Galeiboeven prikken in onze vadsige huid ter bevordering van onze mens-wording
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
In 1972 publiceerde Steven de Batselier een boek(je) bij De Nederlandsche boekhandel, Antwerpen met als titel: 'Gaeiboeven'. Het telt 46 bladzijden. De laatste maanden heb ik het herhaaldelijk doorgelezen én er veel deugd aan gehad. Daar ik vermoed dat het boek nog moeilijk te vinden zal zijn en daar de galeiboeven goed zijn voor onze mens-wording, neem ik de vrijheid er een bloemlezing van te maken. Ik wens je veel prikken
ter bevordering van onze mens-wording.
Wanneer een kind zich bezeert
zegt het stoute tafel
Wanneer een volwassene zich bezeert
zegt hij: onrechtvaardige wereld
Het voorwerp wordt ruimer gezien
Het accent blijft hetzelfde!
-
Een man en een olifant
hebben dit gemeenschappelijk:
zware poten, een dikke huid,
en een luidruchtige tromp.
( De slagtanden laten wij buiten beschouwing).
-
Het is een leugen
te beweren
dat men zijn onschuld kan verliezen - :
men heeft deze te winnen.
-
Het is niet toevallig
dat een ouderling
in het kind terugzoekt
wat hij in zijn volwassenheid heeft verloren.
-
Toen ik een zwart en een blank kind
samen zag spelen
wist ik reeds
- wat zij nog niet wisten
dat het blanke kind
daar zou komen
waar het zwarte
enkel kon van dromen.
|