendant le sommeil.

    La fumée d'un cigare
    Flottant au-dessus de lui,
    D'une auréole, pare,
    Sa tête grise, de nuit.

    Vêtu d'un pantalon gris,
    Chemise de flanelle
    Sous le tablier bleu sali.
    Sa casquette est belle.

    Il sait déjà que demain,
    Sera le grand jour pour lui.
    Mais il ne regrette rien,
    Et partira seul sans bruit .

             
              ***
    Foto
    La mort .

    Le jour où tu viendras,
    A l'aube d'un matin,
    Me tendre les bras
    Me chercher par la main,
    Entre comme moi
    Par le fond du jardin.

    Tu essuyeras tes pieds
    Sur le grand paillasson,
    Pour ne pas marquer
    Tes pas dans le salon,
    Et n'oublie pas d'ôter
    Ton noir capuchon.

    La table sera mise
    Et le vin bien chambré,
    Quand tu sera assise
    Nous pourrons le goûter,
    Avant que je ne suive
    Ton ombre décharnée .

    Mais si tu préfères
    Par surprise me faucher,
    Au début de l'hiver
    Ou au soir d'un été,
    Pousse la barrière
    Elle n'est jamais fermée.

    Avant de m'emporter,
    De rendre ma valise,
    Laisse-moi griffonner
    Une dernière poésie
    Où je ferai chanter
    La beauté de la vie.

    Ce n'est pas ce matin
    Que je quitterai le port,
    Puisque de mes mains
    J'ai caressé si fort
    Ses lèvres de satin
    Que je t'oublie, la mort.


              +++
    Foto
    Foto
    Foto
    SEUL  SUR  LE  CHEMIN .

    J'ai traversé des villes,
    J'ai longé des cours d'eau
    J'ai rencontré des îles
    J'ai cotoyé le beau !

    Tout au long du voyage
    Rien ne m'a retenu
    Même pas un signe de croix
    Tracé d'une main tremblante.

    Le vent, la mer, la pluie
    M'ont façonné le coeur.
    Je suis leur propre image,
    Immuable douleur.

    Je fais signe aux oiseaux,
    Seuls amis de ce monde,
    Qui m'entraînent dans une ronde
    A m'en crever la peau.

    J'ai traversé des coeurs,
    J'ai rencontré des bras,
    J'ai caressé des fleurs,
    J'en ai ceuilli pour toi.
    Foto
    Foto
    Foto
    卓球
    Настольный теннис
    टेबल टेनिस
    Стони тенис
    เทนนิสโต๊ะ
    Bóng bàn
    탁구
    تنس الطاولة

    TENNIS DE TABLE
     MESATENISTA
    PING PANG QIU
     TISCHTENNIS
    TABLE  TENNIS


      photos courtesy  ITTF 


    乒乓球
    Stolni tenis
    Tenis Stolowy

    ITTF    TABLE   TENNIS 
        Classement mondial 
         26 - 08 - 2012  
    World  Ranking
    Weltrangliste
    Ranking Mundial
    Värlen Rangordning
    Classifica Mondiale 

    MESSIEURS :

    1. ZHANG Jike - CHN
    2. MA Long - CHN
    3. XU  Xin - CHN
    4. WANG  Hao -
    CHN
    5. MIZUTANI Jun - JPN
    6. MA  Lin  - CHN
    7.  BOLL Timo -  GER
    8. CHUANG Chih-Yuan - TPE
    9. OVTCHAROV Dim - GER
    10. WANG  Liqin - CHN
    11.  JOO Se Hyuk - KOR
    12. OH Sang Eun - KOR

    --    DAMES :
    1. DING Ning - CHN
    2. LI Xiaoxia - CHN
    3. LIU Shiwen - CHN
    4. GUO Yan - CHN
    5
    . ISHIKAWA Kasu - JPN
    6. FUKUHARA Ai - JPN
    7. FENG Tianwei - SIN
    8. KIM Kyung - KOR
    9. GUO Yue - CHN
    10. WANG Yuegu - SIN
    11. WU Yang  -  CHN
    12. TIE Yana - HKG

     

    Info  =  www.ittf.com 
    ( anglais,allemand,chinois).

    http://www.ittf.com/_front_page/itTV.asp?category=ittv_New

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    December 1990 - Pantoum.

    De noodklok belt slechts éénmaal
    Komt weldra de ultieme speeltijd
    Ademen voor de laatste maal
    Gelukkig geen haat noch nijd
    Toch af en toe een flater
    Een zorg is dit voor later
    Lopen van os naar ezel
    Toch af en toe een flater
    Niet knikkers tellen, wel het spel
    Lopen van os naar ezel
    Dagelijks goed aan de kost
    Niet knikkers tellen, wel het spel
    Verwachtingen zelden ingelost
    Dagelijks goed aan de kost
    De beste blijft mijn moeder
    Verwachtingen zelden ingelost
    Water is het kostelijkste voeder
    De beste blijft mijn moeder
    Om bestwil een toontje lager zingen
    Water is het kostelijkste voeder
    Op zoek naar de diepte der dingen
    Om bestwil een toontje lager zingen
    Komt het varksken met de lange snuit
    Op zoek naar de diepte der dingen
    Nu is dit pantoumeke bijna uit
    Komt het varksken met de lange snuit
    Ademen voor de laatste maal
    Nu is dit pantoumeke bijna uit
    De noodklok belt slechts éénmaal.

    Tibertyn.    ***
    Foto
    Kleine mensenhand
    strooit op winterse dag
    kruimels voor de mus.

    Schelpen op het strand
    die worden door de branding
    voor ons kind gebracht.

    Molens in de wind
    draaien, draaien, en draaien
    in het vlakke land.

    Kerstman in de straat
    borstelt met grote bezem
    sneeuw weg van de stoep.

    De dode takken
    breken af bij felle wind
    van de avondstorm.

    Kreten in de nacht
    van kikkers in de vijver
    lokken de reiger.

    Hulpeloos jong lam
    verloren tussen struiken
    waar de wolf vertoeft.

    De werkzame bij
    zoekt in de roze bloesems
    lekker naar honing.
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    The country with the biggest population in the world, the People's Republic of China, regards this sport as the most important.”

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    De pelgrim.

    Hij is op de weg alleen 
    al weet hij nog niet waarheen
    maar ergens stond geschreven
    dat hij die richting moest gaan
    en aarzelt hij soms even
    langs de eindeloze baan
    terwijl hij in zijn hart voelt
    dat velen eerder gingen
    mijmerend over dingen
    terwijl een windje afkoelt .
    Verder dan Rome loopt de weg.
    Ervaringen van een pelgrim.
    08-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rome 1996 - De Tweede Dag.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    KAMPEREN IN DE ARDENNEN.

     

    Misschien sta ik wel te laat op, maar camping betekent ook een lui en lekker leventje zonder stress. De jobstudent staat plots weer voor me. Hij spoort een kampeerder op die laat was aangekomen en niet had betaald. De jobstudent vraagt of ik mijn plaats netjes wil opruimen, ook  de papiertjes die niet van mij zijn. Ik zal dat doen,  want de manager had me gisteren toch getrakteerd op een witbier. De onderkant van mijn tent is fel door condensatie aangeslagen, doch lucht en zonnestralen drogen dit snel op . Ik vind nogmaals een geldstuk,  een kleintje van één frank.   Ik eet wat verfrommeld brood als ontbijt ,  met water van Vittel. Bij het uitrijden van de camping wuif ik nog eens naar Gérard.  Hij is de gevangene van zijn werk. Zijn vrouw en kinderen kamperen ergens in Spanje.  Ik vertrek in de richting van het Hotel Mercure , maar dat is een verkeerde weg,  in de richting van Walzin. Ik keer dus weer naar mijn startpunt en  zie dan toch de weg die ik moet volgen, de weg die naar Rome loopt.

     

    Die weg is moeilijk en steil, om uit de vallei te geraken. Ik twijfel niet en ik beslis van wat te voet te gaan.  Deze tweede dag beginnen in het rood met hoge hartslag en met melkzuur in de kuiten zou mijn geluk bederven . Deze dag belooft nogmaals zeer warm te worden.  Ik fiets tot Falmignoul.  Daar was vroeger het museum van de heer Wauters.  Deze merkwaardige man had daar een verzameling van tweewielers bijeengebracht.  Omdat ik vertelde dat ik de zoon van Alina Wauters was, beschouwde die heer Wauters me zelfs als een familielid. Als wildvreemde kreeg ik daar de sleutel en de kassa, ontving er een groep Hollandse toeristen.  Wauters zelf, die toen rondliep met verschillende breuken na een ongeval met één van zijn motorcycles, was pinten gaan drinken in zijn stamcafé.  Gelukkig kwam zijn vrouw me vervangen en mocht ik verder rijden op mijn fiets.  In dat museum waren talrijke belangrijke stukken.  Antieke fietsen, oldtimers motorcycles, en andere toffe bezienswaardigheden.  Buitenlanders hebben de hele collectie opgekocht.  Er stond daar een fiets van Firmin Lambot, maar er was ook een circusfiets waarmee eens iemand op een kabel over de Niagara Watervallen is geraakt. Wauters stierf en zijn museum is na hem verdwenen.

     

    Mijn fiets heeft het moeilijk te Falmagne. Met mij gaat het nog slechter.  Goed en kwaad wonen naast mekaar op weg naar Beauraing.  Ik kom voorbij een Kapel van de Heilige Maagd, en een  vogelpikgooi verder is er een Bar met wulpse Dames. Het is reeds 13.30 u wanneer ik het snikhete bedevaartsoord bereik. Ik neem plaats onder een grote parasol, en ik bestel een portie friet, tartaarsaus, en een blik cola met een sprietje. Aan het zoontje van de frietbakster die daar rondtoert op zijn eerste fietsje geef ik een rode luchtballon.  Hij kan deze nog niet opblazen.  Mama zal het dan maar voor hem doen.  Neen, het manneke wordt beslist nooit coereur, in hem steekt niets van wat in Despontin, Linart, of Lambot stak.

     

    Tijd voor mijn tweede peace-mobile-opdracht. Dicht bij de plaats waar eens onder een meidoornboom de mirakels zijn gebeurd, vraag ik aan een inboorlinge in nonnenkleed waar Abbé Gilon woont.  Niet ver. Eén minuut later heb ik hem gevonden.  De man heeft veel werk, want 22 augustus is dé jaarlijkse topdag te Beauraing.  Ik overhandig hem de groeten van de pelgrims Symoen.  Ik word binnengeleid in een lokaal waar een filmvertoning zal beginnen.  Een hele autobus boerinnen uit het Pajottenland  zal er de gebeurtenissen uit 1932 kunnen zien. Een met Christus gehuwde vrouw komt mij ook vertellen dat ik in de crypte moet gaan kijken naar de Kruisweg van Max Vanderlinden, een kunstenaar die de vriend was van wijlen Koning Boudewijn.  Er is een hoge graad van geloof zichtbaar en voelbaar in dit Mariaoord.  Ik slenter nog wat rond in de Tuin der Verschijningen.  Dat kan alleen maar goed wezen voor mijn arme pelgrimsziel. Ergens tussen dikke muren, waar het koel is, ligt er een gulden boek voor de bezoekers. Ik slaag er in van enkele mooie zinnen bij te schrijven, en ik signeer  : “ W.J. pelgrim, met schelp”. Alle geldstukken  die ik vond (57 frank) belanden in een offerblok van de kapel.Ik zou zoals de andere bezoekers  hier weesgegroetjes moeten opzeggen, maar er is toch zoveel stof op mijn geloof dat ik in geen enkele taal nog de gepaste woorden ken.  Ik zeg dan maar in halfduistere omgeving, waar kaarsen branden en mensen knielen, dat mijn volgende duizend pedaalstoten op weg naar Rome moeten beschouwd worden als gebeden voor Haar.

     

    Warmte van de hoogste graad diep in de maand augustus.  De deuren van de vele winkeltjes zijn open en lokken mij ergens binnen. Alles is er vreselijk heilig en duur, deftig en gewijd.  Ik koop enkele briefkaarten en gebedenprentjes .  De non die ik al eerder ontmoette , komt nu voorbij op straat.  Zij vraagt mij of ik ook op 22 augustus naar Beauraing kom, want dan is het belangrijk.  Ik leg haar uit dat mijn lange zwerftocht me zal brengen op vele plaatsen, in vele kerken, langs vele kapelletjes.De non duwt plots even haar kin naar voren en vindt mij plots niet meer interessant. Zij heeft eigenlijk weinig gemeen met de Maagd met het Gouden Hart van Beauraing.  Gezeten op een muurtje, naast een rode postbus, schrijf ik mijn eerste kaartjes naar familieleden , en in het bijzonder naar mijn suikertante Maria die mij graag ziet omdat ik de oudste zoon van haar enige broer ben, en die mij ook niét graag ziet omdat ik een afvallige Thomas en een slechte parochiaan ben .

     

    Op weg nu naar het massief van La Croix- Scaille , met 505 m het vierde hoogste punt van België,  en het dak van de provincie Namen. Schitterende omgeving om te fietsen. De streek van Gedinne houdt vele verrassingen in petto voor iedere bezoeker. Zij is ongerept en rijk bebost.  Hier zou een deken wonen die onhebbelijk en niet gastvrij is voor de pelgrims op weg naar.  Zal ik hem eens gaan testen, hem wijzen op het oudchristelijk gebruik van gastvrijheid ?  Ik kan ook naar de gendarmerie gaan voor een peace-mobile-babbeltje met een man  die al zelf naar Santiago is gefietst. Maar het is al vijf voor zéven ! Wat slenterde ik toch vandaag  ! Vlug nog wat inkopen doen in een winkel, en bij een beenhouwer, net voor sluitingstijd.  Ik moet immers iedere dag goed eten.

     

    Eindelijk bergaf ; waarom duurt dat toch niet langer !  Daar is de brug over de Semois te Bohan reeds. Dit is een droomplaats om te picknicken. Ik nestel mij op een bank met zicht op de bedding van de brede rivier die nu doorwaadbaar is na zovele droge dagen.  De avond valt reeds. Heerlijk einde van een zomerse dag. Vissen, eenden, ratten, honden, insecten, vogels, … wat een gestoei, wat een spektakel, terwijl ik uitrust en kaas, brood, vleessalade eet. Een golden retriever  maakt het nu toch wat te bont in de Semois.  Door het lage water kan hij zo bij grote mooie vissen komen.  De plaatselijke bewoners beschermen echter hun vissen, en geen enkel soort stroper mag zo maar een forel pakken, ook niet een prachtige hond. Er wordt geschreeuwd en gevloekt nabij de schone Kerk van Saint-Lèger .  Dat lawaai brengt me bij mijn eigen werkelijkheid.  Zal ik hier mijn rit afvlaggen of rijd ik nog verder ?

     

    Het is een scherpe helling om Bohan te verlaten en het wordt al donker.  Ik probeer mijn dynamo, maar die twijfelt, en ik zet op mijn voorhoofd een speleologenlamp  en achteraan op mijn bagage een rood licht van een pillamp. Doorheen een griezelig bos kom ik weldra aan de Franse grens.  Het begint zachtjes te regenen. Ik bereik weldra een dorp dat Pussemange blijkt te zijn. Dikke druppels vallen nu en schitteren in de verlichting van het weldra slapende dorp. Ondanks het gevorderde uur voel ik mij nog kiplekker , na de regenbui. Ik zie niets van de prachtige bossen, doch de verse nattigheid laat de natuur al haar geuren verspreiden. In de stilte bewerk  ik  mijn pedalen, verder naar Charleville waarvan de lichtovervloed me aantrekt als ware ik een oude mot .

     

    Met 80 km op mijn tellertje vind ik dat het genoeg is.  Ik besluit van in de natuur een plaatsje te zoeken voor de nacht. Een eerst poging in een maïsveld wordt afgekeurd.  Een tweede op een parking waar chauffeurs in hun zware trucks slapen is ook niet goed.  Even later wacht met open armen een juweel van een voetbalplein op mij.    Dit  moet het terrein zijn van FC De Kampioenen van Charleville.  De sponsor is er niet Balthazar Boma, doch ene  Fabrice Waczecki,  een coiffeur. De grasmat wordt er met een schaartje geknipt. In een kleine tribune vind ik een propere en droge plaats voor mezelf en voor mijn fiets.  Beter zal ik moeilijk kunnen vinden.  Ik sta er weldra poedelnaakt.  Ik wrijf me goed droog met een handdoek die ruikt naar de goede zeep van thuis.  Niets kan mij storen.  Het is al middernacht. Ik trek mijn pyjama aan , mijn trainingsbloes, mijn wollen muts, en verdwijn in het dons van mijn slaapzak.  Schitterende dag en een onvergetelijke nacht als toetje. Ik kijk naar de oneindigheid van de melkweg en luister naar de nachtelijke geluiden. Dit alles meemaken is te opwindend.  Op het grastapijt, tussen doellijn en penaltypunt huppelen konijntjes rond. Ik tel er vijf. Te weinig om in slaap te vallen en het zijn geen schaapjes.

     

     Pelgrim onder Gods hemel, wat een eer en wat een geluk !  Het regent terug, zacht en heel lang. Eindelijk zwijmel ik weg, door de eentonigheid van de inslag op het dak van mijn slaaptribune. 

     

    08-11-2008 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rome 1996 - De Eerste Dag.

    DE EERSTE DAG.

     

    Afzink naar Gelbressee.  Links zie ik de plaat hangen van   CE CDO.

    Tijdens het jaar 1965 had ik daar mijn dienstplicht vervuld bij het Belgische Leger.

    In het  Kasteel van Arenberg kreeg ik diverse taken. Eigenlijk waren het toen toch schone maanden, met goede en slechte momenten. Ik ben nog altijd fier dat ik daar champagne had mogen inschenken aan Lord Louis Mountbatten , admiraal van de Britse Zeemacht.  Ik heb nog altijd spijt dat ik geen praatjes ben gaan maken met een oude man (Leon Despontin) die daar in de nabijheid woonde . Ik was toen nog geen wielerhistoricus.  Despontin  reed meermaals de Tour de France als onverzorgde. Hij eindigde telkens op de zevende plaats in 1921-1922-1923. Ik zag hem vaak in zijn tuin werken.

    Mijn zware fietsmobiel geraakt op angstwekkende snelheid. Eerste test voor mijn remmen. Even aarzelend, niet te bruusk en nadien weer alles los. Mijn petje vliegt bijna weg door de weerstand van de lucht. Het snelheidsmetertje Cateye toont me dat ik maximaal  62km/u heb gehaald.  Mijn tempo zakt naar lagere cijfers op het gevarieerd reliëf dat volgt. Lood is lichter dan mijn  tweewieler. Na  40 km malen komt de bergaf naar de Maasvallei.  Nu wijst mijn stuurcomputertje 65km/u , en ik   besluit van nooit meer zo snel te dalen tijdens de komende zes weken, voor mijn veiligheid en die van de andere weggebruikers, mensen en dieren. Laat  Rompelberg maar snel rijden. Ik  ben een schildpad op weg naar Rome.  Langzaam maar zeker, zo fietsen verhoogt mijn kansen om de verre finish te halen.

    Rechtdoor langsheen het  Institut  Technique H. Maus  en door een vuile wijk. Normaal dat muizen hier huizen.  Zweet  en  zon. We toeren zachtjes en plots staat Institut  Notre Dame er.  Op het papier met mijn lange reisroute staat dat een pelgrim een bezoek moet brengen aan de Trésor d’Oignies  bij de Zusters van Onze Lieve Vrouw.  Er is daar een Schatkamer met kostbare voorwerpen, die getuigen van de uitzonderlijke vaardigheden van kunstenaars uit vroegere tijden. Dit wordt soms één der zeven wonderen van België genoemd. Sinds zeven eeuwen worden hier goud en edelstenen bewaard. Het is een permanent mirakel dat de hebzucht van misdadigers en de strooptochten van vijandelijke legers nooit deze Schat liet verdwijnen uit Namen.  Maar het is ’s maandags gesloten.

    Door de straten van de binnenstad, langs oude gebouwen, fiets ik verder. Steeds is deze stad ,waar Samber en Maas bijeenkomen, een centrum geweest enerzijds voor handel en administratie, en anderzijds van militaire en politieke betekenis.

     

    De stad Namen, strategisch gelegen en van nature een moeilijk te veroveren fort, was reeds een versterkt kampplaats van de Aduatieken.  In 57 voor Christus gaf deze Belgische volkstam  zich over aan Cesar.  Maar amper één dag later begonnen zij heimelijk de Romeinen te vermoorden.  Deze valsheid maakte Cesar woedend.  Hij stuurde nieuwe troepen naar het oppidum van Namen en na een bloedbad waren de fiere Aduatieken dood of tot slavernij veroordeeld. De weinige Aduatieken  die ontsnapten sloten aan bij de Eburonen.  Zo verdween een volkstam van meer dan  50.000 zielen.

     

    Alsof aangetrokken door een magneet sta ik weldra voor het belfort uit de XII-de eeuw, ook genoemd Tour Saint Jacques. Hier even verwijlen is een must voor ieder pelgrim met schelp die naar het graf van Saint Pierre  en Saint Paul wil.  Een eerste maal gebruik ik de kabels om mijn fiets even veilig achter te laten.  Ik wandel wat rond in het Namen van de midzomer. Ik merk een lange rij wachtende dames.

    Zuivere consumptiekoorts. Vandaag beginnen de solden in de textielhandel.  In een smalle boetiek wordt kleding verkocht.  Alleen een beperkt aantal  (numurus clausus in de Romeinse taal) mag binnen om overrompeling te vermijden. De furie van de koopjesjacht woedt hard. Dametjes komen nog van overal aangetrippeld.

    Mijn fiets wacht.  Mijn fiets lacht op mij. Wij vertrekken.  Rue Saint Jacques.   Ik ben een pelgrim. Een fietspomp is mijn staf. Een bidon is mijn kalebas. Als vilten hoed draag ik de scheve pet van een renner. Heerlijke zon.  Chaussée de Charleroi.

    Zou ik niet stoppen om wat zonnebrandolie op me te smeren ?

    Heerlijk fietsen.  Wat een zomer.  Wat een dag.

    Plots zie ik iets op het wegdek schitteren.  Het is een stuk van vijftig Belgische franken.  Ik stop het in mijn geldbeugel. Terwijl ik daar sta  zie ik nog iets anders blinken in het gras langs de weg.  Is dit het Waalse Eldorado ? Er ligt veel zwerfvuil langs de weg, maar dat is toch een echte bril, volledig en ongeschonden, met Lacoste montuur nog wel, heel duur spul. Ik raap op en neem mee.

     

    Abdij van Floreffe.  Stopplaats. Er schuimt hier bruin bier van opperbeste kwaliteit.

    In de ruime gelagzaal smaakt het heilige brouwsel heerlijk. Verder op mijn menu zijn koekjes,worst, appel.  Daarna Zwitsal faktor 10 wrijven op mijn gezicht, armen en benen.  Ik moet met sterke pedaalstoot dit dorp kunnen verlaten. Op 26 mei 1889 werd immers in een van de huizen van Floreffe een sportheld geboren.  Hij verliet zijn dorp om eerst  Antwerpenaar te worden  en later Fransman.  Victor Linart , bijgenaamd ‘ Le Sioux’ verdiende een fortuin als wereldkampioen van de stayers.  Op de wielerbanen van Parijs, Berlijn, New-York, won hij vele levensgevaarlijke races achter zware motoren.  Sportminnend België is de naam van deze gladiator en gentleman ondertussen vergeten.

     

    Terwijl er toch een windje blaast over de hoogten van de Marlagne bereik ik Fosses-la-Ville  en later  Saint-Gerard.  Tussen  Samber en Maas bestaat er nog altijd een cultus van Napoleon, volgens mij toch een misplaatste vorm van nostalgie en militarisme. Regelmatig bij feestelijke gelegenheden stappen fanfares in uniformen, met geweren en trommels uit de tijd van la Grande Armée .

    Zie, verdorie, daar is toch dat bosje. In 1979 durfde ik het voor het eerst aan om eens op één dag 200 km te fietsen. Ik reed toen het brevet Overwinden-Givet-Overwinden. Tijdens deze voor mij memorabele tocht was ik gestopt in dat bosje voor mijn grote behoefte. Ik zorgde voor natuurlijke bemesting.  Ik stop er 17 jaar later terug eens, voor mijn kleine behoefte.  Ik merk dat het groen er ondertussen goed is gegroeid.

    Ik schuif moeizaam verder in de richting van Maredsous. De klim naar de abdij werd geen probleem. Er is veel volk. Een flauwe plezante wandelaar probeert mij te pesten  door met zijn mond luid het gevreesde sissend … pssssst…na te bootsen dat voor een wielrijder het onheil van een platte band betekent.

    Basta, … klootjesvolk te Maredsous…… kaas,bier,kaarsen,geloof,offerblok,….. luchtvervuilende auto’s met dagtoeristen en lompe touringcars.  Weldra Maredret in haar prachtig groen.  Ik geniet van de omgeving en van een koud blikje Lipton ergens uit een automaat.  Ik kom aan Chateau-ferme de Falaën, hoofdkwartier van La Confrérie du Crochon, vaandeldragers van de plaatselijke gastronomie.

    Ik loop er wat rond om op adem te komen. Twee lelijke meisjes willen mij brutaal een ingangsticket verkopen. Zij fluisterden dat ik wellicht een Hollander zou zijn, en dat staat mij echt niet aan. Wegwezen is weer mijn gedachte. In de vrije natuur voel ik mij lekkerder dan tussen kasteelmuren. De heuvels in dit land doen me erg pijn, maar langs de wegberm bloeien mooie bloemetjes. Ik vertrok op weg naar Rome met bijna geen training. Rondjes in eigen streek en maar één maal een rit van 100 km langs Scherpenheuvel. Vroeger kon ik veel beter. Nu moet ik het uitzweten.  Dat was wel te verwachten.  Ik weet dat mijn conditie met de dag zal beter worden. Ik ben maar een slak in  ‘ les beaux paysages de la Wallonie’ . Mijn gemiddelde snelheid benadert het nulpunt. Voor mijn zonden  moet ik nu boeten. Het doet overal pijn.  Maar het geluk, geloof en de hoop op redding hebben me niet verlaten, want daar volgt de flinke afzink naar Dinant.  Aan de Grotten  La Merveilleuse stop ik.  Mijn truitje vol nat zweet ontzegt me de mogelijkheid om ondergrondse frisse gebieden te bezoeken en  stalactieten te bewonderen. Met wat frisse cola voel ik me tevreden.  Een kwartier later fiets ik in de verkeersdrukte van Dinant.  Opletten is er nodig om ongekreukt nog wat afstand af te leggen.  Na enig slalomwerk ga ik in de schaduw zitten langs de Maas op een bank. Ik drink er één liter AA-melk en één van de drie liters Vittel die ik zopas kocht in de supermarkt Match.  Mijn vleesspies voorzien als hoofdmaaltijd voor deze dag moet er ook aan geloven.

    Ik heb al 100 km gereden en ik ben blij.

     

    Met lichte triptrap toer ik onder de hemelshoge brug door  en daarna volg ik de Lesse tot aan Camping Villatoile. De kassa rinkelt tot  405 franken en dat is dan voor man, fiets, tent,douche. Een jobstudent wijst me mijn plaatsje. Terwijl ik mijn positie inneem beginnen we een gesprek. Hij ziet een vijffrankstuk liggen in het gras en gooit dat naar mij. Weer een teken van geluk voor mij op deze weg. Hij vertelt me over zijn dorp Thynes waar nog Romaanse, maar niet Romeinse muren staan. In de XII-de eeuw was er daar zelfs een slaapplaats voor pelgrims te Thynes, beweert hij. Ik stel mijn tentje op. De eerste dag gaat dat nooit vlot omdat gewoonte en techniek nog ontbreken.  Maar een waarheid is ook dat ik eigenlijk niet handig ben.  Maar het gaat wel, en ik vind nog een geldstuk van één frank. De dag in  ‘très riche Wallonie’ was verrijkend doch de geldstukken worden steeds kleiner.

     

    In mijn ijver om er uit te zien als een echte kampeerder, stop ik mijn portemonnee onder de ietwat grotere droge pet die ik nu op mijn kopje heb. Wanneer een kwartier later mijn fiets bevrijd is van alle bagage en mijn nachtkwartier volledig is ingericht, wil ik naar de douche. De penning hiervoor steekt in mijn portemonnee. Ik zoek meerdere minuten om die te vinden …en  o, jee, verdorie…  onder mijn pet.

    Op weg naar de douche verlies ik mijn propere onderbroek, maar ik merkte het wel. Op de WC is er geen toiletpapier, maar ik heb wel een hele rol bij, want eigenlijk ben ik op alles voorzien en ben ik toch niet te onderschatten, ondanks mijn chronische verstrooidheid.  De douche is een besprenkeling met veel genot. Stof en zweet spoelen van mij weg. Mijn lijf is als nieuw na het verlaten van de douchecel. Ik loop rond op mijn blauwe  Biguer’s, ontspannende sandalen van maat 47, die ik eens kocht in Andorra.  Het is heerlijk op  50 m van de Lesse, die mooie Ardeense rivier , die we vroeger reeds vanaf Houyet met de kajak enkele keren hadden afgevaren.    Er is op Villatoile een rustiek gebouw met een aangename bar, waar witbier van Hoegaerden uit het vat wordt getapt. Een poging om naar huis te bellen mislukt omdat een lange rij vakantiegangers staat te wachten aan de telefooncellen   (*).

    Ik stap dus maar terug naar mijn Alpinotentje,  een iglo in kaki kleur, en ik overzie even mijn komend programma.

    Nu is het tijd voor mijn eerste peace-mobile-opdracht, op zoek naar Gérard en Catherine dus. Daarvoor ga ik terug naar de bar, waar de baas van de camping op dit uur afrekent met de man van de drankautomaten. Hij zit aan een tafel bedekt met geldstukken. Onbeschaamd neem ik naast hem plaats aan die tafel en stel mezelf voor. Hopen geldstukken waren ook een deel van mijn leven, van zwembadzoontje van Olympia tot bankbediende van de Grote Kas van de kleine spaarder.  Ons gesprek verloopt soepel en is van goed niveau. Hij trakteert me direct terug op een witbier. De geldman van de automaten schuift er bij ons bij, en nogmaals worden drie biertjes gebracht. Wat later zorg ik dat die mannen kunnen verder werken en ik verlaat dus de tafel, na een stevige handdruk.

     

    Mijn tweede poging om te telefoneren lukt.  Het thuisfront mag horen dat mijn eerste dag goed is verlopen. Witbier heeft mijn dorst nog niet klein gekregen.  Ik begin een nieuwe fles Vittel , en ik vreet mijn tweede en laatste vleesspies op. Mijn kledij van de dag droogt al goed.  Mijn fiets ligt prima vastgebonden. Mijn beenspieren zijn vermoeid. Voor de rest voel ik me nog heel fit. Ik rust maar ik kan nooit in een diepe slaap geraken tijdens de nacht op deze camping langs het kabbelende water op de rotsen en keien van de Lesse.  Ik droom een beetje en ik meen van in de verte de saxofoon van Adolphe te horen. 

     

    (*)(er waren toen in 1996 nog geen GSM’s …)







    08-11-2008 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    05-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Historische Dag.
    In de geschiedenis van het mensdom zal 5 november 2008 beschouwd worden als een belangrijke datum.

    Over de hele wereld is er uiteraard maar één thema van tel vandaag. Amerika heeft een president. Barack Obama  is een fenomeen.

    Hij wordt   ' the black Kennedy'   .
    Hij is de echte iron man uit Hawaï.
    Hij wordt niet gedeklasseerd wegens dopinggebruik.
    Hij mag door niemand worden doodgeschoten.
    Hij maakt de droom van Martin Luther King waar.
    Hij vertegenwoordigt alle kleuren van de USA.

    Yes, we can     en   Change we need  is wat hij vertelt.

    Laten wij hopen dat hij niet zoals zijn voorgangers altijd en alleen beslissingen neemt waardoor de rijke Verenigde Staten van America beter worden, maar dat hij ook wil dat het leven overal op deze planeet goed is en blijft voor mens, dier en plant.

    Papoum.







    05-11-2008 om 14:47 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    01-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rome 1996 . Start.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De eerste kilometers.

     

    De wekradio staat op 05:01 ….  .   Dring, dring, dring, dring  …  brrr  .

    Nog te moe. Pas  100 minuten  later ontsnap ik dan toch uit ons echtelijk bed.

    Fruitsap, omelet, brood, koffie, met weinig eetlust. Pas terwijl ik de linnen proviandzak vul met hapjes voor de eerste stopplaatsen, besef ik dat dit wel de grote dag is. Ik zou zeker zenuwachtig moeten zijn, maar ik voel me toch zo rustig want ik weet dat mijn weg tot Rome lang is en dat geen enkel voorval mij van mijn doel zal afhouden. In mij sluimert de stoïcijnse kalmte van de legioensoldaat  die in  vierkantsopstelling achter zijn schild wacht op een bende Belgen die komt afgestormd  terwijl hij al weet dat na de schermutseling met die barbaren hij met verlofbrief op zak mag naar huis terugkeren, daar ergens in de omgeving van Rome , centrum van de beschaafde wereld.

     

    De drie foto’s bij dit vertrek zijn klassiek : man,fiets,voordeur + man,fiets,huis +  man,fiets, echtgenote.  Afscheid.  Zoenen.  Eerst aan mama  Sonja, en dan ook aan de dochters Anne en  Martine, nog in  nachtkleed en op blote voeten.  Als drie Vestaalse maagden zullen deze vrouwpersonen waken op haard, meubels en spaarpot.

    Zij zullen ook met Lucca, onze jonge welsh terriër, dagelijks mijn rondje wandelen.

     

    De eerste stap is voor iedere pelgrim steeds een moeilijke stap. Loskomen vàn en op weg nàar, die eerste grote schrede waarmee alles wordt achtergelaten, zelfs zonder startschot, is het iets bijzonders.  Maar de man met de zwarte pet en de blauwe trui heeft zich goed voorbereid en als een rijpe appel kan hij thans uit de boom vallen. Hart van steen, blik op oneindig, diep ademen,  en nog even  ‘pro forma’ wuiven naar de drie geliefde ladies .   Start.  Vooruit  !

     

    De fiets is loodzwaar. De benen zijn slap. Na amper 160 pedaalstoten komen Guido en Camilla me voorbijgereden. Zij brengen hun peuter Stephen naar de kinderkribbe. Even later, omstreeks de eerste kilometer, stop ik reeds om een korte inspectie te doen van mijn achterwiel, want daar is een verdachte trilling. Oplossing snel gevonden. Heb ik dan toch niet teveel bagage mee ?

    Rustig aan.  Klein verzet. Op gang komen.  Van mijn groot geluk genieten. Broer Guido haalt me terug in.  Hij stopt aan het kerkhof van Walsbets zijn Peugeot  (merk van wijlen Stan Ockers … ). Ik sta weer stil en ik heb nu twee mijlen afgelegd.Mijn familieleden zijn onder de indruk van mijn onderneming. Wat een fiets en wat een man !  Hoe ver is het nog tot aan de catacomben van Rome ?Ik maak duidelijk dat er voor mij 6 weken en ongeveer 3000 km liggen tussen de heuvel van Bets waarop wij staan en de 7 heuvels van Rome. Ik wijs met mijn arm in de richting van de Sonvalwijk.  Zie Guido,  daar op de oeroude kleigrond van Haspengouw  stond eens , lang geleden, een Romeinse villa in het wijde landschap.  In het ochtendlicht ziet een nuchter kaderlid van een multinationaal farmaceutisch bedrijf uiteraard niets. Hij heeft geen verbeelding en vond geschiedenis steeds weinig belangrijk, terwijl de dichter -pelgrim het allemaal wel voelt.  In het land der tumuli, het land (Landen)van Pepijn de Oude,  woonden vroeger Romeinen, nadien de Betasiërs, en daarna de Karolingers. Vaarwel jonge broer, vaarwel lieve schoonzus.Naar uw job. Voor mij, zwerfvogel, ligt de ruimte ver en breed open. Ik vloeide af.  Ik ben niet meer in het arbeidscircuit, maar wel op vervroegd pensioen. Ik ben geen wroeter, geen knecht, geen clown, geen dierentemmer, geen fluitspeler meer in het dagelijkse circus. Ik ben een mens geworden, met een ander soort bezigheden. Tijdens de bergop naar  Het Hemelrijk  moet ik even schakelen, maar ik geraak goed boven en neem het valse plat met schone vaart.

     

    Hé, daar staat Jean-Paul, nog een andere supporter, op mij te wachten. Hij is een voormalige werknemer bij IBM , nu is hij ook alle dagen thuis terwijl zijn echtgenote nog zorgt voor een vet loonbriefje bij de Nationale Bank. Van hem werd steeds gezegd  dat hij de braafste jongen van ons dorp was en nadien de beste  technieker van zijn bedrijf.  Dat waren titels waarvoor ikzelf nooit in aanmerking kon komen. Misschien, … binnen zes weken,nadat ik van de Paus een volle aflaat zal hebben gekregen  kan ik een beter mens en christen worden. De laatste maanden wisselden Jean-Paul en ik enkele keren van gedachten , over de aanpassingen nodig in een leven zonder arbeidsverplichting. Allebei beleven wij dit op onze eigen manier. Hij is een knutselaar met twee fijne handen. Hij piekert echter thuis hele dagen over intrest en beleggingen.  Maar soms toch wordt hij strijdvaardig. Als Don Quichotte tegen machtige molens , wordt hij moeilijk en wil hij voor goede doelen als zuivere lucht en gezonde waters vechten .  Hij betreurt de teloorgang van de natuur, en hij beweert dat de overheid en de bedrijven veel op hun geweten hebben.

     

    Ik wil nooit meer wat horen over geld en kapitaal, na meer dan dertig jaren in een grootbank.  Ik wil met mijn fiets op weg naar Rome. Ik verlaat Walshoutem, het dorp van mijn jeugd. Ik rijd onder de A3-E40 door en kom zo op het grondgebied van Hannut , aan de andere kant van de taalgrens, in Wallonië.  Waar is hier die scheidingslijn van taal en cultuur, die tweeduizend jaren geleden zou zijn gelegd door in die tijd  beter beschaafde mensen die kwamen uit Rome ?

     

    Even later word ik ingelopen door een brommertje. Het is warempel nog een oude kennis uit ons dorp.   Daisy !   Zij tuft naar de markt. Het is maandag en ongeveer  08:00 uur.  Tijdens onze jonge jaren werd er verteld dat zij verschillende jongens zou hebben geïnitieerd in de zonde van onkuisheid. Ik ben niet op haar lijstje geraakt. Op de plaatsen en op het tijdstip waar dat toen zou gebeurd zijn, kwam ik steeds te vroeg of te laat.  Een misstap met Daisy kon ik nooit aan mijn biechtvader vertellen.

     

    Hannuit. Marktdag.  Carrefour en Hesbaye.   Vriendelijke stad waar Zénobe Gramme en de Heilige Kristoffel worden vereerd, zoals trouwens ook Gaston Roelandts en Marcel Van de Wattyne .  Ik kwam hier naar school. Regen, wind, zon, jonge meisjes, niets heeft mij tegen gehouden om goede manieren te leren in het Collège Sainte Croix.

     

    De paters Kruisheren  runden er goed onderwijs sedert 1919 en in 2009  zal deze school nog steeds behoren tot de besten van het katholiek middelbaar onderwijs. “ Le Grand Flamand” was mijn bijnaam. De pubers uit de lagere klassen keken naar mij op .  Ik was goed in voetbal op de speelplaats, en ook met de grote bal op het basketbalpleintje en met het witte balletje op de pingpongtafel. Ook in de klas was ik een kanjer, vermits de beste scholieren in de Latijns-Wiskundige  zaten.  Ook  al moest ik goochelen met algebra, toch waren Geschiedenis  en Franse Schrijvers de vakken die ik graag had.   Rosa, rosae, … rosarum,  zoals ene Jacques Brel toen zong,  dat was lepel na lepel ajuinsoep slikken, maar later mocht ik toch  de genitieven en de datieven van Cicero bewonderen.  Maar ….   ‘ Heureux qui comme Ulysse a fait un beau voyage … ‘   en even glimlach ik , terwijl ik losjes en soepel pedaleer. Ik kreeg hier Latijn, en nu ben ik op weg naar … .  Was het hier dus dat ik onbewust die drang meekreeg die me nu naar Rome doet landzeilen in de richting van Namen   doorheen de zomerse velden van Haspengouw, sur la route des blés d’or.

     

    Weer verontrust me een geluidje.  Niet van een auto, niet van krijsende vogels, niet van de wind,  maar wel enig gerammel van mijn bagage . Ook mijn nieuw buitenbanden schuren vreemd over het wegdek  en storen mijn frisse oren.

    Met 24 kgr last storm ik verder op mijn tweewieler.  Mijn strijdwagen is hevig, het is een pelgrimsmobiel. Het lichaam van de man, de materie van de fiets, kraken en schuren nog wat op het einde van dit eerste uur, maar een verbetering van hun onderlinge verhouding is  ongetwijfeld te verwachten.

     

    22,5 km afgelegd. Dit moet Bierwart zijn. Kruispunt en frituur. Stop. Ik ga even  dagblad Le Soir  kopen.  De krant heeft een echte grote titel op deze maandag 19 augustus 1996 :  ‘ “  Horreur pour Julie et Melissa …’ 

    We zitten midden in de crisis Dutroux, we leren allen het woord pedofilie kennen.Zoals iedereen in België en elders, ontdek ik met verschrikking het verbijsterend nieuws.  Ik neem het besluit van de volgende veertig dagen geen krant meer te kopen en niet meer naar televisie te kijken.   Als pelgrim wil ik zoeken naar het mooie dat zowel buiten mij als wellicht wel binnen mij te vinden is.

     

     

     

    01-11-2008 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rome 1969 - Inleiding - Overzicht .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Op weg naar Rome.

     

    Inleiding.

     

    Zeven jaren lang was de oude fietsfanaat Wilfried  inactief gebleven, een lange tijd vol stress, depressie,ouder worden en midlifecrisis .  Toen voor hem bij  FORTIS  de kans kwam om met ‘disponibiliteit 52+’   te vertrekken, borrelde plots weer de levensenergie in deze man op .

    Hij dook enkele weken in boeken en landkaarten om zich voor te bereiden, en dan nam hij zijn trekkersfiets en vertrok voor 40 dagen op een lange, kronkelende pelgrimsweg die hem tot Rome zou brengen. Avontuur, cultuur en natuur vormden zijn dagelijkse bezigheden. Hij genoot er met volle teugen van. Al fietsend mijmerde hij nog veel over zijn verleden, maar het besef dat zijn toekomst helder werd verbeterde vlug in hoge mate zijn persoonlijk geluk. Als een nieuwe mens kwam hij terug nadat hij over de vele heuvels van Toscane was gereden en de oude steden Venetië , Ravenna. Florence, Rome had bezocht. Vanaf nu volgt op deze blog  regelmatig , in vele stukken,  het verhaal op weg naar de Via  Appia  Antica. 

     

     

     

    Enkele notities gemaakt tijdens voorbereiding :

     

    Nos gaillards pélerins

    Par monts, par vaux et par chemins

    Au gué d’une rivière à la fin arrivèrent.

    (Jean de La Fontaine)

     


    Met haken werden de dode gevangenen weggesleept

    En in de cloaca Maxima, de grote riool, gegooid.

    Jugurtha, de Afrikaan, en Vercingetorix, de Galliër,

    En Simon  Bar, de Jood, gingen hier smadelijk de dood tegemoet.

     

    Beau pélerin de Flandre, dit-elle, pourquoi viens-tu ici ?

    Pour parler au pape, répondit Uylenspiegel.               ( Charles Decoster)

     

    Rome is niet op één dag gebouwd.

    Hoe dichter bij Rome, hoe slechter christen.

    Tussen Keulen en Parijs ligt de weg naar Rome.

    Het is zo oud als de weg naar Rome.

    Alle wegen leiden naar Rome.

     


    Overzicht van de totale fietstocht.

     

    1. Landen – Pont sur Lesse  101 km

    2. Pont sur Lesse  - St-Laurent Charleville 80 km

    3. St-Laurent Charleville-  Dun sur Meuse 87 km

    4. Dun sur Meuse – Varvinay en Lorraine 84 km

    5. Varvinay en Lorraine – Nomexy sur Moselle 134 km

    6. Nomexy sur Moselle – Rupt sur Moselle 70 km

    7. Rupt sur Moselle – Berentzwiller 97 km

    8. Berentzwiller – Moehlin am Rhein  55 km

    9. Moehlin am Rhein- Bad Zurzach 55 km

    10. Bad Zurzach- Schaffhausen 59 km

    11. Schaffhausen- Romanshorn 78 km

    12. Romanshorn – Fisschingen 80 km

    13. Fisschingen – Bibberbrugg 58 km

    14. Biberbrugg- Gersau 64 km

    15. Gersau/Buosch- Giswil/Meiringen 46 km

    16. Meiringen – Mamishaus 95 km

    17. Mamishaus – Savigny 84 km

    18. Savigny – Lausanne/Ouchy 20 km

    19. Lausanne/Ouchy – Milano/Monza 17 km

    20. Monza – San Pellegrino Terme 85 km

    21. San Pellegrino Terme – San Andrea d’Iseo 96 km

    22. San Andrea d’Iseo – San Felice di Garda 84 km

    23. San Felice di Garda- Costermano 68 km

    24. Costermano – Saccolongo 126 km

    25. Saccolongo- Fisuna/Venezia 66 km

    26. Venezia- Venezia/Zitelle  0 km

    27. Venezia/Fisuna – Lido di Pomposa 120 km

    28. Lido di Pomposa – Ravenna 69 km

    29. Ravenna – San Marino 88 km

    30. San Marino – Mercato Saraceno 55 km

    31. Mercato Saraceno – Badia Prataglia  54 km

    32. Badia Prataglia – Firenze  83 km

    33. Firenze/Fiesole – Firenze  0 km

    34. Firenze – Lucca  95 km

    35. Lucca -  Antignano 78 km

    36. Antignano – Castiglione della Pescaia 135 km

    37. Castiglone della Pescaia- Feniglia 82 km

    38. Feniglia – San Marinella 105 km

    39. San Marinella – Roma

    40. Roma – Vatican  0 km

    41. Roma – Roma City  46 km

    42. Roma – Frascati  51 km

    43. Frascati  - Roma 36 km

    44. Roma – Roma Termini 12 km

    45. Roma Termini – Namen/Landen  0 km

    25-10-2008 om 04:45 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Ronde van Burkina Fasso 2008.
    GUY SMETS NEEMT DE LEIDING.

    Vandaag begon de 22-ste TOUR DU BURKINA FASSO . Deze beroemste wielerkoers in Africa loopt over tien vlakke ritten  tot 2 november ( Totaal = 1245 km).  Drie ministers reden tijdens de eerste kilometers mee .  Dan trok het peloton van 84 renners in volle vaart weer door het prachtige landschap, tussen rijen toeschouwers, over de stofferige wegen onder een loden zon. De deelnemers komen uit Kameroen, Ivoorkust, Gabon, Mali, Sierra Leone, Senegal, Libye, Marocco, Nederland, België, Frankrijk en Burkina Fasso. In dit zeer arme land worden 550.000 euros besteed om deze rittenkoers te organiseren. Nog steeds rijden er geen echte beroepsrenners mee, maar er mag toch niet meer worden beweerd dat de Tour du Burkina Fasso een koers voor cowboys en avonturiers is. De competitie is er zeer zwaar. Dit jaar zorgt de Union Cycliste Internationale ook voor een goed toezicht op eventueel dopinggebruik. De sfeer van deze koers is uniek, zowel aan de starts, als onderweg aan de knelpunten, en aan de aankomst. Op het podium worden daar vele truien uitgedeeld, steeds overhandigd door mooie zwarte vrouwen die vier kussen aan de winnaars geven.  Vorig jaar won  Adil Jelloul uit Marocco. Hij wil natuurlijk terug winnen tot eer en glorie van de Afrikaanse wielersport, maar hij klaagt er over dat hij dit jaar misschien geen sterke benen zal hebben omdat hij door de ramadam een tijd lang te weinig heeft gegeten.  De Belgische ploeg is goed aangekomen ter plaatse, in het sportieve hart van Africa. De oud-winnaar van deze rittenkoers David Verdonck is ploegleider. Henrioulle, Didden, VanMechelen, zijn verzorgers-mekaniekers, en twee vroegere gregario's van Eddy Merckx gaan meer mee als raadgevers en voor de public-relations:  Ludo Delcroix en Herman Beyssens. Dit is een zestal met veel ervaring in de plaatselijke toestanden, die werkelijk alle kanten kunnen uitgaan.Onze renners (Elites zonder contract)  zijn Guy Smet, Christof Mariën, Stefan Roosen, Lionel Syne, Jeremy Burton, en Laurent Donnay.

    Guy Smet, de Reus van Kruibeke, trok in de eerste rit reeds ten aanval. Hij nam  een dikke minuut  voorsprong en is nu de Gele Trui van de Ronde van Burkina Fasso.  Guy Smets is een sterke kerel die reeds 297 koersen won en 200 maal tweede eindigde , meestal in het regionaal gebeuren in Vlaanderen. Bravo Guy !



    24-10-2008 om 22:49 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    22-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Ronde van Frankrijk 2009.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    TOUR 2009

     

    De herfstregens hebben de witgekalkte letters nog niet afgewassen van de namen van de dwangarbeiders van de weg ( van de dikbetaalde sandwichmannen van de fiets) uit de Tour van 2008  - en ook niet werden reeds alle potjes en flesjes opgeborgen van de voorbije dopingcontroles – of  daar komt reeds zoals de nieuwe Beaujolais weer een nieuwe Tour.

    Het is geen ongewenst  kind,  geen te vroeg komend zwangerschap in de buik van Frankrijk , maar wel een kind van onze liefde, onze passie voor de wielersport, notre amour pour le vélo.

    De Tour blijft immers moeders mooiste, al wordt hij een te grote baby om op te voeden.

     

    22-10-2008 om 15:55 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    10-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De eerste grote Luxemburgse kampioen.

    1909 François Faber.

     

    Iedereen was onlangs verwonderd bij het vernemen dat er negen Luxemburgers mochten starten  op het Wereldkampioenschap Wielrennen te Varese .Het Groot Hertogdom Luxemburg is maar klein maar heeft een grote wielertraditie . Er zijn daar zeer grote wielerkampioenen geweest. Wij denken dan aan de grote drie uit de Luxemburgse wielergeschiedenis François Faber, Nicolas Frantz  en Charly Gaul.  Verder waren er ook  Bim Diederich, Willy Kemp, Luc Gillen en Jeng Goldschmitt in de fifties toen wij als kleine mannen  supporters werden van de helden van  berg en dal.. Binnen korte tijd mogen we daar misschien de naam Kirchen of Schleck aan toevoegen, want vandaag telt Luxemburg weer mee in het peleton,  alhoewel een recent doping bericht ons een traan in het oog brengt.  Maar Faber ‘ de Reus van Colombes’ blijft  Faber, en was een héél grote wielercrack  die we toch nooit zouden mogen vergeten.

     

    François Faber werd op 26 januari 1887 in het Franse Aulnay geboren, maar omdat zijn vader van Luxemburgse afkomst was, kreeg ook François de Luxemburgse nationaliteit. Deze François Faber was een natuurmens. Licht en lucht moest hij hebben, koude of regen, hitte of droogte, zand of slijk, stenen en bergen, het maakte hem allemaal niets uit. Zijn onbegrensde kracht en uithoudingsvermogen trotseerden alles. Op 19-jarige leeftijd debuteerde Faber reeds in de Tour, maar hij haalde dat jaar nog Parijs niet. In 1907 keerde hij terug en met een zevende plaats onderstreepte hij zijn enorme kwaliteiten. In 1908 eindigde hij al op de tweede plaats en won hij vier lange ritten. Een jaar later domineerde hij het Tourpeloton en werd hij op 22-jarige leeftijd de eerste buitenlandse winnaar van de Tour de France. Faber heerste dat jaar op alle fronten in ' la Grande Boucle'. Hij sleurde zijn zwaar lichaam als eerste over de cols en won in 1909 als enige renner in de historie van de Tour vijf etappes op rij.

     

     Le Grand Faber was een prachtige atleet. Hij was 1 meter 88 centimeter lang en woog maar liefst 88 kilo. Hij was een zeer sterk treinloper en een geweldig sprinter. Zijn lichaamsbouw beperkte hem in zijn mogelijkheden als klimmer, maar dat belette hem niet om maar liefst 19 Touretappes te winnen. François Faber was een volksvriend met een innemend karakter en hij was ongelooflijk populair. Hij was de Tom Boonen van zijn generatie. Ook in de klassiekers beschikte Faber over grote mogelijkheden. Hij won een hele reeks topklassiekers, zoals Parijs-Brussel, Bordeaux-Parijs, Sedan-Brussel, Parijs-Tours en de Ronde van Lombardije.   In 1914 meldde François zich bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog als vrijwilliger bij het Franse Vreemdelingenlegioen, ook al was hij toen niet verplicht van soldaat te worden. Hij lag in het oorlogsjaar 1915 te Carency  bij Arras  (Pas de Calais) in de eerste vuurlinie nabij de boerderij van Bonneval, toen hij op 9 mei een telegram ontving met het schone nieuws dat zijn eerste dochtertje was geboren en dat alles prima was gegaan. Uitzinnig van geluk sprong hij tot boven de loopgracht uit met zijn groot lijf  terwijl hij zijn handen in de lucht stak. Op dat  ogenblik doorboorde een vreselijke Duitse kogel zijn sterk hart. Eén van de grootste renners was niet meer. Hij viel dood neer in de armen van zijn strijdmakkers, de renners  Louis Darragon en Charles Cruchon . Dit is het bijzonder tragisch einde geweest van het leven van een groot sportman.

    François was vaak vergezeld door zijn trouwe helper, zijn halfbroer Ernest Paul .Deze mannen reden voor de fietsconstructeurs van toen : Labor, Peugeot, Alcyon, Automoto. De machtmens Faber stierf  toen hij nog maar 28 jaar was. Er bestaat een herdenkingsplakket Faber in de Kapel van O.L. Vrouw van Lorette in Vimy tussen Arras en Douai. Monumenten gewijd aan beroemde wielrenners zijn een bezoek waard. .

      

     











    10-10-2008 om 11:40 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tussen de vele Chinezen was er ook deze.
    Van in onze prilste jeugd tot vandaag,  van Sinterklaas tot Brel, Pater Damiaan, Daens,  werden ons de namen van zovele dappere mannen, kampioenen, heiligen, koningen, ontdekkingsreizigers, uitvinders, voormannen,  ... (en dan werden nog de vrouwen vergeten...) opgedrongen, aangeleerd, maar altijd werd er door de lui die het ons vertelden nooit gesproken over sterke, wijze, slimme mannen uit het Oosten  (behalve dan rond de tijd van Drie Koningen en misschien toch Ghandi of Moeder Teresa ...) .
     Dus weten wij niets over een groot man als de Chinees ZHENG HE en op deze blog komen maakt  het dan ook mogelijk een groot gat in de kennis te vullen.

    Rond 1400 gaf Yongle (ook Zhu Di genoemd) de Keizer van de toen in China heersende Ming Dynastie de opdracht van een gigantische scheepswerf te bouwen waar grote platte schepen werden gebouwd, helemaal gemaakt van hout. De eunuch-admiraal ZHENG HE werd aangesteld om ontdekkingreizen te maken naar de verste gebieden om daar de macht van de Keizer te tonen en de superioriteit van de Ming Beschaving te bewijzen.
    De schepen van Admiraal ZHENG HE, die een geniaal persoon was, waren vol geladen met alle bestaande rijkdommen van China, zoals porselein, zijde, goud, specerijen. De Chinezen zijn op ontelbare plaatsen aan wal gegaan maar nooit was het de bedoeling andere plaatsen te veroveren en ook niet om een godsdienst op de dringen aan plaatselijke volkeren. Er is weinig geweten over dit epos dat zeven hoofdstukken telt van 1405 tot 1433.  Waarom werd er zoveel geïnvesteerd in deze tochten,  en waarom werd dit alles plots gestopt lang voor naties als Portugal en Spanje,  Holland en Engeland, en andere zeelui op verkenning trokken over de oceanen uit hebzucht en winstjejag  ?

    Ma Sabao zoon van een Mongoolse chef, kreeg vanaf 1404 de naam Zheng He, werd op jonge leeftijd meegenomen door de soldaten van de Keizer. Hij werd gecastreerd en aan het keizerlijke hof kreeg hij een goede opleiding om een keizerlijk eunuch te worden. Eunuchen waren de dienaars, medewerkers, vertrouwelingen, raadgevers, van de Ming's. Zij woonden in de nabijheid van de Keizer, in De Verboden Stad.  Zij lieten hun ogen niet vallen op de keizerinnen, prinsessen en ander vrouwvolk, en leefden 100% om de Machtigste op Aarde te dienen. Zij hadden geen nakomelingen die voor de Keizers concurrentie werden door macht, kennis, relaties die zij verzamelden.  

    Van ZHENG HE is weinig geweten. Hij hield zich in de schaduw achter de Keizer. Hij was een 'primus inter pares' als student. Hij was op zee een almachtig man. Hij was zeer groot van gestalte  ( 2m ).  Helemaal geen fanatieke moslim , droeg hij toch de eretitel van  ' Hajii ', want zoals zijn grootvader, zoals zijn vader, was ook hij op pelgrimstocht naar Mekka geweest. ZHENG HE  zorgde er voor dat minstens dertig vreemde koningen de Keizer hun trouw verzekerden  en dat méér dan duizend ambassadeurs te Peking vertoefden tijdens de Gouden tijd van het begin der XV-de eeuw.

    Er werd ook in een bestseller beweerd dat enkele schepen van Zheng He de grote armada hebben verlaten en in 1421 Amerika, Australië, Antarctica, bereikten .
    De toekomst zal brengen of dit waar is,  want vandaag is dit echt nog niet bewezen.

    Op de grote wereldzeëen van toen zijn de schepen van beroemde zeevaarders als Columbus, Vasco da Gama, Magellan, maar stekelbaarsjes geweest vergeleken met de walvissen die de superjonks van Zheng He waren. Zelfs de Bijbelse Ark van Noé kan niet groter zijn geweest dan het vlaggeschip van Zheng He,  want dat houten paleis was een negenmaster van 164 m lengte en 51 m breedte. Zeker geleek het op geen sardienenblik maar wel was het zo groot als een voetbalstadion van eerste divisie. De meeste jonks van de Grote Chinese Armada waren 400 voet lang , archeologen hebben dat bewezen. Er zullen ook nog kleinere meer mobiele eenheden zijn geweest, met verschillende functies. Op sommige jonks waren er zelfs moestuinen gebouwd voor groeten, soja, fruit, uit eigen tuin. Zo hadden de zeelui die met Zheng He vaarden geen last van scheurbuik,  gebrek aan vitamine-C, hét probleem  van de vroegere zeevaarders.

    Het is gebeurd in 1405  en tot aan de Landing in Normandië van juni 1944 zijn er nooit meer boten samen uit éénzelfde haven vertrokken. De Armada van Zheng He, bevattend 317 schepen en 27.870 manschappen, verliet Nankin  voor een tocht van 50.000 km die twee jaren zou duren.  Zij bezaten het buskruit, het compas, kenden de sterrenhemel, en tussen de technici aan boord waren er wetenschappers en ambachtslui van het hoogste niveau. Merkwaardig is wel dat de eunuch Zheng He een groep prachtige danseressen meenam, en dat zou dan zijn geweest voor het plezier van de ambassadeurs, van de koningen, van de businessmen, die hij tijdens zijn tocht zou leren kennen.
    Zij vaarden met een snelheid van 9km per uur. De piraten die zij onderweg tegen kwamen, sloegen voor altijd op de vlucht, werden monnik of boer, toen zij beseften dat de Keizer van China ook de meester wou worden van de zee. Zij zeilden tot Arabië en kochten er paarden om te kweken, want dat was nodig om de beruchte Mongolen te bekampen, die gevaarlijke ruiters uit de steppe.
    De tweede tocht (1407) kwam er vooral om de vele barbaarse ambassadeurs terug naar huis te brengen nadat zij de grootheid van Keizer en Cultuur hadden gezien. De Ming Dynastie kreeg zo eerbied in alle gebieden waar de jonks van Zheng He waren geweest. (Champa, Java, Cochin, Siam, Ceylon, ...).
    Tijdens de derde tocht (1409) werd er goed gescoord op gebied van eerbied voor andere godsdiensten. Op vele plaatsen werden er giften gedaan aan tempels.
    De vierde tocht (1413) zeilde tot Arabië, Mogadiscu, Aden, ... en 18 machtshebbers aanvaardden om zich te plooien en  negenmaal met het hoofd de grond te raken terwijl zij trouw zworen aan de Keizer, de Hemelse Machtige op Aarde, en vrijwillig tribuut wensten te betalen omdat zij de superioriteit van China wilden erkennen.
    De vijfde tocht (1417) had weer Aden en Africa als reisdoel,  en zij brachten naast mensen van daar ook merkwaardige wilde dieren naar het Hof van de Keizer, zoals de giraf, de zebra, de leeuw, de struisvogel.
    De zesde tocht (1421) bracht de Chinezen tot in West Africa, en zij maakten vele nieuwe relaties. De vloot zou zich toen in vier delen hebben verdeeld om een wereldkaart te tekenen . Velen zijn toen niet terug naar huis geraakt. Tot waar kwamen die boten   ?

    Toen stierf de Keizer Yongle. De volgende keizer degradeerde Zheng He. Maar toen er weer van Keizer werd veranderd kreeg hij zijn job van Admiraal terug.

    De zevende en laatste tocht (1433) bracht de ontdekkingsreiziger tot bij de Swahili volkeren en tot in Mekka. Maar de grote zeeman stierf weldra en werd aan de diepe wateren toevertrouwd. Dit betekende het einde . Een politieke strijd met obscure combines bracht de bureaucraten aan de macht ( de Mandarijnen ) en de eunuchen verloren hun posities. De mandarijnen stopten de grote en kostelijke ontdekkingstochten. Zij verbrandden zeekaarten, notities, informatie. Zij lieten de schepen rotten in de haven. Dit is een ramp zonder weerga geweest voor de geschiedenis der mensheid. Alle krachten moesten in die tijd gebundeld worden op het land, want in het Noorden was de druk van het Mongoolse gevaar te counteren  en zo verdwenen de geweldige keizerlijke zeilschepen van Zhen He uit de oceaan, terwijl China zich afzonderde in een eeuwenlang isolement.
    Vandaag zijn er op Java nog tempels ter ere van Zheng He, die werd beschouwd als een halfgod, als een heilige , zoals  Sam Poo Kong te Semarang . Op Surabaya werd er nog in 2007 een nieuwe moskee geopend die de naam Misjad Cheng Hoo draagt.  Dit gebeurde in een Chinese gemeenschap met de Islam als geloof. Zheng He was een zeer groot man.





    04-10-2008 om 18:55 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.WK VARESE 2008
    TELEVISIE EN INTERNET.

    Er worden vandaag geen  1.500.000 toeschouwers verwacht zoals in 1951. Ook de meeste tifosi volgen nu de koers in de huiskamer. Maar in 2008 zijn er wereldwijd vele miljoenen die met interesse zullen kijken naar de strijd om de regenboogtrui.Varese, de hoofdstad van Lombardije, ligt boven Milaan in die prachtige streek van de meren : Lago Maggiore, Meer van Como en Meer  van Lugano. Wielrennen is er belangrijk, kent er een rijke traditie. Vele goede beroepsrenners kwamen uit deze sportieve stad : Remo Bertoni, Gabriele Colombo,Francesco Frattini, Stefano Garzelli, Danielle Nadello, Andrea Perron, Mauro Santoromita, Stefano Zanini, ... . 
    De koers loopt over 15 ronden van 17,350 km , zijnde 260,250km in totaal.
    Start om 10u30 . Er zijn in iedere ronde twee hellingen , de Mortello (1,150 km) en de Rochi (3,130 km).
    Zoals bepaald door het UCI reglement mogen 10 landen 9 renners afvaardigen, 10 landen 6 renners, 20 landen 3 renners, en de overige landen 1 renner.  Dit volgens een puntenklassement over de resultaten van het voorbije jaar.  Er worden 210 renners uit 46 landen aan de start verwacht.
    Naar wie gaat de overwinning ?

    Zal Bettini voor de derde maal op een rij winnen en dan langs de grote poort zijn sport verlaten ? Of zien we Davide Rebellin zijn prachtige loopbaan eindigen in wereldtrui ?
    Volgens mij zal Oscar Freire zegevieren. Hij woont trouwens in de buurt.
    Maar een andere grote uit Spanje zal misschien de verwachtingen in hem waar maken : Valverde.
    Om mijn favorieten tot een half dozijn te beperken, zet ik er nog Robbie McEwen bij (met Australiërs weet je nooit...) en Ballan een plaatselijke kampioen die in ééndagkoersen sterk kan uitpakken.
    Ik zie voor de Belgen geen wereldkampioenschap met veel succes.

    (zondagavond) UITSLAG:
    1.Alessandro BALLAN, 2.Damiano CUNEGO, 3.Matti BRESCHEL, 4. Davide REBELLIN



    28-09-2008 om 19:16 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    27-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.WK VARESE 1939 en 1951 .
    HET WERELDKAMPIOENSCHAP DAT NIET WERD BETWIST.

    Op dinsdag 29 augustus 1939 besloot de UCI van de datum van de wegwedstrijd voor de regenboogtrui te verleggen naar een latere datum op de eerste zondag van october.De internationale spanning was te sterk in Europa. Een oorlog tussen Frankrijk en Duitsland werd gevreesd. Een algemene mobilisatie eiste dat alle renners in hun eigen vaderland verbleven in die sombere tijd. Vandaag weten wij dat het inderdaad een goede beslissing was, want het werd toen oorlog.
    Ten noorden van Varese over een afstand va 36,2 km was er een omloop uitgestippeld, de bekende Omloop van de Drie Valleien , en na 6 ronden zou een totaal van 217,2 km genoeg zijn om een waardige nieuwe wereldkampioen op de weg te kronen.  Er waren 10 landenploegen van 4 renners, alsook 2 Portugezen, 1 Amerikaan en 1 Engelsman. Een deelnemersveld met 44 beroepsrenners is minder dan vandaag maar de kwaliteit van de deelnemers was toch groot vermits Duitsland,België,Spanje,Frankrijk, Nederland,Italië, Luxemburg,Polen, Roemenië, en Zwitserland, hun sterkste viertal van het seizoen 1939 hadden geselecteerd. De meeste van de deelnemers van toen verloren tijdens WO II allen de mogelijkheid om grotere wielerkampioenen te worden die tot vandaag beroemd zijn, hun sportieve loopbaan werd door de oorlog verbrijzeld. Ik wil toch hier een groot aantal schone namen vermelden van deze mannen
    Erich Bautz, Georg Umbenbauer, Hermann Schild, Albertin Disseaux,Marcel Kint,Albert Ritserveldt,Cyrille Van Overberghe,Mariano Canardo,Julian Berendero, Maurice Archambaud,Georges Speicher,Gerrit Schulte, Jan Lambrichs,Gino Bartali, Olympio Bizzi,Giordano Cottur,Mario Vicini,Leo Amberg, Paul Egli,Karl Litschi, Joseph Magnani, Matthias Clemens.
    Door deze annulatie zou ' De Zwarte Arend' , onze landgenoot Marcel Kint, tot in 1946 wereldkampioen blijven, vermits hij in 1938 de titel veroverde te Valkenburg. Foto's van Kint,Berrendero,Bartali.


    In de tijd van de superkampioenen.

    Een angstaanjagend programma van 295 km over 36 hellingen wachtte op de 45 deelnemers uit 9 landen op 2 september 1951. Op het laatste moment vervangt Pasotti de grote Coppi (ziek) en na ruzie bij de Zwitsers komt ook Fritz Schaer aan de start.De oude campionissimo Bartali is de enige die ook in 1939 op de deelnemerslijst heeft gestaan.Maar indrukwekkend zijn de namen van de volgende starters : Rik Van Steenbergen, Germain DeRijcke, Briek Schotte,Louison Bobet,Raphael Geminiani,Wim Van Est, Wout Wagtmans,Gerrit Voorting, Henk Faanhof, Antonio Bevilacqua, Fiorenzo Magni,Giuseppe Minardi, Bim Diederich,Willy Kemp,Jean Kirchen,Emilio Croci-Torti, Hugo Koblet, Ferdi Kubler, Gottfried Weilenmann, Heinz Muller, Lode Anthonis, Jos DeFeyter en Kwik Van Kerckhove.
    Een kopgroep blijft voorop na een lange ontsnapping. Fiorenzo Magni , ' De Leeuw Van Vlaanderen', is de enige die 5'40" kan goedmaken tijdens een achtervolging van 50 km. Ook Bartali naderde sterk in de finale, maar hij kwam te laat. Ferdi Kubler, de Arend van Adliswill, overwint de verzamelde krachten van Magni, Minardi, en Bevilacqua.  Hij levert zijn grootste prestatie en wint de spurt met twee lengten waardoor hij voor eeuwig het hart van de sportlui verovert. Ferdi Kubler, de Sportman van de Eeuw  in Zwitserland, leeft in 2008 nog steeds, zoals ook Magni, Diederich, en Geminiani , mannen die de wielersport zeer groot maakten.
    Uitslag: (gemiddelde snelheid 34,834 km)
    1. Ferdi Kubler in 8u 28'28"
    2. Fiorenzo Magni
    3. Antonio Bevilacqua
    4. Jos De Feyter
    5. Gerrit Voorting
    6. Heinz Schwarzer
    7. Wout Wagtmans
    8. Giuseppe Minardi
    9. Gino Bartali   op  1'05"
    10. Hans Dekkers op 1'35"
    11. Bim Diederich  op 1'47"
    12. Kwik Van Kerchhove op 5'00"
    13. Germain De Rijcke op 6'17"
    14. Louison Bobet
    15. Gottfried Weilenmann
    en het overblijvend peleton met Pasotti, Van Est, Van Steenbergen,Kemp,Schotte,Schaer,Kirchen, De Santi, Rossi.

     



    27-09-2008 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wereldbeker Tafeltennis.

    Samenstelling van de reeksen:
    A. 
    Wang Hao (China),Chuan Chih Yun (Taiwan),Werner Schlager (Oostenrijk)Peter-Paul Pradeeban (Canada)
    B
    Ma Long (China), Joo Se Hyuk (Zuid-Korea), Michael Maze (Denemarken),Trent Carter (Australia)
    C.
    Timo Boll (Duitsland) , Gao Ning (Singapore), Kalinikos Kreanga (Griekenland),Segun Toriola (Nigeria)
    D.
    Ryu Seung Min (Zuid-Korea),Li Ching (Hong Kong), Dimitri Ovtcharov (Duitsland) Jean-Michel Saive (België).

    In een eerste ronde speelt elke deelnemer drie wedstrijden.  Nadien volgt een klassement van iedere reeks. Daarna komt een tabel van acht met rechtstreekse uitschakeling.  De winnaar van deze 29 ste Wereldbeker zal dus zes matchen op een rij winnen, of uitzonderlijk toch vijf indien hij in eerste ronde gewild of ongewild een misstap doet. Twaalf van deze tafeltennissers staan op de huidige wereldranglijst hoger dan Jean-Michel Saive ( 35). De Deen Maze (23) mocht als invaller de Braziliaan Thiago Monteiro vervangen , want vorige zondag op de Ramadam Spelen van Abu Dabi geraakte deze geblesseerd. Dit verhoogde nog de totale waarde van het deelnemersveld .

    Dit opmerkelijk sportief gebeuren in de Provincie Luik wordt ingericht
    door SPRL PHILIPPE SAIVE MANAGEMENT in de Country Hall ETHIAS op Sart Tilman , 13; Allée du Bol d'Air -  4031 ANGLEUR.

        



      





    25-09-2008 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    08-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zij stierf vijf jaar geleden op 8 september.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een merkwaardige vrouw.
    Leni Riefenstahl

    http://www.leni-riefenstahl.de

     

    Helena Berta Amalie Riefenstahl ( ° 22/8/1901  / + 8/9/2003)) .

    Over deze grote  dame werd  zeer veel geschreven.  Hier volgen maar enkele zinnetjes, sprokkelingen uit het grote internetbos . Maar zij was toch een vrouw van  beelden die films en  foto’s  heeft gemaakt die zoveel  meer zeggen dan duizend woorden. 

     

     

    Ik ben de oudste zoon van Olympia.

     

    Na het zien van de film van Leni Riefenstahl  in 1938 kreeg Theo Journée in zijn hoofd een idee dat wel zwaar zou wegen op zijn nazaten : hij wilde en zou een zwembad bouwen om de jeugd en ook de ouderen van zijn dorp Walshoutem  te leren zwemmen in fris, gezond en proper  water .

     

    Meer hier over later op deze blog.   Dat zwembad zou Olympia heten en aan de ingang wapperde de vlag met de Olympische ringen en ook was op een groot bord  :

     

     

                    O L Y M P I A   B A D

               schenkt  levensvreugde

           doch  eist  strenge  zedigheid

     

     

    Zie  Olympia Diving Sequence :

     

    http://www.encyclopedia.com/doc/1E1-RiefenstlL.html

     

    of ook

    http://nl.youtube.com/watch?v=KwmYFz01MxA

    of

    http://www.oculture.com/2008/08/leni_riefenstahls_olympia_diving_at_the_36_games.html

    Leni Riefenstahl werd in de filmwereld bekend door haar vernieuwende vormen: de Olympische duikers werden gefilmd zonder vaste objecten (zoals de duikplank) in beeld.     De kijker, die indertijd nog niet gewoon was aan dergelijk cameragebruik, zag een compleet andere, vrije kijk op de wereld. Olympia is verder opvallend door de technische perfectie: geavanceerd camerawerk, verrassende suggestieve montage, gebruik van slow-motion en actieve onderwaterfotografie. De bijzondere combinatie van beeld en muziek valt op en in het tweede deel wordt de esthetiek van de sportende mens benadrukt, o.a. in de sequens van het schoonspringen voor heren.

    De faam van de Duitse filmmaker Riefenstahl, maandag op 101-jarige leeftijd overleden, is onlosmakelijk verbonden aan de nazi-geschiedenis. Haar belangrijkste films - Triumph des Willens en Olympia - maakte Riefenstahl in opdracht van de nazi's. Ze was door Adolf Hitler zelf uitgenodigd de glorie van het nieuwe Duitsland te bezingen, en dat deed ze zonder enige terughoudendheid. Ze kon niet anders, zou Riefenstahl na de oorlog zeggen. Van excuses kon daarom, betoogde ze op haar honderdste verjaardag, geen sprake zijn. Ze was destijds jong, ambitieus, en ze kreeg de vrije hand. Wat wil een kunstenaar nog meer?

    De geheime Hollandse liefde van Leni Riefenstahl .De beroemde en beruchte Duitse cineaste Leni Riefenstahl wordt 100 jaar en brengt op die gezegende leeftijd een documentaire uit die zich onderwater afspeelt. In de jaren dertig werd zij wereldberoemd door haar propagandafilms voor Nazi-Duitsland. Die films kenmerkten zich door baandoorbrekende camerastandpunten. Ze werd onlangs nog door de rechtbank berispt dat ze niet meer mocht zeggen dat ze niet wist dat zigeuners waren omgekomen in concentratiekampen. Wat onbekend is dat de beroemde Nederlandse schrijver A. den Doolaard Leni Riefenstahl op de Mont Blanc ontmoette. Wat speelde zich af tussen den Doolaard en Riefenstahl?  Leni Riefenstahl en A. den Doolaard op de Mont Blanc ? Uren van gedwongen niets doen in een berghut zijn goed voor de geest. A. den Doolaard,  is de aartsvader van de verslaggeving over adventure en outdoor. Maar het woord buitensport is eigenlijk toch beter. 

    Danseres, actrice, bergbeklimster en filmregisseur – lange tijd wist Leni Riefenstahl (1902-2003) niet waarop ze haar nietsontziende ambitie moest richten.


    Olympia bestaat uit twee delen: Fest der Völker en Fest der Schönheit. Samen is het een vier uur durende sportregistratie, zo kunstzinnig gefilmd en gemonteerd dat hij bij vlagen kijkt als een speelfilm. Die vier uur vallen nog mee in verhouding tot de hoeveelheid opgenomen materiaal. Leni Riefenstahl en dertig cameramannen volgden 134 Olympische sporten in Berlijn. Bovendien maakten ze niet alleen opnames tijdens de Spelen zelf, maar ook tijdens oefensessies. Zo wist Riefenstahl maar liefst 400 kilometer film te verzamelen. De montage kostte haar twee volle jaren. Maar toen Olympia in 1938 eindelijk uitkwam, was duidelijk dat deze film het wachten meer dan waard was geweest. Olympia won filmprijzen en geldt nog steeds als een van de beste films aller tijden. Maar ook als een van de meest omstreden. De film is een ‘Fest der Schönheit’, nog steeds een voorbeeld voor sportfilm en -televisie, maar hij is ook te zien als een verheerlijking van de ‘Körperkultur’, gemaakt door Hitlers favoriete filmmaakster. Riefenstahl heeft altijd volgehouden dat ze zich niet interesseerde voor de politiek , maar haar films pasten op zijn minst uitstekend in de propagandastrategie. Haar reputatie was na de oorlog dan ook geschaad. Dat neemt niet weg dat Olympia een belangrijke film is. Riefenstahl experimenteerde voor het eerst met nieuwe filmtechnieken. Zo liet ze gaten graven naast de atletiekbaan, net groot genoeg voor een cameraman om in te liggen, om de atleten van heel dicht bij van onder af te kunnen filmen. Ze hing een camera aan een grote luchtballon boven het stadion, om de mensenmassa van boven te kunnen filmen. Ze monteerde een camera op een soort katapult, die tegelijk met de sprinters wegschoot op een rails naast de baan. Ze filmde de schaduwen van de sporters in actie. En ze was de eerste die onder water filmde, bij het schoonspringen. In de montage nam ze de vrijheid van de kunstenaar. Ze mengde beelden van oefensessies met de echte Olympische wedstrijden, maakte ruim gebruik van vertraging, monteerde sportsequenties in omgekeerde volgorde als het zo uitkwam, en wist dit alles zodanig met muziek te combineren dat elke beweging een danspas werd. In 1993 keek Riefenstahl nog steeds uiterst tevreden terug op haar meesterwerk Olympia, en echt verzekerde zij :’ Hitler was er helemaal niet blij mee omdat zij die zwarte atleten  te goed in beeld had gebracht’.

    Des splendides images qui retracent la carrière exceptionnelle d'une femme exceptionnelle et qui évoquent successivement sa vie de danseuse, d'actrice, de réalisatrice, de photographe et de plongeuse sous-marine. 

     

    LENI  RIEFENSTAHL .

     

    08-09-2008 om 15:54 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Mijn beginjaren in het wielertoerisme .

    Mijn beginjaren als wielertoerist.

     

    Jarenlang was ik een wielertoerist van de laagste categorie. Om mijn buurman  plezier te doen had ik een lidkaart genomen bij WTC Het Kleine Verzet.  Dit was een vereniging uit een klein dorp. Als we vandaag terugblikken op toen dan moeten we toegeven dat bij WTC  toch  veel wielertalent was. Zo was er Fred die tijdens een Tilff-Bastogne-Tilff een gebraden kip kon opeten en vijf  broodjes, tien bananen en vier bussen koffie. Zo was er Pol die toch vele voorname brevetten behaalde. Zo waren er  …  maar neen, ik ga die hele litanie sterrijders van toen hier niet opsommen ….  . Zij waren knap gekleed in gele truien met zwarte mouwen. Nooit heb ik trouwens een betere wielertrui gehad dan zo’n  oudmodische wollen trui met lange mouwen van die WTC .Er was dan de voorzitter die zelf nooit fietste maar die wel de koersfiets won die op een dag  werd afgeloot, vandaag is die man een V.I.P. op alle wielerkampioenschappen.Omdat ik toen zelf ook voorzitter was, niet van de wielertoeristenclub waarover ik het heb maar wel van de Toppers, de befaamde pingpongclub van toen, trad ik pas begin juni in actie op mijn tweewieler. Dan hadden die felle rijders van WTC Het Kleine Verzet  reeds vele ritten afgehandeld sedert het begin van de maand maart. De voorziene gemiddelde snelheid van  22,5 km per uur was voor hen veel te laag, terwijl dat voor mij toch een marteling betekende.In het puntenklassement van WTC  bengelde ik daarom ver achteraan. Voor iedere kilometer werd een punt gewonnen voor dat klassement .Al die kilometers moesten dan wel worden afgelegd tijdens de voorziene clubuitstap op zondag, ofwel  in proeven van de afdeling wielertoerisme van de  B.W.B. of  van een erkende buitenlandse bond. Drie soorten ritten waren er :  in groep onder leiding van wegkapiteins die scrupuleus de snelheid laag hielen en bepaalden waar en hoe lang mocht worden gestopt, individuele ritten met vrije start en vrije snelheid  waar stempels moesten worden verzameld op de controleposten , en  tenslotte de individuele permanente proeven. Deze laatste ritten genoten mijn voorkeur. Op voorhand moesten documenten worden gekocht aan de organisators, wielerclubs of wielerbonden, om deze permanente proeven op de voorgeschreven wijze maar ook op eigen tempo te kunnen voltooien. Als bankbediende moest ik vaak beroepshalve presteren buiten normale werktijd en dat stapelde overuren op die ik maar al te graag recupereerde tijdens weekdagen. Ik  mocht daarom vaak fietsen terwijl andere mannen werkten en zo werd de permanente proef een schoen naar mijn maat.

    Bepaalde omstandigheden  dreven mij op een dag  tot ontslag in de tafeltennissport.  Toen bestelde ik een heel pak permanente proeven. Mijmerend over ‘de dingen des levens’ begon ik weldra vele kilometers af te malen, vele controlestempels te verzamelen, vele kaarten te verzenden. Ik was steeds administratief in orde voor mijn nieuwe hobby hetgeen voor mij gezien mijn beroep vlot en natuurlijk ging. In het clubklassement  had dat gevolgen. Na een eerste half seizoen als echte WTC-crack remonteerde ik velen om elfde te staan op de laatste dag van september, einde van deze competitie. Ik kreeg daarvoor veel felicitaties tijdens de laatste en feestelijke bijeenkomst van dat wielerseizoen omdat ik zoveel vorderingen had gemaakt, maar niemand van toen vermoedde dat ik nog veel meer in petto had.  Ik legde regelmatig de weg af naar mijn werk op de bank, waar ik een kleerkast had met een  kostuum, witte hemden, ‘marcellekens’, onderbroeken, handdoeken , washandjes, zeep, deodorant, kam, sokken en schoenen.  Zelfs op winterse dagen begon ik tientallen kilometers te oefenen, soms vroeg en soms laat. Weldra was er geen stukje weg meer in mijn streek waarover ik nog  niet had gefietst .  Maar ik was een felle pechvogel.  Steeds maar had ik platte banden of liever gezegd  platte tubes. Zelfs met een zeer dure  ‘increvable’ geraakte ik maar 80 km ver  en dan reed ik op een Limburgs fietspad in een stuk glas. Ik besloot daarom om over te schakelen andere wielen met Michelin en  binnenband. Dit maakte van mij een beter wielertoerist.Ik weet nog hoe de mensen mij bekeken toen ik vroeg op die ijskoude Nieuwjaarsdag van dat jaar reeds door de hoofdstraat van mijn woonplaats kwam gereden. Wat een zot  en  hij is ook gekleed  als een Siberische kozak !

    Vaak vertrok ik immers in de ochtend fel gekleed in oude kledij .Ik reed tot als mijn vele zweet mijn lijf nat maakte. Dan stopte ik ergens aan een vuilbak om mijn overdadige kledij weg te gooien.  Enkele ogenblikken stond ik er nog in bloot bovenlijf om te verluchten en dan haalde ik uit mijn stuurtas verse droge kledij waarmee ik  mijn tocht voltooide. Op de eerste zondag van maart startte ik met de twintig rijders voor de eerste clubrit.  Ik reed vlot mee en  niemand vond het nog nodig om mij bergop wat in de rug te duwen of om mij tijdens de finale van de rit uit de wind te zetten. Allen deden grote ogen open  omwille van mijn metamorfose. Op die zondagmiddag was ik toch weer de laatste, maar dan wel om het clublokaal te verlaten na het drinken van vele pinten witbier. Maar tijdens de derde clubrit  haakten wij met drie in mekaar. Valpartij. Krom wiel, pijnlijke heup en elleboog. Twee weken zonder fiets en conditie terug op nul. Toen ik opnieuw begon, bezorgden velgen en spaken mij veel problemen. Met plaklint hechtte ik daarom steeds reserve spaken aan mijn fiets vast. Na wat oefening kon ik vlot een spaak in mijn wiel vervangen.
    Op een dag aanvaarde ik een uitdaging. Ik kon met drie snelrijders mee naar Parijs-Roubaix voor wielertoeristen. Die mannen waren nieuwe leden . De topkampioenen van de club hadden tijdens voorgaande wielertoerjaren reeds de klassieker der kasseien op hun palmares staan, alsook hadden zij hiermee 255 punten veroverd voor het zo belangrijke clubklassement. Zij vonden het niet meer nodig om dit te herhalen. Hun roem was al voldoende groot. De ware reden was dat zij op dat ogenblik op een nieuwe Colnago reden  (waardoor ook hun geld op was) en zij hun schone fietsen niet durfden pijnigen op de vuile hellewegen richting Roubaix.

    In het midden van de nacht stond ik tussen de ruim 5000 wielertoeristen die wilden starten  Na controle van onze kleine lichten mochten wij vertrekken.  In de zwarte duisternis verdwenen al vlug twee van ons met een sterk vorderend eerste koppeloton.  De derde tochtgenoot en ikzelf nestelden zich in een tragere groep. Wat een fantastische ervaring : met zovele pillichtjes wit en rood op weg naar Compiègne. Ik werd meegezogen door de anderen, maar in mij was er een grote onzekerheid : wanneer zou ik moeten lossen, want het was zo dat ik mezelf  toen maar bekwaam vond om 120 km te volgen terwijl Roubaix  nog veel verder lag. Aan de controlepost vonden we onze kameraden terug. Op ons wachten maakte hen zo zenuwachtig. Jaren later zou ik tussen pot en pint vernemen dat zij captagon pillen hadden geslikt, een pep gebruikt tijdens zesdaagsen op rollen.

    Amper enkele minuutjes rust na 60 km in minder dan twee uren. Er was een verschrikkelijk kluwen om een stempel te krijgen. Even begint het te regenen en dan wat verder was alles weer droog.  Bij de eerste zonneschijn stop ik om te plassen  en mijn jasje uit te doen. Ik leg dit echter op een haag in plaats van het terug in mijn stuurtas te steken. Tijdens het doen van mijn behoefte zie ik dat de groep die ons volgde al direct daar is. Mijn plan was met deze naderende groep mijn kameraden terug in te halen.  Ik wip terug op mijn tweewieler. Drie km verder besef ik mijn nieuw regenjasje nog altijd op die haag ligt behalve dan indien iemand anders daar nog na mij is gestopt. Ik keer  terug. Vierduizend en zovelen  vlammen door naar het Noorden en  ik terug naar het Zuiden. Zoiets deed ook Abdel Kader Zaaf  in de Tour 1951. Mijn jasje wacht er nog , maar voor mij is de weg naar Roubaix langer geworden en ik heb twintig minuten achterstand . De uren gaan voorbij. Op de kasseistroken hoor ik de pechvogels vloeken. Ik stop en ga twee uren slapen ergens op een gazonnetje nadat ik al mijn eten heb binnengespeeld.Met groot mes rijd ik wel op ‘le haut du pavé’. Terwijl iedereen schijnt zwakker te worden, voel ik me redelijk goed. Op het uurwerk van een toren zie ik dat het bijna 19.00 u is , maar Roubaix  ligt voor mij. Eén na één rijden zwalpende late rijders de velodroom op.

    Ik eindig met een sprint. Wat verder wacht mijn broer. ‘ Die fameuze kameraden van jou zijn al lang naar huis met de andere auto’ zegt hij mij  terwijl hij me een  doos A-melk  geeft.

     

    Ik had een trapje hoger bereikt. Vanaf toen durfde ik dingen naar de titel van Kampioen van WTC Het Kleine Verzet.  Ik stippelde een krachtig gemengd programma uit met vele zwaartepunten in de maand september. Maanden op voorhand vroeg ik op mijn werk verlof  voor de hele ‘Indian Summer’ van toen. Het ongelooflijke gebeurde toen.  Een wielertoerist van de laagste categorie werd  dat jaar clubkampioen met amper 31 punten voorsprong op nummer twee en 105 op nummer drie. Een Walkowiak had weer de Tour gewonnen.Het  WTC-bestuur nam toen een beslissing die me teleurstelde. Terwijl voorheen de clubkampioen een beker van  40 cm hoog kreeg, de tweede een beker van 30 cm hoog, de derde een beker van  20 cm, zouden nu alle rijders met meer dan 1000 km op hun teller een identieke trofee ontvanger amper 10 cm hoog doch met een plaatje waarop hun totaal stond. Daarom heb ik vandaag nog zo’n ding waarop 1980  staat  en  5229 km . Maar het is zo klein en zo licht dat het zelfs nooit als papierhouder heeft kunnen dienen. Zo gleed ik een heel stuk in de richting die van mij vooral  een individuele wielertoerist zou maken.

     


    Ik maakte eindelijk vorderingen als wielertoerist.

     

    Ondertussen las ik veel over de praktijk van het wielertoerisme.  Boeken en magazines uit Frankrijk.  Ik ontdekte zo dat er naast de grote wielerkampioenen van weleer er ook een merkwaardig man is geweest met naam  Paul Du Vivie,   alias Velocio , de apostel en profeet  van fiets en wielertoerisme die reeds in 1906  de bewering uitte die de volgde was :“Op een velo kan de gezonde mens , man of vrouw, tussen het uur van de opkomende zon en het uur dat de zon weer verdwijnt  een afstand volbrengen op de openbare wegen die DRIEHONDERD KILOMETERS bedraagt. Dit is echter slechts mogelijk zijn als drie voorwaarden worden vervuld : DRINKEN  alvorens dorst  vraagt om dit te doen, ETEN  alvorens honger dat rare gevoel geeft,  en RUSTEN alvorens delen van je lichaam dat eisen . “  Ik had dus mijn doel gevonden : op een dag in juni, en waarom niet op 4 juni (mijn verjaardag) of op  6 juni  ( De Langste Dag 1944)  zou ik proberen   tussen  05.00 u   en  22.00 u   300 km te scoren  . Erg fanatiek begon ik toen op het einde van iedere tocht die ik maakte nog 10 km  meer af te leggen dan tijdens de vorige keer. Het gebeurde vaak dat ik bijna terug thuis was, zag dat er  bijvoorbeeld 174 km op mijn tellertje stond, maar dat ik me dan nog  verplichtte om er nog  6 km meer te doen , en het was telkens zeer duidelijk dat de laatste loodjes de zwaarste zijn.

    Wel, ik heb meerdere malen zo’n  300 km  op de wijze van Du Vivie gereden . Zo’n rit is te lang om hier te vertellen. Even wilde ik zelfs Parijs-Brest-Parijs rijden om het Brevet van Gouden Arend te verwerven.  Maar een Gouden Arend   ( het nec plus ultra van de wielertoeristen )  liet me zijn memoires lezen , en zo besefte ik dat zoiets toch te veel was.Ik fixeerde mij daarna op  LE CLUB DES CENT COLS . Ondanks mijn Goliath postuur klom ik toch over Izoard,  Mont-Ventoux, Tourmalet, Agnel,  en zelfs over de onverharde Parpaillon, zonder te spreken over vele andere hoog gelegen oorden waaronder ook  Col de la Croix de l’Homme Mort  en de Grand Ballon. Met 32 tandjes vooraan geraakte ik over alles en meestal zonder één voet op de grond te zetten, want dat mocht niet door eigen fierheid. Maar ergens op een winderige dag in Schotland toen ik  bijna boven was op de Pass of  Asnasheen  werd ik gewoon van mijn fiets geblazen door de stormwind van toen. Daar lag ik  dan tussen de schapenkeutels , in regen en wind, onder mijn fiets en met verkrampte natte benen , terwijl ik eigenlijk op 42 jarige leeftijd in keurig pak in een bankagentschap zou moeten persoonlijke leningen afsluiten. Toen heb ik het opgegeven. Gedurende zeven jaren werd fietsen terug bijzaak, een niemendalletje voor zomerse dagen.

     

    Wanneer ik nu terugblik op die periode toen ik op mijn koersfiets soms snel en dan weer lang of ook hoog wilde rijden, dan drijft altijd weer de herinnering aan één bepaalde week boven.Ik weet dat gewone stervelingen  meestal zoiets niet meemaken, en dat men mij niet zal geloven als ik het vertel,  maar toch gebeurde het, toch had ik het voorrecht van dit te mogen beleven. Na zovele kilometers dus, ontdekte ik het  ‘ naar Sinte Jacob fietsen’, de Camino de Santiago en ik werd een fietsende pelgrim. Dat is een man van alle seizoenen die soms met de  krekels en de mieren slaapt onder Gods blote hemel, terwijl een andere keer hij dan weer bloot rondloopt op een luxe kamer van een hotel. Maar slapen kan hij overal na een gezonde portie fietsen en met zijn flinke kredietkaart.

     

    Het gebeurde te Sainte Foy La Grande op een zaterdagochtend in het begin van juni.

     

    De dame staat er weer en ik ook.  We gaan onze hotelrekening betalen.  Zij bekijkt me weer en denkt ‘ daar is die sukkelaar met zijn fiets en zijn korte strakke broek weer’ .  Ik  denk  ‘ daar is die bourgeoise in  Chanel-pakje  weer, waarom kijkt zij toch zo naar mijn koersbroek en mijn gespierde kuiten …  ’ . Omdat ik een goede fles wijn nam met menu3  blijkt dat mijn solorekening hoger is dan die van hun koppel. ‘ Mais oui, Madame, quand on fait du vélo on a bon appétit ….  . ‘

     

    Een weinig later zoek ik op de grote ring laan  de goede richting op mijn wegkaart. Omdat ik al een dag met sterke tegenwind reed , ben ik blij van in de wielen mee te rijden van een groep fietsers die ongeveer in de richting van de Chemin de St-Jacques  vorderen. Zij verschenen daar plots uit het niets  en ik volgde hen maar.  Hé, wieltjeszuiger, waar trek jij naar toe  ….  ?      Santiago.

    Dan ben je daar direct al iemand , zo diep in ‘ la France profonde’ .

    Zij zijn uit Marmande.  Zij zijn met vijf man. Maar toch maar op vier tweewielers, want er is een tandem bij.Wat later verneem ik dat er op die tandem achteraan een blinde zit. Het is de in die streek legendarische mindervalide Nys die traint voor de komende Bordeaux/ Parijs.Deze blinde fietst  20.000 km per jaar op zijn tandem . Hij is fier me te kunnen zeggen dat zijn vader een Brusselaar was. De man ruikt de weg , kent elk hobbeltje van het wegdek, voelt de wind met zijn wangen , weet precies hoeveel zij nog moeten rijden. Plots begint hij me te zeggen dat het spijtig is dat ik op dat ogenblik niet op de samenkomst ben van abbé Massie in Créon d’Armagnac. Als pelgrim moet jij toch Notre Dame Du Cyclisme bezoeken. En we praten en fietsen maar achteraan, terwijl de drie anderen ons uit de wind zetten.Na deze korte maar aangename gemeenschappelijke route, scheiden onze wegen aan een splitsing. Ik  pedaleer verder naar St-Justin , waar ik een kamer vind in een oud hotel.Daarna ga ik op zoek naar  Notre-Dame du Cyclisme op de weg naar Cazaubon. Ik kom terecht bij een vriendelijke dame die Madame Rotenfuss heet. Ik  bezoek de kapel en het museum.  Er is daar een verzameling wielertruitjes.Alle kleuren zijn er inclusief de regenboog. Deze werden geschonken aan  priester Joseph Massie, algemeen bekend  als de Paus van de Wielersport  en  als  Le grand Pèlerin de St-Jacques. Er hangen daar truitjes  van Darrigade, Ocana, Simpson, Bobet, enz. …en vooral van vele wielerclubs. Maar er is geen enkele totaal zwarte trui zoals ik er een draag. Ik zeg dus aan Madame Rotenfuss dat ik mijn zwarte trui van zondaar en pelgrim wil schenken aan het museum.  Waar is Mr Pastoor, Mevrouw   ? Zij weet het niet. De man heeft zoveel vrienden,  zovele bezigheden, en ook nog zovele plaatsen waar hij plots voor een uur in slaap valt, waarna hij terug bruisend van energie en gedachten weer wakker schiet. Morgen namiddag is hij thuis, want er komen voor hem drie bekende cyclistes uit Parijs. Zet je daarbij  en zo gaat dat wel iets worden.  Ook de dag nadien is hij thuis, omdat de dokter hem verplicht heeft  van één dag per week te rusten.’s Zondags werkt hij hard, drie kerken  waarin hij mis doet, maar ook meestal drie sportmanifestaties waarop hij als reporter aanwezig is, en ’s avonds dan nog drie plaatsen waar hij een wijntje drinkt . Ik stop nog wat francs in haar offerblok en rijd  terug naar mijn hotelkamer.De volgende dag is een mijlpaal in mijn leven. 
    Ik ben dan precies veertig jaar. Ik ontmoet de oude priester op die volgende dag op zijn pastorij  waar hij met een oude jachthond samen woont . God leeft in Frankrijk, maar zou zeker niet willen leven in de wanorde  die de woonst daar kenmerkt.   Maar zowel de wegen van de Almachtige  als de wegen van  Eerwaarde Heer Massie zijn ondoorgrondelijk. Wanneer  de Parijzenaars  binnen komen, precies volgens timing, en voor een duur van twee uren zoals voorzien op hun routeblad,  blijkt het dat de brief  die Massie van hen kreeg nog niet werd open gemaakt door gebrek aan tijd , maar vooral omdat deze brief gewoon lag tussen enkele exemplaren van l’Equipe uit de jaren zestig.  Massie krijgt dagelijks grote en kleine dingen toegestuurd voor zijn museum uit alle hoeken van Frankrijk en Spanje.Samen  bekijken we de brief die daar lag.  Massie brengt wat verbeteringen aan.  Geeft wat tips, zoals vertragen op de fiets, en ook vertragen in gedachten. Wijn drinken tijdens de doorrit  van la Rioja, en waarom niet hier of daar een klein gebed proberen .  Met  anderen overleggen , eten delen , de weg bespreken.Voor dat zij vertrekken willen de pelgrims nog iets speciaals zien , de persoonlijke fiets van Massie  en ook de unieke handgemaakte tweewieler van een overleden Afrika reiziger .

     

    Terwijl de pastoor even weg moest, bleef ik alleen achter met zijn épagneul.  Ik snuffelde in zijn boekenkast en  zag dat er vele mooie boeken over de fiets en de wielersport waren . Bijna alle boeken waren met een leuk woordje van de schrijver gededicaceerd aan de oude bewoner van dat huis. Toen de eerwaarde terug kwam vroeg hij  ‘ Hoe heet jij eigenlijk  ?’ .  Ik toonde mijn identiteitskaart  om alzo te bewijzen dat het wel echt mijn verjaardag was.

     

    Op die dag van toen  was ik veertig en  begon mijn leven van senior.

     

    Papoum.





    Wijlen   Paul du Vivie  was de goeroe die mij inspireerde !

    07-09-2008 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Grote Prijs van de Molenbeek.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    DE  LAATSTE  ZOMER VAN  STAN  OCKERS.

      

    Zij heeft niet het elegante van de Seine van Parijs noch het modieuze van de Arno van Firenze, noch het romantische van vader Rijn. Op haar  kraken in het begin van de lente geen ijsschotsen zoals op de Ob en de Jenisseï ; noch drijven  boomstammen zoals op de Saint- Laurent ; noch varen  platte boten met vrouwen  die glimlachend groenten,  vis,  fruit en soms  zichzelf  verkopen,  zoals  op  de  Mekong . Haar vochten zijn niet zo koud als die van de Madison waarvan het ijswater van stroomopwaarts eens diende om mijn tanden te poetsen en dat van stroomafwaarts om mijn gevoeg te verwijderen terwijl ik op een prille ochtend naakt van de zon genoot. Op haar geen watervallen, flamingo’s, krokodillen  en  nijlpaarden, zoals  op de Zambezi , maar wel die dammen die wij bouwden, met kleigrond, kasseien, planken, graszoden, stokken,  en  die  fauna van kikkers, salamanders, bronzeugjes, stekelbaarzen, witvoorns en  vele vogeltjes. Want ook ontelbare beestjes hadden er in die omgeving  een speelterrein of een  thuis onder de bruggen en langs de oevers. De Molenbeek,  zo heet zij , onze Molenbeek, voor altijd in ons hart, in ons dorp, en in die grote tuin van onze jeugd,  precies daar begint zij haar lange tocht.

    Ver in de onzekere nevelen van het verleden, wel  honderdduizend jaren terug,  kwam op een dag een geutje water gekropen uit de aardkorst, en het vloeide, vloeide, en was schoon om te zien.   Maar, …  waar  toch  naartoe  met al die nattigheid  ?

    Toen maakte dit bronnetje een essentiële en definitieve keuze :’ ik vloei naar Vlaanderen en ik zal groeien tot in Antwerpen …’. Het beekje vertrok dus, uit een weide gelegen niet alleen op de scheidingslijn van de waterbekkens van Maas en Schelde, maar ook vlak naast die bizarre streep die vandaag  ‘taalgrens’ heet. Het stroomde naar de Kleine Gete,  naar de Demer, naar de Dijle,  zo verder, terwijl het  zich vermengt, de eigen identiteit volledig verliest  en  naamloos in de massa verdwijnt.  Daar in het verre Antwerpen gekomen, is het eigenlijk al lang ons water niet meer zo verdund als het onderweg geworden is. Ook al trokken wij zo vaak liefdevol aan  het kettinkje van de spoelbak, ook al betaalden onze ouders en wij trouw de jaarlijkse facturen,  en lieten wij papieren bootjes varen op haar stroom ,  en sprongen wij in de plassen met nog te nieuwe schoenen aan  ;  het vuile en het propere beekwater  van  vroeger is  allemaal  weggelopen. Toch laat hetzelfde bronnetje nog iedere nieuwe seconde , fris jong  water uit de aardkorst opborrelen.  Het is een  oud en blijvend verhaal van gisteren tot nu en het gaat  verder tot morgen,  voorzeker  verder  misschien  voor altijd , indien er een eeuwigheid is.

    In ons dorp gebeurde het vaak dat een groep wielrenners stopte voor een tas koffie. Zij aten er hun boterhammen op,  keken wat naar de hupse cafédochter en  reden dan verder,  bouwend aan hun sportieve conditie . De schoolgaande jeugd  staarde steeds met bewonderende ogen naar al die mooie koersfietsen die dan tegen de voorkant van de dorpsherberg  rustten .  Niemand probeerde het ook maar  eens om de schone tubes  af te laten  van een van deze raspaarden, uit respect en  liefde voor de wielerkoers.  Wanneer  echter, bij  ‘ Jef en José ‘, de gendarmes uit de stad  halte hielden om er hun snor wat nat te maken  aan een pintje,  dan  werd menig kleine jongen aangepord  door  leidende figuren  om als  ‘bewijs van dapperheid’  de lucht  uit de  Dunlops  van die zware staatsfietsen te laten ontsnappen.  Dit was  toen trouwens een van de felle  proeven  die meetelde  om  volwaardig lid  te worden  van  ‘n  kwajongensgroep  met enige faam , zoals  ‘ de jonge mannen van de Molenbeek’  van wie niemand misdienaar had mogen worden wegens  gemis aan  goed gedrag en zeden.

    Zonder televisie, computer- en telefoonspelletjes, zelfs zonder voetbalploeg  of scoutisme in het dorp, moest de plaatselijke jeugd toen  zelf  al haar  verbeeldingskracht gebruiken  om  zich  te amuseren en   er  was toen  eigenlijk  nog meer pret  dan vandaag,  in wat mocht  en vooral in het vele, dat toen nog  niet mocht.   De  ‘jonge mannen van de Molenbeek’  onderhielden  voortdurend hun imago  van grootste deugnieten.  Toch waren hun spelletjes niet echt verderfelijk en  was het pesten van  kleinere jongens en meisjes niet wat zij deden,  noch was ook  het onduidelijke  gedrag van de  koorknapen  het  hunne .  

    Vaak speelden zij  ‘koers’, soms bijna echt op tweewielers van alle soort, en een andere keer al lopend met een krom fietsstuur in de hand en met een leuk petje op de kop. Maar, meestal werden knikkers, velgen, stokken, koorden, prentjes, speelkaarten, zandhopen, gebruikt. Het grootste wielerspel echter, bestond in het toevertrouwen van  lege flessen aan de stroming van de Molenbeek. Deze piepjonge waterloop was, na vereniging met het water van de afloop van de vijvers van de pastorie en  met het water  van  de bronnen van  ‘Villa des Fontaines,’ vanaf de samenkomst met deze twee zijtakken, reeds sterk genoeg van stroming . Het nog propere water liep tussen de twee voornaamste bruggen met flinke en regelmatige vaart. Het kon gebruikt worden voor vele doeleinden. Dus ook voor het spelen van een  imaginaire  wielerkoers,  genaamd  ‘De Grote Prijs van de Molenbeek’ .

    Elke deelnemer duwde in zijn wijnfles een krantenknipsel met een stukje strip , een grijze foto  uit de krant of een prentje uit de plakboek,  waarop een  geliefde renner stond.  Nadat met bolle kaken hard in die fles werd geblazen –  dat  was  ‘goed en belangrijk’  om onze nog zo jonge levenskracht  toe te voegen -  werd met een kurk  afgesloten.  We  zouden favorieten en pechvogels tussen de twee bruggen in met allerbeste moed en spoed laten meevaren  op de Molenbeek.  Nadat er een onderling akkoord bestond over wie zou mogen spelen met de bekende naam van  een kampioen en wie dat het zou  moeten stellen  met een  kleinere wielergod, kwam de minuut van de start dichter bij .  In  deze Grote Koerse  reden alléén maar de Azen mee, zij die enkel slechts met hun fonkelende fiets aantreden  voor het grote werk  zoals de Tour de France, De Ronde van Vlaanderen,  of het   Wereldkampioenschap op de Weg.   Geen enkele manager of organisator van een echt Wielercriterium, zoals  De Acht van Chaam bijvoorbeeld, of  De Nacht van Londerzeel, zou ooit maar de blote gedachte aangedurfd  hebben  te peinzen aan  het vergaren van  zulk een   peperduur  deelnemersveld . Want aan de start van de  Grote Prijs van de Molenbeek  stonden zij allemaal :Fausto Coppi, Louison Bobet, Rafael Geminiani, Jean Robic, Pino Cerami , Briek Schotte, Rik Van Steenbergen, Stan Ockers, Fred De Bruyne, Rik VanLooy,  Willy Vannitsen,  Karel Van Dormael, Jean Brankart, Charly Gaul, Hugo Koblet,  Emilio Croci-Torti, Wim Van Est,  Oscar Medats   en   Tarzan Van Breenen. In mijn persoonlijke groene fles waar eens nog Beaujolais was in geweest,  stak Stan Ockers, die vanaf mijn achtste jaar, na enig intens speurwerk in de sportbladzijden van  Het Volk  en Het Nieuwsblad  mijn idool was geworden  ( …  en vandaag trouwens nog altijd is ! ) . 

     

    Drie, twéé, één, … start !    Plof,plof,plof,plof,…..  alle slanke aquadynamische  flessen  werden tegelijk  met de druk van  wijsvingers van de brug geduwd  en kwamen met enig gekletter  in het beekwater terecht.  We schreeuwden met luide stem  om ons mannetje op te jagen  en te doen sprinten vanaf de eerste meters.  We volgden de loop van de beek door de drassige weide, doorheen een gat in de haag,  onder een prikkeldraad door.  Terwijl   wij allen zo opgewonden deden , keken de koeien van boer Debotze  naar ons  en  één  van die beesten  -  een grotere lompe witte koe bestond er toen niet -  begon precies te kakken toen onze schone Grote Prijs daar op de Molenbeek voorbij  kwam. Ik had het volste vertrouwen in mijn droomrenner.  Stan was een man die immers in zijn beginjaren tweemaal de Grote Schelde Prijs had gewonnen.  Nu dat hij zoveel ervaring méér had , kon hier echt niets mislopen  in deze Grote Molenbeek Prijs. Mijn fles dobberde vederlicht op de waterweg  en vorderde  zeer goed. Als een fles ergens tegen de kant  bleef hangen, moest  luidkeels tot tien  worden geteld  (zoals in een boksring)  en  nadien pas mocht  met een stok, met één klein tikje, wat hulp geboden worden  om in koers te blijven.  Vlak voor de tweede brug  was op hoogte van de waterstand een dun koordje strak gespannen.   en  als een fles daartegen  tikte  zou de wedstrijd  beslist zijn. Mijn sterke  Stan Ockers was goed bezig.  Enige minuten later beleefde ik dan ook één van de vele prachtige momenten uit mijn jeugd  aan de Molenbeek :  mijn fles tikte eerst aan.  Door de zenuwachtigheid van het moment kon ik amper de stopsel van de natte fles krijgen en inderdaad, er was geen twijfel mogelijk :  uit die fles kwam  een stukje strip van Marc Sleen met de kleine altijd lachende sinjoor  Stan Ockers.   Ten onrechte werd hij  ‘Stanneke’ genoemd trouwens, want mijn geliefde renner was immers de grootste ter wereld.

       

    Twééenvijftig jaren sedert dat niet vergeten uur  van de Grote Prijs van de Molenbeek 1956 zijn ondertussen  voorbij .  Wat is er geworden van de  zestien  jongens en de twee meisjes die aan dat spel hadden meegespeeld ?  Was het  maar een kinderspel.  Toch niet   ?     Toch wel  ?

     

    Maar één fles is toen aan de start blijven staan. Vertrek gemist ?

    Het was de  lege fles van  Jean Robic, eens gevuld met rode miswijn die wij enkele dagen voordien hadden gepikt in de sacristie van de parochie . Misschien was hij , de geit van Bretagne, wielerkampioen van het  Westen , in finibus terrae ,… te lelijk om mee te  mogen doen . We waren maar met achttien, jonge mensen, en dus was het normaal dat er  één fles te veel was. Meer moet daar niet achter worden gezocht. Op een feestelijke dag is  het altijd  beter dat  er  een  fles teveel is  dan  twee  te weinig. Enkele sportflessen waren … woeps,  … onder de koord doorgedoken,  en dobberden verder.  Zouden zij  blijven steken zijn  aan de molen van Janshoven, van Rufferdinge, van Pitsaer, …  of verliep hun vaart  geduldig en  voorspoedig  verder,  door het Vlaamse land,  tot Antwerpen  en wie weet  …  nog veel verder ?  De andere flessen werden op een latere dag in een ander spel gebruikt. Zij werden getroffen  door  een keitje uit onze katapult, spatten uit elkaar en werden nooit gerecycleerd. De glasscherven liggen er nu nog altijd  diep onder het slijk van de Molenbeek, waarvan de bodem op een dag werd  bekleed met stevig beton.

     

    De tijd is  zeker  voor ons  niet  blijven staan.

    Willy , Freddy , de voetballers, en Frans, Rikske en Albert, die toen eigenlijk te oud waren om nog met ons mee te spelen, zijn  al overleden,  koud, dood.  Yvan zit al jaren in een rolstoel, met zijn verstand op nul.  Slimme Wim en  wijze Guy , zijn  als rijke dokter en tandarts nu te bekakt om nog eens, naar hun klein dorp van toen,  en naar gewone mensen te komen zien.  En wat gebeurde er met Tuur van wie niemand nog heeft gehoord, en wat is er gebeurd  met Eddy, de Brusselaar,  en met de Jacky, die rond zijn vijftigste nog  van vrouw veranderde, hij die op zijn dertiende al  beweerde  een groot expert  te zijn  in de omgang met meisjes   ?

    Wie waren  toen  die twee andere jongens , die daar slechts toevallig op de fiets voorbij reden, vreemdelingen uit een ander dorp die op die dag toch ook mochten meespelen, maar die in de voor hen te moeilijke koers maar figuranten waren, niet in aanmerking  komend  voor  winst ? 

    Laten wij zwijgen over de twee meisjes van toen.  Waarom  ?

    De ene is nu lelijk, schoonmoeder en grootmoeder. De andere, die twee borstjes had, - wij mochten voelen - heeft vandaag , naar wat  werd gefluisterd, maar één borst meer.

    Wat werd er van René  en van zijn broertje, … hoe noemde die kleine vlaskop van op ‘den Hoek’  ook weer   …. ? Wie weet waar ze allen zijn , waar de dood en het leven hen heeft gebracht  ? En ik, die de  Grote Prijs  won,  ik die zo fier en blij  was, ik …   wie of wat  ben ik nu  …  ?

     

    Tientallen jaren jaren gingen voorbij.  De kampioenen die wij zo bewonderden zijn  bijna allen heen gegaan. Geminiani,VanLooy, Magni, Brankart, Kubler, Cerami, leven nog. De anderen niet meer.

    Wat gebeurde er met  die   Emilio Croci-Torti ?     ( Renner, maar ook  kunstschilder ).

    Wel, ik wil geloven dat die  later  eens een mooi  doek heeft geschilderd,  ….    

    ….      met een beek, scholieren op een zonnige vakantiedag,  twee meisjes met een strik in het haar, blote knietjes en een geruite voorschoot, en niet ver weg , een grote witte koe, die zich niets aantrok van het geweldige spel  dat  daar    ….       .

     

     Is die schilderij  ergens te koop ?

     

    Op maandag  1 october  1956 , om 9uur 40, in het Sint Bartholomeus Ziekenhuis van Merksem overleed,  na een zware valpartij in het Antwerps Sportpaleis, de zeer  volksgeliefde  wielrenner,  Stan Ockers.  Op dezelfde dag stierven definitief  mijn kinderjaren.

     

    Ik moest toen reeds Latijn ,  Gewijde Geschiedenis, Vaderlandse Geschiedenis,  Nederlandse Taal , Meetkunde, Vraagstukken, Vocabulaire, en nog andere vakken, met volle teugen slurpen,  en  soms een turnbroekje aantrekken om te gaan springen over een soort marteltuig  dat  ‘bok’ werd genoemd. Toch, als ik nu de balans maak, beweer ik met een glimlach, dat  ik het meest geleerd heb,  in mijn grote vakanties, tijdens avonturen aan de Molenbeek.

                               

                                                                     ( Wilfried Journée   15.02.2006.)

     

    05-09-2008 om 03:48 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rik Van Steenbergen de Grote.
    RIK  I  VAN STEENBERGEN
         Vandaag 3 september
    werd weer de Memorial Van Steenbergen gereden een wielerkoers over 200 km met internationale deelneming.

    De overwinning ging in 2008
    naar GERT STEEGMANS. Hij won na een mooie spurt.

    Iedereen kent Rik Van Steenbergen. De 'ouderen' zeker. Zij hebben immers veel herinneringen aan "Grote Rik" ...  Zij zullen nooit zijn exploten kunnen vergeten en denken nog dikwijls terug met weemoed, aan de tijd van toen, aan  zijn twee wereldtitels, behaald in Kopenhagen, zijn weergaloze prestatie in Waregem toen hij voor de ogen van Koning Boudewijn voor de derde keer wereldkampioen werd, zijn "kolossale" eindspurt op de Via Roma in Sanremo toen hij voor een Belgische zege zorgde in de Primavera, zijn heroïsche duels met de legendarische Fausto Coppi in de Waalse Pijl en Parijs-Roubaix , zijn ritzeges en leiderstruien in de Tour, de Giro en de Vuelta en... tal van andere grote en kleine rittenkoersen waarin hij startte, zijn formidabele beginjaren in de oorlog toen hij als adolescent twee keer wegkampioen werd en twee keer de Ronde van Vlaanderen won en bijna alle koersen waarin hij startte besloot met zijn onweerstaanbare eindspurt, zijn ontelbare overwinningen in vele criteriums en kermiskoersen, zijn onvergetelijke strijd om het meesterschap met Rik Van Looy, zijn pisteduels met Peter Post, zijn flitsende demarrages aan de zijde van Stan Ockers of Miel Severeyns in de tot de nok gevulde, rokerige 'sportpaleizen' , zijn imponerende zesdagenoverwinningen, zijn ontroerende afscheidsmeetings in de Sportpaleizen van Brussel en Antwerpen .

    De ouderen blijven denken aan ... nog zoveel andere kleine en grote dingen die deze complete atleet, de klasrijkste wielrenner-ooit  voor hen ten beste gaf... . Jaren die niet meer terugkomen... want wielrenners zoals "Grote Rik" worden er niet meer geboren. Wie heeft er immers vóór hem, wie zal er na hem, gedurende meer dan ... 25 jaar, zomer én winter, successen opstapelen, zoals alleen hij kon, de énige échte Rik I ?                      De jongerenj kennen de legendarische kampioen... . Voor hen was de immer rijzige, alerte, goed geluimde 'grote Rik' het voorbeeld, het bewijs dat er vroeger zeer grote kampioenen bestonden die niet over alles zeurden. Rik, de levensgenieter, die gedurende ca. 25 jaar de wielersport beheerste, was een man van de wereld...die op zijn miljoenenfiets meermaals met veel vaart rond onze aardbol heeft getoerd in of zonder regenboogtrui. 







    03-09-2008 om 16:41 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.QUAND IL EST MORT LE POETE.
    Gilbert Becaud is een van de grote namen van het Franse chanson en zijn naam wordt genoemd met gelijken als Charles Aznavour en Yves Montand. Becaud is in 1927 geboren in Toulon en heet bij zijn geboorte Francois Gilbert Silly, dit is natuurlijk geen naam voor een artiest en als hij aan zijn zangcarrière begint neemt hij de naam van Gilbert Becaud aan. In 1955 breekt Becaud dan echt door met superhits als Le Jour où la pluie viendra, Les marchés de provence, la Corrida, L'Orange, Nathalie, L'Important c'est la rose en Et Maintenant. Niet alleen rijst zijn ster in zijn geboorteland Frankrijk, maar ook daarbuiten. Maar Becaud houdt het niet bij zingen alleen en schrijft ook songs voor anderen. Het handelsmerk van deze Franse zanger is toch zeker zijn kleding. Bij de meeste concerten ging hij gekleed in een blauw kostuum met een stippeltjesdas.Hij gaf in het Parijse L'Olympia maar liefst 33x een concert. In 1999 brengt Becaud een laatste album uit en dan komt ook de dood bij Becaud om een hoekje kijken als hij na een ziekbed in 2001 overlijdt aan de gevolgen van kanker. En daarmee verloor Frankrijk een van zijn grootste sterren, de man die ook bekend stond als "Monsieur 100.000 volts'' vanwege zijn enorme energie op het podium. Maar hij zal voor altijd blijven leven in de harten van zijn vele fans.





    01-09-2008 om 00:00 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    28-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.A Comedic Asian American Story.
    PING  PONG  PLAYA.

    De Hollywoodse filmindustrie brengt in september 2008, vlak na de grootse O.S. van Beijing, een langspeelfilm uit die de wereld van vandaag binnenbrengt in de fascinerende tafeltennissport. Jessica Yu, is de maakster van deze film. Zij is van Chinese roots uit een familie die al vijf generaties in de USA woont. In een leuke sportfilm brengt zij toch wel de problematiek naar voren van de Chinese gemeenschappen die overal verspreid liggen buiten de Volksrepubliek, en die binnen of buiten een Chinatown hun eigen cultuur willen behouden. Dit is een sterk hedendaags politiek gegeven waarmee de allochtonen en de plaatselijken overal te doen hebben.
    We zagen al veel speelfilms waar typisch Amerikaanse sporten aan bod kwamen, we vinden het spijtig dat er maar weinig films rond de wielerwereld bestaan, doch we zien graag dat er zo eens een film aankomt als  PING PONG PLAYA . (http://www.pingpongplaya.com/intl/index.html)

    Deze film vertelt ongeveer dit  : C.Wang is een jongen uit een voorstad, met een grote muil, die droomt van NBA basketter te worden doch daar noch de gestalte noch achtergrond van heeft. Hij zit daarom vol complexen, steekt zich thuis weg als een worm , videospelletjes spelend en rondhangend met een nietsnut van een kameraad. Zijn grotere broer is een hoogstudent en een pingpongkampioen. Zijn moeder runt een sportwinkel en is trainer van de pingpongclub van de plaatselijke Chinese Gemeenschap. Wanneer zijn moeder gewond geraakt in een ongeval  en ook zijn grotere broer lichamelijk uitgeschakeld is, moet C.Wang door deze omstandigheden toch de faam van zijn familie verdedigen op een pingpongtornooi. Dit laat hem begrijpen hoe waardevol zijn Aziatische roots wel zijn. 



    28-08-2008 om 19:02 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De laatste sprong het hoogste
    Uitslag

    1. Tia Hellebaut (Bel) 2,05 m
    2. Blanka Vlasic (Kro) 2,05
    3. Anna Chicherova (Rus) 2,03
    4. Elena Slesarenko (Rus) 2,01
    5. Vita Palamar (Oek) 1,99
    6. Chaunte Howard (VSt) 1,99
     
    Historische sportgebeurtenis op de Olympische Spelen .  Tia Hellebaut is de eerste Belgische vrouw die in de atletieksport GOUD verovert.    Er zijn geen superlatieven genoeg om deze prestatie te beschrijven.  Zij komt op de hoogte van Gaston Reiff (1948) en van Gaston Roelandts (1964), de twee enige mannen die dat vroeger hebben gedaan..
    TIA DE KONINGIN VAN BEIJING !





    23-08-2008 om 19:31 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.China mooi en onkwetsbaar.
    De Chinese mannenploeg duldde geen tegenstand van de Deutsche Mannschaft en won foutloos 3/0 :in de finale van de competitie voor landenteams.
    GOUD = CHINA     -  ZILVER= DUITSLAND  -    BRONS= KOREA

    Op deze dag werden ook drie grote tafeltennissers gelauwerd voor hun 20 jaar aan de top en zes participaties aan de Olympische Spelen :  Persson, Primorac, en onze  Jean-Mi Saive.



    19-08-2008 om 06:43 geschreven door Papoum

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)



    EINDE
    VAN DEZE BLOG
    26 08 2012

    Foto

    Foto

    Hoe sterk is de eenzame fietser
    Die krom gebogen over z'n stuur tegen de wind
    Zichzelf een weg baant


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Zoeken in blog


    Foto

    Foto

    Foto

    Een bescheiden blik in de geschiedenis van de wielersport is vaak al voldoende om de fascinatie te proeven.
    OLYMPIA 1981 YVES MONTANT   A BICYCLETTE
    http://www.youtube.com/watch?v=lOZPWpiNUWQ&feature=related



    La bicyclette

    Quand on partait de bon matin
    Quand on partait sur les chemins
    A bicyclette
    Nous étions quelques bons copains
    Y avait Fernand y avait Firmin
    Y avait Francis et Sébastien
    Et puis Paulette

    On était tous amoureux d'elle
    On se sentait pousser des ailes
    A bicyclette
    Sur les petits chemins de terre
    On a souvent vécu l'enfer
    Pour ne pas mettre pied à terre
    Devant Paulette
    Faut dire qu'elle y mettait du cœur
    C'était la fille du facteur
    A bicyclette
    Et depuis qu'elle avait huit ans
    Elle avait fait en le suivant
    Tous les chemins environnants
    A bicyclette


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    NATHALIE.

    La place Rouge était vide
    Devant moi marchait Nathalie
    Il avait un joli nom, mon guide
    Nathalie...
    La place Rouge était blanche
    La neige faisait un tapis
    Et je suivais par ce froid dimanche
    Nathalie...
    Elle parlait en phrases sobres
    De la révolution d'octobre
    Je pensais déjà
    Qu'après le tombeau de Lénine
    On irait au café Pouchkine
    Boire un chocolat...
    La place Rouge était vide
    Je lui pris son bras, elle a souri
    Il avait des cheveux blonds, mon guide
    Nathalie... Nathalie
    Dans sa chambre à l'université
    Une bande d'étudiants
    L'attendait impatiemment
    On a ri, on a beaucoup parlé
    Ils voulaient tout savoir, Nathalie traduisait
    Moscou, les plaines d'Ukraine
    Et les Champs-Élysées
    On a tout mélangé et on a chanté
    Et puis ils ont débouché
    En riant à l'avance
    Du champagne de France
    Et on a dansé...
    La, la la...
    Et quand la chambre fut vide
    Tous les amis étaient partis
    Je suis resté seul avec mon guide
    Nathalie...
    Plus question de phrases sobres
    Ni de révolution d'octobre
    On n'en était plus là
    Fini le tombeau de Lénine
    Le chocolat de chez Pouchkine
    C'était loin déjà...
    Que ma vie me semble vide
    Mais je sais qu'un jour à Paris
    C'est moi qui lui servirai de guide
    Nathalie... Nathalie


    Foto

    Foto

    Foto

    Marianne de ma jeunesse
    Ton manoir se dressait
    Sur la pauvre richesses
    De mon rêve enchanté

    Les sapins sous le vent
    Sifflent un air étrange
    Où les voix se mélangent
    De nains et de géants

    Marianne de ma jeunesse
    Tu as ressuscité
    Des démons des princesses
    Qui dans moi sommeillaient

    Car ton nom fait partie
    Marianne de ma jeunesse
    Du dérisoire livre
    Où tout enfant voudrait vivre

    Marianne de ma jeunesse
    Nos deux ombres enfuies
    Se donnèrent promesse
    Par-delà leurs joies et leur vie

    Marianne de ma jeunesse
    J'ai serré sur mon cœur
    Presque avec maladresse
    Ton mouchoir de pluie et de pleurs

    Foto

    http://nl.youtube.com/watch?v=lgUrlO6hku8
    Les Baladins
    http://nl.youtube.com/watch?v=75lFwcGucOA&feature=related
    Marie Marie
    http://nl.youtube.com/watch?v=AaXY59mg9QE
    Nathalie   - Spaanse versie

    http://fr.youtube.com/watch?v=27eWewocQm4&feature=related
    Nathalie mon guide avait des cheveux blonds

    Foto

    MON ARBRE
    Louis Amade 1964

    Il avait poussé par hasard
    Dans notre cour sans le savoir
    Comme un aveugle dans le noir
    Mon arbre
    Il était si petit
    Que c'était mon ami
    Car j'étais tout petit
    Comme lui
    J'attendais de lui le printemps
    Avec deux ou trois fleurs d'argent
    Un peu de vert, un peu de blanc
    Mon arbre
    Et ma vie s'accrochait
    A cet arbre léger
    Qui grandissait
    Comme je grandissais


    Foto

    Chanson de
    GILBERT BECAUD

    Quand tu n'es pas là
    Tous les oiseaux du monde
    Quand tu n'es pas là
    S'arrètent de chanter
    Et se mettent à pleurer
    Larmes de pluie au ciel d'été
    Quand tu n'es pas là
    Le silence qui gronde
    Me donne si froid
    Qu'un jour ensolleillé
    Me fait presque pleurer
    Larmes d'ennui malgré l'été
    La ville fait de grâces 
    La lune des grimaces
    Qui me laissent sans joie
    Les cantiques d'églises
    Malgré tout ce qu'ils disent
    Me font perdre la foi
    Quand tu n'es pas là
    Tous les oiseaux du monde
    La nuit sur mon toit
    Viennent se rassembler
    Et pour me consoler
    Chantent tout bas
    ' Elle reviendra ' 
    Quand tu reviendras
    De l'autre bout du monde
    Quand tu reviendras
    Les oiseaux dans le ciel
    Pourront battre des ailes
    Chanter de joie
    Lorsque tu reviendras !


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Le Pianiste de Varsovie
    Gilbert Bécaud

    Je ne sais pas pourquoi
    Cette mélodie me fait penser à Chopin
    Je l`aime bien, Chopin
    Je jouais bien Chopin
    Chez moi à Varsovie
    Où j`ai grandi à l`ombre
    A l`ombre de la gloire de Chopin
    Je ne sais pas pourquoi
    Cette mélodie me fait penser à Varsovie
    Une place peuplée de pigeons
    Une vieille demeure avec pignon
    Un escalier en colimaçon
    Et tout en haut mon professeur
    Plus de sentiment
    Plus de mouvement
    Plus d`envolée
    Bien bien plus léger
    Joue mon garçon avec ton coeur
    Me disait-il pendant des heures
    Premier concert devant le noir
    Je suis seul avec mon piano
    Et ça finit par des bravos
    Des bravos, j`en cueille par millions
    A tous les coins de l`horizon
    Des pas qui claquent
    Des murs qui craquent
    Des pas qui foulent
    Des murs qui croulent
    Pourquoi?
    Des yeux qui pleurent
    Des mains qui meurent
    Des pas qui chassent
    Des pas qui glacent
    Pourquoi
    Le ciel est-il si loin de nous?
    Je ne sais pas pourquoi
    Mais tout cela me fait penser à Varsovie
    Une place peuplée de pigeons
    Une vieille demeure avec pignon
    Un escalier en colimaçon
    Et tout en haut mon professeur
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    What does not destroy us makes us stronger.
    Foto

    Foto

    Rondvraag / Poll
    Wie wordt wereldkampioen 2012 bij de profs ?
    Philippe Gilbert
    Greg Van Avermaet
    Ryder Hesjedal
    Johan Vansummeren
    Giovanni Visconti
    Alejandro Valverde
    Samuel Sanchez
    Joaquin Rodriguez
    Maxime Monfort
    Roman Kreuziger
    Vincenzo Nibali
    Peter Sagan
    Damiano Cunego
    Diego Ulissi
    Bradley Wiggins
    Rigoberto Uran
    Edvald Boasson Hagen
    Chris Froome
    Thomas Voeckler
    een andere renner ....
    Bekijk resultaat


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    À la claire fontaine

    M'en allant promener,
    J'ai trouvé l'eau si belle,
    Que je m'y suis baignée.

    Il y a longtemps que je t'aime
    Jamais je ne t'oublierai.

    Sous les feuilles d'un chêne
    Je me suis fait sécher,
    Sur la plus haute branche,
    Un rossignol chantait.

    Il y a longtemps que je t'aime
    Jamais je ne t'oublierai.

    Chante, rossignol, chante,
    Toi qui as le coeur gai,
    Tu as le coeur a rire,
    Moi, je l'ai à pleurer.

    Il y a longtemps que je t'aime
    Jamais je ne t'oublierai.

    J'ai perdu mon ami
    Sans l'avoir mérité,
    Pour un bouquet de roses,
    Que je lui refusai.

    Il y a longtemps que je t'aime
    Jamais je ne t'oublierai.

    Je voudrais que la rose
    Fût encore au rosier,
    Et que mon doux ami
    Fût encore à m'aimer


    Foto

    Archief per jaar
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008

    Foto

    Foto

    Engelbert Humperdinck
    Les Bicyclettes De Belsize

    Turning and turning, the world goes on
    We can't change it, my friend
    Let us go riding now through the days
    Together to the end
    Till the end

    Les bicyclettes de Belsize
    Carry us side by side
    And hand in hand, we will ride
    Over Belsize
    Turn your magical eyes
    Round and around
    Looking at all we found
    Carry us through the skies
    Les bicyclettes de Belsize

    Spinning and spinning, the dreams I know
    Rolling on through my head
    Let us enjoy them before they go
    Come the dawn, they all are dead
    Yes, they're dead

    Les bicyclettes de Belsize
    Carry us side by side
    And hand in hand, we will ride
    Over Belsize
    Turn your magical eyes
    Round and around
    Looking at all we found
    Carry us through the skies
    Les bicyclettes de Belsize


    Foto

    Foto

    Julia Tulkens .

    Hebben wij elkaar
    gevonden in dit land
    van klei en mist
    waar tussen hemel
    en aarde ons leven
    wordt uitgewist  ?

    Ben ik nog schaduw,
    ben ik al licht,
    of is d'oneindigheid
    mijn aangezicht ?

    Treed ik in wolken of
    in hemelgrond ?
    Er ruist een hooglied aan
    mijn lichte mond.
    In uw omarming hoe
    ik rijzend ril ...
    Mijn haren wuiven en
    de tijd valt stil .
     
                                Julia Tulkens.

    Foto

    Foto

    SONNET POUR HELENE

    Quand vous serez bien vieille, au soir, à la chandelle,
    Assise auprès du feu, dévidant et filant,
    Direz, chantant mes vers, en vous émerveillant :
    Papoum me célébrait du temps que j’étais belle.

    Lors, vous n’aurez servante oyant telle nouvelle,
    Déjà sous le labeur à demi sommeillant,
    Qui au bruit de mon nom ne s’aille réveillant,
    Bénissant votre nom de louange immortelle.

    Je serai sous la terre et fantôme sans os :
    Par les ombres myrteux je prendrai mon repos :
    Vous serez au foyer une vieille accroupie,

    Regrettant mon amour et votre fier dédain.
    Vivez, si m’en croyez, n’attendez à demain :
    Cueillez dès aujourd’hui les roses de la vie.

    Regretting my love, and regretting your disdain.
    Heed me, and live for now: this time won’t come again.
    Come, pluck now — today — life’s so quickly-fading rose.


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Laatste commentaren
  • Coach Factory Outlet (Holder)
        op De teloorgang van de kleine waterhoek.
  • Nike Air Force 1 (Barbara)
        op De teloorgang van de kleine waterhoek.
  • Na een drukkende en zwoele nacht kom ik u een fijne nieuwe week wensen (Jeske )
        op De Flandriens uit Limburg.
  • Wens je een fijne zaterdag (Nikki)
        op De Wielersport in Denemarken.
  • Lieve midweekgroetjes . (bompa harry)
        op Charles Aznavour.
  • SPORTIEF HOOR MIJN TANDARTS RACED OOK (Ton)
        op Een eeuw geleden werd de Primavera 1911 gereden.
  • Maar dat is leuk (Ton)
        op Fietstocht naar Itzehoe - ( Week 1 ) .
  • Norbert Vande Walle (JP VANSTEENKISTE)
        op Une page d'histoire - Le tennis de table d'il y a 40 ans.
  • Lieve zaterdaggroetjes (Nikki )
        op Een stukje Zwembad Olympia nostalgie .
  • De beste wensen voor 2011 (Nikki )
        op Exode des forces russes de Sebastopol -  Bizerte 1920.
  • Foto

    Archief per maand
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Gastenboek
  • Wandelgroetjes uit Borgloon
  • Genieten!!!!!
  • Genieten!!!!!
  • Verder dan Rome
  • Hier ben ik weer gr. van Koos mengelmoes

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Foto

    Foto

    Will Tura:
    Eenzaam Zonder Jou songtekst

    Ik ben zo eenzaam zonder jou
    Niets kan mij binden bij mijn vrienden
    Bij hen kan ik het niet meer vinden
    Het liefste ben ik dicht bij jou

    Ik ben zo eenzaam zonder jou
    Ook als het dansorkest gaat spelen
    Want dansen gaat mij gauw vervelen
    Als ik jou niet in m'n armen hou

    Ik ben zo eenzaam zonder jou
    Jij weet dat ik op jou zou wachten
    Maar leef ik ook nog in jouw gedachten
    En ben je mij nog altijd trouw

    Ik kan niet verder zonder jou
    Mijn leven zou ik voor jou geven
    In al mijn brieven staat geschreven
    Ik ben zo eenzaam zonder jou

    Ik ben zo eenzaam zonder jou



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!