De oorspronkelijke naam van de broeders is veel zinvoller, namelijk: 'broeders van de goede werken'. Vrijdag, 25 november, vierden de broeders hun 175jarig bestaan. Zij werden gesticht door priester Stefaan Modest Glorieux. Hij is minder gekend dan priester Daens, maar was eveneens een reus in de bestrijding van de armoede in Vlaanderen. Hij stichtte de broeders van de goede werken en de zusters van barmhartigheid.
175 jaar broeders van Oostakken ofte broeders van barmhartigheid
175 jaar bestaan van de broeders van Oostakker. Oorspronkelijk en veel zinvoller met de naam 'broeders van barmhartigheid'. De stichter van de broeders van Oostakker was Stefanus Modestus Glorieux, van oorsprong een West-Vlaming, maar priester van het nieuwe bisdom Gent. Hij was zoals priester Daens een pionier van de ontvoogding van de armen.
De 58tigens ontmoeten elkaar in het hotel de Lourdes te Oostakke
De 58tigers ontmoeten elkaar seders hun diplomering tot onderwijzer in 1958 elk jaar opnieuw. Dat is op zich al een opmerkelijk feit. Ook gisteren, 26 november, was het opnieuw klasdag. Wij zijn onze René heel dankbaar dat hij daar zoveel energie en tijd wil insteken om ons bij elkaar te krijgen. Het is geen gemakkelijks klus. Dus, dank je wel René en tot volgende jaar!
Klasgenotendag van de 58tigers. In 1958 werden wij gediplomeerd als onderwijzer. Bijna onafgebroken komen de klasgenoten van toen elk jaar samen in het hotel te Lourdes te Oostakker. Bijna onder de toren van de Normaalschool toen. Een merkwaardig feit: elk jaar opnieuw komt een belangrijk deel van de onderwijzers toen samen. Het is altijd een blij weerzien.
Ik heb mij dikwijls afgevraagd: de hemel, waar zou die nu eigenlijk zijn? Vroeger dacht ik altijd: dat is ginder boven de wolken, nog een beetje hoger dan de sterren maar dat kán toch niet want ik vind niets zo ambetant als een wachtkamer en als dus de hemel zo iets is merci dan.
Maar als ge aan grote mensen vraagt: waar is de hemel dan lachen ze eens of ze beginnen weer met fabelkes maar pas op want als grote mensen met fabelkes beginnen dan is t teken dat ze t niet weten of dat ze n niet durven zeggen. En dat van die rijstpap met gouden lepelkes dat is allemaal truut want ten eerste ik lust wel rijstpap, vooral met kriekskes, maar wat moeten de jongens doen die geen rijstpap lusten?
En daarbij: ik ben al dikwijls heel gelukkig geweest zonder rijstpap, gelijk die keer dat iedereen weg was naar dat stukske maar ik kon niet meegaan, want mijn voet was verstuikt en moeder had gezegd, ik zal wel bij onze sukkelaar blijven, maar ik zei nee ga gerust ik zal mij wel amuseren, en toen zij weg waren heb ik den afwas gedaan en de tafel gedekt voor s morgens en als ze dan thuis kwamen deed moeder hare schort aan en toen zag ze dat alles gedaan was: en blij dat ik was en moeder ook, en allemaal, en we zijn nog wat rond de tafel blijven zitten en vader zei, ik wou dat t zo mocht blijven duren, nee zei moeder, want dan waren win den hemel.
En whadden pertang geen rijstpap gegeten.
Luc Versteylen
Uit het logboek van Kartouchke, klachten, kluchten en koleires van een zwaar kollegejaar, Lannoo, Tielt, tweede druk, 1959, 86 87.
Wij leven tegenwoordig langer, maar alles samen genomen toch ook weer korter.
Vroeger leefden de mensen immers dertig jaar plus eeuwig.
Tegenwoordig nog slechts negentig jaar.
Die vasstelling maakt duidelijk wat de Duitse pedagoge en sociologe Marianne Gronemeyer verstaat onder Leven als laatste kans: feitelijk beschouwd houden de mensen enkel rekening met deze aardse levenstijd. En daarin verlangen zij naar het optimale, pijnloze geluk. Alles en wel onmiddellijk, zo luidt de jeugdige samenvatting.
Zelfs in rijke samenlevingen kan morgen ieder van ons overbodig worden. Waarheen met haar? hem?: elk van ons kan overkomen dat wij op een bepaald ogenblik in ons leven behoren tot de overbodigen en dat wij daarmee in een selectieproces terecht komen.
Zon selectie door overbodigheid kan op drie manieren gebeuren.
Als sociale selectie: wie niet werkt en op die manier zichzelf onderhoudt (werk als broodwinning), wiegeen koopkracht bezit, wie aan de samenleving niet deelneemt en wie niet genoeg weet.
Als genetische selectie: wie slechte genen heeft en daarmee nu of in de toekomst te duur wordt voor een financieel overvraagde maatschappij.
Als antropologische selectie: zij vormt de uiteindelijke achtergrond en spitst zich tot op de vraag: wie heeft een levenswaardig leven (een leven dat de moeite van het financieren waard is!? Wiens waardigheid in onaantastbaar?
Enkele weken terug volgde ik een eucharistieviering op tv. Waarschijnlijk vanuit Diksmuide of Nieuwpoort. Het slotlied had als refrein: "Ga nu heen in vrede en maak het waar!". Ik zou graag tekst en muziek van dat lied krijgen. Anders uitgedrukt: "Moge de vrede van Christus je niet met rust laten!".