Aan wie heeft de verlamde man zijn genezing te danken: aan Jezus of aan de vier dragers?
Hij zei nu tot de verlamde: "Ik zeg u, sta op, pak uw bed en ga naar huis." En hij stond op, pakte meteen zijn bed en ging weg voor het oog van iedereen (Mc 2, 11 - 12). Hij stond op en ging naar buiten... In het Grieks staan hier de werkwoorden voor 'verrijzen' en 'uittrekken'. Zo worden, door Marcus in dat éne zinnetje het eerste en tweede testament samengebundeld. 'Hij ging naar buiten' - dat is Exodus. En 'Hij stond op' - dat is Pasen. Zo geconcentreerd, zo verdicht (als een gedicht) schrijft een evangelist zijn blijde boodschap voor ons op.
Heeft die verlamd nu zijn genezing te danken aan Jezus of aan zijn vrienden? Er is maar één goed antwoord op deze vraag: aan allebei! Die vier vrienden doen iets, en Jezus doet iets. Je mag dat niet tegen elkaar uitspelen: mensen die samenwerken en Jezus die zonden vergeeft en een mens weer in beweging brengt. Horizontaal en verticaal bezig zijn in de Kerk van Kafarnaüm. Ze horen onafscheidelijk bij elkaar, die twee, als in een kruiswoordraadsel. en je moet ze beide helemaal trachten in te vullen om het raadsel opgelost te krijgen.
De oplossing kwam er aan toen Jezus hun geloof zag, zegt Marcus. 'Hun vertrouwen' staat er, niet 'zijn vertrouwen', niet het vertrouwen van die lamme alléén. Het is toch opvallend dat in dit verhaal die verlamde man niets doet, niets verdient. En precies aan hém vallen al die wondere dingen te beurt: mogen opstaan, je zonden die vergeven zijn, in bewegingkomen, en genezen worden van je grote heim-wee, je verlangen naar huis... Blijkbaar kan het geloof van je medemensen minstens even heilzaam voor je zijn als je eigen geloof!
Maar het is Jezus die in de vingdingrijkheid en de draagkracht van die vier vrienden het vertrouwen ontdekte dat die lamme ten slotte weer op de been bracht. Hij zag hoe mensen het niet opgaven en een weg deden ontstaan midden in de uitzichtloosheid. Zo'n weg heet in de Schrift altijd: een weg ten leven. Het is meestal niet de gemakkelijkste weg, en hij is erg smal zegt de Bergrede. Maar het is wél de enige weg naar menswording, verlossing, geboorte...
Het verhaal van de vier mannen op weg naar hun verlamde vriend is een heerlijk-aanschouwelijk verhaal. Het is vooral deugddoend, omdat het zo bemoedigend spreekt over ons menselijk bezig zijn met elkaar. Dit handtastelijk evangelieverhaal leert ons: er is veel geloof te zien waar mensen elkaar dragen, verdragen en vér dragen. Nogal wat onhandig en stuntelig gedoe van mensen die het verlamd zijn van anderen te hulp komen, blijkt in de ogen van Jezus erg waardevol te zijn. Hij kijkt er letterlijk naar op! Al dat zwoegen en zweten, dat sukkelen en ploeteren, dat heen en weer geloop, die hele processie van Echternacht van mensen-met-elkaar-op-weg - het wordt door Jezus niet over het hoofd gezien of geminacht, wél integendeel! Hij is precies gekomen om dat samen bezig zijn van mensen weer op gang te krijgen, te bevestigen en te stimuleren.
Geloven is: door de ogen van Jezus leren zien naar het geloof van mensen om ons heen. Kerk maken is: wat die vier vrienden samendoen. Zij zijn het begin van een Kerk die uit de vier windstreken wordt samengeroepen rond alle verlamden van de hele wereld, om ze op te nemen en te dragen naar de genezende ontmoeting met Jezus in het dorp-van-troost, Kafarnaüm.
Kerk is: zorgen voor een netwerk waar iedereen draagt. Enkel als het christendom weer leven en handelen wordt zoals die vier vrienden deden, zal het weer bevrijdings- en heilsgeschiedenis worden. We moeten op vandaag zoals Jezus weer geloof (met nadruktekens op beide o's!) leren zien in al de omwegen van mensen die op één of andere manier met elkaar op zoek zijn naar bevrijding en opstanding, naar genezing en aanvaarding. Wij zijn allemaal kwetsbare mensen die op elkaar aangewezen zijn,die zorg nodig hebben en zorg willen delen. Meer dan ooit ben ik er van overtuigd dat God om alle mensen lief te hebben aan een paar van hen genoeg heeft.
Het christendom zal maar aantrekkelijk zijn als het een levensstijl presenteert die evangelisch geïnspireerd is en in een broederlijke en zusterlijke gemeenschap wordt beleefd. Er zijn vooral groepen nodig in onze Kerk, leerhuizen en oefenplaatsen, waar het aan elkaar gelovig worden kansen krijgt. Groepen ook met een lage drempel waar kan gestameld en gestotterd, gezweet en gezwoegd worden. Er is nood aan warmte en vriendschap, verbondenheid en solidariteit. Kerk moet weer Kafarnaüm worden, dorp van troost...
Zelf kan ik, sinds ik dit verhaal bij Marcus heb gelezen, alles wat met Kerk te maken heeft niet meer anders zien. Dat was voor de 'kerkgangers' van Kafarnaüm blijkbaar ook zo. Zij gingen immers die bewuste 'zondag' naar huis met deze slotindruk: Ze waren allemaal verrukt en verheerlijkten God. "Zoiets hebben we nog nooit gezien", zeiden ze. (Mc 2, 12).
Met heel veel dank aan Geert Dedecker pr.. Deze prachtige tekst verscheen in Kerk en Leven van 22 september 1999.
|