Zojuist kreeg ik onderstaand filmpje binnen, gemaakt door ene Paul Kepner. Hij was aan het oefenen met een hogesnelheidscamera (voor de slow motion-weergave). Misschien was het voor hem maar een oefeningetje, zijn kat filmen in de badkamer, maar ik vind het een hele mooie kat. En aan de souplesse te zien is het een jong dier.
Thuis hebben we ooit zo’n een kat gehad. Egaal zwart. Ze bleef in mijn nek liggen om naar de bakker te gaan. In het naar huis komen wou ze er af aan de kerk. Dan liep ze tussen de struiken in de berm mee naar huis, terwijl ze geurvlaggen plaatste om de andere kunne te laten weten dat ze bestond en om 'en passant' de buurtmuizen nog eens goed te doen schrikken.
Van aan de kerk tot thuis was het een holle weg, een weg met hoge bermen dus (toen nog onbebouwd) en onze kat liep op ooghoogte. Ik kon haar heel duidelijk volgen. Het was knap om zien hoe levendig zo’n jong dier is. De berm was een heel eigen wereldje. Sommige takje betekenden iets, andere niet. Sommige aardkluitjes werden nader bekeken en besnuffeld. Er waren blaadjes die interessanter waren dan andere. In die berm liep ze een kattenparcours waar wij mensen niks van snappen en niks te zoeken hebben. Behalve later de bouwpromotoren natuurlijk. De berm werd doorsneden met steile opritten voor huizen en de houtkant werd weggewerkt door tuinarchitecten.
De kat in het filmpje heet Midnight. Vaneigens, ze is pikkezwart. Maar enkel bij nieuwe maan is de nacht zwart als de nacht. Dus had ze New Moon mogen heten, Noemoe. Als ik ooit nog een zwarte kat zou hebben zou ik ze Noemoe noemen. De naam ligt in het oor, men kan die naam op alle tonen uitspreken. Vriendelijk, boos, flemend, … men kan de naam ook gemakkelijk roepen als ze naar huis moet komen vanuit verre buurttuinen of bosjes. Of alpenweiden, waar de echo meezingt, Noé-moé-…
Nu dat filmpje, want ik zit hier maar wat te rammelen. Vanaf 00min59 tot 01min24 krijgen we te zien waar de kattepoes efkes haar observatiepost gekozen heeft. Knappe kattebeest hé. In evenwicht op een strook van 3,52 cm.
- Hallo Schat, ik … (duidelijk ontdaan) ik heb een klapband gehad toen ik naar Nicole reed. Uw auto gleed weg, ging over kop (kreunt) struikgewas in, ben eruit geraakt (kermt) toen brak die struik! (snikt) De auto ligt helemaal beneden - perte totale, schat. (pijnlijke hoest en gekreun)
- … stilte aan haar kant van de lijn
- Ben in de kliniek - ben ook perte totale: (beverige stem) arm gebroken, ribben ook, drie (stotende ademhaling) knieschijf verbrijzeld, pijn, pijn overal (zwakke, beverige stem) hersenschudding ook, eigenlijk … (nog zwakkere stem)
'weer die domme geit' dacht het big de truuken van de foor
Op een kinderboerderij sukkelt een geitje de vijver in en raakt in moeilijkheden. Een big gaat dat efkes oplossen. Met een paar duwtjes toont het big het geitje langs waar men uit de plomp raakt.
Een heldhaftige redding? Naastenliefde? Veel eenvoudiger. Het big wou van dat dwaas geblèr af, zodat het rustig verder kon doen waarmee het bezig was, zachtjes rondknorren in moddergrond.
Men kan natuurlijk een meer lieflijke inleiding verzinnen, ’t hangt er van af welke leeftijd het publiekje heeft. klank aanzetten : https://www.youtube.com/watch?v=g7WjrvG1GMk 00min29
En dan volgt nu het werk achter de schermen, de mise en scène en al het volk & alle gedoe dat er komt bij kijken, want het filmpje werd gemaakt als publiciteit voor de Oak Glen Petting Zoo in Yucaipa, California. En eilaas …, niets is wat het lijkt. https://www.youtube.com/watch?v=_2My_HOP-bw 02min10, ondertiteld in het Engels.
'k Denk dat het '86 was. Het schip (containership) lag in een Canadese haven en de chef steward had ons een paar uren verlof gegeven op voorwaarde dat we met hem mee gingen winkelen, hielpen dragen én deelden in de taxikosten. Dat soort chef dus. Hij had niet zozeer gezelschap nodig bij zijn uitstapje, eerder personeel. De collega en ik waren er in getuind en iemand van de matrozen ook. We waren dus met vier in totaal en na het gewinkel in dat paleis van commerce trakteerde de chef met een drankje.
Halverwege het eerste glas verdween hij naar de toiletten. "Je vais voir le pot". Toen hij terug kwam stond er een tweede rondje klaar. Hij dronk een mondje, "Je vais voir le pot". Hij verdween weer naar de toiletten. Een derde rondje … ik vroeg me af waarom mijn collega en de matroos hem bleven trakteren. Omdat achter ons in het middenplein een waterconstructie stond decoratief te wezen. Met bijbehorend geluid. En in combinatie met pils joeg het geklater van dat water onze chef naar de toiletten. Dat was hun manier om hem terug te pakken voor het pakjes dragen. "Wij zijn geen boys."
Wat er achteraf nog bij kwam -en wat waarschijnlijk de bedoeling geweest was- was dat de chef in volle avondservice geregeld de keuken moest verlaten omdat hij zogezegd naar de pipi moest, "Je vais voir le pot". Hij had in de namiddag geen ene pint laten staan en ’s avonds tijdens de service ging het al lang niet meer over 'le pot'. Het ging er over dat De Chef liever wou gaan liggen. Slapen.
In haven, en dan vooral tegen de kaai, is er ivm de lading of vanwege de terminal al eens belangrijk volk aan de kapteinstafel. Wanneer er dan speciale verzoekjes komen, -crêpe suzette, bvb- moet een chef in de keuken aanwezig zijn om onmiddellijk gevolg te kunnen geven aan dat verzoek. Maar De Chef lag dus dronken te ronken naast zijn toiletpot. Hij had zich 's namiddags laten zat voeren gelijk 't eerste 't beste koksmaatje.
Dat is niet aan de oren van hogerhand gekomen, -zwijgen² en zwijgen³ doet men vanzelf, wij sluiten de rangen- maar hij besefte wel dat zijn gezag een flinke deuk had gekregen. In de terugreis naar Europa blies hij veel minder hoog van de toren. Soms was één blik van iemand van ons al voldoende. De erecode hebben we nageleefd, maarreuh … dat was niet gratis hoor.
vandaag is het blog 200 dagen oud echt waar, kijk maar op het tellertje in de kolom rechts bovenaan -->
‘k Sta versteld van het aantal bezoeken, 4400+. teller kolom links bovenaan Voor een blog dat geen politieke achterban heeft en niet in populaire poeltjes vist is dit een getal om héél blij mee te zijn.
Is het geheel nu zo wat aan ‘t worden zoals ik het voor ogen had? Eigenlijk wel, ja, het schipke vaart nog altijd de koers die ik na een 1ste overzicht 100 dagen geleden lichtjes bijgesteld had. Dat was 16 december vorig jaar.
In september vorig jaar, bij de start, en bij de keuze van de opmaak, had ik een bruikbaar sjabloon gevonden, effen achtergrond, neutrale kleuren, zo weinig mogelijk gewemel of dingen die de aandacht afleiden. Met de grijs-wit schikking was ik heel blij, die kleurencombinatie is neutraal genoeg om te dienen als schrijfvloer.
Dat ik de linker kolom niet kon verbreden was wennen. Maar daarna bleek dat een zegen. Door die beperking in het sjabloon kwamen in de linker kolom enkel nog het volgnummer van de tekst met een kernwoord te staan. De titel staat nu bij in de tekst, in ‘t groot en in ‘t lichtgrijs. In het groot omdat het een titel is, in het lichtgrijs omdat hij anders als een luifel over de tekst zou hangen. Groot en lichtgrijs is een idee dat ik overgenomen heb van het blog van TiTiPoes. (mersie TiTi !)
Dank zij de correspondentie komen hier ideeën binnen. Al ulle ideeën zijn bruikbaar of worden het na verloop van tijd. Mijn prikborden (het zijn er nu al vier) hangen er bijna vol mee. Het is een geruststellend zicht : er helpen mij mensen met denken en doen. Een beetje feestelijk ook, de papiertjes brengen kleur en fleur aan deze wand van ’t bureautje.
Het systeem om als lezer of bezoeker een reactie rechtstreeks op ’t blog te plaatsen wordt bemoeilijkt door de wemelende wiebelige veiligheidscode. Da’s jammer want veel senioren-ogen hebben het daar lastig mee. De mijne onder andere. Soit, rechtstreeks mailen gaat ook hé. Altijd welkom, 24/7.
Met de gastschrijvers vlot het magnifiek. Er hebben al een mooi aantal mensen hun pen geleend. Er ligt nog een flink aantal teksten vast tot einde augustus én er zijn afspraken tot en met september. Na september is een eerste schrijfjaar om. ‘k Heb eigen materiaal voor een tweede jaar. Maar dat moet nog bekeken worden.
Gastschrijvers vind ik enorm belangrijk, onontbeerlijk eigenlijk, omdat zonder hen het blog blijft hangen in toonaard en visie. Zonder gastschrijvers zou het blog verschralen, na verloop van tijd zouden mijn inzendingen gewoon meer-van-‘t-zelfde zijn en de boel zou saai worden. Het woord verrijking wil ik niet gebruiken want dat woord is zo’n loos woord geworden dat men een kwak martinosaus al een verrijking noemt, maar de schrijfgasten verruimen de horizon. Zeker weten. En wanneer iemand dit blog goed genoeg vindt om hier een eigen tekst op logé te laten komen, dan tuimelt er veel door mijn hoofd, opluchting en dankbaarheid en blij ongeloof.
Neig bedankt iedereen die tot hiertoe heeft bijgedragen met tekst, illustratie & documentatie, kritiek, tips en nuttige raadgevingen. Blijven doen aub.
Samengevat, het blog doet het niet slecht, voor een schepsel van zes maanden. Of is dit weer wensdenken … Rap naar de nummers hieronder dan, waar de zinnige dingen staan, de zaken die een beetje HouduVast bieden in het leven.
Awel, persoonlijk heb ik daar geen probleem mee, over informatie ivm hulpmiddelen die sleetverschijnselen helpen draaglijker maken. Ook niet, zelfs niet wanneer die informatie ongevraagd haar weg vindt naar mij, in de brievenbus ligt of me heeft weten te vinden tot in mijn Postvalk IN.
Er zijn zoveel episodes en scharnierpunten in een leven waarover men de informatie wél aanvaardt, of aanvaardbaar vindt. Zelfs welkom. Over bevalling, over midlife, over menopauze, over andropauze, over uitvaart wil men intijds geïnformeerd zijn. Maar niet over Den Ouderdom? Ik wel. Hoe meer informatie hoe beter. En liefst ruim op voorhand, zodat we mogen weten waar we voorstaan.
Over puberteit, mijn eigen puberteit en die van lotgenoten, heb ik veel te weinig en veel te laat informatie gehad. Wanneer de gedegen informatie kwam, was het niet meer nodig, waren we het stadium voorbij. Wat hormonen met een puber uithalen bvb, ik dacht gewoon dat ik gestoord was, zoveel gemoedsschokken op 1 dag … gedegen informatie had het parcours kunnen voorbereiden en minder storend maken.
En dat vind ik nu opnieuw, dat alle informatiewelkom is. ‘k Heb mijn coup de vieux al gehad, de omgekeerde groeischeut, enkele jaren na de menopauze. Nu wil ik het parcours voorbereiden voor mijn Ouderdom. Want ik vind het niet meer van deze tijd dat men niet-geïnformeerd zou overgaan naar de volgende fase. En die volgende fase heet Oud.
de territoriale wateren van België, ze zijn een zakdoek groot
Bij de Thorntonbank ben ik een transformatorplatform/station tegen gekomen. Op ’t Net natuurlijk hé, niet in ’t echt. Hier het filmke: de klank mag afstaan, ’t is zenuwmuziek. De beelden zijn sprekend, meer dan oké! https://www.youtube.com/watch?v=oeDFdzHiuWo&t=18s 02min44
foto van C-Power
Wat er juist getransformeerd wordt in dat transformatorplatform weet ik niet, maar ik zou er toch eens henen willen. Doet de Thorntonbank mee aan de Open Bedrijvendag op zo-07/10/2018 ?
'k Zou er écht eens naartoe willen in-het-echt. Er is geen klimwerk mee gemoeid, want zo’n windmolen heeft een lift in de koker en heeft ook een helikopterlanding op zijn dak. Zou die landing mogen dienen voor publiek? Zelfs niet met een seniorenpaske?
Men kan er alvast per schip naartoe, een rondvaart maken en misschien geven ze dan gelijk wat meer uitleg over dat transformatorplatform ook. de klank mag weeral af, wegens ketelmuziek: https://www.youtube.com/watch?v=yNIWJRvkIOw&t=16s 01min17
Als ge ooit eens tijd hebt : op You Tube de woorden Thornton bank intikken en ge weet niet wat ge ziet, zoveel en alles om ter interessantst. (vind ik)
Ergens begin jaren '70 had de pastoor van de parochie een muziek-probleem. De koster had griep en bleef in bed en kon onmogelijk die zondag de mis begeleiden. De pastoor zocht een oplossing en stelde al zijn hoop op JB, chiroleider en muziekstudent. JB stemde toe en ging, zonder het kerkrepertoire echt te kennen, naar het doksaal waar het harmonium stond.
Alles ging prima tot aan de communie. JB besefte niet intijds dat er gedurende de uitreiking van de hosties een achtergrondmuziekje moest gespeeld worden. Toen de pastoor druk teken gaf dat hij iets moest spelen, keek JB hulpeloos om zich heen. Hij kon niet direct iets vinden of bedenken maar kreeg dan toch een ingeving. Hij zette zijn vingers op de toetsen en speelde langzaam en ingetogen, en gelukkig zonder woorden, 'Je t' aime, moi non plus', dat erotisch nummer van Serge Gainsbourg met Jane Birkin uit 1969.
Na de communie ging de mis verder. Niemand sprak schande want niemand had het nummer herkend, ook de pastoor niet. Soms wordt er nu nog mee gelachen en wordt JB er af en toe nog mee gefeliciteerd, dat hij ooit in de kerk een nummer speelde dat toen door het Vaticaan geband was! Hier een versie op orgel, minder langzaam : https://www.youtube.com/watch?v=2ToYtYUx_i8 - 05min05
Persoonlijk vind ik het Canon van Pachelbel uit 1680 nogal wat explicieter dan het nummer van Gainsbourg. Dat canon is niet zomaar een sfeerbeeld, het is een instrumentale beschrijving van het hele gebeuren, van het begin tot en met de apotheose. Maar officieel kunnen ze dat op ’t Vaticaan niet weten hé. Door hun gelofte van kuisheid en zo …
De teletijdmachine is geen grote machine meer, toen zo met instappen en ingewikkelde bedieningstoestanden. time travel machine blueprints https://news.nationalgeographic.com/news/2013/13/130412-iranian-time-machine-time-travel-grandfather-paradox/ Het is nu een tele-tijd-box, met afstandsbediening. We zijn er op vooruitgegaan. 'k Zou zo'n dingske dus thuis hebben liggen en ik zou enkel efkes terugkomen wanneer er eten moet gemaakt worden of LM verkommert door eenzijdige voeding, door een regime van dingen die hij zelf het liefst klaarmaakt.
Ik zou constant rond voyageren via dat teletijd-dingske. Er is energie om meerdere personen te verzappen, we kunnen dus met veel op stap. Geen Professor Barabas of Scotty meer nodig, we doen het nu zelf.
'k Zou niet naar één bepaalde periode gaan, ik zou themareisjes ondernemen, constant en bijna continu, want met een teletijdbox wordt tijd wel een heel relatief iets vooral wanneer men zo'n ding thuis heeft liggen, gewoon op de salontafel. En per thema neem ik natuurlijk een paar specialisten en enthousiastelingen mee. Er is zap genoeg voor iedereen.
http://ronamok.com/2010/10/22/the-rule-of-thumbs/ Mijn eerste reis zou zijn, mechanica. Hoe zat het met de houten machinerie. Tredmolens, katrollen en alle andere hijswerktuigen want zonder die toestellen werden geen hoge (stenen) gebouwen gebouwd. De gotische kathedralen in West-Europa, de piramides in Egypte, die in Midden-Amerika, de lemen flatgebouwen in Yemen, de rotswoningen overal-en-elders … Hoe verplaatste men toen gereedschappen en materiaal in verticale richting en hoe voerde men het bouwafval af ? Dat wil ik allemaal gaan bekijken.
Volgende reis : grote houten machines. Weefgetouwen, textiel in de Lage Landen en elders. Drukpersen. Dat soort dingen. Op die reis moet LM weer mee en zo nog een paar mensen natuurlijk.
En dan voeding, zonder LM, want misschien moeten we houtjes knabbelen. Ik wil weten wat er te eten gegeven werd aan de mensen in Sparta. Spartaans eten waarschijnlijk. Maar was het enkel water en brood of mocht er al eens een ajuin bij? Ze hadden er openbare keukens, als ik me goed herinner uit de geschiedenislesjes. Daar wil ik dus gaan kijken en ruiken en ook proeven. En wat aten de mensen die de piramides bouwden. ‘k Heb daar eens een documentaire over gezien. Door de vondsten konden de archeologen met duizelingwekkende precisie vertellen wat er ooit gegeten was. En nu wil ik nog weten hoe het bereid werd en hoe het smaakte. Als het lekker is blijf ik mee afwassen. Met zand. Afwassen met zand, want in de woestijn is niet genoeg water om het aan afwas te verspillen.
En dan wil ik alle scheepswerven die ooit bestaan hebben gaan bekijken. En breeuwen van dichtbij zien. Kijken hoe ze een groot houten schip neerleggen en terug recht halen, zonder het in frut te trekken. Ik ben nog niet uitgefantaseerd, maar hier ga ik efkes stoppen. Straks reis ik misschien verder.
m – EZW-04/2013, HiH-03/2015, bijgewerkt vanuit 2525
“Een vallende ster of meteoor is een kortstondig lichtspoor aan de hemel dat men ziet wanneer een meteoroïde op ca. 100 km hoogte met een enorme snelheid (tientallen km/sec) in de atmosfeer van de Aarde terechtkomt.” - en daar verpulvert door de druk van de weerstand
dooie lichtjes
Awel, als kind al dacht ik dat er iets niet klopte in dat systeem van een wens doen bij vallende sterren. De wens ging niet in vervulling en ik vond het een dooie boel.
Bijlange zo interessant niet als Sinterklaas, bvb. Van Sinterklaas wist men dat er respons zou komen. Misschien bracht hij niet exact wat we gewenst hadden, -want die man had zoveel aan zijn hoofd- maar hij liet toch een keer per jaar van zich horen.
Vallende sterren waren met veel, maar ze vielen in stilte en verder hoorde men er niks meer van. Nu nog altijd niet, ondanks al die wensen van toen. Maar 't zijn dus dooie lichtjes? Dat verklaart het waarschijnlijk hé.
Het was een plaatselijke schotel. Dat het een lekkernij was durf ik niet beweren. En ik weet niet of het toeristisch was, maar ’t was wel een eindje van huis. We reden in de Pyreneeën richting Frankrijk. We werden overvallen door een plaatselijk onweer en bleven opzij van de rijweg het einde van dat geweld afwachten. Indrukwekkend hoor, een onweer in de bergen. En voor zeelieden is dat eens iets anders hé. De storm uit-zítten. Ja, eens iets anders.
starry night fragment Van Gogh
Het was eind oktober. Dat jaar (’92) een uitzonderlijk milde oktober. Maar wel oktober want toen het onweer verder trok was het al donker. Donker in de bergen. En we hadden al lang de bergen moeten uit zijn. Beneden hadden we moeten zijn. Met de benen onder tafel. Maar we zaten dus nog boven. Verkleumd zaten wij daar. Op het randje van onderkoeld. LM startte de wagen en ik probeerde mijn denken te starten. Zolang het bergaf was reden we goed. Tenzij het een onverharde weg was natuurlijk. Voor de rest : hoe bergaffer hoe beter. Maar we moesten snel een plek vinden waar we onze warme kledij uit de koffer konden halen. Sokken & iets met mouwen. In momenten van kilte en kou wordt een mens gelukkig van mouwen en sokken.
Toen zagen we een lichtje. Er waren een paar parkeerplaatsten. We hadden er voldoende loop om uit de koffer iet of wat warme kledij te nemen en aan te trekken. En toen gingen we naar binnen want het was een eethuisje. Met een bekende lichtreclame. Ergens boven in de Pyreneeën een bekende lichtreclame die brandde !
De beloofde B-burgers hadden ze niet. Waarom dan die lichtreclame? Niet vragen. Ze konden ons wel een warme hap bezorgen. Recht van het fornuis van de vrouw des huizes. En dat rook lekker. En we hadden geen keuze. Dus knikten we om ter ijverigst van Si. En gracias en zo. Het eten kwam. Met veel saus en warm. Daar was ik zo blij om. Ik at vree enthousiast en babbelde opeens veel Spaans, in de hoop dat LM niet zou merken dat er orgaanvlees op het bord lag.
En ik vroeg of we ergens konden overnachten. - No. - Nergens in het dorp? - No. Basken in de bergen, gastvrij maar gesloten van aard.
Na een paar happen had LM door dat er iets was. Ik zat teveel te tateren in een koeterspaans dat ik tevoren in de bewoonde wereld amper dierf fluisteren. Hij keek in zijn bord en vroeg - Kent gij die schotel? - Nee, maar het ruikt toch lekker hé … hé? Hij had me door en hij vouwde zijn bestek op het bord.
We konden ter plaatse niet overnachten, mijn chauffeur was krikkel van de honger en we moesten in het donker nog de berg af. Dan liever op zee.
m – EZW-05/2012 , HiH-03/2015 - en echt, echt waar, die schotel rook lekker. Echt lekker!
In onze kinderjaren gingen we brood halen met de fiets. We hadden daarvoor een rechthoekig blauw nylon draagtasje dat aan het stuur kon gehangen worden. Men moest eerst de rem dichtknijpen om het oor van het tasje over het uiteinde van het stuur te krijgen. Dat was telkens een gefrutsel. Wanneer de weersomstandigheden wat minder waren was ik van dienst, als oudste. Dan propte ik dat tasje in de zak van mijn jas en in de andere zak frommelde ik de broodzak weg.
Een broodzak werd toen aangerekend en wie een broodzak hergebruikte bespaarde 50 centiemen per keer. Op termijn gezien was dat geld,na x-aantal dagen had men de prijs van een brood er uit. Bij slecht weer trapte ik nogal door en zo gebeurde het dat de broodzak uit mijn jaszak viel en ik merkte pas toen ik bij de bakker stond, dat ik die zak niet meer bij had. En ik had geen 50 centiem teveel bij. Ik ging terug met de fiets aan de hand. Koud en nat. Ik zag de broodzak liggen. Nat.
girl with a bicycle, 2016 Kristel Tatiana Nadvornaia, Belgium
Wel, hij was smoezelig maar niet echt helemaal nat, want broodzakken waren -en zijn nu nog- gedrenkt in paraffine. Met een natte mouw en met een tipje van mijn droge zakdoek heb ik de broodzak ongeveer toonbaar gekregen en ben ik weer naar de bakker gefietst. Thuis heb ik mijn jas bij de chauffageketel opgehangen om uit te druppelen, het brood heb ik in een andere broodzak gedaan en de besmeurde zak heb ik laten verdwijnen in de grote vuilnisbak, buiten aan de keldertrap.
In de garage stond de fiets te lekken, de fiets van Noë … eigenaardig hoe sommige momenten bijblijven. Het 'geef ons heden' was volbracht.
te gast bij Wim Helsen, Wim Helsen zelf, met als gastvrouw Maaike Neuville
Jong landschap Zo staan beiden bijna roerloos in de weide het meisje dat loodrecht aan een touw des levens hangt legt hare lange hand op de lange rechte lijn der geit die aan haar dunne poten de aarde averechts draagt Tegen haar wit en zwart geruite schort houdt het meisje dat ik Ursula noem - in 't spelevaren met mijn eenzaamheid - een klaproos hoog
Er zijn geen woorden die zo sierlijk zijn als ringen in zeboehorens en tijdgetaand zoals een zeboehuid - hun waarde bloot naar binnen schokken Zulke woorden las ik gaarne tot een garve voor het meisje met de geit
Over de randen van mijn handen tasten mijn handen naar mijn andere handen onophoudelijk Uit : Verzamelde Gedichten van Paul van Ostaijen
Iemand vroeg een lijst van de studiogasten bij Wim Helsen, programma Winteruur, op Canvas ofte VRT2. En ik denk … ik vermoed dat ik weet waarom. Uitleg & lijst staan in bijlage, gewoon aanklikken. De lijst is bijgewerkt t/m nr 399, de laatste aflevering van het dit seizoen.
De mails van nieuwsbrieven laat ik toekomen in elk een eigen map, ze ploffen er vanzelf in. Vroeger deed ik dat handmatig, de mails naar de juiste map verplaatsen, maar dan gebeurde het al eens dat ik er eentje over het hoofd zag en dat pas later merkte. Soms veel later pas. Nu kan dat niet meer gebeuren, mails die[xyz] als afzender hebben komen automatisch toe in de [xyz]-map. Het is een mooi gereedschap, dat automatisch plaatsen. ‘k Zou het niet meer kunnen missen.
De andere mails komen toe in Postvak In. Indien nodig verzet ik ze handmatig naar de betreffende mappen. Of ik zend ze door, als dat de bedoeling is. Moppen en lachfilmpjes bvb, die worden doorgestuurd naar een aantal vaste correspondenten. De PPSsen, daar ben ik aan voorbij, tenzij het over schilderijen gaat, dan haal ik er misschien interessante informatie uit. Vermits de titel van een PPS meestal te vaag is om er iets te kunnen uit opmaken, doe ik de PPSsen wel efkes open, om te kijken waarover het gaat. De klank blijft af staan hé, want voor men het weet is die panfluit daar weer!
En dan zijn er de buitenlandse nieuwsbrieven. Ze zijn een zegen en een vloek. DeMilked, Retronaut, Lost at E minor, Abandoned, Ufunk, Failblog en zo nog een paar, daar heb ik me in de loop der tijden op ingeschreven. De loop der tijden, dat klinkt nogal... Wat ik niet de dag zelf heb kunnen bekijken vliegt er 's anderendaags onherroepelijk uit. Want als ik dat niet doe, stapelen die mails zich op en feitelijk bekijk ik ze dan later toch niet. Waarom zou ik, er is elke dag een verse lading. Maar ik schrijf me daar niet uit hoor, uit die verre nieuwsbrieven, 'k zou zo eens iets kunnen missen! Iets over een pinguin met een pijne poot in de zoo van Auckland wil ik weten. De foto’s die de nieuwsbrieven sturen hebben me al verschillende keren een verhaal opgeleverd. Daarom blijf ik ingeschreven, de nieuwsbrieven zijn een zegen. Tenzij ik weinig tijd heb. Dan is die overvloed een vloek. Dan weet ik al dat ik die mails zal deleten en dat vind ik erg op voorhand, zomaar materiaal verwijderen.
Tiens, ipv hier te zitten kletsen over post … misschien zou ik beter eens gaan kijken in de Postvakken of daar al materiaal toegekomen is. Toedeloe.
te gast bij Wim Helsen, Tom Van Dyck met een tekst van Jozef van den Berg
Het is een heel wonderlijk boek. Ik ben nog steeds bij hoofdstuk 1. Er staat een stukje aan het begin wat ik maar niet begrijpen kan. Ik heb het nu al zo vaak gelezen en ik slaag er gewoon niet in. Ik heb met mezelf afgesproken: ik ga niet verder, totdat ik het begrijp. Ik heb ook allang gedacht: als ik het dan begrijp, hoef ik het hele boek niet meer te lezen. Zo is het altijd: als het begin niet goed is, is de rest ook niet goed. Maar misschien vanavond … Zal ik het misschien voorlezen? Misschien dat jullie het begrijpen! Hoofdstuk 1. Iemand zei: dat ben ik vergeten. En de Meester antwoordde: er is één ding op de wereld dat u nooit mag vergeten. Wanneer u alles vergeet, behalve dat ene, hoeft u zich nergens zorgen over te maken, maar wanneer u overal aan denkt, alles doet en niets vergeet, maar u vergeet dat ene, dan heeft u eigenlijk niets gedaan. Uit : Moeke en de Dwaas van Jozef van den Berg
Over Tom Van Dyck : https://nl.wikipedia.org/wiki/Tom_Van_Dyck_(acteur) Over Jozef van den Berg : https://nl.wikipedia.org/wiki/Jozef_van_den_Berg + héél veel op YouTube Over Moeke en de Dwaas : In 1980 en 1981 speelde hij Moeke en de Dwaas, dat zijn grote doorbraak zou worden. Deze voorstelling speelde hij onder meer in Parijs, de V.S. en Japan. In deze voorstelling speelde hij een monnik en zijn poppen waren zijn familie. Zo waren er onder ander Luc de kluizenaar (alsof van den Berg een vooruitziende blik had), … de volledige theaterversie : https://www.youtube.com/watch?v=aEMc0ED79vk – 01h12min47
'‘k Ontvang de mails in Outlook. Niet Outlook Express hé, dat was ooit het klein broertje. Gewoon Outlook, de versie met alles er op en eraan.
Dat vind ik een handig programma om twee redenen :
- Outlook biedt dezelfde opmaak-mogelijkheden als Word, wat gemakkelijk is wanneer men een mail wil beantwoorden, men moet niet naar Word voor lettertype en/of kleur. In Outlook houdt men de te beantwoorden mail in beeld. Of toch vlak er onder.
- Outlook heeft een enorm goede zoekfunctie. Die speurt het zoekwoord niet alleen op in de titel, maar ook tot ín de tekst. Gmail doet dat mogelijk even grondig, maar daar is het dan weer pover gesteld met de opmaak-mogelijkheden.
Daarom Outlook.
Er was een hele tijd geleden eens de vraag welk comfort men liever niet zou willen opgeven. Hoe het juist geformuleerd werd weet ik niet meer. Maar ik weet wel dat ik heel snel klaar was met mijn antwoord : een koelkast in de keuken, warm water in de douche en Outlook op mijn laptop. Die drie dingen zou ik tot het laatst vasthouden. Dan slaap ik wel op een veldbeddeke. Desnoods in een leeg appartement.
610 - interior hyperrealistic 2016, Yongjae Kim, USA/Korea Als ik meer Noordelijk zou wonen, kon ik de koelkast misschien opgeven. Als ik meer Zuidelijk zou wonen, kon ik het warm water misschien opgeven. Maar Outlook opgeven? Liever niet. Ik denk het niet. Outlook en een veldbeddeke, en deze vrouw kan voort.
te gast bij Wim Helsen, Jinnih Beels met een tekst van Sun Tzu
De kunst van het oorlogvoeren
Oorlogvoering is gebaseerd op misleiding. Daarom : Wanneer krachtig, lijk machteloos; Wanneer actief, lijk inactief; Wanneer dichtbij, lijk ver weg; Wanneer ver weg, lijk dichtbij; Als ze een voordeel hebben, verleid hen; Als ze verward zijn, verpletter hen; Als ze veilig zijn, wees dan voorbereid; Als ze sterk zijn, vermijdt hen Als ze snel geïrriteerd zijn, verstoor dan hun rust; Als ze nederig zijn, maak ze dan hooghartig; Als ze rustig zijn, verstoor dan hun rust; Als ze verenigd zijn, verdeel ze. Sun Tzu, ca 544-496 v.Chr
Onlangs bracht LM een nieuwe broodrooster mee. Het model dat ik gekozen had was niet in voorraad. Hij kwam thuis met een model dat handiger is (twee korte brede sleuven ipv één lange) en nog véle mooier ook : afgeronde hoeken, o.a. Het toestel heeft een rode zool, een rood dat helemaal past bij een aantal accessoires in de keuken. Het heeft twee grote rode bedieningsknoppen. Onderaan een ronde clownsneus voor de tijdsinstelling met daarboven, als een baseballklepje, een brede schuifschakelaar om het brood te laten zakken. Aan weerszijde van de ronde knop onderaan staat een streepje. Die twee streepjes zijn de lachende oogjes. Het is een broodrooster om te zoenen. Zoenen kan ten allen tijde want tijdens het roosteren houdt hij de wangen koel.
Wat is er nu cadeau aan het ding?
Het feit dat LM de tijd genomen heeft & de moeite gedaan heeft om zich te concentreren op de voorradige modellen, zich niet heeft laten afleiden door de aanwezige Schikgodinnen en gekozen heeft voor een model waarvan hij dacht & vermoedde dat ik het ook mooi zou vinden. Dat klinkt nu wel vlotjes maar voor LM is dit een hele prestatie. Die focus & die concentratie zijn het eigenlijke cadeau : zijn aandacht. Bij momenten heb ik zijn volle aandacht. En bij momenten zélfs wanneer ik er niet bij ben.
Dat zijn zeldzame cadeau-momentjes en dit schrijf ik op de tippen van mijn tenen hoor.
versnipperde aandachtonverdeelde aandacht
Dit zijn twee werken van ene Astrid Stoeppel die knap illustreren wat ik bedoel, ik ben echt opgelucht dat ik ze gevonden heb, zowel Stoeppel als deze twee werken. Ze brachten me onmiddellijk bij ons pakket van voelen-denken-doen. Van ons, mensen-wezens.
te gast bij Wim Helsen, Jan Jaap van der Wal met een tekst van Wislawa Szymborska
Ik heb gisteren niet goed mijn best gedaan in de kosmos. Een heel etmaal geleefd zonder naar iets te vragen, zonder me ergens over te verbazen.
Ik heb alledaags werk verricht, alsof dat alles was wat ik moest doen. Inademen, uitademen, stap voor stap, verplichtingen, maar zonder een gedachte die verder reikte dan de deur uit en weer terug naar huis. … Uit het gedicht Onachtzaamheid van Wislawa Szymborska