Gebed van boer Wortel xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" /> Morgen verzorg ik de gebedsdienst bij de begrafenis van dhr Maurice Schoukens. Maurice Schoukens was een boer in hart en nieren. Een man die heel zijn leven onder twee werkwoorden stelde: WERKEN en ZORGEN. Op 5 september ll., reeds opgenomen in de kliniek, vierde hij zijn tachtigste verjaardag. Op de vraag van zijn broer: "Hoe oud ben je nu?" antwoordde Maurice: "Ik ben nu tachtig jaar en daar kan je niet kwaad voor zijn, daar kan je alleen DANKBAAR voor zijn". Het zijn zijn laatste bewuste woorden geweest. Woorden om als kinderen en kleinkinderen in het hart te bewaren. Daarom kozen wij als eerst lezing het gebed van boer Wortel.
In Boerenpsalm van Felix Timmermans lezen wij het gebed van boer Wortel. Dat gebed kan ook het gebed van Maurice geweest zijn:
O, Heer, laat mij nog lang werken. Laat het nog lang duren! Het is zo goed en schoon en ik heb nog niet genoeg heimwee naar Uwe hemel om er mijn schup bij neer te leggen. Ik heb maar heimwee naar mijn veld. O mijn God, en ik zeg U dank voor dit open veld, waar Gij onzichtbaar overheen staat tot in het hoogste der luchten. Ik zeg U dank s nachts als ik U tussen de sterren hoor ruisen. Ik zeg U dank om de lente, de zomer, de herfst en de winter, want het zijn vier gebaren van uw goedheid, en hun genot en vrucht zijn telkens dezelfde en toch immer als voor de allereerste keer.
Ik zeg U dank om de regenbogen die Gij op de donderwolken spant, om de regen die mijn gewas verkwikt, om de zon die hen uit de grond zuigt, om de winden die t kwaad wegjagen en de windmolens doen draaien, en om de sneeuw die t winterkoren induffelt. Dank om de maan als ze op of afgaat, zo doet toch altijd iets goeds, als haar kattestreken kent. Dank om de vallende blaren, ze zijn mest, dank om het gras dat melk wordt! Dank om de wolken, om de beek, om de knotwilgen, en om al de gewassen, zowel om den biet als om de radeskens; onder Uwe asem bekomen zij de wil om te leven, hun nodige smaak, kleur en grootte. Dank om Uw bezigheid dag en nacht. Gij zijt onze hulp, Uw heerschappij wroet als een knecht.
Ik dank U Heer, in de hemel, op de aarde en op alle plaatsen. Dank tot U in het Heilig Sacrament, wiens hostie broederlijk van hetzelfde koren komt waar wij onze boterham van eten, en die wij aanbiddend in de processie door de velden met keerslicht en wierook omringen. Dank zelfs tot Jezus die ik uit hout gesneden heb en de grote donkerte en t weinig licht van hart heeft nagegaan.
Ik dank U Heer !
Op harpen en snaren ! Staat er in mijn kerkboek, maar ik heb niets dan mijn heel en hevig hart! Uit heel de volheid van mijn ziel !
En laat Uw Wortel als tegendank nog vele jaren op Uw veld (dat spijtig, ook van t kasteel is) in het zweet zijns aanschijns mogen werken!
Dank op voorhand!
Uit: Boerenpsalm, Felix Timmermans
|