| 
					
					 Gebed van een kind
  Waarom heb ik geen thuis  en moet ik hier blijven bij vreemden? Ik ben jaloers op andere kinderen die in een eigen huis mogen leven. 
 Wie houdt er van mij als van zijn eigen kind? Ik voel me alleen en verlaten. Waar bent U toch, God, bent U er wel? Ze zegggen dat U een Vader bent voor de mensen, maar waarom heb ik  dan geen vader en moeder? Bent U dan  mijn vader én mijn moeder? Ik geloof wel dat U bij mij bent. Ik wil proberen blij te zijn dat ik leef, al is het moeilijk.
  K.L. Klink, Niet in de wind, niet in het vuur, het kindergebed, Ambo, 1974 
					
 
					 |