Vanilla is net zeventien en leeft op geregelde tijden in onvrede met de wereld, met de natuur en met het universum. Tegelijkertijd.
- Wat is het nut van menstrueren? Ik kan dat missen hé zeg! Elke keer een week van mijn leven naar de bom! Zo’n 14 keren per jaar. Nog tot mijn 52! Ik zou het kei-cool vinden als Moeder Natuur me gewoon zou teksten: 'Het is in orde hoor, deze maand zijt ge niét zwanger.'
Toen ze zag dat haar moeder haar tirade in een context aan het plaatsen was, zweeg ze abrupt.
Ik denk dat de moeder daar efkes een pil te slikken kreeg, haar dochter was dus al … eh, al sexueel actief? Hoelang al? Hoe veilig? En zonder dat zij dat wist! De moeder kennende vond ze dat laatste waarschijnlijk het ergste. Hoe het gesprek verder verlopen is, heb ik niet afgewacht.
Mijn dochter vertelt me 'alles' … 'k vroeg me af hoeveel moeders zo nog denken.
Over een rode piek, een rode fez en rode haren Een avontuur in acht afleveringen, door SK
Hoe snel marsmannetjes ook dribbelen, op hun korte beentjes schieten ze niet echt snel op. Het duurde tot het eind van de morgen voor ze bij het dorpsplein waren, en toen konden ze niet verder, want daar stond het bomvol. Men was daar namelijk de carnavalsstoet aan het opstellen, en zodoende.
De mannetjes zetten onze kerstboom eindelijk even op haar kluit, spreidden hun tenen en rustten uit. Ware het geen carnaval geweest, dan hadden ze wat meer opzien gewekt. Nu vroeg het publiek zich vooral af welke groep zich verkleed had als een klein dozijn kerstbomen. Of moesten ze Sneeuwwitje en de zeven dwergen voorstellen? "Nee joh, weet je niet meer hoe Sneeuwwitje er uitzag dan? Met haar donker als ebbenhout, en er was nog iets... maar dat weet ik niet meer..." "Bende gek man, 't benne Clavannetjes*. Weet je nog? Van Koot en Bie?" "Kennie, die was nie getrouwd. Ik hou het toch op Kerseboompies!"
Eindelijk zette de stoet zich in beweging. Omdat er diverse zatte hermeniekes* in de stoet meeliepen viel het niet op dat het Marslied dat onze groene mannetjes inzetten om de moed er in te houden een merkwaardig ritme had. Marsmannetjes hebben nu eenmaal een oneven aantal ledematen, en dan krijg je zulks. SK,E (NL) - 02/2012 Bovenstaande tekst is geplaatst met toestemming van de auteur. Wordt morgen vervolgd. * Clavannetje : https://nl.wikipedia.org/wiki/Dr._Clavan, * zat hermenieke = dronken fanfare/harmonie
Boeken zijn heel vaak een manier geweest om efkes weg te zijn van het hier & nu, van het toen & daar, wil dat zeggen.
Thuis waren er weinig vaste regels. Ongeveer alles was afhankelijk van toestemmingen En de toestemmingen waren afhankelijk van hun stemmingen. Een toestemming kon elk moment ingetrokken worden. Dié sfeer. Mijn boeken werden soms weggesloten, als straf voor iets dat gewoon hun afreageren van een eigen ongenoegen was.
Wat was er wél betrouwbaar: een ander boek! Ik had mijn eigen boeken niet meer nodig, ik las de hunne. En boeken waren er genoeg in huis, van de kelderverdieping tot boven op de overloop. Alleen ging ik door de kasten als een verdwaalde kogel, ik las alles, als het formaat maar hanteerbaar was. Dat waren dus veelal dingen waar ik nog niet klaar voor was. De verhalen van Poe las ik op mijn twaalf ongeveer en dan had ik weken lang angsten over alles en nog wat.
Pockets waren het makkelijkst te verstoppen en in mijn kamer had ik ze wegsteken op de meest ondenkbare plaatsen. Zelfs de poetshulp vond ze niet. Later werd ik nonchalanter. Ik zei gewoon dat we die werken moesten lezen voor school. En ze geloofden dat.
- Tennessee Williams voor iemand van vijftien? - Ja. - Op een katholieke school? - Jaja, voor Nederlands. En Steinbeck ook voor Nederlands … Ik kan nu nog niet geloven dat ik daar ooit mee weg raakte, dat iémand daar mee wegraakt.
Peter had het zoontje (5j) van zijn zus op logé. Hij mailt :
Een zachtgekookt eitje, dat kan toch zo feestelijk smaken hé. Dat wou ik voor ons ontbijt.
Ineens kwam Darren uit de badkamer gerend en vertelde opgetogen dat hij straks zijn tanden niet kon poetsen omdat zijn tandenborstel in de WC lag. Dit had duidelijk voorrang op alles. Ik zette het vuur onder de zachte (?) eitjes af en ging mee naar de plek des onheils.
Ik viste zijn tandenborstel uit de pot en deed die in het vuilbakje. "Deze is nu vies, deze moet nu weg Darren. Ziezo. En straks halen we een nieuwe. Een die proper is."
Darren bleef een paar tellen naar het vuilbakje kijken, keek naar de WC-pot, wees naar mijn tandenborstel in het rekje en danig in gedachten zei hij : "Dan moet die ook weg ...want die is ook al eens gevallen. Daar in."
Over een rode piek, een rode fez en rode haren Een avontuur in acht afleveringen, door SK Er kwamen regenachtige weken. Er kwamen geen kindertjes buiten. Er kwamen geen kaarsjes. Intussen groeide ons kerstboompje stevig vast, dus als er niets gebeurde zou ze moeten blijven staan tot meneer of mevrouw dokter een schop pakte. Als ze dan uitgegraven werd zou ze weer binnen worden opgesloten.
Maar let nu op! Op zekere donkere nacht - die rode ster was steeds helderder geworden – kwam er een geflits en geflikker aan de hemel. Ineens stonden er allemaal groene mannetjes in de tuin van de dokter. Groene mannetjes met vuurrode pruiken. Net zo rood als die ster.
Wie wat van sterrenkunde weet, zal opmerken dat het helemaal geen ster is, die zo helder wordt: het is de planeet Mars die steeds dichter bij komt. Iedereen weet wel dat daar groene mannetjes wonen, en soms komen die op bezoek. Het werd een heel geroezemoes om ons Roodkapje heen.
Eén van de groene mannetjes zag wel wat in haar. Hij trok de stoute schoenen aan. (Dat is maar bij wijze van spreken natuurlijk, want wie de schoen past moet hem maar aantrekken, Marsmannetjes zijn wel wijzer, die houden graag de teentjes stevig in de greep van vader Mars). Nou ja, in elk geval vatte hij moed en sprak:
"Kejje niks zegge? Kom ereis uit die blubber, dan kenne we een dansie make!" Allemaal op zijn Mars', natuurlijk, dus Roodkapje verstond er niks van. We weten ook al dat ze weinig spraakzaam is, maar dat werkte op de ambities van de andere groene mannetjes. De rode pruikjes rezen ten berge, en ze mopperden: "Playing hard to get, are you? We'll teach you a lesson!" en meer onverstaanbaars.
Hoe graag Roodkapje ook gewild had, ze kon niks terug zeggen. De slimste van de groene mannetjes stootte de commandant aan en zei zachtjes: "We moeten het wezentje uitgraven, want ze hoort hier duidelijk niet thuis!" "Wabbedoelie?" zuchtte de commandant die de jaren voelde wegen en bovendien nog hoteldebotel was van het getuimel door de dampkring. "Meenemen naar huis, natuurlijk, edelachtbare sufkop! Ze ziet er net uit als wij, groen met rood vanboven!" siste de slimste, en hij was al op weg naar het schuurtje om te kijken of daar een schop stond.
Voor ze het goed en wel wist was onze hoofdpersoon weer op vrije kluit. Maar ze kreeg geen gelegenheid om rustig verder naar het bos van haar oma te schuifelen, een half dozijn roodpruiken namen haar in een vastbesloten houdgreep en draafde in een snelle dribbelpas de tuin van de dokter uit. SK,E (NL) - 02/2012 Bovenstaande tekst is geplaatst met toestemming van de auteur. Wordt morgen vervolgd.
vanmorgen belde ik met De Student Vanmorgen belde ik Steven om met voorzichtige belangstelling te informeren naar de nasleep van het Nieuwjaarsgedruis, ivm met de kater & de kop en zo.
- Dat gaat. ’t Is te zeggen het ging. Ik ben nu met biochemie bezig. - Oei, moeilijk zeker? - Nee, eigenlijk niet, tot ik bij acetylcholinesterase kwam. - Ah, deed ik met gepast medeleven. - En nu ben ik mijn concentratie kwijt. - Oei, omdat ik belde ? Sorry, ik had niet mogen …
Hij hoorde dat ik er niks van snapte.
- Dat is een enzym en ik vind dat het toch zo’n feestelijk plezier in het bestaan heeft. - Ah? - Ik zal u een afbeelding mailen.
Iets later viel onderstaande prent in de mailbox, kleurrijke serpentines, feestelijk krulwerk.
- En nu zit ik met een verhaaltje in mijn hoofd, over feestartikelen. 'k Zou veel liever dat verhaaltje schrijven ipv verder te blokken, zette hij erbij. - Studeert gij maar verder jongen, dat schrijven zal ik dan doen, over de feestartikelen in uw hoofd.
'k Vrees dat ik het wat te snel beloofd heb, want het enzym heeft een uitbundig voorkomen, maar het is een ernstig enzym:
"Bij alzheimerpatiënten wordt met medicijnen de afbraak van acetylcholine door acetylcholinesterase geremd om het dementeren tegen te gaan."
Dat feestverhaaltje zal dus over iets anders moeten gaan.
Iemand mailde eens dat ik zelfs over een sigarettenpeuk nog zou schrijven. Natuurlijk heb ik toen verkozen dat als een complimentje te beschouwen. Ten eerste, het is al gebeurd, dat ik iets over een peuk vermeld heb, tweedes, als een peuk een rol speelt in een verhaal dan zal ik daar natuurlijk en graag uitgebreid een alinea of twee aan besteden. Omdat details belangrijk zijn.
Door die opmerking van toen denk ik nu over een studie, een schets van een evolutie, De Glorie en de Val van de Peuk in het Detectiveverhaal.
In TV-series met hoogtechnologische onderzoeksmethodes zoals CSI en NCIS komen nooit nog peuken voor. Het is niet meer beleidscorrect om peuken te laten meespelen in een verhaal. Wel worden de afgrijselijkste verkrachtingen, zedenfeiten en moorden gesuggereerd in beeld. Wel komen spuiten en naalden als attributen in beeld. Maar géén peuken meer. Taboe.
Over die verschuiving zou ik meer willen weten. Hoe evolueerden we van een rokende Mike Hammer en Columbo
naar detectivewerk waarin zelfs een peuk niet meer mag voorkomen. Geband! Alsof er niet meer wordt gerookt in de wereld. Enkel nog verkracht. En gemoord.
Vingerafdrukken staan nu niet meer op peuken maar op gesofistikeerder zaken zoals daar zijn … moet ik nog over nadenken, welke daar zijn.
Over een rode piek, een rode fez en rode haren Een avontuur in acht afleveringen, door SK Het kon natuurlijk niet goed blijven gaan. De volgende morgen werden de dokter en zijn vrouw al heel vroeg wakker geroepen door de dokterskindjes die we om redenen van privacy aan zullen duiden met Ukkie en Pukkie.
"Mam, pap, er staat een kerstboom in de tuin. Met een rode hoed op! Net Roodkapje. Hij is zeker verdwaald! Pap, haal jij hem binnen? en zetten we er dan weer kaarsjes in?"
Pap had er niet veel zin in want hij was er die nacht twee keer uit gemoeten om zieken te genezen en het liefste was hij nog een uurtje blijven doorsudderen, maar Ukkie en Pukkie konden heel volhardend zijn en dan sliep hij toch niet. Omdat er toch nog niemand op was liep hij in zijn pyjama en op sloffen de voortuin in, greep onze hoofdpersoon bij haar stam en bonjourde haar met bekwame spoed om het huis heen de achtertuin in. Daarna onttrok hij zich aan het vervolg der gebeurtenissen.
Ukkie en Pukkie waren intussen aangekleed en kwamen door de keukendeur naar buiten, om lichtelijk onzeker van stemming het aloude "O dennenboom, o dennenboom, wat zijn je kaarsjes wonderschoon" ten gehore te brengen.
Roodkapje was er ontroerd door. Veel verder kwamen ze trouwens niet, want Ukkie onderbrak de uitvoering door naar mama te rennen en te schreeuwen: "Maar er zitten helemaal geen kaarsjes in, mamma! Gaan we kaarsjes kopen?" Mevrouw dokter leidde hem af door hem op alle fraaie versierselen te wijzen, die gelukkig weinig geleden hadden van de voorzichtige manier waarop Roodkapje zich verplaatste. Wat wel flink geleden had was haar kluit. Al het geschuifel had natuurlijk slijtage met zich mee gebracht, zodat ze steeds moeilijker haar evenwicht vond. Ze vond het daarom niet zo erg dat de dokter haar die avond op een mooi plekje in de achtertuin een plaatsje gaf. Zo kon ze wat aansterken voor de rest van haar zware tocht! SK,E (NL) - 02/2012 Bovenstaande tekst is geplaatst met toestemming van de auteur. Wordt morgen vervolgd.
te gast bij Wim Helsen, Walter Zinzen met Max Havelaar van Multatuli Hoofden van Lebak, er is veel te arbeiden in uwe landstreek!
Zegt mij, is niet de landman arm? Rijpt niet uw padi dikwerf ter voeding van wie niet geplant hebben? Zijn er niet vele verkeerdheden in uw land? Is niet het aantal uwer kinderen gering?
Is er niet schaamte in uwe zielen, als de bewoner van Bandoeng dat daar ten oosten ligt, uwe streken bezoekt, en vraagt: “Waar zijn de dorpen, en waar de landbouwers? En waarom hoor ik de gamelan niet, die blijdschap spreekt met koperen mond, noch het gestamp der padi uwer dochters?''
Is het u niet bitter, te reizen van hier tot de zuidkust, en de bergen te zien die geen water dragen op hunne zijden, of de vlakten waar nooit een buffel de ploeg trok? Max Havelaar 1860, door Eduard Douwes Dekker In juni 2002 werd Max Havelaar door de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde uitgeroepen tot het belangrijkste Nederlandstalige letterkundige werk aller tijden.
Over een rode piek, een rode fez en rode haren Een avontuur in acht afleveringen, door SK Na veertien dagen kwamen ze thuis. Doodmoe maar zeer tevreden. Met koffers vol koopjes.
Het was koud in huis, want door de open en dicht wapperende keukendeur was de verwarming uitgevallen. Ze trokken alle kleren aan die ze konden vinden om warm te blijven. Jochem van tien zette de fez die hij cadeau had gekregen zelfs niet af toen hij naar bed ging.
De volgende morgen was het weer iets aangenamer. Ineens riep moeder: "Waar heb jij die kerstboom neergezet, oelewapper, want de versiering moet er nog uit!" Vader, die wel aan oncomplimenteuze aanspreektitels gewend was, mompelde iets onduidelijks. "Jochem, ga de kerstboom eens zoeken. De piek moet er af, de kribbe met het jezussie, de herders, de os en de ezel, en vergeet ook de drie koninkies niet. Als je klaar bent moet je je vader maar roepen, dan kan die hem in de grond poten, want een kerstboom met kluit kan jaren meegaan, heb ik gehoord!"
Jochem was zo goed niet of hij ging de keukendeur uit, nog steeds met zijn rode Marokkanenhoed op, maar hoe hij ook zocht, er stond geen kerstboom.
Omdat hij nu toch eenmaal buiten was liep hij even rond om te kijken of er ook vriendjes buiten speelden, maar voor hij twee straten ver was was hij al drie keer voor Roodkapje uitgescholden en toen had hij er genoeg van. Wat jammer nou! Als hij een straat verder gelopen was had hij de kerstboom in het voortuintje van de dokter zien staan... SK,E (NL) - 02/2012 Bovenstaande tekst is geplaatst met toestemming van de auteur. Wordt morgen vervolgd.
te gast bij Wim Helsen, Brihang met Sprookje van Herman de Coninck
Er was eens een man die altijd rechtvaardig was. Herman de Coninck, Onbegonnen werkgedichten 1964-1982 De knop voor de ondertiteling staat rechts onderaan, de =-knop. Brihang in gesprek met Helsen, https://www.vrt.be/vrtnu/a-z/winteruur/3/winteruur-s3a34/ 09min17
Over Brigand : Brigand is de naam die de Fransen gaven aan de Vlaamse opstandelingen die in de Boerenkrijg tegen de Franse bezetter streden op het einde van de 18e eeuw. In de Franse taal betekent brigand gewoon struikrover. https://nl.wikipedia.org/wiki/Brigand_(Boerenkrijg)
Ongeveer dertien jaar geleden was Tina met haar kleindochter in de Basilix (shopping St. Agatha Berchem) en ze komt daar de moeder en de tante van een vriendin tegen. Deze twee dames zijn een identieke tweeling. I-den-tiek. Kledij, make-up en kapsel verschillen lichtjes, maar zijn wel gelijkaardig.
Ze gaan alle drie ergens zitten om iets te drinken. Tina neemt Poppy uit het wandelwagentje en zet haar in een kinderstoel.
Poppy (1,5j) zat te kijken naar het verschijnsel 'tweeling' en volgens wat Tina vertelde hoorde men eerst de hersentjes in versnelling gaan en daarna weer tot rust komen.
Al die tijd hield Poppy een vinger van Tina vast en toen ze het begrepen had, loste haar greep. Wat ze begrepen had weten we niet, maar met een brede glimlach had ze in elk geval het verschijnsel tweeling geaccepteerd in haar wereldje.
In het onderstaand filmpje is iets gelijkaardigs aan de gang. Alleen is het voor dit jongetje wel wat speciaal. Hij ontmoet voor de eerste keer de tweelingbroer van zijn papa. De broer van papa is natuurlijk dichter bij het wereldje van de kleine dan zomaar twee kennissen van oma.
Over een rode piek, een rode fez en rode haren Een avontuur in acht afleveringen, door SK Weg waren ze. Na de luidruchtige nieuwjaarsviering hadden ze zich verslapen. Ze hadden ze zich moeten haasten om het vliegtuig te halen...
En daar stond zij nu, met een uitdrogende kluit en vol blingbling. Die ze trouwens deels nog wel leuk vond. Sommige engeltjes, wat onduidelijk kleinvee en een stel boerenjongens met rare jassen. Drie dikke ouwe heren met gouden spikkels op de jas en pakjes aan een touwtje. Een glazen wiegje met een flink uit de kluiten gewassen zuigeling erin. Over kluiten gesproken ... haar wortels begonnen nu toch flink te jeuken. Om over haar verminkte top maar niet te spreken. Met die fonkelrode piek er op … er was een snoeischaar aan te pas gekomen.
Intussen stond ze daar maar. Een beetje wankel, zonder vocht in de kluit om hem zwaar te houden. Ze trok haar wortels een beetje bij zich om de jeuk wat minder te voelen, en ineens merkte ze dat haar kluit verschoven was. In de richting van de kamerdeur, die nog op een kier stond. Ze hoorde de kraan in de keuken druppen en heel langzaam wist ze die kant uit te komen ... zich voorover te buigen naar de gootsteen en een paar druppeltjes op te vangen op een tak om de ergste dorst te lessen. Maar voor de jeuk aan haar wortels hielp dat niet.
Bij een windvlaag klapperde die keukendeur heen en weer. Op de derde januari was ze zo ver dat ze daar tegenaan leunde. Toen de wind weer even met de boomtakken solde stond ze ineens buiten. Gelukkig miezerde het een beetje en na een hele nacht voorzichtig druppeltjes vangen ging het wat beter met de worteljeuk. Intussen had ze de smaak van het kluit-schuifelen te pakken gekregen en langzaam en geduldig trok ze de wijde wereld in.
Natuurlijk moet je als kluit-schuifelende kerstboom de spitsuren van het menselijk verkeer een beetje vermijden en je verdekt opstellen tussen ander straatgerief, maar gelukkig waren er voldoende voortuintjes waar zelfs een volledig versierde kerstboom best kon overdagen zonder al te veel op te vallen.
Er waren wel spannende momenten, natuurlijk. Soms kwamen er jongens langs die kerstbomen verzamelden voor een vuurtje. Als de jongens zagen hoe mooi ze versierd was aarzelden ze toch om haar uit te tuin te plukken waar ze de dag doorbracht. De dag dat de vuilnisauto langs kwam om aan de straat gezette bomen op te halen was het héél spannend. Ook de mannen van de stadsreiniging keken vertederd naar de nog complete versiering, compleet met herdertjes, stalvee en Driekoningen.
Na het laatste kon ze weer een tuintje verder schuifelen. Natuurlijk kwam ze daarbij wel eens een verlate feestganger tegen, die na zo'n ontmoeting voorgoed van de drank af raakte, als hij al niet in de handen van psychische hulpverleners raakte.
Na een tijdje begon ze bomen te herkennen. Niet dat ze uit haar bos kwamen, maar het was toch duidelijk familie. Ze ruiste wel eens om de weg te vragen, want natuurlijk was er maar één bos waar ze zich thuis voelde en bovendien verlangde ze er naar om haar grootmoeder haar prachtige versiering te tonen. SK,E (NL) - 02/2012 Bovenstaande tekst is geplaatst met toestemming van de auteur. Wordt morgen vervolgd.
Dit paneel is een reclame voor een natuurlijk haarkleurmiddel. Het paneel is uitgesneden naar de contouren van een weelderige haardos. De kleuren veranderen naargelang het uur van de dag en het weer. Deze vier opnames geven de tinten van de ondergaande zon en het maanlicht.
Bij donker gaan de lampen aan en kleurt het paneel wit. 'k Heb gezocht naar de locatie van deze vondst en er werd iets gezegd over de omgeving van Beirut. Dat zou kunnen, de kust van Lebanon is westwaarts gericht. Naar de ondergaande zon. Maar echt uitsluitsel heb ik niet gevonden.
De kleurstalen laten leveren door de natuur, deze reclame vind ik heel sterk denkwerk.
- ’t Was wroeten maar ik heb het gevonden hoor. Op google, zei ik. - Wat is goegel? vroeg het Kleintje. - Een zoekmachine, zei LM. - Een zoekmachine IN de laptops, zei ik snel.
Want ik zag haar al rommelen in de berging op zoek naar een zoekmachine. Zoeken en wroeten doet ze graag, aan de overhoop te zien.
En ik vertelde verder aan LM dat het wroeten was geweest om iets te vinden, iets over een aardbeving in 33 na Chr, en over hoeveel van die artikels op het Net wel gebakken lucht lijken. En zijn. Maar dat ik toch een onderbouwd verslag gevonden had. En dat was wroeten geweest, niet zozeer het gegoochel met zoekwoorden op google maar het telkens terug klikken naar de vorige splitsing, naar een vorig artikel dat dan toch weer zinniger leek dan gebakken lucht waarin ik weer verzeild geraakt was … enz Wroeten dus.
Het Kleintje was klaar met haar boterham en begon te wiebelen. Ze mocht van tafel. Ik hielp haar met één hand van haar stoel. LM vroeg iets. Ik antwoordde afwezig dat ik het niet wist. Waarop het Kleintje: - Kijk eens in uw wroetmachien.
We hebben opnieuw een wintergast. Vanaf morgen hebben we als gastschrijver, SK uit E(NL). In 2015 was ik onder de indruk van de serie en bij het herlezen nu nog altijd en daarom heb ik SK uitgenodigd.
Hier komt een avontuur in acht afleveringen. Vervolgverhalen lees ik graag, de voorpret naar de volgende aflevering is de helft van het plezier. En van de stijl van SK word ik helemaal blij. Het is een stijl die me doet denken aan de kommerloze gekte van ooit. Lang geleden. Ik zie vaag de ongegeneerde kolder van Daan Zonderland, de plezierige warboel bij Tom Sharpe, de gedreven vaart van Terry Pratchett, die snuifjes kruiderij denk ik te zien in een eigen en oorspronkelijke mélange, een opgewekt kwieterij-verhaal van SK zelve. Los daarvan, bewonder de constructie die de acht afleveringen ondersteunt en draagt.
Er ging natuurlijk wat hofmakerij aan vooraf want een éminence grise als SK is wijs en begeeft zich niet zomaar op gelijk welk blogje. De aanwezigheid van SK hier heeft dus iets van een gunst. Weest nu allen efkes gepast onder de indruk.
‘k Wou dat ik het kon tekenen, die vaart, die drukte. Er is chaos, maar het is een blije chaos en het is gelukkig niet een chaos die de lezer zelf zou moeten kunnen oplossen want de auteur houdt de tekst stevig in de hand. Van u en mij wordt niks anders verwacht dan lezen. Acht afleveringen. Vanaf morgen.
Over de hond : hij heet Murkin. Murkin is een asielhond. Men denkt dat hij een pyrennee-labrador-retriever-aus.herder mix is en hij werd geboren in 2003 ~ in de filmpjes is hij dan 9j Deze mensen adopteerden hem toen hij ongeveer zes maanden oud was.
Murkin is zeer kalm en geduldig van aard, en hij is graag in het gezelschap van andere dieren, vooral van katten en jonkies. Dit huishouden heeft af en toe pleegkatjes van het plaatselijk asiel en Murkin is graag de nonkel die zorgt voor rust en nestwarmte bij dat gekrioel.
“Er is een groot tekort aan spermadonoren in ons land. Lesbische koppels en alleenstaande moeders doen de vraag naar mannelijk zaad sterk toenemen.” In deze context : bestaat er ander zaad dan mannelijk zaad ? Het zaad van dieren & mensen is ALTIJD mannelijk, heb ik ooit vernomen, toen, in de basislessen biologie.
Als een leerkracht Nederlands een voorbeeld zoekt van een dubbelbovenopje, een pleonasme, bovenstaand Knackje is er eentje van postuur en alluur. :o)
Het was een koude januaridag ergens in de jaren ’70 en ik was op een verwelkoming bij nieuwe buren. Of zo’n bijeenkomst toen al ‘housewarming’ heette, weet ik niet meer.
Aan de muur hing een wit canvas op spieraam, het was wel gesigneerd. Ik stond er op te kijken. Een spierwit doek. Leeg. Of vol wit, zoals men wil. En toch gesigneerd. Het hing boven de sofa. De andere muren waren met kleurrijker werk aangekleed. De hij en de zij van het huis waren allebei actief in de grafische sector en voor boven de sofa hadden ze nog niks. Vandaar dat wit doek, alvast gesigneerd. Hoe het werk heette? De Onvoltooide. Nuja, als Beethoven en Schubert een Onvoltooide mogen hebben, waarom dan die twee mensen uit onze straat niet. ’t Zijn toch allemaal kunstenaars onder mekaar newaar.
Voorts was er een rondleiding door het huis. Overal hingen eigen werken. Tot zelfs in de badkamer. Dat vond ik toen enorm chic, kunst in de badkamer. Op de WC hingen collages. Om die in detail te bekijken zou een mens in dat vertrekje langer vertoeven dan nodig, maar in een huis vol genodigden was dat niet zo’n goed idee.
Ook na de rondleiding door het hele huis bleef het wit doek boven de sofa het succesnummer van de avond.
Een paar jaren later moest ik bij deze mensen iets gaan afleveren, ook op een koude januaridag. Ik werd in de woonkamer binnengelaten. Er stond nu een kerstboom. Een traditionele. En er waren nu duidelijk kinderen in huis.
Het 'wit' boven de sofa hing er nog altijd. Maar dan anders. Het canvas was afgewerkt. De aankleding, of het werk, liep door tot op een kader. Vandaag zou men het werk geen Vijftig Tinten Wit willen noemen, vanwege die 'vijftig tinten’' maar er zaten er zeker zoveel in. Misschien meer. Hier en daar zat vaagweg iets iriserend ook, zoals bij een witte opaal, maar dan soberder. En wanneer men er langs liep verschoven of bewogen al die tinten van wit. Het was een bewegend schilderij. De signatuur was in een vaag ivoorwit-beige.
‘k Vroeg of het werk nog altijd Onvoltooide heette. Ik kreeg daar bijna een zoen dat ik dat nog wist. Nee, het heette nu Wit op Wit. ‘k Weet niet of er afbeeldingen van bestaan en de naam van die mensen ben ik kwijt maar het is wel een doek dat me enorm is bijgebleven.