God is onze schrijnwerker beeldhouwer!
Welke bedoeling had God toen hij het heelal schiep? Het was voor hem geen speeltje, geen tijdverdrijf en zeker niet een manier om zich te laten gelden. Hij wil(de) zijn leven mee-delen, zijn volheid van liefde! Hij wil(de) vrije zonen en dochters die hem liefde om liefde geven. Daarom stuurt de Vader zijn Zoon, God uit God, Licht uit Licht. De Zoon wordt de stielman die gedurende dertig jaar druk in de weer is om uit te zeggen hoe zijn Vader zich inspant opdat wij zijn kinderen zouden worden.
Hij kende de kwaliteiten van het hout. Er stonden bomen op de heuvels van zijn omgeving: eiken, esdoornen, cypressen,
. Deze bomen leverden goed hout voor de verschillende behoeften van de schrijnwerker. Een schrijnwerker is er goed van op de hoogte dat hij geen groen hout mag bewerken, zeker niet alvorens alle vocht is uitgezweet. Het groene hout moet bewaard worden tot dat het gedroogd is. Pas dan kan hij het bewerken zonder het risico te lopen dat het achteraf gaat vervormen. Hout bewerken eist geduld en een zekere sympathie voor het hout. Een schrijnwerker kent het hout zoals een vriend zijn vriend kent, zoals een echtgenoot zijn echtgenote kent. Hij kent de mogelijkheden van het hout, de knopen, de zwakke plekken en de verschillende kwaliteiten naargelang de soort. Het hout is levend materiaal dat enige verwantschap (gelijkenis) vertoont met het menselijk lichaam, een zekere levensduur, een beperkte weerstand, een eigen soepelheid en hardheid, een eigen waardigheid en schoonheid. Men zegt van het hout dat het aders heeft. Als men groen hout kapt, weent of bloedt het hout.
Ik koester de gedachte dat God ons als een goede schrijnwerker uitkiest, bewerkt, ons met precisie ineenvoegt, om er een werk van te maken dat ons ver te boven gaat.
Beschikken wij over voldoende inschikkelijkheid en geduld om hem toe te laten zijn werk aan ons tot een goed einde te brengen?
Een oude diaken hield er aan te vertellen over een gebed dat hem geweldig had ontroerd. Tijdens zijn ziekenbezoek kwam hij regelmatig bij een hoogbejaarde dame. Op zekere dag vertelde deze totaal afhankelijke vrouw hem het volgende: Mijnheer de diaken, U weet waarschijnlijk niet wat tot God zeg? Ik zeg hem het volgende: U zijt een goede metser, neem dan de steen die ik ben, kap hem naar behoren en plaats hem naar je goeddunken.
Het komt er op aan zich door de goddelijk Bouwer te laten kappen, zich te laten beitelen, opdat wij de goede plaats zouden innemen in de Kerk die hij sedert twintig eeuwen aan het bouwen is op zijn apostelen
Misschien ken je de volgende parabel: van zodra een kind uit het huis van zijn ouders kon ontsnappen, ging het bij hun buur: een kunstenaar beeldhouwer. Het bracht in het atelier van zijn vriend uren achtereen door, zonder een woord te zeggen. Het was gefascineerd door het marmer, de beitels, de geuren, het ritme, de nauwkeurige en delicate handelingen, de oogopslag van de kunstenaar
Op zekere dag had de kunstenaar eindelijk zijn kunstwerk af. Er bleef geen grote vormeloze blok marmer over, maar een schitterend werk, echter dan in de natuur. En het kind, in verrukking voor dat wonder kunstwerk, vroeg aan zijn vriend: Hoe wist je dat er een paard verborgen zat in het marmer?
De Heer, onze schrijnwerker-beeldhouwer, weet heel goed wat welke schat verborgen zit onder onze buitenste korst
|