Gisteren kreeg ik via een of andere moppensite iets binnen over een paard en een varken. De story in die mop lijkt me nogal onwaarschijnlijk, welke boer zou een varken … om te vieren dat zijn paard genezen is? Kom zeg, een beetje kosten-baten analyse leert ons dat dit boekhoudkundig als flutverhaal geklasseerd mag worden. Ooit heb ik er een zinniger versie over gelezen. Die ging ongeveer zo :
Op de boerderij is het paard ziek. De veearts zegt tegen de boer: "Ik heb hem een injectie gegeven, maar als hij vanavond niet weer op zijn benen staat, zullen we hem moeten laten inslapen."
Een kip die elke dag een graantje komt meepikken in de paardenstal en er dus kip aan huis is, zegt zachtjes tegen het paard: "Komaan Jongen, sta recht!" Maar het paard is verzwakt.
De kip bleef op het paard inpraten en aan zijn oren tokken en klokken. "Rechtstaan Jongen, doe het voor mij." "Kameraad, komáán, of ge gaat er aan!" "Denk aan mals gras in de wei …" De kip week niet van zijn zij, ze lei die dag zelfs geen ei zozeer was ze begaan met het lot van haar grote vriend.
Na uren verzamelde het paard uiteindelijk al zijn krachten en met een uiterste inspanning kwam hij overeind. Op vier benen stond hij te trillen. Zwak, maar staande, dus gered.
De boer zag dat zijn werkkapitaal in orde zou komen en zei dat dit moest gevierd worden. "We slachten een kip! Deze hier, die legt percies toch niet meer." En hij nam kippetjekip bij de nek.
Moraal van het verhaal : moei u niet met andermans zaken én … hou uw snavel.
Gisteren had ik zuurkool gemaakt 'met de drie vleesjes', dat is een van de favoriete gerechten van LM. Vooral de drie soorten vlees, denk ik. Aangezien we maar af en toe zuurkool eten, heeft de schotel hier een feestelijk karakter. Feestelijk genoeg om met Pasen op tafel te komen.
Tot we aan tafel zaten. Toen vond ik dat het eigenlijk best iets met lam had mogen zijn, want choucroute is toch maar choucroute bedacht ik luidop.
LM at zijn mond leeg.
- Ziet ge die bollekes? wees hij met zijn vork naar de rand van zijn bord. - Dat zijn jeneverbessen, zei ik. Onthou dat nu eens … - Nee, zei hij, dat zijn keuteltjes van de Paashaas. Het is dus wél paaseten.
En hij smikkelde verder. Toen vond ik het ook weer lekker, want als geruststelling kan dat tellen, paaskeuteltjes in het bord.
Ieder jaar maakten we nestjes van hooi en plaatsten die in de tuin in de lage struiken van stekelbezen, troskesbezen, jeneverbezen, in de haag, enz.
Die nestjes waren geen kunstwerken en het heeft heel wat moeite gekost eer ik het onder de knie had, dat was pas het geval toen ik doorhad dat de eerste/onderste draai met het hooi heel vast moest zijn, dan verder draaien en het nest viel niet meer uiteen.
Gelukkig was mijn 5 jaar oudere zuster heel behulpzaam en zij hielp me met het maken en plaatsen van de nestjes, dit in tegenstelling met mijn 11 jaar oudere broer die er plezier in had zijn zusjes te treiteren, vb. achter onze rug ons nestjes ergens anders te zetten, ons wijsmaken dat de klokken in Rome tegen een toren gebotst en hun vleugels kwijtgeraakt waren, ze moesten in Rome blijven tot ze gerepareerd waren en niemand wist hoelang dat zou duren, enz… den treitzak!
Gewoonlijk koste het veel moeite om me ’s morgens wakker te maken, deze keer echter wou ik met eigen ogen zien of er nu al dan niet klokken met half kapotte vleugels over ons huis zouden vliegen en ik was al vroeg wakker, ging naar beneden en zag mijn grote broer met een papieren zak vol eieren binnen komen.
Dief ! Vuilen dief ! Ma, hij heeft ons eieren gepikt !!!
Door het kabaal dat ik maakte was nu iedereen wakker. Ma, pa, mijn zuster kwamen kijken. Ons ma troostte me door te zeggen dat het geregend had en dat ze daarom de eieren weggenomen had en toen het niet meer regende had ze mijn broer opgedragen de eieren terug te leggen eer ik wakker werd. Bon, ik geloofde het maar halvelings want mijn broer kennende…!
En ik hoorde haar stillekes tegen onze pa zeggen: “dat is de eerste keer sinds maanden dat ze vanzelf wakker wordt en dan nog zo vroeg.”
05h17
Meiske, het is bijna dag en het heeft niet geregend. Hier ni, in Rome ni, nergens ni. Van heel de nacht ni. De eieren zullen straks droog zijn. Laat u dit jaar niet doen hé! Gelijk waar ge zijt.
In 2014 op paaszondag na de middag zouden we bij mijn zoon paaseitjes gaan rapen. Dat vind ik heel plezant en we gaan dan uit de bol gelijk kinderen. Het gaat er om het meeste eitjes vinden en we maken er een echte wedstrijd van.
Mijn zoon had de eieren in cellofaan zakjes verpakt zodat ze niet vuil zouden worden vermits hij ze in het gras en tussen bloemen, achter bomen en onder struiken te vinden legde.
Toen we bij hen toekwamen wou ik er al direct aan beginnen, maar we moesten eerst nog taart eten. De eieren konden wel even wachten. Na de taart naar buiten en zoeken maar. Tof, gezellig, plezierig en ambiance. Nadat we enkele eieren gevonden hadden, vonden we een leeg , stukgebeten cellofaan zakje. “Hoe komt dat hier terecht?” Een beetje verder lag nog een kapot zakje en ginder lag nog eentje te blinken ... De chocola hing er hier en daar nog aan, maar de eieren waren verdwenen.
Van de 25 zakjes met eieren die hij verstopt had, waren 6 zakjes stukgebeten en de eieren waren foetsie.
Het gezin van mijn zoon hield buiten de vissen in de vijver geen dieren en de hond van de buren kon het niet geweest zijn want die was mee op weekend. Dierensporen waren nergens te zien. Dat was nogal moeilijk, want het is daar allemaal gras. We hebben er ook niet naar gezocht.
De dader was waarschijnlijk een ekster of een eekhoorn of nog een ander dier dat uit het naastliggend bos Pasen kwam vieren met de chocolade. De vissen uit zijn vijver wisten het niet te zeggen, maar die waren onschuldig.
Volgend jaar zal het eerst paaseieren rapen zijn en pas dan taart eten.
A6– EZW-04/2014, bijgewerkt 04/2018 – bovenstaande tekst is geplaatst met de toestemming van A6
Af en toe krijg ik belevenissen van Peter & C° doorgemaild. Hij en Diane en hun twee dochtertjes wonen ver weg. Wij mailen omdat Peter de taal van zijn moeder wil onderhouden. Dat is niet zijn moedertaal. De verhalen zijn de zijne, de woorden zijn de mijne.
Peter vertelt:
Vanavond zijn we uitgenodigd bij een collega. Vanmorgen ging ik uit naam van ons allemaal in de bloemenwinkel een bloemstuk bestellen om alvast te laten bezorgen bij de gastvrouw. Toen ik mijn bestelbon ging afrekenen vond de kerel aan de kassa dat hij lollig kon doen over de grootte en de prijs van het stuk :
- ó-ò, zong hij, iemand heeft iets goed-te-maken! iemand zit in de problé-men!
Ik keek hem in de puttekes van zijn ogen en ik zweeg. Ik zweeg tot hij er ongemakkelijk van werd.
- Ja, zei ik traag en donker, dat is juist. Mijn maat heeft problemen. Om op te staan uit zijn kist.
De kassier zijn uitdrukking was goud waard. Hij zag plots wittekes en ik was zeer tevreden met die kleur. Dat zal hem leren. Commentaar leveren op de bestelling van de cliënt wordt niet gedaan.
In de berging staat een bakje vol vervallen medicijnen. Die moesten naar de apotheek terug. Een bakje vol strips. De apotheek wil de pillen zonder de strips hebben. Dat snap ik wel. Een uur of langer strips zitten uitprutsen is wel een heel dure recyclage, apotheker zijnde. Daarom doen we het zelf. Pillen uit strips duwen is een stil jobke, dat kan wel ’s nachts gedaan worden.
Dat bakje was al een tijd vol, er zaten pillen tussen die vervallen waren sinds 2010. Puur vergif dus. Die nacht zat ik me nuttig te maken met de vervallen pillen en pastillen, alle strips leegfrullen in een klein plastic draagtasje, het open draagtasje van de apotheek zelf.
Het werd ochtend, LM werd wakker, deed iets nuttigs in de keuken en kwam me aan tafel helpen de laatste strips leegwerken terwijl de koffie doorliep. De laatste strips waren grote bruistabletten en het waren er veel.
- Moet dat niet in een potteke? vroeg hij wakker. - Nee, in dit zakje, dat is oké, antwoordde ik, al veel wakkerder dan hij. - Gaat ge dat in zo’n open draagtasje naar ginder brengen? - Ja, ‘t is toch hun eigen plastic zakje? Hun logo. - Dan ga ik mee. - ? - Ik wil dat zien. - Wat zien? - Het regent. Ik wil zien wat die bruistabletten doen in de regen.
Dat leek me interessant en misschien ook plezant, bruistabletten in de regen. Maar kan de regen in het draagtasje? Waarschijnlijk niet. Of toch niet voldoende om bruis te veroorzaken. Daarom stelde ik voor dat we om de tien stappen -elk aan één kant van de straat- een bruistablet zouden neerleggen op de stoep, à la Klein Duimpje, en in het terugkomen van de apotheek zouden we dan zien of het bruiste en hoe het bruiste. Ik zag al een straat met stoepen vol zacht gebruis en schuim dat alsmaar hoger klom en uit deinde en … LM vond mijn idee er over, en hij deed niet meer mee. Hij wordt oud, vind ik.
De Moeder van LM woonde in het rusthuis en zijn zussen en wij hadden een beurtrol om op bezoek te gaan (en onder andere te zorgen dat ze haar avondboterham op at). Ze zat al in een rolstoel en ze bewoog of sprak ook niet meer. Hoogst zelden één woord.
Elke vrijdag gingen LM en ik met haar wandelen, in de hoop dat iets in het straatbeeld haar aandacht zou vangen. We moesten door een saai stuk straat. Aan de schaduwkant was enkel een hoge haag te zien. Of was het een muur? Of een muur met coniferen achter. In elk geval, het was een stuk stoep waar weinig te bekijken of te beleven viel. LM duwde de rolstoel en ik liep naast Moeder, hand in hand met haar.
- Willen we een liedje van vroeger zingen? vroeg ik aan LM. - Ja, welk? - Iets dat Moeder kent hé. - Te Lourdes op de Bergen, zei LM.
En wij zetten te Lourdes op de Bergen in, maar dan in marstempo, omdat we op dat saai stuk stoep gewoonlijk goed doorstapten.
Te Loert op de bergen Verschéé-één in een grot,twee drie vier, Vol glans en vol Luister de Moe-oeder van God. Avééé, havéé! Av
Moeder hief het hoofd, keek mij aan en zei verontwaardigd : "dat zijn heilige liekes!" We hebben nooit geweten wat ze daarmee bedoelde. Mochten we godsvruchtige liederen niet op straat zingen? Of mochten we de heilige liekes niet in marstempo zingen?
Het liedje of de melodie was in elk geval tot haar doorgedrongen en ze had er op gereageerd. Ze had vier woorden gesproken. Dat was voor ons voldoende, die dag.
Parochieperikelen zijn er overal. Zoals in alle verenigingsleven. Kleinheid, waar Vlaanderen groot in is :
“Het is twee weken voor Pasen. In de Heilig Hart-parochie maakt iedereen zich klaar voor het passiespel. Lode Roels speelt al vijftien jaar mee in het passiespel. Hij vertolkt ieder jaar de rol van Jezus Christus. Recent is er een probleem gerezen in verband met Lode Roels. Dit probleem werd aangekaart door Mia Beirnaert, de leidster van het plaatselijke kerkkoor. De regie van dit passiespel is dit jaar voor het eerst in handen van Mia Beirnaert. Mia signaleert drie problemen. Volgens haar heeft Lode een moeilijk karakter. Bovendien heeft Lode artrose, waardoor hij zijn knieën niet gemakkelijk kan buigen. Dit is problematisch aangezien Jezus tot driemaal toe ten val komt tijdens zijn kruisgang, de calvarietocht. Maar bovenal zou Lode helemaal niet op Jezus lijken. Een recent wetenschappelijk onderzoek naar het ware gelaat van Jezus, toont immers een ander profiel. De echte Jezus zou kort krullend haar hebben en geen lang sluik haar. Een andere parochiaan, Jan Marijssen, zou wel voldoen aan dit nieuwe profiel. De pastoor beslist daarom, mede uit naam van Mia, de rol van Jezus toe te kennen aan Jan.”
het ware gelaat recent onderzoek
De passage waarin Lode Roels op de trappen van het huis van zijn opvolger tóch een knieval maakt met het kruis, vind ik hartroerend en eigenlijk groots. En de haan, hij kraait tot driemaal toe in het filmpje. Klank aanzetten en op de intonaties letten, ze zijn zo raak dat ze meesterlijk zijn. https://www.youtube.com/watch?v=nMox0sVNoB0 05min54
Oma wandelde met Kleintje door het park. De kleine nam iets van de grond en wilde het besnuffelen. Oma nam het haar uit de handjes en zei dat ze dat niet mocht doen, dingen oprapen.
- Waaa-rom? vroeg Kleintje. - Dat heeft lang op de grond gelegen, dat is vuil, daar hangen microben aan.
Op de stoep of in het park iets oprapen, dat kan niét. Thuis of in de tuin iets oprapen, dat kan wél. (anders ruimt ze twee dagen haar speelgoed niet op)
- Mikroopen? - Ja, microben, die maken de kleine mensjes ziek, met buikpijn en zo. - Hoe weet gij dat? - Alle Oma’s weten dat, door het oma-examen. - Wat is dat? - Als we goede punten krijgen dan mogen we oma worden.
Ze wandelden in stilte verder. De Kleine moest de informatie verwerken. Goede punten kent ze, in de klas krijgen ze stempeltjes. En soms ook niet.
- En als ge géén goede punten krijgt? Daar moest Oma over nadenken. Nu zat ze klem want men kan een kleinkind toch niet zonder Erkende Oma de wereld insturen. Wat moest ze nu antwoorden? 'Dan mocht ik uw oma niet worden' ? Nee!
- Ik weet dat! zei Kleintje opgewekt, als ge geen goede punten krijgt, dan kunt ge ook een Opa worden. - Juist, zei de Oma opgelucht, heel juist Meisje.
Op jeugdige leeftijd had Bertha Otte naast lezen, nog een andere hobby : tekenen. Verder was ze ook graag bezig met klei, maar in die tijd was het niet zo eenvoudig om een opleiding te volgen.
Begin jaren ‘70 volgde ze samen met Michel Lapaige een opleiding keramiek aan de Oudenaardse Academie bij de Gentse beeldhouwer-keramist Paul De Bruyne. Toen men in Zottegem aan de Academie in 1973 ook met een afdeling keramiek begon, startte ze er een opleiding schetsen, schilderen, en keramiek bij Germain Mangeleer en Jan Jacob. Tijdens het eerste jaar, een oriëntatiejaar, maakte ze etsen, kreeg kunstgeschiedenis enz. Op dat ogenblik was Raymond Van Herzeele een medestudent.
Zij nam in dec-76/jan-77 ook deel aan de groepstentoonstelling ‘Kunst en Kreativiteit in Zottegem’, georganiseerd door Galery Anders. (niet gevonden op ’t Net) Tijdens het academiejaar 1977-1978 studeerde ze af in de hogere graad met optie keramiek (Zie varia 17). Uit die periode dateren ook enkele schilderijen:
1977
Nadien volgde ze nog enkele maanden opleiding beeldhouwen aan de Academie van Aalst maar koos uiteindelijk voor keramiek en startte een 7 jarige opleiding keramiek aan de Academie van Eeklo onder leiding van A. Pauwels.
1985
Haar werken zijn altijd figuratief, en centraal staat bijna altijd de mens. Haar inspiratie haalt ze bij herkenbare figuren uit de omgeving of het zijn personen die dicht bij de werkelijkheid staan. Ook maakt ze beelden van dieren: kat, uil, hond … Het blijft voor haar een hobby, al noemt ze het zelf een verslavende hobby.
Ze is reeds meer dan 30 jaar lid van KIVT (Kunst In Vrije Tijd) en neemt regelmatig deel aan de groepstentoonstellingen. We vinden haar terug bij de deelnemers aan de KIVT tentoonstelling van 1978. De eerstvolgende foto is genomen op een tentoonstelling van KIVT in 1988, waar Bertha Otte beelden van 3 gekende Zottegemse figuren liet zien: Maria Mama, Gaston Van Den Bossche en Gust Papa.
1988 1991 Gentse Feesten
Ze stelde in december 2006 samen met Herbert Van Herzeele tentoon in het Egmontkasteel te Zottegem. Verder stelde zij samen met andere kunstenaars van ‘Het Gents Openluchtatelier’ tentoon in Het Groot Vleeshuis op de Groentemarkt te Gent, 04/2009.
De volgende foto toont Bertha tijdens het restaureren van een keramiek wandinstallatie, ontworpen door Ronny Seeuws en in 1986 uitgevoerd door leerlingen van de Zottegemse Kunstacademie. Het werk hing vroeger in het zwembad aan de Bevegemse vijvers en werd tijdens de renovatiewerken verwijderd. Het is nu in privébezit. Meer info over deze keramiek, klik hier. ! klik efkes, lees wat een situatie dat toen was !
2011 2011
Op de tweede foto is Bertha op de Bevegemse Artiestenfoor. (foto Elisabeth Van den Bossche). In 2012 nam ze voor de veertigste maal deel aan de Artiestenfoor te Bevegem.
04/2014 was er een groepstentoonstelling van Het Gents Openluchtatelier in het Groot Vleeshuis te Gent en samen met o.a. Jacques Tortelboom. Naast keramiek toonde ze hier ook enkele grafische werken.
2014
2014
Bertha nam deel aan het kunstenproject ID #1, een gezamenlijke wedstrijd van de gemeenten Herzele, Sint-Lievens-Houtem en Zottegem. Haar werk "De Golem" werd bekroond en werd ten toon gesteld in de Stedelijke Academie voor Beeldende Kunst in Zottegem, april-mei/2014.
2014 De Golem
Artiestenfoor 2014
De foto’s van haar werken, klik : Keramiek beelden. Klik aldaar op de afbeelding om te vergoten.
Bertha exposeert momenteel bij Lounge & Art Heldenlaan 47, Zottegem - L&Art is open vr-za-zo & di L&Art
Zojuist kreeg ik onderstaand filmpje binnen, gemaakt door ene Paul Kepner. Hij was aan het oefenen met een hogesnelheidscamera (voor de slow motion-weergave). Misschien was het voor hem maar een oefeningetje, zijn kat filmen in de badkamer, maar ik vind het een hele mooie kat. En aan de souplesse te zien is het een jong dier.
Thuis hebben we ooit zo’n een kat gehad. Egaal zwart. Ze bleef in mijn nek liggen om naar de bakker te gaan. In het naar huis komen wou ze er af aan de kerk. Dan liep ze tussen de struiken in de berm mee naar huis, terwijl ze geurvlaggen plaatste om de andere kunne te laten weten dat ze bestond en om 'en passant' de buurtmuizen nog eens goed te doen schrikken.
Van aan de kerk tot thuis was het een holle weg, een weg met hoge bermen dus (toen nog onbebouwd) en onze kat liep op ooghoogte. Ik kon haar heel duidelijk volgen. Het was knap om zien hoe levendig zo’n jong dier is. De berm was een heel eigen wereldje. Sommige takje betekenden iets, andere niet. Sommige aardkluitjes werden nader bekeken en besnuffeld. Er waren blaadjes die interessanter waren dan andere. In die berm liep ze een kattenparcours waar wij mensen niks van snappen en niks te zoeken hebben. Behalve later de bouwpromotoren natuurlijk. De berm werd doorsneden met steile opritten voor huizen en de houtkant werd weggewerkt door tuinarchitecten.
De kat in het filmpje heet Midnight. Vaneigens, ze is pikkezwart. Maar enkel bij nieuwe maan is de nacht zwart als de nacht. Dus had ze New Moon mogen heten, Noemoe. Als ik ooit nog een zwarte kat zou hebben zou ik ze Noemoe noemen. De naam ligt in het oor, men kan die naam op alle tonen uitspreken. Vriendelijk, boos, flemend, … men kan de naam ook gemakkelijk roepen als ze naar huis moet komen vanuit verre buurttuinen of bosjes. Of alpenweiden, waar de echo meezingt, Noé-moé-…
Nu dat filmpje, want ik zit hier maar wat te rammelen. Vanaf 00min59 tot 01min24 krijgen we te zien waar de kattepoes efkes haar observatiepost gekozen heeft. Knappe kattebeest hé. In evenwicht op een strook van 3,52 cm.
- Hallo Schat, ik … (duidelijk ontdaan) ik heb een klapband gehad toen ik naar Nicole reed. Uw auto gleed weg, ging over kop (kreunt) struikgewas in, ben eruit geraakt (kermt) toen brak die struik! (snikt) De auto ligt helemaal beneden - perte totale, schat. (pijnlijke hoest en gekreun)
- … stilte aan haar kant van de lijn
- Ben in de kliniek - ben ook perte totale: (beverige stem) arm gebroken, ribben ook, drie (stotende ademhaling) knieschijf verbrijzeld, pijn, pijn overal (zwakke, beverige stem) hersenschudding ook, eigenlijk … (nog zwakkere stem)
'weer die domme geit' dacht het big de truuken van de foor
Op een kinderboerderij sukkelt een geitje de vijver in en raakt in moeilijkheden. Een big gaat dat efkes oplossen. Met een paar duwtjes toont het big het geitje langs waar men uit de plomp raakt.
Een heldhaftige redding? Naastenliefde? Veel eenvoudiger. Het big wou van dat dwaas geblèr af, zodat het rustig verder kon doen waarmee het bezig was, zachtjes rondknorren in moddergrond.
Men kan natuurlijk een meer lieflijke inleiding verzinnen, ’t hangt er van af welke leeftijd het publiekje heeft. klank aanzetten : https://www.youtube.com/watch?v=g7WjrvG1GMk 00min29
En dan volgt nu het werk achter de schermen, de mise en scène en al het volk & alle gedoe dat er komt bij kijken, want het filmpje werd gemaakt als publiciteit voor de Oak Glen Petting Zoo in Yucaipa, California. En eilaas …, niets is wat het lijkt. https://www.youtube.com/watch?v=_2My_HOP-bw 02min10, ondertiteld in het Engels.
'k Denk dat het '86 was. Het schip (containership) lag in een Canadese haven en de chef steward had ons een paar uren verlof gegeven op voorwaarde dat we met hem mee gingen winkelen, hielpen dragen én deelden in de taxikosten. Dat soort chef dus. Hij had niet zozeer gezelschap nodig bij zijn uitstapje, eerder personeel. De collega en ik waren er in getuind en iemand van de matrozen ook. We waren dus met vier in totaal en na het gewinkel in dat paleis van commerce trakteerde de chef met een drankje.
Halverwege het eerste glas verdween hij naar de toiletten. "Je vais voir le pot". Toen hij terug kwam stond er een tweede rondje klaar. Hij dronk een mondje, "Je vais voir le pot". Hij verdween weer naar de toiletten. Een derde rondje … ik vroeg me af waarom mijn collega en de matroos hem bleven trakteren. Omdat achter ons in het middenplein een waterconstructie stond decoratief te wezen. Met bijbehorend geluid. En in combinatie met pils joeg het geklater van dat water onze chef naar de toiletten. Dat was hun manier om hem terug te pakken voor het pakjes dragen. "Wij zijn geen boys."
Wat er achteraf nog bij kwam -en wat waarschijnlijk de bedoeling geweest was- was dat de chef in volle avondservice geregeld de keuken moest verlaten omdat hij zogezegd naar de pipi moest, "Je vais voir le pot". Hij had in de namiddag geen ene pint laten staan en ’s avonds tijdens de service ging het al lang niet meer over 'le pot'. Het ging er over dat De Chef liever wou gaan liggen. Slapen.
In haven, en dan vooral tegen de kaai, is er ivm de lading of vanwege de terminal al eens belangrijk volk aan de kapteinstafel. Wanneer er dan speciale verzoekjes komen, -crêpe suzette, bvb- moet een chef in de keuken aanwezig zijn om onmiddellijk gevolg te kunnen geven aan dat verzoek. Maar De Chef lag dus dronken te ronken naast zijn toiletpot. Hij had zich 's namiddags laten zat voeren gelijk 't eerste 't beste koksmaatje.
Dat is niet aan de oren van hogerhand gekomen, -zwijgen² en zwijgen³ doet men vanzelf, wij sluiten de rangen- maar hij besefte wel dat zijn gezag een flinke deuk had gekregen. In de terugreis naar Europa blies hij veel minder hoog van de toren. Soms was één blik van iemand van ons al voldoende. De erecode hebben we nageleefd, maarreuh … dat was niet gratis hoor.
vandaag is het blog 200 dagen oud echt waar, kijk maar op het tellertje in de kolom rechts bovenaan -->
‘k Sta versteld van het aantal bezoeken, 4400+. teller kolom links bovenaan Voor een blog dat geen politieke achterban heeft en niet in populaire poeltjes vist is dit een getal om héél blij mee te zijn.
Is het geheel nu zo wat aan ‘t worden zoals ik het voor ogen had? Eigenlijk wel, ja, het schipke vaart nog altijd de koers die ik na een 1ste overzicht 100 dagen geleden lichtjes bijgesteld had. Dat was 16 december vorig jaar.
In september vorig jaar, bij de start, en bij de keuze van de opmaak, had ik een bruikbaar sjabloon gevonden, effen achtergrond, neutrale kleuren, zo weinig mogelijk gewemel of dingen die de aandacht afleiden. Met de grijs-wit schikking was ik heel blij, die kleurencombinatie is neutraal genoeg om te dienen als schrijfvloer.
Dat ik de linker kolom niet kon verbreden was wennen. Maar daarna bleek dat een zegen. Door die beperking in het sjabloon kwamen in de linker kolom enkel nog het volgnummer van de tekst met een kernwoord te staan. De titel staat nu bij in de tekst, in ‘t groot en in ‘t lichtgrijs. In het groot omdat het een titel is, in het lichtgrijs omdat hij anders als een luifel over de tekst zou hangen. Groot en lichtgrijs is een idee dat ik overgenomen heb van het blog van TiTiPoes. (mersie TiTi !)
Dank zij de correspondentie komen hier ideeën binnen. Al ulle ideeën zijn bruikbaar of worden het na verloop van tijd. Mijn prikborden (het zijn er nu al vier) hangen er bijna vol mee. Het is een geruststellend zicht : er helpen mij mensen met denken en doen. Een beetje feestelijk ook, de papiertjes brengen kleur en fleur aan deze wand van ’t bureautje.
Het systeem om als lezer of bezoeker een reactie rechtstreeks op ’t blog te plaatsen wordt bemoeilijkt door de wemelende wiebelige veiligheidscode. Da’s jammer want veel senioren-ogen hebben het daar lastig mee. De mijne onder andere. Soit, rechtstreeks mailen gaat ook hé. Altijd welkom, 24/7.
Met de gastschrijvers vlot het magnifiek. Er hebben al een mooi aantal mensen hun pen geleend. Er ligt nog een flink aantal teksten vast tot einde augustus én er zijn afspraken tot en met september. Na september is een eerste schrijfjaar om. ‘k Heb eigen materiaal voor een tweede jaar. Maar dat moet nog bekeken worden.
Gastschrijvers vind ik enorm belangrijk, onontbeerlijk eigenlijk, omdat zonder hen het blog blijft hangen in toonaard en visie. Zonder gastschrijvers zou het blog verschralen, na verloop van tijd zouden mijn inzendingen gewoon meer-van-‘t-zelfde zijn en de boel zou saai worden. Het woord verrijking wil ik niet gebruiken want dat woord is zo’n loos woord geworden dat men een kwak martinosaus al een verrijking noemt, maar de schrijfgasten verruimen de horizon. Zeker weten. En wanneer iemand dit blog goed genoeg vindt om hier een eigen tekst op logé te laten komen, dan tuimelt er veel door mijn hoofd, opluchting en dankbaarheid en blij ongeloof.
Neig bedankt iedereen die tot hiertoe heeft bijgedragen met tekst, illustratie & documentatie, kritiek, tips en nuttige raadgevingen. Blijven doen aub.
Samengevat, het blog doet het niet slecht, voor een schepsel van zes maanden. Of is dit weer wensdenken … Rap naar de nummers hieronder dan, waar de zinnige dingen staan, de zaken die een beetje HouduVast bieden in het leven.
Awel, persoonlijk heb ik daar geen probleem mee, over informatie ivm hulpmiddelen die sleetverschijnselen helpen draaglijker maken. Ook niet, zelfs niet wanneer die informatie ongevraagd haar weg vindt naar mij, in de brievenbus ligt of me heeft weten te vinden tot in mijn Postvalk IN.
Er zijn zoveel episodes en scharnierpunten in een leven waarover men de informatie wél aanvaardt, of aanvaardbaar vindt. Zelfs welkom. Over bevalling, over midlife, over menopauze, over andropauze, over uitvaart wil men intijds geïnformeerd zijn. Maar niet over Den Ouderdom? Ik wel. Hoe meer informatie hoe beter. En liefst ruim op voorhand, zodat we mogen weten waar we voorstaan.
Over puberteit, mijn eigen puberteit en die van lotgenoten, heb ik veel te weinig en veel te laat informatie gehad. Wanneer de gedegen informatie kwam, was het niet meer nodig, waren we het stadium voorbij. Wat hormonen met een puber uithalen bvb, ik dacht gewoon dat ik gestoord was, zoveel gemoedsschokken op 1 dag … gedegen informatie had het parcours kunnen voorbereiden en minder storend maken.
En dat vind ik nu opnieuw, dat alle informatiewelkom is. ‘k Heb mijn coup de vieux al gehad, de omgekeerde groeischeut, enkele jaren na de menopauze. Nu wil ik het parcours voorbereiden voor mijn Ouderdom. Want ik vind het niet meer van deze tijd dat men niet-geïnformeerd zou overgaan naar de volgende fase. En die volgende fase heet Oud.
de territoriale wateren van België, ze zijn een zakdoek groot
Bij de Thorntonbank ben ik een transformatorplatform/station tegen gekomen. Op ’t Net natuurlijk hé, niet in ’t echt. Hier het filmke: de klank mag afstaan, ’t is zenuwmuziek. De beelden zijn sprekend, meer dan oké! https://www.youtube.com/watch?v=oeDFdzHiuWo&t=18s 02min44
foto van C-Power
Wat er juist getransformeerd wordt in dat transformatorplatform weet ik niet, maar ik zou er toch eens henen willen. Doet de Thorntonbank mee aan de Open Bedrijvendag op zo-07/10/2018 ?
'k Zou er écht eens naartoe willen in-het-echt. Er is geen klimwerk mee gemoeid, want zo’n windmolen heeft een lift in de koker en heeft ook een helikopterlanding op zijn dak. Zou die landing mogen dienen voor publiek? Zelfs niet met een seniorenpaske?
Men kan er alvast per schip naartoe, een rondvaart maken en misschien geven ze dan gelijk wat meer uitleg over dat transformatorplatform ook. de klank mag weeral af, wegens ketelmuziek: https://www.youtube.com/watch?v=yNIWJRvkIOw&t=16s 01min17
Als ge ooit eens tijd hebt : op You Tube de woorden Thornton bank intikken en ge weet niet wat ge ziet, zoveel en alles om ter interessantst. (vind ik)
Ergens begin jaren '70 had de pastoor van de parochie een muziek-probleem. De koster had griep en bleef in bed en kon onmogelijk die zondag de mis begeleiden. De pastoor zocht een oplossing en stelde al zijn hoop op JB, chiroleider en muziekstudent. JB stemde toe en ging, zonder het kerkrepertoire echt te kennen, naar het doksaal waar het harmonium stond.
Alles ging prima tot aan de communie. JB besefte niet intijds dat er gedurende de uitreiking van de hosties een achtergrondmuziekje moest gespeeld worden. Toen de pastoor druk teken gaf dat hij iets moest spelen, keek JB hulpeloos om zich heen. Hij kon niet direct iets vinden of bedenken maar kreeg dan toch een ingeving. Hij zette zijn vingers op de toetsen en speelde langzaam en ingetogen, en gelukkig zonder woorden, 'Je t' aime, moi non plus', dat erotisch nummer van Serge Gainsbourg met Jane Birkin uit 1969.
Na de communie ging de mis verder. Niemand sprak schande want niemand had het nummer herkend, ook de pastoor niet. Soms wordt er nu nog mee gelachen en wordt JB er af en toe nog mee gefeliciteerd, dat hij ooit in de kerk een nummer speelde dat toen door het Vaticaan geband was! Hier een versie op orgel, minder langzaam : https://www.youtube.com/watch?v=2ToYtYUx_i8 - 05min05
Persoonlijk vind ik het Canon van Pachelbel uit 1680 nogal wat explicieter dan het nummer van Gainsbourg. Dat canon is niet zomaar een sfeerbeeld, het is een instrumentale beschrijving van het hele gebeuren, van het begin tot en met de apotheose. Maar officieel kunnen ze dat op ’t Vaticaan niet weten hé. Door hun gelofte van kuisheid en zo …