Van tamelijk jong heb ik wonen in groep interessanter gevonden dan wonen in enkel een gezin. De gebouwen die daarop voorzien waren leken mij de meest zinnige en innige bouwsels. Grote eieren waar we allemaal in konden. Ik kende nog niet de woorden om het gevoel te beschrijven maar iets met een dak op en waar veel mensen kunnen wonen leek mij veel interessanter dan de groene landelijkheid, de sociale woestijn waarin mijn zussen en ik leefden.
Niet dat ik op internaat wilde, absoluut niet want daar was het te strak, maar ik was vrij jong al aan het denken of het niet anders kon. Meer mensen, meer meningen, meer wisselwerking onder eenzelfde dak. Allemaal samen, hoe meer koppen hoe meer vreugd.
Aha, en toen kwamen de sneeuwklassen. Toen ik elf was naar Melchthal - een serie legerbarakken. Toen ik twaalf was naar Maloja - een vergane glorie van een palace-hotel. Mijn eerste ervaringen met wonen in groep.
Toen mijn ma me kwam afhalen op het perron in Vilvoorde toeterde ze dat ik er goed uit zag, helemaal heropgeleefd. Dat zal wel. Ik voelde mij ook zo. Helemaal wakker en helemaal … kweeni, helemaal mij?
Achteraf miste ik de groep enorm, de mensen die ik kon horen-&-voelen denken. Helemaal anders dan het gedoe van de systemen zoals op school of thuis. De scherpte van dat gemis gleed weg. Moest wel. Het zou anders niet houdbaar geweest zijn.
Later kwamen er zeer uitzonderlijk nog twee lentevakanties georganiseerd door de ziekenkas. In 1966 tien dagen opnieuw Melchtal, in 1968? opnieuw Maloja. Opnieuw die heropleving. Zo wou ik het later, want met veel zijn is plezant.
In 1972 woonde ik in een groepshuis centrum Brussel, commune heette dat toen nog. Iets later heb ik de kans laten voorbij gaan om een jaar naar de kibboets te gaan. In 1978 kwam de koopvaardij. Eerst als noodoplossing, toen als beslissing en met volle goesting, en in 1990 kwam ik LM daar tegen. In totaal was de koopvaardij 31 jaar mijn huis. Zelfs tijdens de verlofperiodes in België was het volgende schip al mijn woonst.
Met velen onder één dak, een groepswoonst ? Ja, direct. Utopisch? Ja, dat ook.
te gast bij Wim Helsen, Xavier Taveirne met 'Verzamel De Liefde' van Bart Moeyaert
Siberië
Geef me je jas van bont van teddyberen. Leg je arm om me heen en al je winterkleren. Zoen me tot ik warm word. Zoen me tot ik spin. Trek je eigen huid dan uit, stop mij eronder in. Sus me met je hartslag: wij ons wij ons wij ons. Maak van dit veel te grote bed een heel klein fort van dons.
Over Verzamel De Liefde : Gedichten over de liefde - maar niet alleen over de liefde. Over het hier en nu, over een kamer, een ochtend, een hand, over woorden en hoe ontoereikend die zijn kunnen wanneer je wil zeggen waar het om gaat.
Om te onthouden : Het woord 'zorgdwang', een gloednieuw woord van Wim Helsen, en een nieuw gezegde "Je hoeft geen risico's te nemen, je komt vanzelf wel in de problemen" van Christophe Vekeman.
Vanmorgen klikte ik de eerste nieuwsbrief open en er stond een titel die me aansprak. Iets over zeepresten.
Zee-presten … dat ken ik niet. Misschien is het een term uit de zeilwereld? Bij zeilen komt heel wat kijken en daar hoort een jargon bij, bvb: op volle zee moet men eerst zeer sterk presten alvorens te … eh, loeveljeren ?
Of een duikterm, iets met de pressie in de luchtflessen?
Zee-presten, misschien een lokale delicatesse? Hoe bereid ik zee-presten, en hoeveel presten serveert men per persoon. Is presten presenteren een prestatie op culinair gebied? En ik droomde al weg hoe ik aan de kust van Bretagne in Brest presten zou gaan plukken. Met het juiste mesje natuurlijk, want het artikel zou me zo dadelijk wegwijs maken waar en hoe dat moet. Bestaan er ook zoetwater-presten?
'k Klikte het artikel open, met alle soorten van gretigheid : zeepresten. Hoe verwijder ik zeep-resten.
Tja. m– EZW-11/2013, herwerkt - op slag klaarwakker toen
te gast bij Wim Helsen, Guy Cassiers met Manifest van Peter Handke
volledige tekst
1. Iedere verklaring weigeren 2. Niet met de waarheid voor de dag komen 3. Liegen of het gedrukt staat 4. De dingen op z'n kop zetten 5. Niet de werkelijkheid tot taal laten worden, maar de taal tot werkelijkheid 6. Niet over taal spreken 7. In tegenstrijdigheden verwikkeld raken 8. Niet voor alledag schrijven 9. Niet voor de eeuwigheid schrijven 10. De dingen in het onzekere laten 11. Geen genoegen nemen met de feiten 12. Niet met beide benen op de grond staan 13. Geen regels voor anderen opstellen 14. De nadruk leggen op het belang van de conversatie als eerste en als laatste hulp 15. Uit wild west films het sterven leren 16. Zelfs in de kleinste opgeblazen kikker een aanwijzing zien voor het niet bestaan van God 17. In je overmoed het doel voorbij schieten 18. Zichzelf het naaste staan 19. Zich in niemand willen verplaatsen 20. Alleen over zichzelf schrijven 21. Altijd alles met opzet doen 22. Met niemand van gedachten wisselen 23. Van al het menselijke vreemd blijven 24. Zich door schrijven eruit kunnen praten 25. Naar de bioscoop gaan 26. In het gras liggen 27. Geen manifesten opstellen 28. Zwarte schoensmeer kopen 29. Wereldberoemd
Over Guy Cassiers : artistiek leider van het Toneelhuis in Antwerpen. Zijn werk wordt niet alleen in Vlaanderen gewaardeerd, ook in het buitenland is hij een bekende naam aan het theaterfirmament. Hij kreeg dan ook al tal van theaterprijzen. Als zoon van de bekende komische acteur Jef Cassiers – bekend van de Woodpeckers en van Johan en de Alverman – kon het bijna niet anders dat hij in het theater terechtkwam. Nochtans volgde hij eerst een opleiding aan de Academie voor Schone Kunsten. - https://nl.wikipedia.org/wiki/Guy_Cassiers
(…) het verbaast me dat er nog geen enkele vandaal het in zijn hoofd gekregen heeft die zakken te saboteren (…)
Awel, dat vind ik ook eigenaardig, dat de postzakken zomaar gedropt worden en een aantal uren onbewaakt blijven liggen. Moesten ze nu nog in een winkel afgezet worden, of in de hal van een school, daar liggen ze tenminste onder toezicht. Maar bij de post vindt men blijkbaar dat het kan, iets op hoop van zege droppen op straat, los de mensenjungle in.
'k Heb hier achter in het dorp al een bushokje weten vernielen en ook het elektronisch berichtenbord aan de bushalte aan de markt. Maar toch gaat de post er van uit dat er geen gefrustreerde zotten loslopen, geen baldadige malcontenten, geen junks, geen doorzopen zombies, geen wildplassers dus dat postzakken gerust onbewaakt mogen achterblijven.
foto van ‘t Net
Het systeem komt me zeer ondoordacht over. 't Kan er bij mij niet indat er niet vaker iets misloopt. Of houdt B-Post die gevallen stil? Het is al 10 jaar of langer aan de gang. Hier een verhaal uit 2008, van een bekommerde burger :
Hasselaar vindt postzakken in bushalte 13/03/2008 om 09:25 - Dirk JACOBS
Hasselt - Een goed bedoelde daad van een bezorgde burger leidde gisteren tot een klacht bij de politie. Guy Swinnen, een medewerker van De Lijn, vond het verdacht dat in een bushokje een onbewaakte postzak lag. Hij laadde de zak op, maar de postbode dacht later op zijn ronde dat de zak was gestolen.
Volgens Fred Lens van De Post had de zak niet in het hokje mogen liggen. “Maar de man had de zak ook niet zomaar mogen meenemen. Poststukken meenemen is een strafbaar delict.”
Guy Swinnen, administratief medewerker van De Lijn in Hasselt, zag de postzak liggen in een bushokje in Sint-Lambrechts-Herk. “Aan de halte in de Beukenhoflaan zag ik dat een grote zak bleef liggen nadat iedereen ingestapt was”, vertelt Guy Swinnen. “Toen we opnieuw aan de halte passeerden, lag die zak daar nog. Ik ben uitgestapt om even te kijken en tot mijn verbazing zat die zak boordevol poststukken, persoonlijke brieven en rekeninguittreksels. Dat lag daar zomaar voor iedereen te grabbel. Omdat ik dat absoluut ongehoord vond, heb ik de zak in de bus geladen en meegenomen naar ons hoofdkantoor. Vandaar heb ik de klantendienst van De Post gebeld. Volgens hen worden zulke ‘overlastzakken’, die een postbode niet meteen kan meenemen, normaal niet open en bloot langs de straat bewaard.”
Klacht Fred Lens, woordvoerder van De Post, beaamt dat. “Normaal liggen die zakken op een beschermde plek, bijvoorbeeld bij mensen thuis, (hier in Ekeren gewoon langs de straat!) langs de route van de postbode”, legt hij uit. “We zullen nu onderzoeken hoe de zak in dat bushokje is terechtgekomen.”
Lens benadrukt wel dat de bezorgde ambtenaar de zak niet had mogen meenemen. “De postbode was tijdens zijn ronde zo verbaasd dat hij zijn overlast niet terug kon vinden, dat meteen klacht tegen onbekenden is ingediend bij de politie. Poststukken meenemen is immers een strafbaar delict. Deze man had beter De Post of de politie gewaarschuwd in plaats van de zak mee te nemen.”
“De zak zal donderdag (vandaag, nvdr) zo snel mogelijk opgehaald worden zodat onze postbode de briefwisseling met één dag vertraging alsnog ter plaatse kan krijgen.”
Oké, dit was enkel vertraging. Maar er kunnen ook andere dingen gebeuren.
“Als men even googelt, ziet men dat er al heel wat verdwenen zijn. Dat zijn dan enkel de postzakken waarvan men weet dat ze gestolen zijn. In elke postzak zitten meerdere facturen. Elke aanmaning wegens niet betalen kost het de klant 5 à 10 euro. Om nog maar te zwijgen over het ongemak. Wanneer men een postzegel koopt, gaat men toch eigenlijk een contract aan met Bpost om iets te leveren. Toch is Bpost blijkbaar niet verantwoordelijk wanneer zo'n overlastzak verdwijnt. Meer nog: de klanten worden zelfs niet verwittigd dat er eentje gestolen is waarin mogelijk voor hen bestemde post zat.”
te gast bij Wim Helsen, Paula Semer met het in memoriam 'Postuum Renée' van Monika Triest.
Misschien hebben we jou toch niet goed gekend, after all, Renée Nu is het te laat je bent er niet meer. Je had het over gender vóór dat woord bestond en je hamerde er op door tot niemand nog luisterde.
Misschien merkte je het niet eens maar je beet door. Je schreef je te pletter vóór iemand van ons schreef meer onderwijs en dat soort dingen vernederende dingen voor vrouwen.
Je droeg die vlag zo hoog in je vaandel misschien te hoog zelfs of te vroeg, wie weet misschien kreeg je te weinig steun, ook van ons misschien kenden we jou niet goed en dronk je je verdriet weg we doen allemaal wel iets met dat verdriet.
Je kon serieus doordrammen maar dat moest wel in die dagen waarin niemand wilde luisteren zeker niet naar vrouwen als jij.
En wij, wij blijven achter met een gedreven ziel minder onder ons. Hoe moet dat nu verder Renée?
Monika Triest bij de uitvaart van Renée van Mechelen
Jarenlang presenteerde ze de vrouwenprogramma's "Vrouwenspiegel" (1954) en "Penelope" (1955-1965), een programma dat ze vanaf 1958 ook produceerde. In het programma kwam in 1964 een geboorte voor het eerst op televisie. De commotie hierrond zou een jaar aanhouden. Andere controverses die "Penelope" veroorzaakte waren haar gesprekken over seksualiteit vanaf 1965.
Peter en Diane hebben twee dochtertjes. Peter mailt af en toe. Hieronder wat hij eens schreef :
Onze jongste heeft geregeld kwade dromen en vannacht hoorde haar weer gillen en snikken : Paa-paa! Met paniekerige uithalen. Ik was op slag klaarwakker en uit bed. Ik stak de gang over in combat style. De kleine was helemaal onder het dekbed weggekropen en lag daar met de daver op het kleine lijfje.
- Het is maar een droom, zei ik met mijn hand op haar rugje. - Het is de Boze Aap! - Hier is geen boze aap, zei ik. - Jawel, piepte ze klaaglijk, achter u.
Haar stemmetje klonk zó bang, haar angst was zó echt, dat ik achter me keek, of daar iets was om bang voor te zijn.
- Nee, hier is geen aap. Ik heb gekeken, geen aap.
Nu vraag ik u, een vent van mijn kaliber achter zich doen kijken naar een Boze Aap … zo écht bang was onze jongste. Wat of wie bezorgt haar die angstdromen?
Ik had in mijn lijf koleire genoeg om tien boze apen aan te kunnen, maar er was er geen. Geen ene. Toen kwam Diane en zij heeft de kleine in haar armen gewiegd enweer rustig gekregen.
-----
Die taakverdeling gaat terug tot de oertijd, denk ik. De Mama richt zich op de angst van het kind en de Papa richt zich op het gevaar. Hij verslaat dat gevaar. Desnoods met de blote hand.
Maar hier was geen gevaar, er was enkel de angst. Terwijl de Mama de angst weg wiegde zat de Papa naar zijn werkeloze handen te kijken. Het is niet makkelijk vader te zijn in moderne tijden. Want de reële gevaren moeten nog komen, en die komen dan niet van National Geographic.
te gast bij Wim Helsen, Linde Merckpoel met een fragment uit 'My uncle Oswald' van Roald Dahl.
I began to realize how important it was to be an enthusiast in life. He taught me that if you are interested in something, no matter what it is, go at it full speed ahead. Embrace it with both arms, hug it, love it, an above all, become passionate about it. Lukewarm is no good Hot is no good, either. White hot and passionate is the only thing to be.
In de feuilletons met vrouwelijke inspecteurs en rechercheurs zetten de dames al eens de achtervolging in op hoge hakken. Hoe doen ze het! Ik kon op hoge hakken nog geen stilstaande bus inhalen.
Dan heb ik telkens de neiging om naar het TV-scherm te roepen: Niet doen! Ge gaat uw voet omslaan! En dan ligt ge daar …
Bij een sportmerk moet iemand ook zo gedacht hebben want dit is het resultaat, de oplossing van Nike, de renhakken :
In het voorjaar van '88 was ik op weekend bij Laura en D. Hun oudste zoontje was toen twee, de drie volgende kinderen waren vage plannen voor de toekomst.
D zocht iets in de frigo, we hoorden hem rommelen. - Laura … ? - Ja ? - Hebt gij zure haring gekocht ? klonk het verbaasd. - Ja, neem maar hoor, er is genoeg. 'k Heb twee emmertjes meegebracht. - Dat zie ik ja …, zei hij voorzichtig.
D kwam de woonkamer binnen en kwam erbij zitten. Hij bleef naar Laura kijken alsof hij haar voor het eerst zag, opgetogen als een verliefd kalf van zestien, een en al aanbidding. Nu is Laura bij momenten wel een schoonheid, maar ik vond juist dat ze er wat grauw en getrokken uit zag. Moe. 't Was in de zaak de meest drukke periode van het jaar, vandaar.
- Zoudt gij niet koken? vroeg ze verstrooid. - Ja, jaja, zei D. Terwijl hij naar de keuken ging liep hij bijna een stoel omver.
Na het eten werd Pieter in zijn bedje gelegd, met alle ceremonieel dat erbij hoorde. Daarna was het grote-mensen-tijd. De grote mensen keken een eindje TV en gingen toen ook slapen.
Toen ik uit de badkamer kwam hoorde ik kreetjes. Het kwam niet uit de kamer van Pieter. Daar was alles rust en vree.
Later zat Laura aan het voeteinde van mijn bed en schudde me wakker bij mijn enkels. Dat deed ze als kind ook. Eerst wachtte ze tot iedereen sliep en dan kwam ze aan mijn enkels schudden om me iets mee te delen dat onmogelijk kon wachten, iets van intergalactisch belang.
- Ik ben in verwachting, zei ze. - En dat weet ge nú al, laat mij slapen. - Nee, echt, ik ben in verwachting. Al drie maanden of langer. - Kondt ge dat daarstraks niet vertellen? - Toen wist ik het nog niet. - En nu wel? - Ja. - Ah, oké. - Door de haring.
'k Werd iets meer wakker, vanwege die haring.
- De eerste keer kocht ik ook zoveel zure dingen. Ik at augurken uit het vuistje. Heelder potten.
Dan zal ik wel op zee geweest zijn, dat van die potten augurken heb ik nooit geweten of gezien.
- Zoudt ge niet eerst een test doen. - Heb ik gedaan, daarstraks al, en D is zot van contentement. - Ah, dát waren die kreetjes … - Wat? - Niks.
Het zoete nieuws was aangekondigd door twee emmertjes haring op zuur. Fijn dat D kan frigo-lezen hé.
Nu iedereen op grootouderleeftijd is heeft D een enorm verlangen naar babies. Hij wil kleinkinderen. Ik dacht dat zoiets voorbehouden was voor aankomende grootmoeders, die soort tweede nestdrang, maar D doet daar opgewekt aan mee.
- Hebben de meisjes al plannen in die richting, vroeg ik. - Nog niet …, maar ik hou toch al de koelkast in 't oog.
Ze waren slechts zijdelingse schade, 14-18 ~ van FIV
"Op 4 september 1914 trokken de Duitse troepen een spoor van vernieling door Dendermonde, een paar dagen later trokken ze verder. Op 1 oktober kwamen ze terug. Soldaten van het Belgisch leger hebben geprobeerd ze tegen te houden, er werden over en weer schoten gelost, het Belgisch leger trok zich terug.
De Duitsers stapten de verwoeste stad weer binnen, namen onderweg enige burgers als levend schild mee, en om hun woede te koelen en een voorbeeld te stellen werden die burgers ervan beschuldigd op de Duitsers geschoten te hebben.
Ze werden met hun rug binnen tegen de muur van de kerk Sint-Gillis gezet en nog terwijl de aanklacht en het vonnis voorgelezen werden, werden en alle personen die het ongeluk hadden op de straat of in de omgeving te zijn, bijeengedreven om getuige te zijn van de executie. Waaronder mijn nonkels Victor en Rémi. Nonkel Victor was 18 jaar, nonkel Rémi zal iets van 9 jaar geweest zijn.
Na de executie werden de mannelijke getuigen gevangen genomen en weggevoerd.
Heeft nonkel Rémi geprobeerd bij zijn grote broer te blijven, of juist weg te lopen? Heeft hij in zijn kinderlijke woede de Duitsers uitgemaakt voor al wat lelijk is? Klopten de Duitsers op een kleine jongen omdat ze het graag deden? -een strategie van Bismarck was om de burgerbevolking zoveel mogelijk schrik aan te jagen door onmenselijke daden te stellen- mensen hebben een bloederig gebroken kind, dat nog ademde, op een deur gelegd en hem zo naar huis gedragen. Hij heeft het overleefd. Zijn gebroken beenderen zijn schots en scheef weer aaneengegroeid, nonkel Rémi is altijd kreupel gebleven.
De martelgang van Nonkel Victor (Toor)
Hij werd samen met de andere 'getuigen', zonder eten of drinken en te voet naar een onbekende bestemming gedreven. Onderweg werden zij geslagen en geschopt. Ze kwamen toe in Scheldewindeke, waar ze hun graf moesten graven en dan, zonder enige uitleg werden ze na 4 dagen vrijgelaten.
Nonkel Toor is daar nooit van bekomen, hij was getraumatiseerd tot het uiterste. Hij kromp ineen bij elk geluid, was bleek en hij beefde zonder ophouden. Overdag zat hij in een hoekje bij de stoof ’s nachts sliep hij in de schuilkelder. Een jaar later, is hij overleden. 18 december 1915. Hij was 19 jaar.
Zijn naam staat niet op het monument van het Heldenplein. Hij was collateral damage ofte nevenschade.
Later, in de jaren zestig of zeventig, toen de jeugd volop aan het emanciperen was, hoorde ik soms ouders, mensen die WO II meegemaakt hadden, zich opwinden over de jeugd-van-tegenwoordig 'Ze zouden begot eens terug ne goeien oorlog moeten meemaken'. Dat waren de Verontruste Ouders van toen." FIV
“eens terug een echte oorlog moeten meemaken!”
Mijn pa riep zo'n dingen, hij was zo iemand. Wanneer hij een gedachtewisseling met een van de drie dochters niet meer aankon brulde hij : ge zoudt eens allemaal terug een oorlog moeten meemaken!
Dat verbaal geweld moest dan doorgaan voor opvoeding en begeleiding naar volwassenheid. Vermits hij ons niet onder de knoet kon houden moest een buitenlandse mogendheid dat maar komen doen. Ik durf niet bedenken wat hij daarbij voor ogen had.
De automobilisten in het filmpje denken dat de verkeersagent voor het lapje gehouden wordt. Door een rij brave schoolkinderen dan nog wel. Daar worden ze blij van, dat een agent zich in de luren laat leggen, dat een agent niks door heeft …
Deze organisatie uit Canada heeft filmpjes die misschien grappiger zijn, maar dit is volgens mij een speciaaltje. Omdat het dubbel is, is het niet alleen grappig, het is geestig. De automobilisten moeten gaandeweg ontdekken dat zij zélf de dupe zijn , niet de agent en dat lukt soms niet zo goed, of helemaal niet.
'k Was op zoek naar het verschil tussen huis en kamer, maar ik heb geen bevestiging gevonden van wat ik dacht. Het gaat over een streektaal en ik kan me niet herinneren welke.
Met huis bedoelde men de ruimte die verbinding heeft met de buitenwereld. Alle andere delen van de woonst heten kamer.
Die betekenissen zijn in de loop der tijd en tijden verschoven en dan wordt met 'in huis' specifiek 'in de woonkamer' bedoeld, bvb men zet de fiets in de gang en de boekentas zet men in huis.
Evengoed werd met 'in huis' de ganse woonst, het ganse gebouw bedoeld : bvb in huis draagt men pantoffels. De ganse woonst, dat kon verwarrend zijn als iets 'in huis' ligt. Ligt hetgeen men zoekt in de woonkamer of ergens in het huis, ergens in het gebouw ? bvb mijn pantoffels liggen ergens in huis.
Een kamer was een ruimte zonder rechtstreekse verbinding met buiten, een ruimte die men kan afsluiten. Om buiten te raken moet men eerst door andere ruimtes. Dat snap ik. Maar over die betekenis huis = woonkamer, daar ben ik nog altijd niet aan uit.
Wat ik wél gevonden heb over huis is een lijstje gezegdes, waaronder twee die ik nog niet kende. Die twee * vind ik vandaag de mooiste.
----- Wie in een glazen huis woont, moet niet met stenen gooien: wie een hoge positie heeft, moet voorzichtig zijn.
In het huis van een gehangene spreekt men niet over de strop: je moet vermijden over onaangename onderwerpen te spreken.
Een zuinige huisvrouw bouwt huizen als kastelen * : met een zuinige huisvrouw houdt het gezin zoveel geld over dat er een kasteel mee gebouwd kan worden.
Je moet het huisje wel bij het schuurtje laten * : je moet niets buitensporigs doen, oftewel de dingen in de juiste proportie houden, dit dan vooral op financieel gebied (min of meer hetzelfde als "de tering naar de nering zetten"). -----
saluki, de gazellehond, Perzische windhond (Iraanse)
"De saluki of Perzische windhond is afkomstig uit Iran, (vroeger Perzië). De rasnaam is afgeleid van de stad Saluk, die onder het zand is verdwenen. Saluki's werden als jachthond gebruikt door verschillende nomadische woestijnvolken en werden zo van gebieden bij de Kaspische Zee tot de Sahara verspreid.
Op Perzisch aardewerk dat dateert van 4200 vóór Christus, werden al salukiachtige honden afgebeeld. In Egyptische graftombes zijn gemummificeerde saluki’s aangetroffen en de farao's jaagden met valken op hun arm en een soort saluki's aan de lijn.
Saluki's zijn sterk verwant aan Afghaanse windhonden. De saluki is ideaal: zowel als gezelschapshond als jachthond. 'Ideaal' zou ik niet echt zeggen, eerder 'geschikt'.
Aard
De saluki is wat terughoudend ten opzichte van vreemden, maar is zeer gesteld op het gezelschap van zijn baas. Verder is hij onafhankelijk, rustig, waardig en eigenzinnig en hij heeft een groot jachtinstincten een enorme energie.
Opvoeding - Oelala! Niet simpel.
Met enig beleid is het mogelijk een redelijk opgevoede hond te krijgen, maar houd er wel rekening mee dat dit nooit een perfect luisterende hond zal worden. Met veel geduld en inzicht kunt u toch bereiken dat de hond op u gesteld raakt en u niet teleur wil stellen.
Sociaal
Saluki's kunnen prima samenleven met andere gelijkgestemde honden, maar andere huisdieren zoals geiten of konijnen kunnen beter ver buiten bereik van deze honden gehouden worden, want hun jachtinstinct is te sterk om de verleiding te weerstaan."
Hier een filmke met uitleg over hoe de bouw van de hond zorgt voor snelheid en uithoudingsvermogen.
Mijn vader deed straffe dingen tijdens de oorlog, neen, een held zou ik hem niet noemen maar heldhaftig vind ik het wel, wat hij deed. Zo gaf hij zes jonge mannen wekenlang onderdak die hadden kunnen ontsnappen uit de colonne opgevorderden door den duits. Zij lieten paard en kar achter en vluchten de bosjes in en kwamen aan onze deur kloppen. Zes jonge kerels extra voeden terwijl hij al een gezin van twaalf moest zien te onderhouden is onder oorlogsomstandigheden al niet min, zelfs gevaarlijk. Hij moest ook aan den duits aangeven wat hij op het land kon winnen. Beter vond hij het wat minder aan te geven en vele noodlijdende burgers die kwamen aankloppen melk en meel te geven, maar daarvoor heeft hij wel in den bak gezeten.
Ook zie ik nog het tafereel voor mijn ogen hoe mijn vader koelbloedig een SSer aanpakte. Op een dag kwamen we ‘s middags van het aardappelveld naar huis om te eten en daar stond aan de gevel van ons huis een opgefokte SSer met het geweer in de aanslag.
"Wie moet ik doodschieten, u of uw zonen" riep de SSer. Moeder stond in de voordeur en riep ons jongsten stilletjes binnen te komen maar dat pakte niet bij de furieuze man. Vader heeft hem dan gesust en hem voedsel beloofd en wat verder nog weet ik niet en de man is rustig met een fiets vertrokken richting Turnhout. Vader had de situatie gered door zijn kalmte. MVS 'k Ben helemaal patraque. Voor deze stille helden staan er geen stenen monumenten. Maar uw schrijven staat er wel. Een geschreven monument. m - EZW-10/2011
‘ … jij moet toch veel mooie herinneringen hebben? Heb je nooit heimwee? ’
Heimwee niet meer. Gehad, bij momenten. Nu niet meer. Veel mooie herinneringen, dat wel. Het is een snoer van gebeurtenissen en anekdotes. Van sommige herinneringen kan ik heel blij worden. Want er zijn de andere herinneringen ook natuurlijk, de minder goede. Tussen die twee soorten gebeurtenissen was er de rust van de routine, de dagen dat alles kalmpjes zijn gang ging en er niks te melden viel.
---
In '98 waren er een aantal Kroaten onder de officieren aan boord en ik had al gevraagd om me AUB bij de voornaam te noemen. Dat kon niet. Ze kenden hunne wereld en het bleef Ma'am. Oké dan maar, we waren weer vertrokken voor zes maanden afstandelijk gedoe. Ik moet teleurgesteld gekeken hebben want de 3de mécanicien zocht naar een oplossing. Een heel sociale jongen (24j) en zeer kierewiet door de oorlogsdingen die hij in zijn land meegemaakt had.
Hij had een contract bij de Fransen gevaren en had als notie van Frans : - als ze 'oh putain'zeggen is het erg, maar zijn ze niet kwaad - als ze 'merde' zeggen is het erg, en zijn ze wél kwaad - als ze 'putain de merde’ zeggen, zijn ze zéér kwaad.
Een paar dagen later kwam hij met een idee : vermits in België ook Frans gesproken wordt zou hij me Madame noemen ipv Ma'am, en hij was tevreden dat hij een oplossing kon voorstellen. Hij bleef wiebelend staan wachten wat ik er van vond. Ik vond het maar niks. Putain en merde gaf hij vlekkeloos en met de juiste intonatie, en zo argeloos blij, hij kende duidelijk niet de draagwijdte van die termen. Maar Madame klonk alsof hij het over een bordeelhoudster had.
- No good? vroeg hij. - Sounds like mama-san.
De term mama-san is internationaal gekend, en hij wou de vrouw van zijn baas zeker niet zo aanspreken.
- Then I will call you Madammy, you are petite. Het is madammy geworden. En gebleven. De andere officieren namen het woord over en toen ook de Filipijnse crew meedeed was het zo goed als officieel. Eigenlijk had ik die naam in mijn zeemansboek moeten laten bijschrijven.
Het was heel plezant om horen hoor. Als ik 's morgens met de zak overalls van ons deck naar de laundry beneden ging was er volk in de trapkast, op weg naar het ontbijt een deck hoger : - mornin' madammy ! - mornin' gentlemen ! - ça va, madammy ? dat stukje Frans hadden ze van de 3de overgenomen - ça va, messieurs. Een ochtendritueel.
Een paar jaren later, toen ik iemands overall gerepareerd had …
Wachtwa, een woordje uitleg over een trukje: wanneer een overall gescheurd is, vraagt de betrokkene aan de 1ste stuur een nieuwe en houdt de oude bij. Ik repareer die. Met lappen er op en al. Zo heeft de persoon in kwestie een extra overall in gebruik want in de tropen kan het er op aan komen, een overall meer of minder. Goed, dit gezegd zijnde ...
Toen ik een paar jaren later een overall gerepareerd en terugbezorgd had, kwam iemand van de matrozen vragen, een beetje bedeesd : - Excuse me Ma'am, are you Madammy? - Eh, yes … long time ago.
Die madammy-story was al wat jaren oud, hoe kon dat nu ? Wel … De naam madammy circuleerde nog in het bemanningsagentschap op de Filipijnen. De naam madammy was daar een eigen leven gaan leiden !
Wat doet madammy: Overalls repareren, -foto’s afdrukken voor hen, ze per 4 op een A4 printen en ze in een documentbeschermer steken tegen de sporen van werkhanden- lasogen druppelen met Minhavez, hun boodschappen meebrengen van de wal, soms ook haar knippen en af en toe een hemdje strijken. Mee foto’s kijken van hun kinderen en af en toe eens vragen naar de familie thuis, want voor de komst van de mail spendeerden ze flink wat aan telefoon. Dat was het ongeveer volgens hen, het takenpakket van madammy.
Maar naarmate die matroos vertelde was madammy een legende geworden binnen het agentschap. Een agentschap dat zeelieden over de drie oceanen en alle zeeën stuurt, mensen met verhalen in hun hoofd en die de verhalen mettertijd mooier en beter maken. Die verhalen, die legende, daar kon ik niet tegenop, die kon ik niet evenaren. Daar kon ik echt niet tegenop.
te gast bij Wim Helsen, Abdelkader Benali met ‘Huldedicht aan Singer’ van Paul van Ostaijen
slotgedeelte:
Ik wil een Singer wij willen een Singer wij eisen een Singer wat wij willen is ons recht ein fester Burg ist unser Gott Panem et Singerem Panem et Singerem Panem et Singerem et Singerem et Singerem Waarom hoe zo wat wil hij wat zal hij Salvation army Bananas atque Panama de man heeft gelijk hij heeft gelijk gelijk heeft hij jawel jawel jawel waarom wie zegt dat waar is het bewijs jawel hij heeft gelijk Panem et Singerem Panem et Singerem Panem et Singerem Singerem Singerem
In mijn jeugd woonden we tussen de boeren, een speciale sfeer. Omdat ons Vader ook van boerenafkomst was kenden we iedereen en kon ik die boerderijen binnen en buiten lopen. Ik was er thuis, een ongelooflijk goed gevoel, tussen al die harde werkers, en tussen de dieren, en ik mocht dan ook helpen bij het kalven, en biggen vangen. Een paard dat moest gedekt worden mocht ik bijwonen, ik hielp op het land om aardappelen te rooien, moest met de paarden rijden, hielp de oogst binnen doen. Kortom, echt leuk, het was soms hard werken, maar ja dat kon niet anders en ik vroeg mij niets af. Ik kon overal mee eten aan tafel en op het land, ik at spek met eieren, kop vlees, beuling, groenten en fruit.
Zij heette Elisabeth, hij noemde haar Liesje, hij was Petrus, ze waren kinderloos. Ze hielden veel van elkaar, ze waren altijd samen en keken elkaar veel in de ogen, zag ik. Ze leefden met en voor elkaar. Hun landerijen bevonden zich heel dicht bij de hoeve. Als hij op het land werkte en het was schaftijd blies zij op de koperen hoorn. Een afgesproken geluid, als hij dan thuis kwam gaf hij haar steevast een kus, fezelde iets in haar oor waarop ze lachte, en zei: “Zotte man, nu toch niet zeker” en ze keek dan naar mij. Hij schoof zijn voeten onder tafel en wachtte tot ik en Liesje op ons plaats zaten, sloeg een kruisteken en eindigde met “Heer zegen ons en ook deze spijzen die U milde hand ons geeft, door Christus onze Heer amen. Smakelijk!”
Het eten begon met botermelk pap, gevolgd door aardappelen met bonen en een groot stuk goed gebakken varkensvlees met veel saus en eindigde met vers fruit. Alles van eigen bodem, een glas helder water uit de pomp put. We maakten een kruisteken en we gingen terug naar de akker, hij pikte de gerst en ik bond ze in busselen en we zetten ze in schoven, tot de hoorn opnieuw weerklonk. Als knaap keek ik naar die mensen op. Was dat de liefde? Ik vond dat mooi.
Ik heb nooit zo een goed koppel meegemaakt, ze beminden elkaar, ze werkten hard, hadden leute, aten goed, kwamen vooruit, geloofden in God. Plots sloeg het noodlot toe, Petrus kreeg een longontsteking en was op 14 dagen dood en begraven. Elisabeth haar wereld stortte in, ze begon in zichzelf te praten, Petrus zijn werkvest bleef aan de nagel achter de deur hangen, zijn klompen schuurde ze alle dagen af, zoals ze altijd al gedaan had. Ze keek voortdurend naar de deur, ze verwachtte hem. Ze was schuw geworden. Ze praatte constant met hem, ze keek uren naar zijn foto. Ze streek door mijn haar, maar herkende mij niet meer. Ze kwijnde gewoon weg, ze wilde bij Petrus zijn, wat haar op korte tijd lukte. Ik begreep toen wat eeuwige liefde was, en zeker liefde tot ter dood.
De opeenvolging van de verschillende situaties, van goed naar mindergoed naar dood & dood moet hem serieus aangegrepen hebben dat de knaap van toen het zoveel tientallen jaren later nog zo beeldend kan beschrijven. m
2004, toen werd ik verliefd. En ik was niet de enige. Ik werd verliefd op zijn manier van denken, op zijn manier van schrijven, ik ging van verwondering naar zijn bewondering voor de horizonten die niet meer van deze aarde waren.
Veel aardse horizonten had ik gezien maar daar hield hij zich niet mee bezig. Hij had het over universum en heelal, van nanometer naar lichtjaren. Wat ertussen lag was hem misschien te zichtbaar.
Hij schreef over dingen die ik maar half begreep, over de esthetica in scheikunde en andere wondere werelden. Maar al schreef hij met een verroeste pen, ik zou het nog gelezen hebben. *
Ik herlees zijn teksten nog soms. In 2012 is hij gestopt met schrijven. En met ademen. En hij liet dit stukje bestaan verweesd achter.