Vers 3 : ' Is dat niet de zoon van de timmerman, de zoon van Maria en de broeder van Jakobus en Jozef en Judas en Simon en wonen zijn zusters niet hier bij ons ? En zij namen aanstoot aan Hem. '
Ben ik supporter van al wat goed is in mijn gezin en familie ? Of blijven wij maar doen wat mensen altijd hebben gedaan ? Alleen maar geloven wie van ver komt ?
Vers 30 A : 'Op hetzelfde ogenblik was Jezus zich bewust dat er een kracht van Hem was uitgegaan ! '
En hoe is dat bij mij ?
Ben ik ooit door mijn vrouw, mijn man, mijn kind of gelijk wie die mij vertrouwd is, teder aangeraakt geworden ?Of ken ik de kracht nog niet die in mij woont dankzij mijn beminnen?
Anders weet ik niet wat beminnen allemaal mogelijk maakt In mijn leven : Zijn dat geen kleine wonderen ?
Vers 32 B ' Het krijgt grote takken zodat de vogels in zijn schaduw kunnen nestelen.'
Wat leert ons deze parabel anders dan wat luisteren betekent.
Wij horen elkaar niet alleen, wij luisteren niet alleen om voor onszelf iets te weten te komen maar om daar toch iets mee te doen naar anderen toe. Zo wordt liefde opgebouwd toch!
Vers 29 'Maar als iemand lastert tegen de heilige Geest, krijgt hij in eeuwigheid geen vergiffenis. Hij is bezwaard met een eeuwig blijvende zonde.'
De Heilige Geest is het meest heilige dat er is in ons. Als wij daar vrij en willig neen tegen zeggen dan ontkennen wij het meest eigenden van onszelf en beleven wij als het ware een zelfdoding alvorens wij sterven. Erger is er niet. Ook Godsbarmhartigheid kan ons dan niet meer bereiken.
Vers 20: ' Vrede zij u. Na dit gezegd te hebben, toonde Hij hun zijn handen en zijn zijde! '
Wie heeft er ooit in de geschiedenis als teken van zijn macht zijn wonden en pijn getoond?
Dit is geen verheerlijking van het lijden!
En wat wil Hij daarmee aantonen: Niet dat Hij zoveel heeft afgezien maar dat Hij zover gegaan is in zijn liefde dat Hij er zijn leven voor over had. Hij bezielt ons dus met een compleet andere geest dan wat wij in deze wereld gewoon zijn. Beminnen is de enige weg die leven en vreugde brengt!
Vers 14 : Ik ben de goede Herder. Ik ken de mijnen en de mijnen kennen Mij!
Hoe kan die Man van Nazaret ons vergelijken met een kudde ? Zijn wij dan geen volwassen mensen en kunnen wij niet op hun eigen benen staan in plaats van achter een ander te moeten nalopen ? Van oubollige teksten gesproken !
Zijn wij niet slim of intelligent genoeg misschien om onze eigen boontjes te doppen?
Maar als er iets mis loopt, wat dan ook, kunnen onze benen ons niet meer dragen om hard genoeg weg te lopen, van allies wat pijn doet of inspanning vraagt.
VERS 17 b : ' De ijver voor uw huis zal mij verteren. '
De passie voor het huis van mijn Vader verteert me dwz dat is een vorm van graag zien. Maar wat Hij hier toont is woede, omdat het huis dat bedoeld is om zijn Vader te ontmoeten gebruikt wordt om er twijfelachtige commercie in te bedrijven.
Vers 3 : ' Zijn kleed werd glanzend en zo wit als geen volder ter wereld maken kan.'
Dit gebeurt op een berg: van oudsher een bijzondere plek van bezinning, contact met wat hoger is, waar men meer éénheid beleeft.
Eigenlijk verandert Hij niet van gedaante. Zij zien Hem op die gezegende plek anders, duidelijker, schitterend en zo zal Hij van gedaante veranderen op die andere berg (Golgotha) op het kruis.
Dan laat Hij zien wie Hij echt is: Die zich naar de wil van de Vader wil geven uit liefde tot het einde toe. Aan die ene naast Hem op het kruis die Hem niets verwijt, zal Hij zeggen wie Hij is: Vandaag nog zult gij met Mij in het paradijs zijn!
Twee bergtoppen, twee gedaanteveranderingen die precies hetzelfde uitdrukken: Geen mens kan zoveel van de andere houden tenzij hij zijn leven geeft voor die ander. Zoveel houdt God van ons allemaal!