Hebben wij ze nog alle vijf. Bij het doopsel van Caitlin
Vandaag mocht ik Caitlin dopen. Dochtertje van Paul en Rosalind Gomez. Bij het 'Effetagebed' ('effeta' = 'ga open'!) gebruiken wij de volgende tekst. Oorspronkelijk gaat hij terug op pater Luc Versteylen s.j. Persoonlijk vind ik het een zeer diepe tekst die prachtig verwoord wat het christelijk geloven met ons doet. In het evangelie volgens Johannes lees ik: "Ik( Jezus) ben gekomen opdat zij zouden leven, ja, leven in overvloed". In het vlaams vertaald: opdat zij - wij allemaal - 'samen' - deugd zouden hebben van het leven. Graag citeer ik de tekst:
Caitlin, ik zegen je ogen, dat je er veel mensen graag mee zou mogen zien, vooral ooit de allerliefste van je leven, levenslang.
Ik zeg je oren, dat jer er op tijd woorden mee moogt horen, woorden van bemoediging wanneer je verdriet hebt, woorden van bewondering wanneer je het goed gedaan hebt, en dat je er ook mee zou mogen horen het hulpgeroep van de mensen rondom jou, vooral het geluidloze.
Ik zegen je mond, dat er lief mee zou mogen zijn, lief en teder, dat je er woorden van kracht en troost en bewondering mee zou mogen spreken en dat er veel mee zou mogen lachen.
Ik zegen je handen, dat je ze zou mogen sluiten om degenen van wie je houdt, dat je er meer mee zou mogen genezen dan striemen en dat je ze ook op tijd zou mogen open doen om het beste weg te geven van jezelf.
Ik zegen je voeten, dat je ermee zou mogen gaan naar de plaatsen waar je graag naartoe gaat en waar de mensen je graag zien komen, maar dat je er ook mee zou mogen gaan naar de plaatsen waar je niet graag naartoe gaat, maar waar de mensen je nodig hebben.
Ik zegen heel je lichaam, dat het een teken mag zijn van liefde en tederheid voor heel veel mensen, maar vooral voor de allerliefste van je leven, levenslang.
Voor de effeta-ritus vraag ik de ouders of hun kind ze wel alle vijf heeft. Meestal kijken zijn heel verrast op deze vraag, want 'alle vijf' heeft in het dagelijks taalgebruik een bepaalde betekenis. Dat weten wij wel allemaal!
Ik bedoel te vragen of de vijf zintuigen van hun kind in orde zijn, want als het kind doof, blind,.., is, dan kan het niet ten volle leven, letterlijk. Het is dan gehandicapt. Welnu bij het openen van de zintuigen wordt dat overstegen: het nieuwe christelijk leven maakt ons bekwaam om met volle teugen van het leven deugd te hebben.
De laatste dagen en weken waren twee 'dienders' regelmatig in het nieuws. De eerste is Herman Boon. Wij lezen over hem en hoorden over hem. In het parochieblad staat als titel: 'Heengaan Herman Boon is groot verlies' en 'Overdrijven in liefde'. Wij lezen er: "Een authentiek geloof, een grote gevoeligheid voor onrecht en een radicale keuze voor het evangelie en voor de waardigheid van de mens maakten Herman Boon tot wie hij was: een man die niemand onverschillig liet. Zijn heengaan is een groot verlies voor de Belgische Kerk én samenleving." Nog een merkwaardig citaat uit het artikel: "De (jonge) priester heeft niet veel luxe nodig. Bedelaars vinden makkelijk de weg naar zijn woning. Daarover zegt hij later: "Sommigen lieten een krijtteken achter naast mijn deur om aan anderen te signaleren dat er altijd wat te krijgen viel. Je laten bedriegen behoort ook tot de liefde, niet zonder de grenslijn van rechtvaardigheid en gezond verstand te trekken."
De tweede 'diender' is Hilde Kiebooms, de stichter van de San Egidiogemeenschap in Antwerpen. Zij is nu omringd door duizend mede- 'dienders'. Over haar hoorden wij op de radio en lazen wij in de pers! Over deze 'diender' en 'mededienders' schrijven wij later.
Zoals voor een authentiek leven als jachtluipaard een aantal vitale voorwaarden en functies is vast te stellen (hoge snelheid ontwikkelen, niet bang wegsprinten als je een antilope ziet, enzovoort), zo kun je ook voor een authentiek menselijk leven enkele voor iedereen vitale en spirituele waarden en functies noemen. Heel puntig (en gemakkelijk te onthouden) is dat gedaan door de Canadese filosoof Bernard Lonergan s.j., die voor een authentiek menselijk leven vijf 'transcendentale imperatieven' (oef!) formuleerde, waarbij Benedictus heel instemmend zou hebben geknikt. Men hoeft overigens niet te schrikken van deze termen. Ze heten 'transcendentaal' omdat ze voor iedereen overal en altijd gelden, en ze heten 'imperatieven' omdat we eraan moeten werken. Het zijn opdrachten - daarom staat er steeds een uitroepteken achter:
- Be attentive! Let op, wees erbij, luister aandachtig naar wat zich aandient - en niet alleen naar wat je uitkomt. Beluister wat de situatie en de ander je vraagt, zoals een arts met een stethoscoop de ademhaling en hartslag van een patiënt beluistert - wat is er aan de hand? Wat staat me te doen?
- Be intelligent! Probeer het resultaat van je opletten te lezen (intellectus wordt wel eens in verband gebracht met intus legere: naar binnen lezen), breng er orde en structuur in aan, probeer het te snappen.
- Be reasonable! Wees verstandig. Weeg de producten van je begrip af, probeer tot een goed oordeel te komen. Verstandig zijn is trouwens iets anders dan intelligent zijn. Het is bijvoorbeeld intelligent om te snappen dat kostenverlaging je bedrijfsresultaat positief kan beïnvloeden. Maar het is verstandig, om niet te zeggen slim, om na goed afwegen in te zien dat kostenverhoging (investeren) binnen een goede strategie je bedrijfsresultaat nog veel positiever (want blijvender) kan beïnvloeden.
- Be responsible! Wees verantwoordelijk, besef de gradaties in morele kwaliteit van je denken en handelen en wees daarop aanspreekbaar, geef daadwerkelijk antwoord (respond) op wat de situatie en de ander je vraagt.
- Be in love! Leg je hart ergens in, geef je jawoord, wees gecommitteerd, probeer van harte respons te geven, wees toegewijd.
Deze vijf functies kunnen altijd en overal worden geoefend waar mensen samenleven en samenwerken. Overal en altijd geldt: goed opvoeden, opleiden en leiding geven is het prikkelen en oefenen van de gevoeligheid voor opletten, snappen, verstandig kiezen en verliefd worden.
Ik heb deze ruiker geplukt in de wei van Wil Derkse, Een levensregel voor beginners. Benedictijnse spiritualiteit voor het dagelijks leven, Lanoo, Tielt, tiende druk, 2003, p. 36 - 38.
Vanaf volgende week ga ik proberen dagelijks de krant te lezen als diaken. Voorbeelden van deze week:
1. In De Standaard van dinsdag 24 mei: "Stijging kosten ouderenzorg "geen ramp"" Ondertitel: " Tegen 2050 verdubbelen kosten, maar inkomens stijgen ook". In het artikel staat er onmiddellijk na de laatste zin: "En de bevolking is bereid een hogere kost daarvoor te betalen."
2. In De Standaard van donderdag 26 mei: "Koning Boudewijnstichting start sensibiliseringscampagne tegen uitbuiting huispersoneel. - Ilegale huismeiden hebben ook rechten. - Ambassadeur mishandelde en misbruikte vijf huismeiden maar zit nog steeds in Brussel - Vernederd, verkracht, verborgen."
Ook: "Vorige week gedumpte Moldavische bouwvakker nog steeds in levensgevaar. - Eén jaar voor aannemer die Poolse zwartwerker laat doodbloeden."
Ook nog: " Het hyperindividualisme. - Er groeit een onverbiddelijk ieder-voor-zich in onze samenleving".
Tevens: "Meer Gentse vrouwen zoeken nachtopvang - Aantal opgevangen daklozen tijdens winter verviervoudigd."
Een artikel van Gretel Van den Broek onder de titel 'Het kan niet allemaal kloppen'. Aanleiding: het verschijnen van het boek 'Al de vragen van ons leven, een ethiek voor het dagelijks leven', Lannoo.
Enkele citaten:
" Zo link ik bijvoorbeeld een huwelijk niet vanzelfsprekend aan een goed gezin. Ik zet een groei-ethiek centraal. Het komt er in een relatie op aan te streven naar wat ik de huwelijkse gedachte noem: een vaste relatie willen, die een basis kan zijn voor het samenleven en de zorg voor de kinderen. Waarom zou de kerk geen zegen kunnen geven aan nieuw samengestelde gezinnen die daar naar streven?"
"Volgens mij komt de zin van het leven pas ter sprake bij datgene waar ik zelf geen betekenis aan kan geven. Je kind blijkt gehandicapt, iemand wordt in de fleur van zijn leven overreden, je krijgt een hersenbloeding en je leven ziet er plots totaal anders uit. Zingeving is dus niet: kijk, alles klopt, ik beheers mijn bestaan. Soms moet je een fatum aanvaarden dat je verder niet kan duiden. Het gaat dan meer om overgave dan om zin vinden. Op zijn sterfbed zei mijn vader me: "Doodgaan is een harde noot om te kraken, maar het is de wil van God." Dat heeft me sterk geraakt. Soms moet je je overgeven aan iets wat zeer hard is. Misschien kan je nog actief een uiteindelijke zin zoeken, of net zin ontdekken in de overgave. Toch is de kans groot dat je absoluut geen zin ontdekt. Het ultieme zal nooit helemaal kloppen."
" Ik moet weer aan mijn vader denken. Hij was een sterk geëngageerde ACW-man en jaagde daarmee klanten weg uit het kleine stoffenwinkeltje van mijn moeder. Toe ze daar commentaar op had, zei hij: "Ik blijf dit doen. Waarom zit ik anders 's zondags in de kerk?" hij deed zijn klak af toen hij dat zei, en dat deed hij alleen als het zeer ernstig was. Ook wat wij als mensen doen, hoeft niet altijd voor onszelf betekenis te hebben. Je leeft niet voor jezelf, je moet met je leven iets doen voor een ander."
Ik durf er mijn hoofd op verwedden dat de meeste mensen liever geven dan dat ze krijgen. Akkoord, de meeste mensen geven niet zo vlug en niet zo veel, maar toch zullen ze eerder geven dan krijgen.
Luister maar naar wat er gezegd wordt: 'Ik wil niet uit de hand van iemand eten.' - 'Ze moeten niet denken dat ik op mijn knieën ga vallen!'
Kijk maar naar wat er gebeurt. Iemand komt jullie tijdens het week-end bezoeken en, zoals het hoort, de bezoeker heeft een geschenk mee. Wat hoor ik je zeggen: 'Dat had je nu toch niet moeten doen!'. En hoe voel je je: ambetant. Van de ene kant ben je blij met het geschenk, maar van de andere kant ben je ermee verveeld. Wat doe je als je op je beurt op bezoek gaat: je neemt ook een geschenk mee, iets navenant, zeker niet minder, liefst meer. Dan lig je boven. En: 'Ze moeten niet denken dat wij moeten onderdoen!'
Het is voor de meeste mensen heel moeilijk om 'dankjewel' te zeggen. Wij voelen het als vernederend aan te moeten krijgen. Graag geven wij als een grand seigneur, met een breed gebaar. Dat geeft je een goed gevoel, want de anderen zijn van je afhankelijk.
Is dank zeggen dan vernederend?
Als wij goed nadenken kunnen wij ontdekken dat de belangrijkste dingen in het leven ons gegeven worden. Neem maar 'ons leven'. Dat hebben toch allemaal gekregen. Van de 'kleine' gevers, onze ouders en langs deze gevers van de Grote Gever, God.
En dat wat het leven de moeite waard maakt, namelijk liefde. Dat krijgen wij toch allemaal.
Het leven en de liefde ontvangen wij voortdurend van de mensen uit onze 'om - geving'. Is het dan vernederend daar dankjewel op te zeggen?
Als gelovigen worden wij daar tijdens de eucharistieviering, d.w.z. 'plechtige dankviering' , in geoefend. Bij de communie bijvoorbeeld gaan wij te communie met beide handen uitgestoken. Ik vind dat persoonlijk een heerlijk lichaamsgebed, een echt bidden met het lichaam. Men had dat anders kunnen organiseren. In de ene hand ontvang je de hostie, terwijl je met de andere hand iets in de offerschaal legt. Dat zou verschrikkelijk geweest zijn. Deze lichaamstaal betekent: ik ontving en ik gaf, wij staan effen. Nee, wij staan daar met beide handen open. Heerlijke lichaamstaal: het leven en de liefde krijgen wij van God door de liefdevolle om-gevers!
Dank je zeggen maakt ons niet klein. Dankbare mensen zijn grote mensen.
Wij kunnen slechts liefhebben wanneer wij aanvaard zijn en hoe diepgaander de ervaring hoe groter onze liefde wordt.
Paul Tillich
Ik word aanvaard door God zoals ik ben: zoals ik ben en niet zoals ik zou moeten zijn. Dat laatste zou een lege boodschap betekenen omdat ik nooit ben zoals ik zou moeten zijn. Ik weet dat mijn levenspad in werkelijkheid niet recht is. Dat is de droom van iedere mens: dat ik eens iemand mag ontmoeten bij wie ik werkelijk uit kan praten, die mij en mijn woorden begrijpt, die kan luisteren ook naar wat niet gezegd wordt en die me werkelijk aanvaardt. God is de vervulling van deze droom.
Ik citeerde dit woord van Piet van Breemen s.j. reeds vroeger
Op weg naar het station las ik op een dichtgetimmerd venster in zwarte graffiti: 'Harry is gek'. Enkele dagen later had iemand deze uitspraak als volgt met paarse letters aangevuld: 'Toch houdt Jezus van hem'. Een kortere omschrijving voor leven binnen de kerk is wel niet mogelijk. Binnen de geloofsgemeenschap houden mensen de genadevolle toezegging levend, dat ieder, ondanks alles, zich toch bemind mag weten. De gelovige met een open oog ziet zowel het gek-zijn als het bemind-zijn, in zichzelf en in de ander.