"Mijn leven is even erg gedeukt als mijn gezicht. Alleen al mijn neus is op 27 plaatsen gebroken geweest. Drieëntwintig werd veroorzaakt door het boksen; vier,door mijn vader. De hevigste slagen heb ik gekregen door degene die mij bij de hand had moeten nemen en zeggen: "Ik hou van je".
Mijn vader was 'iroquois'. Toen mijn moeder mijn vader verliet, heeft de drank hem krankzinnig gemaakt. Hij heeft mij dood willen slaan alvorens het leven het bloedbad heeft voorgezet. Ik heb kunnen overleven door drie dromen: er voor zorgen dat ik werd weggestuurd uit het verbeteringsgesticht waar ik werd geplaatst; bendeleider worden; mijn vader doden. Ik heb die dromen gerealiseerd. Uitgezonderd de derde. Maar het scheelde maar twee vingers... Jarenlang heeft het vuur van de wraak mij in leven gehouden.
In de gevangenis van mijn haat kreeg ik bezoek van mensen die door de liefde werden bewoond. Zij zijn erin geslaagd om mij in mijn hart op de knieën te krijgen. Door degenen die door onze maatschappij worden verworpen, de gebrokenen , de verwrongenen, de gehandicapten, de 'abnormalen', heb ik het leven te danken. En een formidabele les in de liefde. Aan hen wijd ik mijn boek. Zij hebben mij toegelaten opnieuw te gaan leven."
Graag zou ik jullie het boek van Tim Guénard, Plus fort que la haine, Presse de la Renaissance, Paris, 1999, leren kennen. Het is geen roman, geen fictie, maar het levensverhaal van Tim Guénard zelf. Tim Guénard is nu ongeveer 45 jaar, gehuwd en vader van vier kinderen. Hij is imker en vergezelt de karavaan van de tour de France. Hij woont in het Zuid-Westen van Frankrijk, in de omgeving van Lourdes, en hij zorgt er, samen met zijn echtgenote, voor mensen in moeilijkheden. Doorheen zijn autobiografie ontsluiert hij ons de levensweg van een verlaten kind, dat uiteindelijk opnieuw 'thuis' kwam. Hij gebruikt een woordenschat die dikwijls overkomt als vuistslagen, en de gedrongen schrijfstijl openbaart een boodschap vervuld van hoop in de mogelijkheden van de liefde en de vergiffenis voor elke mens, zelfs voor degenen die tot in het diepste van zijn ziel werden gekwetst. Als driejarig jongetje werd hij door zijn moeder vastgebonden aan afsluiting van een bos en alleen achtergelaten in de invallende duisternis. Later werd hij door zijn vader zo mishandeld, zo erg, dat Tim ongeveer twee jaar werd opgenomen in het ziekenhuis. Tijdens die twee jaar ontving hij nooit bezoek. Als groter wordende kerel had hij drie wensen: een bende stichten, ontsnappen uit het verbeteringsgesticht en zijn vader vermoorden. Zij wensen werden werkelijkheid, uitgezonderd de laatste. Toch is Tim 'thuis' gekomen. Hoe? Dat vertellen wij in het volgende bericht.