Braambos over de vallei voor God
BRUSSEL (KerkNet/Braambos) - "We hebben vastgesteld dat, als de kerk in een zware, diepgaande overgangsfase zit, de mensen zich tot de abdijen wenden. De abdijen bieden waarden aan die niet veranderen: broederliefde, gebed, broederlijk leven, naastenliefde, handenarbeid en dienstbaarheid. Het essentiële verandert niet: leven in de geest van de apostelen van Jeruzalem zoals beschreven in de Handelingen van de Apostelen. We bevinden ons in een periode van verandering en de Kerk moet een nieuwe visie uitbouwen." Dat zegt Padre Cesare, in de Braambosuitzending van zondag 11 december a.s. om 9 uur op Eén en om 23 uur op Canvas.
Oriëntatiepunten In 1984 bezoekt Padre Cesare een oude bidplaats in de boerenwijk Pra 'd Mill aan de voet van de Italiaanse Alpen. Dat is zowat het uiteinde van de wereld op een kleine honderd kilometer van Turijn. Hij is gezonden vanuit de Franse trappistenabdij van Lérins. In korte tijd wordt Pra 'd Mill een ontmoetingscentrum, een bidplaats, een creatieve denkruimte. Nu telt de gemeenschap 13 jonge monniken en twee nieuwe kandidaten. Het is een plek van stilte, regelmatig psalmgebed en intense vreugde. In de abdij 'Dominus Tecum' voel je dat God met mensen meegaat. Deze uitzending brengt het wondere verhaal van de start, de inspiratie en de vreugde van die jonge vitale communauteit, de betekenis van gebed, celibaat, leven in groep, werken, sober leven en de vraag wat er zal zijn na de dood. "Christenen hebben nood aan oriëntatiepunten", zegt Padre Cesare. "Ik ben ervan overtuigd dat ze die nu in de abdijen kunnen vinden. Er was een grote heroplevi ng waarvan iedereen opkeek. Ik weet niet wat daarvan de oorzaak was. Ik weet wel dat de monniken in Lérins gedreven monniken waren, echte mensen van gebed. Ze hielden van het kloosterleven en waren eenvoudig. God heeft gewild dat er ineens verschillende jongeren uit de vier windstreken toetraden. Er zijn twee grote golven van intredende monniken geweest. De eerste in 1975 en de volgende in 1982. En in alle tussenliggende jaren is er telkens iemand ingetreden."
Vallei van God "Wij wilden een stille uitstraling brengen in Piemonte. Monniken die bidden in stilte verborgen. Het was immers een godvergeten vallei. Er waren geen wegen, er was helemaal niets. Ze was ook niet bekend. We zijn de werken met een misviering begonnen. We vonden het een goed idee om biddend te beginnen. We hadden enkele vrienden uitgenodigd voor die misviering. Er daagden echter 400 mensen op. Dat was voor ons de bevestiging dat deze vallei, deze streek, behoefte had aan een abdij en aan een plek waar je uitgenodigd wordt tot gebed. We hebben vervolgens enkele gebouwen opgeknapt. Het waren toen nog boerderijgebouwen. De vallei was tot in de jaren '60 bewoond geweest. Nadien was iedereen er weggetrokken. In elke gemeenschap, ook in die van een echtpaar, moet aan de liefde gewerkt worden. Liefde komt niet vanzelf. Je moet ze willen, je moet ze met intelligentie opbouwen, met de intelligentie van je hart. Je moet ze willen. Je moet elke dag op nieuw beginnen. Als je jezelf niet geeft, als je niet de moed hebt om de andere voorrang te geven, dan wordt 'in gemeenschap leven' erg moeilijk. Beetje bij beetje riskeer je jezelf af te zonderen. Maar als je echt van je broeders wil houden, is dat heel mooi. Moeilijk, maar heel mooi. Ik denk dat dit tegelijk de meeste moed vereist en de meeste vreugde schenkt. U bent niet rijk, maar u leeft ook niet in armoede. Eenvoud is voor mij het belangrijkste. Benedictijnenmonniken kiezen niet voor armoede. Onze armoede is dat alles gemeenschappelijk is. We kiezen er ook niet voor om onder de armen te leven. We kiezen voor een eenvoudig leven, waarin we alleen het essentiële nastreven." |