Slaapstoornissen t.g.v. reizen, worden veroorzaakt door een complexe interactie van meerdere factoren: slaaptekort, maaltijden op abnormale uren, alcoholgebruik en jetlag.
Jetlag is het gevolg van een ontregeling, beter gezegd een niet gelijk lopen van de innerlijke klok met de tijdsindruk op de nieuwe bestemming. Volgens schattingen lijdt trouwens twee derde van de reizigers hieraan.
Het gevolg is moeheid, je functioneert overdag minder goed, je darmen liggen in de knoop, en daarboven op heb je een verstoorde slaap.
In het algemeen werd aangenomen dat je makkelijker kan aanpassen als je naar het westen reist, maar ten minste 2 studies tonen aan dat de slaap, cortisol en melatonine ritmes evengoed verstoord zijn of je naar het westen of het oosten reist.
Slapen op het vliegtuig is een van de mogelijkheden om minder last te hebben van jetlag. Best doe je dat tijdens die periode dat het op de bestemming nacht zal zijn. Ook korte dutjes kunnen helpen. Trouwens hoe meer je je ogen sluit, hoe minder lichtstimulatie je ondergaat. Dat is dan weer goed om je innerlijke klok voor te bereiden op de nieuwe tijd. Een oogmasker kan eveneens helpen. Geluiden kun je proberen buiten te sluiten met oordopjes.
Helder licht gedurende 3 uur tijdens de nieuwe ochtendtijd na aankomst kan je helpen om aan de nieuwe tijdszone aan te passen. Als je je echt goed wil voorbereiden, kan een aanpassingsschema drie dagen voor de vlucht worden uitgeprobeerd. Je staat dan elke dag 1 uur vroeger op en dat combineer je met 3,5 uur helder licht in de ochtend.
Er is veel gesproken geweest over het nut van een aangepast dieet, waarbij je overdag eiwitrijke voeding zou moeten gebruiken en s avonds een koolhydraat rijke maaltijd. Onderzoek wijst uit dat de effecten daarvan erg beperkt zijn.
Kinderen die kampen met zwaarlijvigheid of overgewicht hebben een beduidend hogere kans op slaapapneu: dat is een abnormale ademhaling tijdens de slaap waarbij de luchtweg regelmatig kort toeklapt.Door de adempauze daalt het zuurstofgehalte in het lichaam.
Dit leidt onder meer tot aandachts- en concentratieproblemen overdag. Kinderen met slaapapneu voelen zich overdag ook abnormaal slaperig.Ze doen het op school minder goed en vertonen meer gedragsproblemen zoals hyperactiviteit. Verder is er bij zwaarlijvige kinderen een verband tussen de ernst van het slaapapneu en een verhoogde concentratie aan suikers en vetten in het bloed. Op langere termijn kan dat resulteren in een verhoogd risico op hart- en vaatziekten.
Zesendertig procent van de zwaarlijvige kinderen en 45 procent van de kinderen met overgewicht kampt met een of andere vorm van slaapapneu. Bij kinderen zonder overgewicht heeft slechts 2 tot 5 procent tijdelijke adempauzes tijdens de slaap.
Bij zwaarlijvige kinderen met slaapapneu wordt eerst getracht via een aangepast begeleidingsprogramma het voedingspatroon bij te sturen. Ook voldoende beweging is een belangrijk aandachtspunt. Het verwijderen van amandelen en/of poliepen in de neus kan in sommige gevallen het probleem oplossen. Als dit niet mogelijk is en wanneer de frequentie van de adempauzes te hoog is, wordt een behandeling met continue positieve druk opgestart waarbij gewone kamerlucht met lichte overdruk via een masker, door de neus in de luchtweg wordt geblazen. Deze overdruk, die iets hoger is dan de luchtdruk, voorkomt dat de luchtweg afsluit en de adem pauzeert. Zie ook video slaaponderzoek
Het vroegtijdig opsporen van slaapapneu is van groot belang. Studies tonen aan dat de negatieve gevolgen van slaapapneu omkeerbaar zijn wanneer patiënten tijdig worden behandeld.
Onlangs kreeg ik de vraag gesteld over wat je kunt doen bij slaapmoeilijkheden bij jongere kinderen. Bij een kind van pakweg vier jaar kun je nog geen oefening toepassen, op die leeftijd werk je vooral gedragsmatig. Maar hoe zit dat dan concreet?
Het principe is heel eenvoudig (de uitwerking misschien iets minder): we besteden best geen of zo weinig mogelijk aandacht aan ongewenst gedrag, het gewenste gedrag daarentegen wordt juist wel beloond.
Door je kind aandacht te geven als het huilt of zeurt als het naar bed moet, beloon je het voor zijn gedrag. De kans is groot dat het kind dit blijft doen. Je kunt dat best vanaf het begin vermijden. Als je kind zonder morren flink naar zijn bedje gaat, kun je een beloning geven door bijvoorbeeld een kort verhaaltje te vertellen.
Komt je kind regelmatig terug uit zijn bed, dan stuur je het zonder pardon, rustig, met een minimum aan aandacht terug naar zijn bedje. Je maakt je kind duidelijk dat het bedtijd is. Let op de valkuilen, waarbij je positieve aandacht geeft, zoals je kind in je eigen bed nemen als het niet wil slapen, maar ook negatieve aandacht zoals kwaad zijn, straffen en dergelijke is af te raden.
De slaapkamer moet voor je kind een comfortabele en veilige plaats zijn, het bed een uitnodiging tot slaap . Het wordt afgeraden om je kind als straf naar zijn slaapkamer of bed te sturen, zo krijgt het bed immers de betekenis van stafhok en plaats van spanning en angst. Lees meer over conditionering: klik hier.
Een mooi voorbeeld van verkeerde conditionering hoorde ik onlangs van een jonge man. Als kind heeft hij lang in bed geplast en zijn ouders werden daar erg kwaad om, zodat hij met angst ging slapen. Na korte tijd ontwikkelde hij inslaapproblemen omdat het gaan slapen automatisch een prikkel van angst en spanning uitlokte.
Een half uurtje voor het slapengaan iets rustig doen en een slaapritueel zijn erg belangrijk voor jongere kinderen. Zo worden ze onbewust voorbereid op de slaap en krijgen ze de kans om ook lichamelijk terug te schakelen naar een lager energieniveau. Een slaapritueel bestaat uit eenvoudige dingen die in een vaste volgorde gedaan worden, zoals tanden poetsen, pyjama aantrekken, een hoofdstukje uit een boek voorlezen, een nachtzoen geven.
Ook kinderen kunnen last hebben van inslaapproblemen. Zij ontwikkelen soms angsten als zij net iets gehoord hebben of zelf iets meegemaakt hebben in de nabije omgeving. Er is bijvoorbeeld een inbraak geweest bij de buren en telkens als het kind een geluid hoort, begint het te fantaseren over inbrekers die naar boven sluipen. Je kunt dan wel uitleggen dat alles veilig is en ook een lampje kan helpen, maar zonder een aangepaste ontspanningsoefening zal dat niet volstaan. Kinderen kunnen zich ook gespannen voelen door familiale omstandigheden, door toetsen op school, door een hoge prestatiedruk en dergelijke meer.
Uit een studie van Luc Swinnen blijkt dat bijna een kind op de drie tussen 9 en 14 jaar stressklachten vertoont zoals angst, slapeloosheid, gejaagdheid, verstrooidheid, hartkloppingen en hoofdpijn (DS online 5/12/01).
De oorzaken van angst of spanning zijn meestal niet zo erg groot dat psychologische begeleiding nodig is. Een goede communicatie met je kind is uiteraard enorm belangrijk, maar lost het probleem niet altijd op. Medicijnen op basis van planten kunnen een hulpmiddel zijn, maar moeten we onze kinderen leren dat alles met een pilletje opgelost moet worden? Uit onderzoek is gebleken dat genezing vaak ten onrechte aan een medicijn toegeschreven wordt en niet aan de begeleidende niet-medicamenteuze aanpak. Daarbij is iets ‘natuurlijks’ niet altijd even onschadelijk en er is soms weinig controle op deze middelen.
Daarom is het bemoedigend dat we zo’n ingrijpend probleem dikwijls redelijk snel kunnen oplossen met een eenvoudige, onschuldige en leuke relaxatieoefening.
Bij kinderen worden dan denkbeelden gebruikt die bij hun leefwereld passen en die ontspannend zijn, zoals het strelen van een konijntje, zwemmen en de sfeer op een strand. Daar mee samen kunnen ook suggesties worden gegeven waardoor ze zich sterker voelen en beter in staat zijn om met angst en spanning om te gaan. Een klein fragment uit de oefening voor kinderen is hierte beluisteren (ademen als een boom). Autosuggestieoefeningen kunnen zeer gemakkelijk bij kinderen toegepast worden, zijn kunnen zich immers gemakkelijker inleven in een fantasie dan volwassenen.
Naast relaxatie-autosuggestieoefeningen blijven de tips om beter te slapenzoals een slaapritueel uiteraard ook belangrijk.
In België worden 500.000 slaaptabletten per dag genomen, slaapmedicatie is in de VS een miljarden business. Hebben we niet teveel het idee dat we slaapmedicatie nodig hebben om te kunnen slapen? Hoeveel mensen nemen dagelijks ofwel uit gewoonte een slaaptablet ofwel omdat ze denken dat het zo moet. Maar is dat wel nodig? De meeste studies tonen immers dat slaapmedicatie na een tweetal weken geen toegevoegde werking meer heeft in vergelijking met een placebo (neppil).
Veel mensen blijven hun slaappil nemen omdat ze bang zijn om zonder pil terug slechter te slapen. Het ritueel van 's avonds een pil te nemen werkt als een placebo, het vertrouwen om te kunnen slapen stimuleert het inslapen. Anderzijds kan de angst om niet te kunnen slapen als je geen pil neemt juist spanning creeëren zodat je effectief niet in slaap valt, wat dan weer de bevestiging geeft dat je inderdaad een slaappil nodig hebt.
'Ja', zeggen gebruikers, 'ik slaap er wel goed van'. De indruk van de slaap is misschien wel goed, met andere woorden, je denkt dat je er beter van slaapt. In werkelijkheid is de kwaliteit van de slaap slechter onder slaapmedicatie: je hebt minder diepe slaap (nodig voor het lichamelijk herstel) en ook minder remslaap (droomslaap, nodig voor geestelijk herstel).
Wie langere tijd slaapmedicatie neemt houdt welgeteld 1 uur winst over! Niet echt de moeite, zeker als de uren die je slaapt dan nog van mindere kwaliteit zijn.
Een betere slaap, minder bijwerkingen (s nachts vallen) en overdag beter bij je hoofd, dat zijn toch stevige argumenten om slaapmedicatie af te bouwen en te stoppen!
Onder het motto: wie niet waagt, niet wint, kun je een poging wagen. Doe het afbouwen heel geleidelijk, en bij twijfel in samenspraak met je huisarts. Uit onderzoek blijkt dat 50% van de langdurige gebruikers volledig kan stoppen met slaapmedicatie. De andere helft jammer genoeg niet, maar daarvoor geldt: hoe lager de dosis hoe beter. Wie nog niet te lang medicatie inneemt kan zelfs ineens stoppen, de eerste dagen zul je dan minder goed slapen, maar met wat geduld komt dat dan wel in orde.
Een concreet voorbeeld: iemand die al jarenlang 1 tablet inneemt voor het slapen, neemt dan afwisselend om de andere dag 1 of ½ tablet gedurende de eerste maand. Na een maand bouw je verder af naar ½ tablet elke avond en daarna nog ½ tablet om de andere dag gedurende een maand. Op die manier kan je lichaam geleidelijk ontwennen. Je kan dezelfde redenering volgen als je maar ½ tablet neemt: de eerste maand afwisselend ½ of ¼, de volgende maand ¼ alle dagen en tenslotte de laatste maand ¼ om de andere dag.
Als je ervaart dat het afbouwen met spanning gepaard gaat, kunnen cognitieve gedragstherapie en relaxatie- of autosuggestieoefeningenveel steun bieden. Zo ben je immers beter gewapend om de strijd tegen het verminderen van slaapmedicatie aan te gaan. Een soldaat stuur je toch ook niet met lege handen naar het front.
Wat is geweten over het effect van slaapmedicatie? Een belangrijk onderwerp!
Uit onderzoek blijkt dat benzodiazepines (dat zijn de meest gebruikte slaapmiddelen) de slaapkwaliteit verminderen door verstoring vanv de slaaparchtectuur: Ze geven meer lichte slaap (fase 1 en 2). Minder diepe slaap (fase 3 en 4). Ze onderdrukken de REM-slaap (droomslaap). Er treden ook meer microslaaponderbrekingen op.
Vooral de langwerkende producten kunnen s morgens een "hang-over effect geven. Je voelt je s morgens suf, duizelig, soms is er hoofdpijn, je kunt je minder concentreren.
Benzodiazepines kunnen een hele reeks bijwerkingen geven, zoals spierverslapping met valaccidenten (bij bejaarden), slaperigheid overdag en verminderde intellectuele prestaties, zoals geheugenstoornissen.
Het gewenste effect van benzodiazepines stopt al na een tweetal weken. Na die periode treedt gewenning op en geven deze middelen lichamelijke en geestelijke afhankelijkheid of verslaving. Veel mensen nemen hun slaapmiddelen langer in, niet omdat ze zo tevreden zijn over het resultaat, maar omdat ze vrezen dat het zonder medicijnen nog erger zal zijn.
Plots stoppen kan dan weer aanleiding geven tot ontwenningsverschijnselen, zoals zweten, beverigheid, depressieve gevoelens of overgevoeligheid voor licht of harde geluiden. Ook kun je tijdelijk weer slechter slapen, wat je versterkt in het gevoel dat het beter is om de slaapmiddelen te blijven nemen. Daarom is het beter om in samenspraak met je huisarts een schema op te stellen, zodat het lichaam langzaam kan ontwennen en je leert om zelfstandig in slaap te vallen.
Wat is de juiste plaats voor medicatie? klik hier.
Uit hetzelfde artikel uit 'De Tijd' blijkt dat 40 procent van de Amerikaanse tieners aan slapeloosheid zou lijden. Slaapconsultants voor baby's (300 tot 1.100 dollar per interventie) zouden overstelpt worden met vragen van ouders die hun baby niet tot rust kunnen brengen. Ze komen er niet toe hun baby 'slaaptraining' te geven, omdat ze oververmoeid zijn. (bron: De Tijd, 13-6-07, Column van Karlien Van de Velde).
Waarom lijden tieners aan slapeloosheid? De belangrijkste reden is dat tieners de neiging hebben om erg laat te gaan slapen en 's morgens er vroeg uit moeten om naar school te gaan tijdens de weekdagen. Als er geen school is, tijdens het weekend of in de vakanties, blijven ze lang in bed liggen, in een poging om hun slaaptekort van de voorbije week in te halen.
Als ze dit doen scheppen ze elk weekend voor zichtzelf een soort van jet-lag, die enkele weken nodig heeft om terug in een normaal ritme te komen. Als gevolg van het slaappatroon van tieners blijven ze in een vicieuze circel zitten met slapeloosheid als gevolg.
Naast op tijd opstaan 's morgens, kunnen tieners 's avonds best op tijd gaan slapen, zij hebben trouwens gemiddeld 8 tot 9 uren slaap nodig. Indien ze problemen ondervinden om in slaap te vallen dienen zij evengoed als volwassenen de juiste maatregelen in het oog te houden betreft slaaphygiëne (tips om beter te slapen).
Slaap wordt 'de nieuwe seks' voorspelde trendwatcher Marian Salzman. Ze doelde daarmee op het nijpende slaaptekort waar vooral dertigers en veertigers, die net kinderen hebben, door worden geplaagd. Ze hebben zoveel te doen en zoveel tijd tekort dat slapen een groter genot wordt dan seks. Voeg daarbij dat antisociaal gedrag de norm wordt (de iPod en sms-generatie) en je begrijpt dat het straks ook niet meer abnormaal is dat ouders in aparte slaapkamers slapen. Het kortstondig plezier van seks weegt niet meer op tegen het gesnurk en gewoel van een bedpartner. Het gevolg hiervan is een opbloei van een complete slaapindustrie. Hyatt opende een nieuwe hotelketen, speciaal voor vermoeide zakenlui. Alle producten die de slaap bevorderen, vliegen de deur uit- van de voor de hand liggende slaappil (goed voor 2 miljard dollar per jaar in de VS), over matrassen overtrokken met zijde (20.000 dollar per stuk), tot gadgets als 'sound-soothing machines' (100 dollar per stuk).
bron: De Tijd, 13-6-2007, column van Karlien Van de Velde.
Uit de enquête blijkt dat in ongeveer de helft van de gevallen wordt gesnurkt (54%). Dat is duidelijk meer dan de officiële cijfers. Uitgesplitst naar geslacht bemerken we dat 50% van de vrouwen en 50% van de mannen snurken! Normaal verwachten we dat mannen 2 keer zoveel snurken als vrouwen. Dit blijkt dus niet altijd te kloppen.
Bij diegenen die snurken is 64% soms overdag slaperig, 20% nooit, en 16% dikwijls of bijna alle dagen.
De niet snurkers waren in 25% van de antwoorden dikwijls tot alle dagen slaperig! Verder was 58% soms en 17% nooit slaperig.
Dit resultaat verbaast mij, omdat we geneigd zijn te veronderstellen dat bij de snurkers een groter percentage overdag erg slaperig zou zijn.
We hebben 90 antwoorden ontvangen, waarvoor hartelijk dank. Er waren iets meer vrouwelijke deelnemers (58%) dan mannen (42%) en de gemiddelde leeftijd was 51 jaar. Voor de berekening van de gemiddelde leeftijd heb ik een groepje van 10 studenten van 20 jaar en minder niet meegeteld, omdat dit een verkeerd beeld van de resultaten zou geven.
Op de vraag: zijn er in je familie meerdere mensen met klachten over hun slaap, antwoordde bijna een derde met ja (29%). Het is toch een verrassing dat dit probleem zo vaak meerdere personen binnen één familie treft. Dit is zeker voer voor verder onderzoek.
Bij navraag of je zelf klachten hebt over je slaap moeten we natuurlijk rekening houden met het feit dat mensen met slaapmoeilijkheden gemakkelijker een blog opzoeken die gaat over de aanpak van slapeloosheid dan iemand die nooit last heeft.
Nochtans ben ik geschrokken van de resultaten. 12% heeft nooit last, 45% soms en 43% heeft dikwijls tot bijna elke nacht last.
Uit deze eerste twee gegevens kunnen we besluiten dat klachten over de slaap meer in families voorkomen dan we denken en dat in het algemeen de bestaande cijfers over slapeloosheid eerder een onderschatting geven van het probleem dan dat ze overdreven zijn.
Ik ben blij om 2 personen gelukkig te kunnen maken met een kistje champagne. We hebben 90 antwoorden gekregen, die trouwens een duidelijke tendens laten zien. De analyse verschijnt binnenkort, maar we hebben nu reeds door een onschuldige hand 2 winnaars getrokken:
May L. uit Antwerpen en Augusta H. uit Turnhout zijn uit de bus gekomen. We wensen ze veel plezier met hun prijs.
Ik wil graag iedereen bedanken voor het deelnemen aan de enquête.
De enquête ( zie hieronder) wordt op het einde van dit weekend afgesloten! Kort daarna zal ik de resultaten verwerken in een volgend artikel. Ook de winnaars van het kistje champagne zullen gepubliceerd worden en zij krijgen persoonlijk bericht.
We spreken pas over slapeloosheid als er klachten zijn over een verstoorde slaap, waarbij je overdag minder goed functioneert, dus last hebt van moeheid, slaperigheid, prikkelbaar zijn, zich minder kunnen concentreren.
Onlangs kwam een man van 52 jaar op raadpleging, en op het einde vraagt hij, dokter kunt u me iets voorschrijven om beter te slapen? Ik slaap al jaren slecht, en nu is het erger. Ik antwoord dat een slaappil niet zon goede oplossing is, maar dat er wel andere mogelijkheden zijn indien nodig. Na iets doorvragen blijkt dat hij goed inslaapt, s nachts weinig problemen heeft, maar vooral te vroeg wakker is. Overdag is hij perfect in orde, hij is niet moe of slaperig, en hij is heel actief.
Dit is een voorbeeld van vermeende slapeloosheid dus geen echte slapeloosheid: deze man had klachten over de slaap, maar functioneerde overdag prima. Moest een slaap-waakonderzoek gebeuren, dan zou blijken dat hij in werkelijkheid beter slaapt dan hij denkt, maar een verkeerde indruk heeft over zijn slaap.
De nodige uitleg was voor hem voldoende om zich gerust te voelen.
Enquête slapeloosheid, maak kans op een kistje champagne
23-05-2007
Enquête en wedstrijd!
Neem deel aan een korte enquête over slapeloosheid en maak kans om een kistje lekkere champagne te winnen. Onder de deelnemers wordt door een onschuldige hand 2 kistjes verloot... De winnaars worden bij het afsluiten persoonlijk op de hoogte gebracht.
Het is niet duidelijk of slapeloosheid op zich erfelijk is. Als je bemerkt dat meerdere mensen in jouw familie klachten over de slaap hebben, wil ik je graag uitnodigen om te reageren op dit bericht.
Er zijn wel flink wat aandoeningen die erfelijk zijn en die op hun beurt slaapproblemen kunnen geven. Ik denk zo aan rusteloze benen(voor 30% door erfelijkheid), astma, overgewicht en nog vele andere. Ook of je een kort- of langslaper bent kan mogelijk erfelijk bepaald zijn.
Verkeerde slaapgewoontenworden dikwijls onbewust doorgegeven en dit geeft dan een beeld alsof het erfelijk zou zijn. Ik denk aan koffiegebruik, laat in de avond eten, in bed tv kijken of lezen.
Bij kinderen kunnen slaapproblemen soms in de hand gewerkt worden wanneer je als ouder 's nachts teveel aandacht geeft als je kind wakker wordt. De manier waarop je als ouder reageert heeft dan weer te maken met wat je zelf als kind geleerd hebt. Ook op deze manier kan de indruk ontstaan dat het slaappatroon erfelijk is.
Mogelijk kunnen slaapproblemen toch in families voorkomen, los van ziekten, verkeerde gewoonten of aangeleerd slaapgedrag. Ik ben benieuwd naar jullie reacties en ik zal uiteraard niet nalaten het resultaat te bespreken in een volgend bericht.
Tip: blog van psycholoog Roland Rogiers: http://blog.seniorennet.be/jekananders/ Deze blog is gebaseerd op een erg gebruiksvriendelijk zelfhulpboek voor mensen met depressieve klachten. Hoe kan ik mij beter voelen door het piekeren aan te pakken en door mijn 'doen' te veranderen? Via duidelijke informatie, tips en met de hulp van een cd wordt de weg getoond om er zelf iets aan te doen. Deze gedragstherapeutische benadering door een doorwinterde proffesional als Roland Rogiers is een echte aanrader, ook voor mensen met slaapproblemen die het piekeren niet voldoende onder controle krijgen.
Het algemeen welbevinden lijdt onder slapeloosheid, je voelt je meer vermoeid, het humeur wordt er niet beter op, je bent meer prikkelbaar, het geheugen en het denkvermogen functioneren minder goed.
Dit heeft dan weer invloed op de relaties met de mensen rondom jou, je partner kan er onder lijden, maar ook de collegas op het werk.
Daarnaast zitten we met het probleem van veiligheid. Slaperigheid is de oorzaak van heel wat ongevallen. Onlangs is de scheepsramp van de Herald of Free Enterprise van 20 jaar geleden terug in het nieuws geweest. De verantwoordelijke voor het sluiten van de deuren lag in zijn kajuit te slapen op het moment dat het schip uitvoer en snelheid maakte. Iemand die uitgerust is heeft geen nood aan dutjes overdag en wordt op tijd wakker als er belangrijk werk aan de winkel is.
We kennen allemaal het milieudrama dat door de Exxon Valdez in 1989 veroorzaakt werd aan de kust van Alaska. Het schip liep vast, scheurde open, en miljoenen liters olie stroomden de zee in. In het eindrapport van de onderzoekscommissie werd gesteld dat slaapgebrek de zeer waarschijnlijke oorzaak van het ongeluk was.
Tijdens een onderzoek in de VS gaf 23 procent van de ondervraagden toe dat ze het afgelopen jaar wel eens in slaap waren gevallen achter het stuur. Is het dan een verrassing dat slaapgebrek een grote rol speelt bij veel ongelukken? Ongeveer 10 procent van de verkeersongevallen met motorvoertuigen is te wijten aan vermoeidheid.
,,Slaperigheid is een zeer frequente oorzaak van verkeersongevallen'', zegt Prof. dr. D. Pevernagie, voorzitter van BASS, in een mededeling. Typisch zijn kop-staartaanrijdingen in files en het verlaten van het rijvak, zoals bij het ongeval in Würzburg.
Grote rampen hebben hun beginmoment vaak tussen drie en vier uur 's nachts. Dat moment wordt het 'dodenuur' genoemd: het kritische moment waarop de hersenen van bijna alle mensen op automatische piloot overgaan en waarop microslaapjes voorkomen. (Prof. dr. J. Verbraecken)
Microslaapjes duren nauwelijks drie tot tien seconden. ,,Zeker als het donker is zijn mensen vatbaar voor die microslaapjes. Die komen bij bijna iedereen voor en zijn niet weg te trainen. Onze lichaamstemperatuur daalt dan gewoon naar een dieptepunt. Onze biologische klok is zo ingesteld.
,,Erger wordt het als de bestuurder lijdt aan een slaapstoornis, zoals bijvoorbeeld slaapapneu'', zegt Prof. Verbraecken. Dergelijke slaapstoornissen en het gebruik van slaapmiddelen doen het risico met factor 6 à 7 toenemen. ,,Bij deze mensen is medische controle en slaaponderzoek dan ook vereist'', aldus Prof. Verbraecken.
Die pleit daarom voor een slaaptest voor risicoberoepen als vrachtwagen- en buschauffeurs. Ook wie kernfuncties heeft binnen een bedrijf, ''zoals mensen die in de controlekamer van een kerncentrale of een petrochemische fabriek werken'', zouden aan zon slaaptest onderworpen moeten worden om na te gaan of zij al dan niet lijden aan een slaapstoornis.
Bron laatste 5 paragrafen van deze tekst: De Standaard, 29 januari 2007.
Op 9 mei werd het vernieuwde UZA-slaapcentrum officiëel geopend, dit was een fantastische kans om de laatste ontwikkelingen op het gebied van slaaponderzoek te vernemen.
Ongeveer één man op twee snurkt, maar ook vrouwen hebben er last van, bijna één op zeven. Snurken wordt veroorzaakt door het trillen van de slijmvliezen in de keelholte. Het geluidsniveau kan gaan tot 95 dB. Dat is even luid als een zaagmachine!
Als je erg luidruchtig snurkt, kan dat wijzen op het slaapapneusyndroom (zie meer over stap 1: slaapapneu). Dat blijkt zo bij 37 procent van de snurkers en bij 56 procent van de snurkers met overmatige slaperigheid overdag. Let op, bij mensen die zich op de raadpleging aanboden met enkel overmatige slaperigheid overdag zonder snurken, werd bij 43 procent het slaapapneusyndroom gevonden! We kunnen stellen dat gemiddeld één op 20 volwassen personen lijdt aan het slaapapneusyndroom. (Prof. Dr. J. Verbraecken)
De gevolgen van het slaapapneusyndroom zijn niet te onderschatten: 1. overmatige slaperigheid overdag met kans op ongevallen op het werk of in het verkeer. 2. complicaties zoals hoge bloeddruk, verkalking kransslagaders, beroertes, hartritmestoornissen. 3. stoornissen in de suiker- en vet-huishouding: suikerziekte en lage goede cholesterol (HLD-C) (Prof. Dr. W. De Backer)
Bij mensen met matig tot ernstig slaapapneu staat continue positieve druk (CPAP) bovenaan de behandelingslijst. Zie ook video slaaponderzoek. Bij deze behandeling wordt gewone kamerlucht met lichte overdruk via een masker, door de neus in de luchtweg geblazen. Deze overdruk, die iets hoger is dan de luchtdruk, voorkomt dat de luchtweg afsluit en/of dat je nog snurkt. Indien je meer dan 20 adempauzes per uur slaap hebt, en indien je daardoor een gestoord slaappatroon hebt, wordt deze behandeling terugbetaald door het ziekenfonds.
Om het snurken te verhelpen bestaan er verschillende mogelijkheden. Eenvoudige snurkers kunnen geholpen worden met 'radiofrequentieablatie' van het verhemelte: daardoor verkleint het verhemelte en wordt het ook steviger, zodat minder trillingen optreden. Daarnaast bestaan er nog andere eenvoudige ingrepen onder plaatselijke verdoving die eveneens tot doel hebben de slijmvliezen korter en stijver te laten worden, zodat minder trillingen ontstaan. Stevige snurkers en lichte vormen van slaapapneu kunnen geholpen worden door een keeloperatie (UPPP) waardoor de keelholte vergroot.
Ingrepen ter hoogte van de neus zijn vooral bedoeld om de doorgankelijkheid van de neus te verbeteren, de snurkintensiteit vermindert echter maar met 10 decibel! Ondanks deze beperkte resultaten kan een neusoperatie nodig zijn om minder met de mond open te slapen. Zo wordt het naar achter vallen van de tongbasis verbeterd, en als de lucht vrij in de neus kan passeren worden de neusreceptoren beter gestimuleerd. Dat heeft dan weer een gunstig effect op het openhouden van de bovenste luchtweg.
Een andere mogelijkheid is een mondprothese die tijdens de slaap de onderkaak stabiliseert en de keelholte openhoudt. Daarnaast worden nieuwe techniekenontwikkeld om te voorkomen dat de keelholte blokkeert ter hoogte van de tongbasis. (Prof. Dr. P. Van de Heyning)
bronnen: Mag'UZA dossier nr 11: Slaapstoornissen voordrachten UZA 9 mei 2007
Rusteloze benen, officieel 'Restless legs syndrome (RLS)' genoemd is een aandoening die vooral gekenmerkt wordt door een onweerstaanbare en dringende drang om de benen te bewegen. Je ondervindt een onaangenaam branderig, kriebelig gevoel of een gevoel van ongemak in de benen, maar het is gelukkig zelden pijnlijk. Deze klachten treden vooral op bij het slapengaan en 's nachts, en verbeteren bij beweging. Deze problemen kunnen zich ook overdag voordoen, tijdens het zitten.
Het komt meer voor bij het ouder worden, en meer bij vrouwen dan bij mannen. Het komt bij ongeveer 10% van de jongere personen voor en bij 27% van de 65-plussers. Zwangere vrouwen klagen er ook dikwijls van. Mensen met nierproblemen, ijzertekort, zenuwontsteking, rheuma of de ziekte van Parkinson hebben er ook meer last van. In heel veel gevallen is de oorzaak echter onbekend. Recent is aan het licht gekomen dat de belangrijkste oorzaak van RLS een ijzergebrek ter hoogte van de hersenen is. Dit tekort is niet altijd zichtbaar in het bloed!
Om de diagnose te stellen is vooral een ondervraging (zie criteria) naar de klachten van groot belang. Daarnaast kan het ijzergehalte in het bloed worden nagekeken en eventueel een onderzoek in het slaap- waaklaboworden uitgevoerd.
De aanpak van RLS bestaat in de eerste plaats uit niet-medicamenteuze maatregelen. Geneesmiddelen die RLS kunnen verergeren moeten in de mate van het mogelijk worden vemeden en een bestaand ijzertekort moet worden gecorrigeerd.
In geval van ernstige klachten kan een medicamenteuze behandeling overwogen worden. We kiezen dan best voor een dopamine-agonist (b.v. pramipexol of ropinirol).
Maar wat kunnen we zelf doen? Volgende maatregelen kunnen de klachten verbeteren:
1.Het is belangrijk te weten dat RLS geen teken is van een levenbedreigende onderliggende ziekte. 2.Stop met roken. 3.Vermijd koffie vlak voor het slapengaan. 4.Drink best niet meer dan twee glazen alcohol per dag. 5.Zorg voor voldoende lichaamsbeweging overdag. 6.Neem een warme bad of douche voor het slapengaan. 7.Massage, ontspanningsoefeningen of yoga kunnen helpen. 8.Wandelen of rekoefenigen voor het slapen.
Ik wil graag een tip meegeven van een bezoeker van mijn blog:
'Ik leed sinds jaren aan slapeloosheid , tengevolge van rusteloze benen. Nu heb ik ondervonden dat als ik een tijdje op een hometrainer fiets, voor mij is dat een half uur, zonder weerstand welliswaar, en direkt mijn beddeke induik, ik slaap als een roos. Ik heb dat aan mijn huisarts verteld, en bij sommige patiënten lukt het nu ook!!!'
Meestal begint een slaapprobleem nadat je enkele nachten niet goed geslapen hebt. Er zijn spanningen, je ligt over het werk te piekeren of je hebt ruzie met je partner ... Ook angsten liggen dikwijls aan de basis van slaapproblemen.
Een vicieuze cirkel ontstaat als je, na een paar slechte nachten, s avonds naar bed gaat met een gevoel van ongerustheid, de angst om weer niet goed in slaap te kunnen vallen. Je voelt je moe en je wilt absoluut snel en goed slapen, want je wilt de volgende dag goed uitgerust zijn. Je kijkt naar de klok en je denkt: Ja, ik lig alweer een uur in bed en nog altijd voel ik geen slaap komen! Uiteraard lukt het slecht om in deze omstandigheden in slaap te vallen. Hoe meer moeite je ervoor doet, des te minder het lukt. De oorspronkelijke oorzaken van slecht inslapen kunnen verdwenen zijn, maar je zit intussen opgescheept met een opbouw van spanning die niets meer te maken heeft met die eerste problemen. Het bed en de slaapkamer worden hoe langer hoe meer een plaats van strijd en frustratie in plaats van een oord van rust, comfort en uitnodiging tot slaap.
Conditionering treedt op na ongeveer drie weken slecht slapen. Door te blijven piekeren of door slechte gewoonten krijgt het bed dan alsmaar meer de betekenis van de plaats waar ik wakker lig. Dat maakt je gespannen, waardoor de kans kleiner wordt dat je snel inslaapt.
Het principe van conditionering werd ontwikkeld door Pavlov: hij ontdekte dat honden al begonnen te kwijlen als ze de verzorgster in witte schort zagen die het eten bracht. Om dat verder te onderzoeken liet Pavlov elke keer voor het eten een bel rinkelen. Na een tijd gingen de honden al kwijlen bij het rinkelen van de bel, zelfs als ze geen eten kregen.
We moeten dus zien te bekomen dat het bed terug de prikkel tot slaperigheid uitlokt.
Door middel van stimuluscontrole kunnen we deze conditionering doorbreken en aan de stimulus bed zijn oorspronkelijke betekenis van plaats van rust en comfort teruggeven.
Als je na ongeveer 20 minuten niet in slaap bent, moet je opstaan en naar een andere kamer gaan om je te ontspannen. Je kunt bij voorkeur op voorhand afspreken wat het ontspannende gedrag zal zijn, zo hoef je dat niet op het slapeloze moment zelf te verzinnen. Kies best iets saais waar je slaperig van wordt, zoals een stripboek lezen, strijken, postzegels sorteren, een magazine doorbladeren...
Je gaat terug naar bed na ongeveer een half uur, als je je slaperig voelt. Lukt het inslapen na 20 minuten nog niet, dan wordt de procedure herhaald. Stimuluscontrole probeert dus opnieuw de link tussen slaap en bed te leggen.
In een grote analyse van 23 studies werd nagegaan wat het effect was van gedragsmatige behandelingen zoals relaxatie en cognitieve gedragstherapie bij slapeloosheid. Dit artikel verscheen in Health Psychology in 2006. De auteurs beschrijven een matige tot grote verbetering in de slaapkwaliteit, duur van in slaapvallen en wakker worden na inslapen.
In een andere grote analyse werd nagegaan wat de voor- en nadelen waren van het gebruik van slaapmiddelen in de kortdurende aanpak van slapeloosheid bij ouderen (BMJ 2005). De auteurs komen tot het besluit dat hoewel er een klein positief effect is van slaapmiddelen op de slaap bij ouderen, dit mogelijk voordeel niet opweegt ten opzichte van het verhoogd risico op vallen en verminderde intellectuele prestaties. Zij besluiten dat ook in deze leeftijdsgroep de voorkeur uitgaat naar de niet-medicamenteuze strategieën omdat deze bewezen effectief zijn en minder risico's vertonen.
1. De meest voorkomende oorzaak van slapeloosheid zijn psychosociale problemen. Je partner is plots overleden, je hebt met iemand een ernstig conflict, Je loopt over van de stress. Het zijn allemaal situaties waarbij je blijft piekeren en als je gaat slapen stopt dat niet. Het gebeurt ook dat de eerste problemen omgelost zijn, maar dat je slaapprobleem een eigen leven begint te lijden. Je hebt dan de gewoonte ontwikkeld om in bed te piekeren.
2. Naast psychosociale oorzaken kunnen ook psychische problemen aan de basis van slapeloosheid liggen. Een van de eerste uitingen van depressie of angsten kunnen slaapproblemen zijn met moeilijk inslapen, regelmatig wakker worden of te vroeg wakker worden. Aandoeningen met hallucinaties en waanvoorstellingen (psychose dus) kunnen in het begin nog niet zo duidelijk herkenbaar zijn, maar toch al slaapproblemen geven.
3. Het obstructievesslaapapneusyndroomis een apart geval. De persoon zelf weet niet dat hij een slaapstoornis heeft, maar hij ondervind wel een belangrijke moeheid overdag. Slaapapneu gaat bijna altijd gepaard met luidruchtig snurken, waarbij de luchtweg dichtklapt. De ademhaling stopt soms een minuut, het zuurstofgehalte in het bloed daalt en het lichaam lijdt aan zuurstoftekort: de lippen worden blauw, de hersenen hebben dringend zuurstof nodig en laten je wakker schrikken. Op dat moment kan er weer lucht stromen door de opengestelde luchtweg. Je valt dan opnieuw in slaap, zonder dat je je er bewust van bent dat je op het randje van de afgrond gebengeld hebt. Dat patroon herhaalt zich meerdere keren per nacht. Het gevolg is een belangrijke slaperigheid en moeheid overdag. Deze mensen lopen zon gevaar om in slaap te vallen achter het stuur van de auto, tijdens het uitoefenen van een risicovol beroep, dat ze op elk moment een bedreiging zijn voor zichzelf en hun omgeving. Ook op andere gebieden ontstaat schade: hoge bloeddruk met als gevolg verkalking ter hoogte van de bloedvaten, vernauwing van de kransslagaders, beroerten.
4. Narcolepsie komt eigenaardig genoeg bijna evenveel voor als Multiple Sclerose. Toch is het iets dat veel minder gekend is. Iemand die lijdt aan narcolepsie heeft een gestoorde nachtrust, is overdag erg slaperig en hij kan om het even waar en wanneer plots in slaapvallen gedurende enkele minuten. Daarnaast kunnen ze soms plots op de grond vallen door een kortstondige verlamming van de spieren. Dit wordt meestal door een emotie uitgelokt. De persoon kan zich niet bewegen, maar kan wel alles horen en zien, hij is zich volledig bewust van de omgeving!
5. Ook geneesmiddelen kunnen slaapproblemen veroorzaken. Zeker bij het ouder worden nemen steeds meer mensen geneesmiddelen in. Het loont de moeite om samen met de huisarts de medicatielijst te overlopen.
De meest gekende zijn: Bètablokkers (middel tegen hoge bloeddruk) Eetlustremmers Schildklierhormonen Diuretica (plaspillen) Corticosteroïden Bèta2mimetica (inhalatiemiddel zoals ventolin)
6. Heel wat lichamelijke aandoeningen kunnen slapeloosheid geven en dienen samen met je arts uitgesloten te worden.
Overmatige werking van de schildklier Astma en COPD (chronische bronchitis) Hartziekten Prostaatvergroting Verkalking van de bloedvaten Artrose Opvliegers tijdens de menopauze Terugvloei van maagzuur naar de slokdarm
7. Bij verstoring van het dag- en nachtritme denken we vooral aan lange vliegtuigreizen en shiftwerk. Het effect van verstoring van het dag- en nachtritme blijft niet beperkt tot het moment van het verstoren, maar kan nog heel wat jaren aanhouden. Bij mensen die in ploegen werken, is het slaappatroon tien jaar later meer verstoord dan bij mensen die nooit in ploegen gewerkt hebben. Ploegenarbeid geeft aanleiding tot een onderbroken slaap, zodat je onvoldoende diepe slaap krijgt.
8. Er zijn mensen die problemen hebben met de biologische klok. Als je innerlijke klok te laat is afgesteld, blijf je tot laat in de avond actief en heb je problemen met inslapen. Indien ze te vroeg ingesteld is, wordt je vroeg wakker en ben je s avonds vroeger moe en slaperig dan gemiddeld. Als behandeling wordt één keer per dag sterk kunstmatig licht gegeven gedurende een half uur tot 2 uur. Ofwel s morgens bij mensen die s avonds te laat actief zijn, ofwel s avonds als je klok te vroeg is ingesteld.
9. Tenslotte moetenrusteloze benen en nachtelijke spiersamentrekkingen in de benen uitgesloten worden.
Sommige mensen klagen over een wriemelend, trekkend gevoel in de benen als ze zitten of liggen. Zij krijgen een onweerstaanbare drang om de benen te bewegen en dan verdwijnt dat gevoel. Het treedt vooral s nachts op en het verstoort de slaap zo erg dat op termijn een belangrijk slaaptekort ontstaat. Deze klachten kunnen met medicijnen verholpen worden.
Nachtelijke spiertrekkingen (periodieke beenbewegingen) worden gekenmerkt door regelmatige nachtelijke beenbewegingen waarvan je je niet bewust bent. Zelden kunnen ook armbewegingen ontstaan. Zo word je meer korte perioden wakker, waardoor je minder diep slaapt. Niet alleen je eigen nachtrust wordt verstoord, maar ook en vooral die van je partner.
De diagnose wordt in een slaap-waakcentrum gesteld.
Indien geen enkele oorzaak gevonden wordt spreken we van primaire slapeloosheid. Spanningen en piekeren staan hier vaak op de voorgrond.
Steeds rond het zelfde uur opstaan. Meer uitslapen brengt niet veel zoden aan de dijk, je hebt toch maar een erg lichte slaap, en soms blijf je er de rest van de dag suf van. Zelfs als je niet goed geslapen hebt kan je toch best op tijd opstaan.
Lichaamsbeweging overdag. Overdag sporten geeft meer kans op een diepere slaap: 'de slaap is de spiegel van de dag' Na een aktieve dag volgt een diepe slaap.
Uitbollen in de loop van de avond. Lichaamsbeweging overdag helpt goed, maar intensief sporten net voor het slapen is niet aan te raden. Je lichaam zit dan immers nog vol adrenaline, zodat je niet gemakkelijk kunt inslapen. Het is veel beter om 's avonds een rustige wandeling te maken, rekoefeningen te doen, een warm bad te nemen, naar muziek te luisteren, met je partner te praten, een ontspannend boek te lezen, de tafel klaar te zetten voor 's morgens, een glas warme melk of kruidenthee te drinken... Ook een avondritueel, met steeds terugkerende handelingen is één van de meest efficiënte dingen die je zelf kunt doen om gemakkelijker in te slapen.
Voorzichtig met koffie, nicotine en alcohol. Cafeïne uit koffie of cola (om nog maar te zwijgen van breezers) en ook theïne hebben een sterk opwekkend effect en zijn daarom niet bevorderlijk voor een goede nachtrust. Het effect van cafeïne houdt lang aan, het duurt gemiddeld vijf uur voor de cafeïne in het bloed tot de helft vermindert, bij sommige mensen duurt het effect tot acht à veertien uur. Als je bijvoorbeeld na het eten om 18 uur twee koppen koffie drinkt, is dat alsof je om 23 uur 1 kop koffie gedronken zou hebben Een kruidenthee, zoals linde- of kamillethee, is uiteraard wel goed.
Niet alleen cafeïne, maar ook nicotine werkt stimulerend op de hersenen. Slechte slapers kunnen beter niet roken in het laatste uur voor ze naar bed gaan
De verleiding is soms groot om een slaapmutsje of meer dan dat te nemen omdat je de indruk hebt dat je gemakkelijker inslaapt met alcohol. Dat klopt soms wel, maar er treedt zo vaak gewenning op, dat je snel grotere hoeveelheden nodig hebt. Bovendien is de slaapkwaliteit bij gebruik van alcohol veel slechter. Tijdens de eerste helft van de nacht slaap je nog voldoende diep, maar met minder remslaap. Tijdens de tweede helft van de nacht slapen mensen die alcohol gedronken hebben slechter, onrustiger en worden ze meer wakker. Hun dromen zijn niet zo aangenaam. Ze worden dikwijls ook te vroeg wakker. Met andere woorden: alcoholgebruik gaat ten koste van de diepe slaap.