Alleen met Gods woord
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Wie niet alleen durft te zijn met Gods Woord, leest het niet eens.
Alleen met de heilige Schrift! Ik durf dat niet eens.
Als ik er iets in opsla, heeft de eerste de beste plaats me direct te pakken en stelt me de vraag (net alsof God zelf me dat vraagt): Heb jij al gedaan wat je daar leest?
En dan, ja dan zit ik eigenlijk klem.
En dan moet ik ofwel doen wat daar staat, of schuld bekennen in beschroomde belijdenis.
Dus als je niet alleen bent met de heilige Schrift, weet dan dat je de heilige Schrift niet eens leest.
Maar het is een gevaarlijke onderneming, dat alleenzijn met Gods Woord, want men moet proberen te doen wat er staat!
Ik kan me natuurlijk wapenen tegen Gods Woord.
Dan zeg ik opschepperig dat ik er best alleen mee durf te zijn (hoewel het de vraag blijft of dat waar is). Want neem de heilige Schrift, doe de deur achter je dicht, neem tien woordenboeken en vijfentwintig commentaren: ja, dan kun je de bijbel niet zo rustig en ongegeneerd zitten lezen als een advertentieblad. Mocht je dan, op je gemak gezeten, een plaats tegenkomen waarbij je je toch de vraag stelt: Heb ik dat nu wel gedaan, handel ik daar nu wel naar? (zulke verstrooiingen kunnen je overvallen), dan dreigt er toch nog geen gevaar. Want kijk eens, er moeten van die plaats meerdere varianten bestaan en wie weet of er niet net weer een nieuw handschrift gevonden is, met, jereminee uitzicht op nieuwe varianten. Misschien hebben wel vijf exegeten deze mening en zeven weer een ander, twee een bizarre en zijn er drie die aarzelen of helemaal geen mening hebben. Verder begrijp ik zelf de bedoeling van die passage nog niet, of, precies om mijn opinie te geven: ik heb dezelfde opinie als die drie die nog aarzelen en die nog geen opinie hebben, enz. Zo kom ik niet zo gauw in de verlegenheid, ofwel direct volgens het Woord te moeten handelen, ofwel direct nederig schuld te bekennen.
O, dat ellendig misbruik van geleerdheid dat het de mensen zo gemakkelijk maakt zichzelf te bedriegen. Want indien er niet zoveel zelfbedrog en uitvlucht bestond, zou iedereen, zoals ik , wel toegeven dat je nauwelijks alleen met Gods Woord durft te zijn.
Men moet met Gods Woord willen zijn als de minnaar met zijn brief, anders leest men de brief niet, zomin als men Gods Woord leest, of zichzelf in de spiegel beschouwt. En dat is immers het eerst-noodzakelijke, wil men zichzelf met vrucht in de spiegel van het Woord bezien: dat men niet op de spiegel kijkt, maar zichzelf in de spiegel durft te bekijken.
S. Kierkegaard
|