Vaclav Havel over "wachten"
Ik wilde de geschiedenis laten voortschrijden op dezelfde manier als een kind aan een plant trekt om haar sneller te laten groeien.
Ik geloof dat we moeten leren wachten zoals we leren scheppen.
We moeten geduldig de graankorrels zaaien, de aarde waarin zij gezaaid zijn koppig water blijven geven en de planten hun eigen tijd gunnen.
We kunnen een plant niet voor de gek houden, net zomin als we de geschiedenis voor de gek kunnen houden. Maar we kunnen haar wel water geven. Geduldig, elke dag. Met begrip, met nederigheid, natuurlijk, maar ook met liefde.
Als politici en burgers leren wachten, in de beste betekenis van het woord, en daarmee hun achting voor de intrinsieke orde van de dingen en hun onpeilbare diepten betonen, als zij begrijpen dat ieder ding beschikt over zijn eigen tijd in de wereld en dat het, naast datgene wat zij verwachten van de wereld en de Geschiedenis, ook van belang is te weten wat de wereld en de Geschiedenis op hun beurt verwachten, dan kan het met de mensheid niet zo slecht aflopen als we soms wel eens denken.
(...) Er is geen reden om ongeduldig te zijn, als er maar goed wordt gezaaid en bevloeid. Het is al voldoende wanneer we inzien dat ons wachten niet zinloos is.
Wachten dat zin heeft omdat het gevoed wordt door hoop en niet door wanhoop, door vertrouwen en niet door hopeloosheid, door nederigheid tegenover de tijd van deze wereld en niet door vrees, leidt niet tot verveling, maar zit vol spanning. Een dergelijke verwachting is meer dan alleen maar wachten. Het is het leven: het leven als een vreugdevolle deelname aan het wonder van het Bestaan.
|