Vers 3 : ' Zijn kleed werd glanzend en zo wit als geen volder ter wereld maken kan.'
Dit gebeurt op een berg: van oudsher een bijzondere plek van bezinning, contact met wat hoger is, waar men meer éénheid beleeft.
Eigenlijk verandert Hij niet van gedaante. Zij zien Hem op die gezegende plek anders, duidelijker, schitterend en zo zal Hij van gedaante veranderen op die andere berg (Golgotha) op het kruis.
Dan laat Hij zien wie Hij echt is: Die zich naar de wil van de Vader wil geven uit liefde tot het einde toe. Aan die ene naast Hem op het kruis die Hem niets verwijt, zal Hij zeggen wie Hij is: Vandaag nog zult gij met Mij in het paradijs zijn!
Twee bergtoppen, twee gedaanteveranderingen die precies hetzelfde uitdrukken: Geen mens kan zoveel van de andere houden tenzij hij zijn leven geeft voor die ander. Zoveel houdt God van ons allemaal!
Vers 12: ' Terstond dreef de Geest Hem naar de woestijn.'
Wat is er in de woestijn ?
Niets, tenzij je daar iemand ontmoet ! Iemand in wie je vertrouwen kunt hebben!
Wat deed Damiaan? Die bad met de melaatsen elke morgen tot op die morgen toen hij zegde : wij melaatsen !
wij hebben geen woestijn nodig om te weten wat liefde is.
wij moeten alleen onszelf geven en blijven geloven dat genezing mogelijk is, nooit eisen, altijd blijven beminnen tot het duidelijk wordt dat we niet alleen beminnen maar ook bemind worden.
U zelf roepen tot welke plaats dan ook zal altijd leiden tot zelfverheerlijking !
Alleen het echt geroepen worden, haalt ons uit ons ik en brengt ons tot ons echte zelf.
Zoniet waren er geen zendelingen, geen gezondenen, geen apostelen die zijn manier van leven hebben verspreid. Wij worden geroepen om Hem tegelijkertijd te volgen en zijn goed nieuws te verspreiden !
Wij hebben er ten onrechte koningen van gemaakt terwijl Herodes de koning is. Hij gaat niet op zoek omdat hij zich bedreigd voelt in zijn positie van koning. Daarom is hij zo bang, sluw, onbetrouwbaar en tot alles in staat.
De drie uit het Oosten zijn wijs: want zij gaan wel op zoek naar de zin van het leven dat ze leiden. Zij willen echt die God ontmoeten! En zijn helemaal niet bang !
Vers 30: ' Maar de engel zei tot haar: Vrees niet Maria, want gij hebt genade gevonden bij God. '
Als we nu niet vallen over het woord engel of het bestaan van engelen - engel is trouwens geen geloofspunt - kan ik me toch wel deze vraag stellen : ' Hoeveel boodschappen zend ik wel uit op een dag ? '
Als gelijk wie gelijk wat zegt tot mij in de vele contacten van elke dag, vraag ik me soms af : Wat was nu de boodschap voor mij ? Wat hebt ge nu in feite aan mij willen zeggen, want waarom zouden wij met mekaar praten als wij geen boodschap hebben voor elkaar ? Zou dat het verschil uitmaken tussen babbelen en echt contact hebben met mekaar ?
Vers 23 : ' Johannes zei : Ik ben, zoals de profeet Jeasaia het uitdrukte, de stem van iemand die roept in de woestijn: Maakt de weg recht voor de Heer!'
Johannes is de laatste roepende in de woestijn want die zal dan de Messias aanduiden.
ik ben degene die gij verwacht. Ik kan alleen maar in water dopen en alleen maar een godsdienstige daad stellen. Maar midden onder u staat Iemand anders die niet doopt in water maar u zal onderdompelen in de Liefde van Vader-Zoon en Geest opdat wij in gemeenschap zouden leven en daarnaar leven.
Joh 2, 15 : ' Hij maakte van touwen een gesel, dreef ze allemaal uit de tempel, ook de schapen en de runderen; het klein geld van de wisselaars veegde Hij van de tafels en wierp die omver.'
Het is de echte liefde van Jezus voor zijn Vader die Hem ertoe brengt om de tempel te reinigen.Echt beminnen zuivert altijd de atmosfeer in gelijkwelke situatie, zo ook in de tempel.
Zo gebeurt deze enige daad van fysieke agressie vanuit Jeuzs in naam van de Liefde.
Joh 11,1-27 : Marta in gesprek met Jezus : Heer, als Gij hier waart geweest, zou mijn broer niet gestorven zijn.
Vers 26 : ' En ieder die leeft en gelooft aan Mij, zal in eeuwigheid niet sterven.
Dus wie leeft in geloof aan Mij, die Mij dus in alle omstandigheden van zijn,haar leven geleerd heeft om Mij te vertrouwen. Dit betekent zijn vertrouwen niet stelt op zichzelf of op een louter uitgevonden 'religieus' systeem maar in Mij, Jezus Van Nazaret, die zal wel dood gaan voor mensen maar uiteindelijk eeuwig leven.
Mat. 22,34-40: het voornaamste gebod Vers 40: Aan deze twee geboden hangt heel de Wet en de Profeten.
God's wet voor ons in onze omgang met elkaar wordt uitgedrukt in 10 geboden. Wat is nummer 1? God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel en al uw krachten. En nummer 2 wordt op deze manier concreet beleefd: Gij zult uw naaste beminnen gelijk uzelf. Als we daar alleen maar van overtuigd zijn, gebeurt er niets. Met andere woorden, dan is er geen redding! Maar als je dit in waarheid doet, dan gaat er een nieuwe wereld open en die nieuwe wereld is het Rijk van God met mensen.
Vers 21 :' GEEFT AAN DE KEIZER WAT DE KEIZER TOEKOMT, EN AAN GOD WAT GOD TOEKOMT.'
In feite was het een crapuleuze vraag die hier aan Jezus gesteld werd: ' is het geoorloofd belasting te betalen aan de keizer of niet ?'
Ofwel zegt Hij neen, dan doet Hij een politieke uitspraak en valt Hij in ongenade bij de keizer.
Ofwel zegt Hij ja, dan valt Hij in ongenade bij de joden.
Wat Hij ook kiest, miserie zal ervan komen.
Geniaal antwoord van Jezus vooral omdat het zo realistich is : Geef aan de keizer wat de keizer toekomt( je kunt trouwens niet anders) en Geef aan God wat God toekomt (Wat hebben wij wat we niet gekregen hebben van God ?) Iedereen zwijgt.