De dienst van de kelk met het bloed van Christus
De eerste en de derde editie van de IGMR vermeldt op drie plaatsen de dienst van kelk door de diaken. Wij citeren hier onder de nummers uit de eerste editie.
n° 134: Gedurende het eucharistisch gebed staat de diaken bij de priester, maar een weinig achteruit, om
wanneer het nodig is, te helpen bij de kelk of het missaal.
n° 135: Bij de slotdoxologie van het eucharistisch gebed houdt hij naast de priester staande de kelk
omhoog, terwijl de priester de pateen met de hostie omhoog heft, totdat het volk Amen heeft geantwoord.
n° 137: Wanneer de priester gecommuniceerd heeft, ontvangt de diaken de communie onder beide gedaanten
en helpt daarna de priester met het uitreiken van de communie aan het volk. Als de communie onder beide
gedaanten plaatsheeft, reikt hij de kelk aan de communicerenden toe en drinkt er zelf het laatst uit.
De traditie bevat talrijke getuigenissen en commentaren over de dienst van de diaken van de kelk met het bloed van Christus in de eucharistische liturgie. Die zijn zelfs talrijker dan de getuigenissen over de lezing van het evangelie door de diaken. De reden daar van is dat enkele grote diakens-martelaars door het vergieten van hun bloed voor Christus, de herinnering en de piëteit van de gelovigen sterk heeft getekend, te beginnen met Stefanus zelf.
De oudste getuigenissen gaan terug tot in de vierde eeuw[i]. Denken wij o.a. aan de heilige diaken-martelaar Laurentius.
Maar waarom is de diaken de bedienaar van de kelk? In de XIIIe eeuw schreef Durand de Mende heel duidelijk:
De wijn in de kelk betekent het bloed van Christus; alleen de diaken en niet de priester die Christus vertegen-
woordigt, houdt de kelk vast, om aan te duiden dat bij het offer van Christus, het bloed van lichaam werd ge-
scheiden.
Zijn uitleg vervolgend verbindt hij de dienst van de kelk door de diaken met zijn dienst van het Evangelie:
De diaken offert de kelk met de priester, omdat Christus niet alleen zijn persoon aan God de Vader heeft geofferd, maar bovendien, door het evangelie, waarvan de diaken het beeld (het teken) en de drager is, heeft hij
het ritueel van dit offer ingesteld en aan de Kerk overgedragen: deze instelling en deze overgave, moet door de diaken, als verkondiger van het evangelie, verkondigd en beleefd worden dat is zijn dienst opdat de
strijdende Kerk ze zou in acht nemen. Dat is de reden waarom de diaken deelneemt aan het offer van de kelk , maar niet aan zijn consecratie, dat alleen tot de dienst van de priester behoort.
Het gebeurt zeldzaam dat een dergelijke theologische beschouwing wordt gevonden over de rol van de diaken, vooral in een periode waarin het permanent diaconaat al lang niet meer bestond. Het is nog zeldzamer dat de twee belangrijkste liturgische functies van de diaken, het verkondigen van het Evangelie en de dienst van de kerk, van binnenin worden gearticuleerd en dat met zo een diep inzicht in het mysterie van Christus en van de liturgie. Het is ook zeldzaam van zon klare en zon verdichte definitie van de liturgische dienst van de diaken te vinden, zijn dienst namelijk: het verkondigen ( door het Evangelie voor te lezen ) en het manifesteren (door het offeren van de kelk) van de offer dat door Christus werd ingesteld.
In hun rapport Le diaconat: un don de Dieu à mettre en oevre van 1996 tonen de Franse bisschoppen zich gevoelig voor de band van de diaken met de kelk in de eucharistische viering. Zij zien het als een teken waarin het hart van de diaconie wordt gemanifesteerd, de diaconie namelijk waarvan de diaken de ambtelijke opdracht heeft.
Het is belangrijk dat de eenheid van de drievoudige diaconie van de liturgie, van het Woord en van de caritas
wordt uitgedrukt (LG 29). De dienst van de caritas vindt haar bron in de kelk van de eucharistie. Door de kelk
op het heffen, herinneren de diakens de gemeenschap er aan dat zij wordt uitgenodigd om heel het leven van de mensen te verenigen met het offer van Christus[ii].
Het belang van de dienst van de kelk door de diaken wordt dus in veel teksten van de liturgische traditie betuigd. Maar het is niet zeker dat de mystagogische diepte van deze rol leesbaar en begrijpelijk is voor de gelovigen van vandaag. Het aantal missen gevierd met een diaken nemen onophoudelijk toe. Misschien vormt zij een van de punten waardoor het Romeinse Missaal zich nog kan verrijken, om nog niet te spreken over de ontwikkeling van mogelijkheid om te communiceren door de gelovigen onder de twee gedaanten.
[ii] Assemblée plénière des évêques de France, Lourdes 1996, LÉglise dans la société actuelle, Paris, Bayard Éditions-4Ed. du Centurion, 1997, p. 150.
|