Deze uitspraak van Pater Joris Vertongen heb ik onthouden. Ik had hem uitgenodigd de bezinningsdagen van de zesde jaars te begeleiden. Hij vertelde hoe hij een uitnodiging had gekregen om in de BRT een uitvoering van een muziekprogramma van Van Beethoven bij te wonen. Door allerlei omstandigheden kwam hij een paar minuten te laat. De zaalwachter liet hem toch binnen in de concertzaal. Het viel hem op hoe gecencentreerd stil de mensen zaten te luisteren naar de uitvoering van de vijfde symphonie van Van Beethoven. Stil waren zij inderdaad en intens, maar heel de zaal werd gevuld met de heerlijke muziek van Van Beethoven. Stilte, zegde hij toen, is luisteren naar het geluid van je keuze. Valt je euro?
Van Felix Timmermans: " Een vink pikte gaatjes in de stilte". Subliem!
Bij ons thuis werd er tijdens de winter veel met de kaarten gespeeld. De leuvense stoof stond rood te gloeien. Mijn moeder aan de ene kant van de stoof was aan het breien. Ik zat aan de andere kant van de stoof een boek van Karl May te lezen. Aan tafel zaten mijn vader, mijn oudste broer en twee geburen te kaarten. Het ging er erg lawaaierig aan toe. Ik heb lang gedacht dat kaarten iets voor ruziemakers was. Onze jongste zus, onze Godelieve, had moeder naar boven gedragen en zij had daarbij gevoeld dat zij het nogal warm had. Zij was met haar gedachten bij haar jongste dochter boven. Opeens vroeg zij de luidruchtige kaarters het even stil te maken: "Ik denk dat ik ons jongste hoor wenen!". De vier mannen uit één mond: "Wij horen niets!". Moeder: "Wees eens stil". Toen zij de kaarten neerlegden en hun hoofden omhoog hieven, om beter te kunnen luisteren, zegden ze: "Inderdaad, zij weent, je zal eens moeten gaan kijken!" Waarom had moeder midden al dat lawaai van de kaarters ons Lieve horen wenen? Omdat zij met haar gedachten boven was, bij haar dochter, van wie zij vermoedde dat zij koorts had. Waarom hoorden de mannen niets? Omdat zij met hun gedachten bij het kaartspel waren en midden al het lawaai dat ze maakten, hoorden zij niet het schrijen dat van boven kwam. Is het niet zo, dat als wij onze kaarten, onze bezigheden, eens even laten liggen en onze gedachten richten, dat wij dan ook gaan zeggen: "Ik geloof dat ik Hem hoor!!!".
|