Ons huis
Het is nogal opvallend dat de woorden waarmee wij de dingen benoemen die ons huis vullen, nogal droge woorden zijn: stoel, tafel, lamp, keuken, pot, pan, bed, sprei, kast, deur, raam, vloer, plafond. Woorden met weinig klank waar weinig aan te beleven valt. Als je de klankloze woorden van de dingen uit ons huis vergelijkt met de attributen die er in mijn repetitielokaal aan te pas komen, dan zijn de laatste zoveel welluidender en hebben bijna stuk voor stuk melodie. Wat denk je van: sousafoon, of van tuba, of van trombone, of van klarinet, of van pianola, of van violondcel, of cello? Zelfs het woordje bas (slecht éénlettergrepig) heeft toch die donkerbruine klank van het prachtig getailleerde instrument. Eigenlijk is dat geen compliment voor de plek waar we leven: ons huis. Waar daar zit toch ook een hoop muziek in, maar dat vinden we geenszins uitgedrukt in de woorden die het interieur van het huis beschrijven. Woorden als gang, kapstok, trap, allemaal klankloos; men heeft er in de taal niet veel van gemaakt. Ik geloof dat ik dat thuis, een beetje ga wijzigen, desnoods verhuis is naar een huis met bijvoorbeeld een vestibulle, en een chambre-séparée, en een suite, en een veranda, een souterrain, of een mansarde met een recammier, en met een hemelbed. Hoort u het verschil? Ja, natuurlijk hoort u het!
|