Tijd maken voor de ander: het verhaal over de Nederlandse en Spaanse buschauffeurs.
(Bron: J. Kindt in 'Even stilstaan', Oikonde Leuven)
Vroeger ging ik altijd met de bus naar Barcelona. Die bus deed er vierentwintig uur over.
"Hoe lang is vierentwintig uur?", vroeg een buurvrouw uit Amsterdam mij op een keer en ik moet zeggen dat ik die vraag pas in de bus naar Barcelona heb kunnen beantwoorden.
Vierentwintig uur duren namelijk precies zo lang als wat je er zelf mee doet of wat er anderen er voor jou mee doen, in dat geval. Daarom was het altijd van het grootste belang of de bus door Spaanse of Nederlandse chauffeurs zou worden bestuurd. Vooral in de rijrichting Barcelona Amsterdam waren Nederlandse chauffeurs niet minder dan een regelrechte ramp. Zo heb ik meermalen meegemaakt dat de bus zonder een keer te stoppen de volle vierentwintig uur doorjakkerde. Zodat de vierentwintig uur bijvoorbeeld maar eenentwintig uur duurden. Je was dus drie uur eerder thuis maar vraag alleen niet hoe. Dat deed ook niemand. Spaanse chauffeurs daarentegen stopten vaak al na een uurtje rijden een half uur voor een glaasje en iets erbij. Na drie uur gebeurde dat opnieuw, zodat er gedurende een uur iets gegeten en gedronken kon worden. Altijd arriveerden wij binnen de voorgeschreven vierentwintig uur op de plaats van bestemming. Zelden ook maar een minuut eerder. Ondertussen waren de vierentwintig uur wel in allemaal kleinere stukjes gebroken: in 'serieuze' en in 'leuke' stukjes. De 'serieuze' stukken duurden korter als je net een 'leuk' stuk achter de rug of in het vooruitzicht had.
Dat korter duren van iets wat normaal gesproken langer duurt, noemen wij in de volksmond de 'Kwaliteit van het Leven.'
Door het lezen van deze column kwam ik op de idee om, in ons werk, de manier waarop we met de Tijd omgaan eens als uitgangspunt te nemen voor de verbetering van de Kwaliteit van Leven.
In de praktijk komt het er op neer aandachtig alle taken op het juiste tijdstip van de dag te verrichten en de meer routinematige taken op tijd af te wisselen met leuke tussen-'spelen' of interludia. We kunnen de werkdag dan indelen in 'serieuze' stukjes (verzorging, therapie, maaltijden, huishoudelijk werk cf. van Barcelona naar Amsterdam rijden) en in 'leuke' stukjes (activiteiten, vrije tijd, nietsdoen bij een kop koffie cf. de busstops van de Spaanse chauffeurs.)
In de omgang met mensen met een ernstig verstandelijke handicap die nog veel mogelijkheden hebben, waaronder enige motie van tijd, zouden we kunnen zorgen voor een mooi evenwicht tussen overwegend 'serieuze', routinematige stukken van de dag en meer 'speelse en vrijblijvende' tussenstukjes. En daar kunnen we dan best de hele dag de nodige tijd voor nemen. We hoeven ons niet te haasten. Als we ons wel haasten, zoals de Nederlandse chauffeurs, dan zijn we veel vroeger met alle taken klaar. Dan zitten onze instellingsbewoners 's avonds om half zeven misschien al te wachten om te gaan slapen.
Het zou daarom beter zijn niet langer meer te spreken over 'kwali-teit', maar over 'kwali-tijd".
|